Hoofdcategorieën
Home » Overige » Back to the World (That Never Was) » Zijn Naam
Back to the World (That Never Was)
Zijn Naam
"Je zoekt antwoorden."
Hij liep nu al dagen door de woestijn. Weken. Misschien wel maanden.
Maar een NIEMAND kan een hele poos leven zonder water of voedsel. Langer dan een normaal persoon. Er is geen hart om te voeden. Alleen een lichaam, een schil om de lege, harteloze ziel.
Terwijl hij liep begon hij de omgeving in zich op te nemen. En langzaam maar zeker kwamen er woorden bij hem op die hij eerst nooit had kunnen bedenken. Het gloeiende licht boven hem, dat telkens op zijn huid brandde.. Als hij daar naar keek, kreeg hij een woord in zijn hoofd.
Zon.
En telkens als er weer een nacht voorbij was en de zon kwam opnieuw op, hoorde hij dat woord weer.
En ook voelde hij iets branden in zijn lichaam. Iets dat daar vast zat.
Wat het was? Dat wist hij niet.
Nog niet.
Langzaam, heel langzaam, begon hij zich dingen te realiseren. Dat hij in de woestijn was, in zijn eentje. Dat hij zich niets kon herinneren van waar hij vandaan kwam. En dat hij zou sterven als hij niemand tegen zou komen.
En hij begon zich dus ook te bedenken dat hij zou sterven, want hij had in al die tijd geen levend wezen gezien.
Tot vandaag.
De zon brandde zoals gewoonlijk op zijn huid toen er iets voor hem verscheen en naar hem toe liep. Het wezen was bijna volledig zwart. Het enige dat niet zwart was, was het bovenste deel van het wezen. En dat was het hoofd. Het gezicht.
"Je zoekt antwoorden," had het wezen gesproken.
Hij kon alleen maar staren naar dit wezen, uitgeput van zijn tijd in de woestijn.
"Ik kan je een doel aanbieden," had het wezen daarna gezegd.
Het wezen?
Nee, dit was geen wezen. Dit was een persoon. Net als..
Net als hijzelf.
En toen hij in die vreemde, geel-oranje ogen van die persoon keek, wist hij het plotseling weer. Hij wist hoe hij moest praten.
"Wie ben ik?" sprak hij. Zijn stem was laag, en kraakte een beetje. Hij schrok er even van, omdat zijn stem een vage herinnering liet opborrelen. En dit was geen goede herinnering, want dat éne wat hij voelde branden in zijn lichaam, werd erger.
De persoon knikte, alsof hij hem wilde geruststellen dat hij het antwoord wist.
"Jouw naam," zei hij. "Jouw naam is Xiphorthes."
Hij wist wie hij was.
Hoe wist hij dat?
Even keek hij met een lege blik naar de persoon terwijl hij nadacht over de vorming van zijn volgende zin.
"Jij," wist hij toen te zeggen. "Wie ben jij?"
En de persoon keek alleen maar met zijn oranje ogen. Die ogen die hem zo bekend voorkwamen.
Maar dat was niet omdat hij die ogen wel eens eerder gezien had.
Want in de ogen van deze persoon zag hij dezelfde duisternis als Xiphorthes vroeger gezien had.
En als hij wist wáár hij deze duisternis van kende, was alles misschien anders gegaan.
Want diezelfde duisternis had hij alleen in zijn spiegelbeeld kunnen zien.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.