Hoofdcategorieën
Home » Overige » FF's Schrijfuitdaging. » Arthur
FF's Schrijfuitdaging.
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
21 sep 2014 - 23:54
Aantal woorden:
1865
Aantal reacties:
4
Aantal keer gelezen:
423
Arthur
September uitdaging: Obsessie.
Noot: Dit is momenteel een obsessie van mij persoonlijk.
Noodzakelijk: Weten wie de personages zijn.
Voormalig Groot-Brittannië, omstreeks het jaar 400 na Christus.
Het land is onder de heerschappij van Uther Pendragon. Chaos en strijd heersen over de Britse kust.
Geen vrouw, man of kind is veilig voor de troepen uit het noorden, nog uit het zuiden. Romeinen en Saksen slachten elkaar af. Verdeeldheid heerst aan het hof, waar dit verhaal begint. Het is de week voor het Mabon (voor ons bekend als St. Michaël).
Het land is onder de heerschappij van Uther Pendragon. Chaos en strijd heersen over de Britse kust.
Geen vrouw, man of kind is veilig voor de troepen uit het noorden, nog uit het zuiden. Romeinen en Saksen slachten elkaar af. Verdeeldheid heerst aan het hof, waar dit verhaal begint. Het is de week voor het Mabon (voor ons bekend als St. Michaël).
Bliksem schoot door de lucht, gevolgd door een luide donderklap die door het oude kasteel heen galmde. Een jonge, donkerharige vrouw schoot rechtop in haar grote hemelbed. Even zat ze als versteend in het donker. Tot ze zich bewust werd dat het slechts een boze droom was geweest, die haar gewekt had. Ook al had ze die droom nu al vier maanden lang, elke nacht weer, toch bleef ze wakker schrikken.
Nog een beetje trillend liet ze zich uit het bed glijden, het was kouder dan ze had verwacht in de late zomertijd. Op de tast vond ze een tondeldoos en stak de kaars naast haar bed aan. Nu er een beetje licht in haar kamer was voelde ze haar vertrouwde kalmte terug keren. Even aarzelde ze, maar trok toen over haar nachtgewaad een ochtendjas aan. En met de kaars in een rijk bewerkte kandelaar verliet ze stil haar slaapvertrek. Hopend dat ze niemand tegen zou komen.
Stil als de geesten van weleer, liep Morgana door de kille kasteelgangen. Bij een zwarte eikenhouten deur bleef ze even staan, om zich heen kijkend of er niemand te zien was. Toen opende ze de deur en glipte ze naar binnen. De deur viel met zachte bonk in het slot. Even liet Morgana haar ogen wennen aan het nachtelijke duister in de kamer. Haar kamer voor haar krachten en rituelen. Nu Mabon eraan kwam kon ze gerust haar visioen ritueel uitvoeren, zonder vreemd over te komen. Het was niet de eerste keer dat ze deze vorm van magie gebruikte, helaas werd zij door vele verafschuwd en met afkeer bekeken. Maar, zo dacht Morgana, de mensen begrepen de kracht en de schoonheid van het Zien niet. Nog die van de Moedergodin.
De kandelaar had ze op de grond gezet en met geoefende hand had ze een dubbele cirkel op de stenenvloer getrokken. Met aan de vier windstreken de knoop voor de winden, elementen en de seizoenen. Nu stond ze er midden in met een sneeuwwit kristal in haar bleke handen. De kaars had ze uitgeblazen.
"O, Moeder Godin! Hoort mij aan! Laat nu de sterren in dit kristal verbleken! Opdat de toekomst mij de waarheid tonen zal! O, Moeder Godin! Laat de kou van de nacht verdwijnen in het beeld dat in mijn dromen waard! Welke kwaad jaagt op mij? Laat mij uw toekomst zien!"
Bij het laatste woord hief de nog jonge zieneres het kristal hoog in de lucht en liet het bleke maanlicht van buiten erin weerkaatsen. De donderwolken raasden nog altijd boven het kasteel.
