Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » ‘Een onmogelijke Liefde’

Schrijfwedstrijden

20 mei 2009 - 20:34

923

2

507



‘Een onmogelijke Liefde’

En hoe moet ik nou weten waar het ligt? Zoekend tussen torenhoge dozen die bedekt zijn met lagen stof, probeer ik een stel kussen te vinden waar mam om vroeg. Het is lekker weer en ze wil graag buiten zitten, maar dan mét een kussentje in de rug.
Gravend als een mol in het donker van de aarde kom ik stukje bij beetje verder. Vorige zomer ben ik hier voor het laatst geweest, weer opzoek naar die kussentjes. Ik vraag me af waarom die elk jaar zo moeilijk te vinden zijn, naar mijn idee leg ik ze telkens vooraan op een stapel dozen?
Het liefst kom ik hier niet. Het woord ‘zolder’ geeft mij al de rillingen. De woorden ‘spinnen’, ‘rag’, ‘donker’, link ik er altijd gratis achteraan. Niet bepaald mijn favoriete plek. Het is dat ik elke keer maar weer die verdomde kussentjes moet halen, anders was ik hier nooit te vinden. Ik ben altijd bang dat wanneer ik in een doos graai ik langs een spin aai. Weer kruipen de rillingen over mijn ruggengraat. Bah, ik haat het hier!
Turend stuit ik op een knalgroen kistje. Het heeft wel iets weg van een schatkistje, bedenk ik me wanneer ik het erbij grijp en zachtjes het jaren oude stof eraf blaas. Hoe komt het dat ik nog nooit eerder heb gezien? Na al die jaren hier ertussen geploeterd te hebben mocht ik wel verwachten dat ik hier elke doos kende?
Ik verplaats wat dozen en maakt het zo wat comfortabeler voor me en leun tegen een verhuisdoos. In kleermakerzit leg ik het kistje op mijn opgevouwen benen en bekijk het zo wat. Gouden lijnen in sierlijke vormen verschijnen wanneer ik er met mijn vinger overheen ga. Niet echt mijn smaak, beetje kitscherig. Buiten dat trekt het me sterk aan. Nieuwsgierig pulk ik de vergrendel omhoog en hoor de deksel een stukje open ‘poppen’. Mijn vingers vouwen zich om de deksel heen en openen het kistje.
Verwonderd kijk ik naar een stapeltje verkleurde brieven. Ik pak de bovenste. ‘Een onmogelijke Liefde’, staat er met hanenpoten neergeschreven op de bovenkant. Met een verhoogde nieuwsgierigheid vouw ik het verder open en scan de eerste regels…

Waarom is de wereld zo ingewikkeld? Wat wilde God hiermee bereiken? Waarom zoveel moeite doen, waarom is er nooit een makkelijke manier? Of heeft Hij het alleen om mij gemunt, hebben de mensen om mij heen het wel simpel?
Een onbenullig briefje zal me niet helpen om antwoorden krijgen, maar een of andere manier geeft het me wel hoop. Ik heb geen zussen die me raad kunnen geven en vragen aan je moeder is beschamend. Dat wist iedere tiener.
Ik wilde alleen maar hem. Een jongen die buiten mijn bereik was, veel te hoog gegrepen. Het deed me pijn om hem alleen maar te bekijken, niet te kunnen aanspreken, al was het alleen maar ‘hoi’. Hoorde je eerste liefde van je leven niet spectaculair te voelen van binnen? Die beroemde kriebels in je buik die vlinders werden genoemd. Een versnellend hart wanneer die ene jongen langs je liep. Ligt in je hoofd zijn. Waarom voelde bij mij alles zo andersom? Waarom voelde die vlinders als larven die me van binnen opvraten. Waarom voelde mijn versnellend hart als een steek in de borst? En waarom was ik niet ligt in mijn hoofd maar ongelooflijk misselijk? Ik was ontzettend kwaad omdat niets klopte wat er gezegd werd over ‘de liefde’. Het enige wat waar was: ik kon mij geen leven inbeelden zonder hem. Ook al kende hij me niet eens, ik kende hem van binnen en buiten.


Een diepe zucht verlaat mijn lippen. Niet beseft dat ik al die tijd mijn adem had ingehouden tijdens het lezen. Overrompeld pak ik het hele stapeltje uit het kistje en zie nog wat helemaal onderop liggen. Trillerig van de harde woorden, die nog in mijn hoofd blijven hangen, grijp ik naar, blijkbaar, een foto en keer het om. Twee adembenemende ogen kijken me recht aan. De beroemde grijns ligt vertrouwd op zijn lippen en zijn haar zit zoals het altijd zat, precies goed.
Het was de jongen waar het meisje over schreef, waar ik over schreef, tien jaar geleden. Ik was twaalf toen ik voor het eerst smoorverliefd werd. Ik weet nog precies hoe ik mij voelde toen ik hem voor het eerst zag, de nieuwe jongen in de klas. Ik wist geen houding meer aan te houden. Ik weet ook nog exact hoe ik me voelde toen ik deze brief schreef. Gebroken, vol met verdriet en het einde van de wereld leek plots zo dichtbij. Ik had nog nooit zo iets pijnlijks gevoeld en ik kon er niet mee omgaan. Ik dacht nooit meer iemand anders te kunnen vinden en had al uitgedokterd hoe ik zou verder leven, zielig en alleen. Beetje overdreven, maar zo stak ik eenmaal in elkaar, nog steeds wel. Hij had gewoon alles wat een meisje verlangde, wat ik verlangde. Hij had mij alleen nog nooit zien staan. Had ieder meisje, behalve ik. Hij ging bijna letterlijk een hele rij meisjes af en wanneer hij bij mij kwam, sloeg hij me over en ging verder met de andere kant van de rij..
“Lukt het daarboven?”ť
“Kom er aan, mam!”ť Ik schuif alle dozen weer op hun plek, leg het kistje veilig terug en zie eindelijk de kussens liggen. Puffend kom ik uit al die dozen en klop met één vrij hand het stof van mijn broek.
Een onbereikbaar liefde was het zeker. Met die woorden knip ik het zolderlicht uit en loop de trap af.


Reacties:


CosmicPurple
CosmicPurple zei op 21 mei 2009 - 23:43:
Dat is echt hoe eerste liefde aanvoelt.
*zucht*
Gevoel van melancholie...
Je wordt steeds beter met elk stuk dat je schrijft! Die korte stukjes liggen je, moet je meer doen.
Je bent geweldig.

<3


butcherknife
butcherknife zei op 20 mei 2009 - 21:21:
Omg.

Even sprakeloos ..

* het is mooi , echt.
mooi klinkt zelf nog te min
maar je weet wat ik bedoel (: