Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » The Sister of Severus Snape » Hoofdstuk 10: De Lekke Ketel

The Sister of Severus Snape

18 aug 2014 - 14:43

3656

0

278



Hoofdstuk 10: De Lekke Ketel

Eindelijk een nieuw hoofdstuk na heel wat jaren :) Enjoy!

Severus was al een aantal dagen weg en al die tijd had Melian voor haarzelf weten te zorgen. Ze had in de kast in de woonkamer een grote pot gevonden waarin Severus blijkbaar zijn Dreuzelgeld bewaarden. Een paar straten verderop had Melian een winkeltje gevonden waar ze verschillende dingen verkochten, zoals groente en fruit, maar ook brood en allerlei andere Dreuzelproducten die Melian niet echt kende en ook zeker niet van plan was om uit te proberen.

Deze ochtend was Melian vroeg wakker geworden. Toen ze wakker werd bleef ze eventjes geluidloos in bed liggen, om te horen of ze misschien Severus hoorde. Maar helaas het was muisstil in het huis. Het enige wat Melian hoorde was de wind die hard tegen het raam aan woei. Melian voelde meteen een ongelukkig gevoel van binnen. Dit was al de vierde dag dat Severus weg was en hij had helemaal niks van zich laten horen, zelfs geen uil gestuurd. Melian vroeg zichzelf af of het misschien toch aan haar lag. Dat Severus het toch niet fijn vond dat ze bij hem was komen wonen en dat hij ondertussen weer terug op Zweinstein was. Melian draaide zich nog een keer om en staarde nu naar de witte muur. Er waren wat stukjes uitgevallen en Melian krabde van verveling nog meer los.

Na een half uurtje nog zo op haar zij gelegen te hebben stond Melian op. Ze had honger gekregen. Melian stapte uit bed en deed snel haar Zweinstein mantel aan. Die gebruikte ze tegenwoordig maar als ochtendjas, aangezien ze niks beters had. Het was koud in het huis en Melian vond dat er helemaal geen sfeer hing nu ze zo alleen was. Al dagen had ze niemand gesproken bij wie ze haar ei kwijt kon en ze wist Christina’s adres ook niet, dus daar kon ze ook geen uil naartoe sturen. Melian zuchtte luid.

Ze opende haar kamerdeurtje en liep de krakende trap af. Bij elke tree hoorde je een andere kraaktoon. De hal was donker en het viel Melian nu pas op dat de schilderijtjes die er hingen, scheef hingen. Melian keek er even naar en liep toen door, want als zij er aan zou zitten, dan zouden die schilderijtjes sowieso naar beneden vallen en dan waren ze stuk. Wat er precies op die schilderijtjes stond, begreep Melian niet goed. Het waren allemaal schilderijtjes met een donkere kleur of wazig geschilderd, wat dus wel erg typerend was voor Severus vond Melian.

In de keuken was het een chaos. Er lag een hoge stapel afwas van de afgelopen dagen en overal troep, zoals boeken, schriften en ga zo maar door. Melian ging op haar tenen staan om een bord te pakken uit het keukenkastje. Uiteindelijk pakte ze ook een boterham en een glas water en ging zitten aan het kleine tafeltje waar echt niet meer dan twee personen aan konden zitten. Het beviel haar niks dat ze hier zo alleen zat en het zat haar echt niet goed dat Severus gewoon niets liet horen. Waarom zou hij zoiets doen? Hij was toch haar broer? Melian had zich voorgesteld dat ze deze vakantie Severus beter zou leren kennen en hij haar wat meer over hun ouders had kunnen vertellen, maar de eerste vakantieweek was al bijna voorbij. Ook had Melian nog geen woord gehoord van Christina, want ze wist dat Christina wel wist waar zij en Severus woonden. Melian dacht dat dat misschien zou komen, omdat ze thuis wat problemen had en dat was misschien ook wel de reden dat Melian niet echt het lef had om naar Christina’s adres opzoek te gaan en langs te gaan. Door de verhalen die Christina wel eens had verteld over haar moeder, leek Melian het niet zo fijn om haar te leren kennen of überhaupt op bezoek te gaan bij Christina’s familie. Melian nam een hap van haar boterham, waar ze ondertussen was kaas op had gelegd en keek de keuken weer rond. Normaal gesproken was ze helemaal niet zo slordig, maar omdat ze zich super veel zorgen maakte, kwam het helemaal niet in haar hoofd voor om misschien de afwas te doen of de keuken een beetje op te ruimen en eigenlijk had ze daar ook helemaal geen zin in.