Zodra ze de eerste beelden in het kristal waarnam knielde Morgana op de koude stenen en concentreerde zich op het beeld. Hopend voor een antwoord op haar dromen.
Een brandende vlakte lag vol lichamen zonder leven. Zwaarden lagen vergeten op het verkoolde gras. Schilden lagen nog rokend op het veld. De geuren van brandend leer, hout en lichamen drongen haar neus binnen. Ze rilde toen een grote zwarte raaf overvloog. Ze wist dat dit opnieuw haar droom was. Maar hij was scherper en helderder dan anders. Langzaam begon ze te lopen, de, met pijlen doorstoken lijken vermijdend. Een mist die veroorzaakt werd door de ochtenddauw en het vuur omringde haar algauw. Behoedzaam liep ze verder.
Kleine aswolkjes ploften onder haar laarzen vandaan. Heel af en toe hoorde ze zacht gekreun van een stervende of het krassen van een kauwtje dat aanviel om de verkoolde lichamen. Verder was alles doodstil.
Zelfs de wind was niet te horen. De stilte omklemde haar, het maakte Morgana bang. Zo bang als ze nog nooit was geweest. Het verstikte haar, het maakte dat ze paniekerig werd.
Ze vermande zich, en focuste zich op haar omgeving.
Mist, gestorven mensen, vergeten wapens, vuur dat zich als trage slangen voortbewoog.
Plots zag ze iets veranderen in de dikke mist. Een schaduw die traag voort bewoog. Nu bukte de schaduw en verdween hij. Verward bleef Morgana staan. Haar angst vergetend. Toen de schaduw weer ophoog kwam begreep ze dat het een mens was die af en toe bukte, waarschijnlijk om naar de lijken te kijken of het een bekende was. De gedaante bewoog zich naar haar toe.
Aarzelend begon ze weer te lopen, op de gedaante af. Van binnen voelde ze zich onzeker en verward, waarom was ze hier op dit slachtveld? Wat had dat met haar te maken?
Dat was geen plaats voor vrouw zoals zij. De gedaante had haar blijkbaar opgemerkt, want de persoon kwam sneller dichterbij. Zijn houding straalde een mannelijk en tamelijk groot iemand uit. Morgana plots ziek van de doden om haar heen, versnelde haar pas eveneens. De afstand tussen hen was groter dan ze had gedacht. En pas toen ze bijna tegen elkaar opbotsten zagen ze elkaar door de mist heen.
Even herkende Morgana de blonde man voor haar niet, maar toen besefte ze wie het was schoot ze in de lach. Opgelucht dat het een bekende was.
"Zie hier! Arthur Pendragon! Zo ontmoeten wij elkaar weer!" Ze spreidde haar armen uit.
De blonde man, die duidelijk een koningskleed droeg zweeg en keek haar alleen maar aan.
Morgana liep om hem heen en keurde haar neef.
"Je ziet er vreselijk uit." Stelde ze tenslotte vast.
"Ik ben stervende." Arthur stak zijn hand in een zak van zijn mantel en haalde er een platte steen uit.
"Wat is dat?" Morgana stond weer voor hem.
"Dit, is de steen die Myrddin betovert heeft, alleen mijn ware erfgenaam kan hem lezen."
"Waarvoor is het?"
"Mijn troonopvolger."
"Je hebt geen kinderen."
"Jawel."
Morgana keek hem fronsend aan, "wie dan?"
Arthur draaide zich om naar de mist waaruit hij gekomen was. En daar stond een jongen van niet meer dan dertien jaar. Gekroond en al liep hij in kalme tred op hen af. Toen de jongen dichterbij kwam hoe bekender hij Morgana voorkwam. Zijn trotse maar bescheiden houding, zijn blonde warrige haar, zijn manier van bewegen. En zelfs de gelaatstrekken in zijn gezicht waren als een oude bekende voor Morgana. Pas toen hij op een meter afstand was besefte dat het Arthur was. De oude was verdwenen.