Met een gebogen hoofd liep Melian naar de woonkamer toe. Ze had nog steeds haar pyjama aan en echt geen zin om zich aan te kleden. Ze plofte neer op de bank en pakte een boek van de grond, die ze daar gisteren achter had gelaten. De woonkamer zag er nog redelijk netjes uit, op wat theekopjes en lege boordjes na. Melian bekeek de kaft van het boek. ‘Toverdranken voor gevorderden’ stond erop. Melian had het boek nu al een paar keer bekeken, maar erg gevorderd vond ze het niet. Ze wist zeker dat zij de meeste toverdranken die hierin stonden met succes kon uitvoeren.

Christina liep met boze stappen de trap af. Haar ouders zaten haar weer voor de duizenden keer deze week te irriteren en op haar te schelden. Het begon al meteen toen ze thuis kwam nadat ze bij Remus was geweest. Elke tree kraakte extra hard en Christina deed haar best om zoveel mogelijk herrie te maken om haar moeder nog meer de tent uit te lokken. ‘Christina! Maak niet zoveel herrie!’ hoorde Christina haar moeder vanaf boven schreeuwen met een schelle stem. Christina sloeg boos haar armen over elkaar en liep de keuken in. Haar gezicht stond al op onweer.

Het was kil in huize Zwarts. Het tochtte enorm en erg donker binnen. De moeder van Christina deed nooit de gordijnen open. Ook was er totaal geen sfeer in het huis. Het was zo groot en overal stond donker meubilaire. Af en toe hing er aan de wand een schilderij, maar meestal met een griezelig thema. In de keuken stond niet zoveel. Enkel een lange tafel en wat keukenkastjes, waar borden, bestek en wat ander keukengerij in stonden. Veder zag het er allemaal super slordig uit en dat terwijl huize Zwarts een huiself had, namelijk Knijster. Hij deed altijd alsof hij alsof schoonmaakte, maar in plaats daarvan werd alles alleen maar viezer en hij nam spullen mee, zodat niemand die weg kond gooien. Als Christina aan iemand een hekel had, was het wel Knijster. Knijster was een vreselijk irritante huiself die enkel de moeder van Christina en Regulus, Christina’s broer, diende. Tegen Sirius en haar deed hij altijd vals en gemeen. Dan maakte hij van die rare geluiden die leken op een brulkikker.

Christina schrok zich dood toen ze Knijster in het keukenkastje zag zitten en een munt bestudeerde die hij waarschijnlijk van Sirius had gejat toen Sirius nog thuis woonde. Toen Sirius er nog was, was alles veel beter uit te houden. Ze hadden elkaar toen tenminste nog.

Christina hoorde wat rare geluidjes uit Knijster komen en liep snel door. Ze was bang dat hij anders tegen haar zou beginnen te schreeuwen of aan haar haar begon te trekken. Snel pakte Christina wat koekjes uit het keukenkastje en wist toen niet hoe snel ze terug moest komen naar haar kamer.

Eenmaal terug op haar kamer plofte Christina neer op haar bed. Sinds een paar jaar was deze kamer helemaal voor haar alleen. Voorheen moest ze deze kamer delen met Sirius. Christina nam een hap van een koekje en keek betreurd de kamer rond. Het was kaal zonder Sirius. Zijn bed was weggehaald, net zoals zijn andere spullen, en waren weggegooid door Christina’s moeder. Nu lagen alleen nog Christina’s spullen er. Veilig opgeborgen in kasten, zodat Knijster er niet bij kon komen.

De zwarte muren waren kaal en er stonden enkel een paar kaarsen. Christina mocht helemaal niks, niet eens een postertje ophangen of wat persoonlijke spullen op een kastje zetten. Dag in dag uit was het een complete marteling voor haar om hier te wonen. Christina zou graag willen dat het zelfde zou kunnen doen als Sirius. Alleen ze had geen idee waar ze heen moest, omdat ze niemand kende waar ze bij zou kunnen wonen. Toen bedacht Christina zich opeens dat ze nu Melian en Severus had waarbij ze zou kunnen wonen. Melian zou het waarschijnlijk alleen maar leuk vinden en hoe kon Severus haar nou weigeren. Hij wist maar al te goed hoe het was om in zo’n vreselijk huis als dit te wonen.

Christina stond op en pakte met een ruk haar hutkoffer van Zweinstein. Ze gooide die met een zwaai op haar bed en liep snel naar haar kledingkast toe. Snel pakte Christina zoveel mogelijk kleding wat ze vast kon houden en ze liep snel naar haar koffer toe om het vervolgens erin te gooien.

Toen Christina’s koffer bijna vol zat met kleding, gooide ze er nog wat persoonlijke dingen in, die ze bijvoorbeeld van Sirius had gehad. Met een klap gooide toen Christina de koffer dicht. “Mevrouw mag niet zomaar op reis zonder de toestemming van de meesteres.” Zei Knijster plotseling uit het niets. Christina verstijfde en draaide zich langzaam om. Daar in de hoek zag ze Knijster met zijn gerimpelde armpjes over elkaar staan. Ze was blijkbaar zo druk bezig geweest met haar spullen pakken, dat ze Knijster niet eens de trap had op horen komen. Christina zweeg en ze wist dat ze het anders toch alleen maar erger zou maken.

Christina wist niet hoe snel ze haar koffer van het bed af moest trekken en vervolgens e zware koffer achter haan aan sleepte richting de trap. Ondertussen was Knijster er al vandoor gegaan en de trap opgerend naar de kamer van Christina’s moeder. Christina moest nu echt maken dat ze weg kwam, anders zou ze de hele vakantie geheid opgesloten zitten in haar kamer en misschien wel nooit meer naar Zweinstein mogen.

Christina was onderaan de trap toen ze haar moeder al naar beneden hoorde stormen. Ze moest nu echt heel snel weg. “Christina!” hoorde ze haar moeder alweer brullen. Snel trok ze haar mantel van de kapstok af en rende richting de deur. Net op het moment dat Christina de deur wilde opende, voelde ze iemand aan haar lange zwarte golvende haar trekken. Het was haar moeder die toch net eventjes was sneller was dan haar. “Auw!” gilde Christina en ze probeerde zich uit de greep van haar moeder te worstelen. “Je bent nog erger dan die broer van je!” schreeuwde ze. Toen Christina dat hoorde werd ze fel. “Er is totaal niks mis met mij en Sirius! Jullie zijn het probleem!” Schreeuwde ze kwaad. Christina wist dat er maar een ding opzat om hier uit te komen. Ze gaf en trap naar achter en raakte daarbij de schenen van haar moeder. Nu was het Christina’s moeder die het uitgilde van de pijn. Christina opende de deur, trok haar hutkoffer de deur uit en sprinten zo snel mogelijk weg als ze kon.

Pas toen Christina drie straten verderop was, stond ze eventjes stil om uit te rusten. Ze had echt gerend alsof haar leven ervan af hing. Ze leunde met haar handen op haar boven benen en haar ademhaling ging als een gek tekeer. Het was koud buiten en het sneeuwde hard, wat Christina nu pas echt opviel. Na een paar minuten zo gestaan te hebben ging ze weer rechtop staan. Nu moest ze een goed plan bedenken hoe ze bij Severus en Melian moest komen. Ze wist gelukkig wel waar zij woonde en hoe Christina er moest komen.

Na iets van twintig minuten te hebben gelopen, kwam Christina in een wijk aan waar alle huizen op elkaar leken. De huizen staken uit boven de sneeuw als zwarte blokken steen. Om de daken van de huizen lag een witte sliert sneeuw, die het zwart onderbraken. Veder zag het er allemaal heel saai uit. Christina was hier nog nooit geweest en daarom wist ze ook niet of de rilling die over haar rug heen liep was omdat ze het koud had of omdat ze het hier luguber vond, maar waarschijnlijk het eerste aangezien Christina zelden bang of angstig was.

Christina liet haar ogen over de nummerbordjes gaan die er allemaal hetzelfde uitzagen. Als het goed was, was Christina al in de goede straat en moest ze dus elk moment het huis vinden met nummer 39 erop vinden. “53…. 51…49” zei Christina zachtjes tegen haarzelf en ze begon steeds sneller te lopen. Ze merkte dat ze zenuwachtiger werd, hoe meer de nummers dichterbij de 39 kwamen. Het was natuurlijk nog maar de vraag of Severus en Melian op haar zouden zitten ze wachten.

Christina zag het huis met nummer 39 erop en ze liep richting de voordeur. Ze had het nu wel wat warmer gekregen van de zenuwen. Haar vingers reikte naar de bel en Christina drukte één keer op de bel.

Melian lag lang uit met een boek in haar handen op de bank toen ze plots de deurbel hoorde. Wie kon dat zijn? Misschien was het wel Severus! Maar hij had toch wel iets van een sleutel? Of misschien was het wel iemand die voor Severus kwam? Er gingen allerlei mogelijkheden door Melian haar hoofd dat ze bijna vergat de deur open te doen. Snel legde ze haar boek omgekeerd neer op een andere stapel boeken en liep naar de deur.

Melian deed de deur open en ze keek verbaasd toen ze Christina daar zag staan. “Hé Chris, wat doe jij hier nou?” vroeg Melian verbaasd, maar ze was wel blij om haar te zien. “Een lang verhaal, is het goed als ik binnen kom?” Melian deed een stapje opzij, zodat Christina naar binnen kon lopen wat ze toen ook deed. Melian deed de deur dicht en liep achter Christina aan die naar woonkamer liep. “Sorry voor de troep.” Zei Melian meteen over alle stapels boeken, bekers en borden die in de woonkamer stonden. De stapel was alleen maar groter geworden sinds het moment dat Melian was opgestaan. Ze hoopte maar dat Christina het niet erg vond en ze liep naar de bank waar ze weer op ging zitten en dat deed Christina toen ook.

“Is Severus er niet?” vroeg Christina meteen toen ze was gaan zitten. Melian schudde met haar hoofd. “Nee, hij is vier dagen geleden weg gegaan en ik heb hem nog steeds niet terug gezien.” Legde Melian uit en ze keek een beetje bedroefd. De gedachte dat er misschien iets ergs gebeurd was maakte Melian weer nerveus en verdrietig. Melian keek naar Christina die blijkbaar eventjes niet wist wat ze moest zeggen. Het viel Melian op dat ze er moe uitzag en een beetje bezweet.

“Maar waar is hij dan heen?” vroeg Christina na blijkbaar een tijde nagedacht te hebben. Melian haalde enkel haar schouders op en leunde naar achter. “Wat is er gebeurd, Chris?” vroeg Melian toen ze de gedachte van haar broer had weggeschut. Ze bleef Christina aankijken. Christina begon het hele verhaal te vertellen over wat er thuis gebeurd was en hoe ze had bedacht dat ze maar beter ook weg kon gaan, zoals Sirius. Toen Christina klaar was met vertellen keek Melian haar aan met grote ogen. “Je mag hier wat mij betreft zo lang blijven als je wilt, aangezien Severus er toch niet is en ik vind het ook nog eens gezellig.” Zei Melian met een geruststellende glimlach. Haar ogen straalde vriendelijkheid uit en ze probeerde Christina gerust te stellen. “Dat is lief van je, Mel. Dank je wel.” Christina omhelsde Melian even kort en de tranen die over Christina’s wangen waren beginnen te lopen veegde ze snel weg.

“Kom, we gaan wat doen!” zei Christina toen opeens en ze sprong op. Ze trok Melian ook omhoog en ze keek even verbaasd. Waar wou Christina in godsnaam heen gaan? Melian wist nergens de weg. “Ben je al eens op de Wegisweg geweest?” vroeg Christina toen. Melian schudde van nee. Wat was dat überhaupt. “Wat is dat?” vroeg Melian toen voorzichtig en Christina barste in lachen uit. “Heb je daar nog nooit van gehoord?” “Nee, ik weet van alles nog maar een half jaartje, weet je.” Zei Melian een beetje geïrriteerd. “Sorry, Mel. Maar kleed je aan! Het is dé plek om allerlei magische spullen te kopen en het is gewoon heel gezellig en leuk om heen te gaan.” Melian vond dat wel interessant klinken. Ze liep snel de woonkamer uit, waarbij ze ook nog eens wat stapels boeken en borden opstoten die allemaal nu op de grond kletterde. Er kwam nog iets uit haar mond van ‘oeps’, maar eigenlijk interesseerde het Melian niks. Die zou ze later wel opruimen. Nu was Melian veel te enthousiast over de Wegisweg en ze was blij dat ze eindelijk iets kon doen en iemand had om mee te praten.

Melian rende de trap op en trok haar kledingkast open met een zwaai. Ze keek uit het raam en zag het nog steeds sneeuwen. Het sneeuwden nu al een paar dagen achter elkaar en het was een wonder dat ze nog steeds niet ingesneeuwd waren. Melian richtte haar blik op haar kledingkast. Ze moest dus iets warms aantrekken, want het zou wel koud zijn met al die sneeuw. Alles lag netjes opgevouwen op stapeltjes, maar Melian trok alles in de haast overhoop. Ze had geen tijd om alles netjes te pakken en weer opvouwen. Uiteindelijk pakte ze een rode trui en een zwarte broek. Snel trok ze het aan en Melian pakte haar mantel ook uit de kast. Snel deed ze haar laarzen aan en ze rende de trap af.

“Ik ben klaar!” schreeuwde Melian toen ze halverwege de trap was. Christina was naar de gang gelopen en ze had een glimlach op haar gezicht. Voor beide was het goed om er eventjes uit te gaan. Dan hadden ze wat afleiding en konden ze allebei eindelijk eens iets leuks doen.

Melian controleerde eventjes of ze alles bij haar had. Haar toverstok, de sleutels van Severus’ huis en wat dreuzelgeld wat ze nog over had. Christina had haar mantel weer goed getrokken en dicht gedaan, want ze zouden door de sneeuwstorm naar de Wegisweg moeten.

Christina had de weg gelukkig geweten, want Melian was hier helemaal niet bekend. Het had niet lang geduurd of Melian en Christina waren aangekomen bij de Lekke Ketel. De reis had waarschijnlijk maar zo kort geduurd omdat Melian en Christina heel wat bij te kletsen hadden. Christina had Melian verteld dat ze op bezoek was geweest bij Remus en dat Melian zeker een keer mee moest gaan. Bij die gedachte kreeg Melian het alleen al warm.
Lachend stapte Christina en Melian de Lekke Ketel binnen, maar hun gelach stopte abrupt toen ze merkte hoe stil het was in de Lekke Ketel. “Is het hier altijd zo… uh… stil?” fluisterde Melian voorzichtig aan Christina. Christina bleek ook niet helemaal te begrijpen wat er aan de hand was. “Normaal gesproken niet.” Fluisterde Christina terug en ze pakte Melians arm vast die vrij koud aanvoelde en trok haar veder mee naar binnen tot ze bij de bar stonden. Daar bleven ze even staan, maar het leek erop dat de barman er ook vandoor was.

Er was helemaal niemand in de hele Lekke Ketel te bekennen. Er brandde geen kaarsen en het was muisstil. Melian en Christina keken om zich heen of ze toevallig een persoon zagen, maar dat was niet het geval. Op de bar stonden nog half volle bekers met drinken en borden met eten erop. Bij de tafels waren enkele stoelen omgevallen en lag er ook van alles op de grond, zoals boter bier en glas. Het leek erop alsof er een gevecht was geweest. “Ik denk dat we er maar beter achter kunnen komen wat er aan de hand is voordat we naar de Wegisweg gaan.” Stelde Christina voor. Christina snapte niet wat er aan de hand was. Was er een gevecht ontstaan tussen twee tovenaars of heksen? Waarom zou dat gebeuren in de Lekke Ketel?

Melian knikte alleen maar. “Hoe groot is het hier?” vroeg Melian toen ze tussen twee houten pilaren doorliep en in een soort van andere kamer uitkwam. Melian zag geen hand voor ogen hier. Het leek op deze plek nog donkerder te zijn dan het al was. Melian liep voetje voor voetje veder om te kijken of ze misschien een persoon zag. “Ik denk dat hier niemand is, Chris!” Melian had haar toverstok in haar hand, maar ze wist heel goed dat ze nu niet mocht toveren.

Christina liep achter de bar en onderzocht alles zorgvuldig. Het was een doordeweekse dag, dus waarom was er niemand? En al was de Lekke Ketel dicht, waarom konden ze dan zo naar binnen? Er rezen alleen maar meer vragen op in Christina’s hoofd. “Er is ook nog een bovenverdieping met kamers, maar ik denk dat daar ook niemand is. Anders hadden ze hier al gestaan.” Zei Christina en ze keek naar een gebroken glas, wat te perfect was gebroken dus er moest wel een spreuk of vloek tegenaan gekomen zijn. Ze hoorde dat Melian riep dat er niemand was waar zij op dit moment was. “Hier ook niet!” riep Christina terug en ze liep door naar achter.

Melian vond het maar niks dat er niemand was en dat er allemaal dingen waren omgevallen en stuk waren gegaan. Het zag er allemaal niet goed uit en Melian hoopte maar zwaar dat er niks ernstigs was. Ze was er bijna van overtuigd dat er niemand was, tot ze plotseling iets achter haar hoorde. “Chris?” zei Melian bang en ze draaide zich meteen om. “Ja?” hoorde Melian Christina zeggen, maar van een totaal andere kant dan van de kant waar ze het geluid vandaan hoorde komen. Melians adem stopte meteen en haar hart ging als een gek tekeer. Oké dit was het dan, ze zou eraan gaan. Melian had haar toverstok inmiddels in haar hand en ze liep naar achter toe, zodat ze tegen de muur aan zou staan. Melian kon nu duidelijk horen dat er voetstappen haar richting opkwamen. “Oh please, laat me leven.” Zei ze zachtjes. Melian had echt geen idee wat er nu zou gebeuren.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.