"A-Arthur?" Morgana's stem trilde zacht als brekend ijs in de doodse stilte. De jongeling knikte en neeg met zijn hoofd en gebaarde achter hem. Opnieuw kwam er een gedaante aan. Langzaamaan zichtbaar wordend in de mist. Opnieuw kwam hij haar bekend voor. Opnieuw, Morgana gilde en probeerde weg te rennen. Maar overal om haar heen verschenen beelden van haar neef. Zwijgend, nederig, wijs en de nieuwe Arthur's aanduidend. Morgana gilde, ze gilde zo hard dat een raaf geschrokken van een tak opvloog en krassend verdween in de mist. Geen van de Arthur's bleef lang en vervaagde al snel. Morgana sloot haar ogen, [i]O, godin! Laat dit ophouden! Wat is dit voor visioen? Wat is uw boodschap aan mij?
Ze was niet eens verbaasd toen er een stem naast haar antwoord gaf.
“Hij laat je je grootste angst zien, Morgana.”
Abrupt opende de jonge vrouw haar ogen. Myrddin stond naast haar en keek over de verwoestende vlakte van de slag.
“Mijn angst?” Voor het eerst sinds haar kindertijd vroeg Morgana iets aan de wijze tovenaar.
“Je angst is dat Arthur koning wordt, regeert en een erfgenaam krijgt. Eveneens dat zijn erfgenaam teveel op hem zal lijken. Het zijn geen visioenen die je krijgt, Morgana. Het zijn je eigen angsten die zich uiten.” De Tovenaar, die door het gewone volk Merlijn werd genoemd liep met kalme en geruisloze tred de mist in. En alsof hij pek aan zijn gewaad had zitten verdwenen, de mist, de dode soldaten, en het landschap om Morgana heen.[/i]
Met een kleine krachtinspanning stak een van de laatste vrouwelijke Pendragons de kaars weer aan. Stond op en verliet diep in gedachten het vertrek. Nauwelijks merkte ze waar ze liep.
Opnieuw ging ze in haar hoofd haar angst na, wáárom zou Zij bang zijn om haar neefs toekomst? Was het niet eerder iets voor Morgause om die dromen te hebben? Ze was weliswaar gefascineerd door Arthurs toekomst. Maar bang om zijn leiderschap was zeer zeker niet.
Toch, dacht ze terwijl ze het binnenhof overstak, was het zij die de dromen kreeg. Of had Morgause een verbinding tussen hen gecreëerd? Maar hoe zou de kleine zieneres dat voor elkaar gekregen hebben? Ze hadden elkaar al ruim twaalf jaar niet gezien. Morgause haar opleiding tot priesteres van Avalon vergde veel van haar tijd.
Morgana klom een nabij gelegen heuvel op een keek uit over het landschap zonder iets te zien. Was ze soms bang dat hij vermoord zou worden? Dat hij een nakomeling zou krijgen van de verkeerde persoon? Of zelfs, helemaal geen koning zou worden?
Maar Viviane, haar priesterers, en Myrddin hadden visioenen gekregen over zijn toekomst als Brittania's grootste heerser tot nog toe. Of waren dat ook hun angsten en dromen geweest? Wisten zij zijn ondergang al?
Arthur, haar neef, was nu net zes jaar oud geworden. Koning Uther kon hem niet zien, waarom was zelfs Morgana onduidelijk. Igraine was van een open en kalm persoon verandert in een stil en teruggetrokken vrouw verandert. Morgana was zoveel mogelijk bij haar zuster-moeder. Maar de nachten deelde zij nog altijd met haar tweede echtgenoot, Uther.
Morgana wist dat Uther teveel om zijn macht gaf om een goeie koning te blijven. Hoewel hij wel zorg droeg aan de veiligheid in zijn land, was het volk niet bepaald blij met hem. Morgana hoopte dat Arthur een betere koning zou worden. Een die daadwerkelijk zorg droeg aan de rooftochten van de Saksen. Evenals het onrecht dat nog een veel dorpen plaatsvond. Uther wist met zijn achtergrond als Romein en Saks niet hoe hij beide kalm kon houden, hoe hij tussen al die volkeren vrede moest brengen. Morgana, die Arthur heel af en toe zag, wist dat hij dat wel kon, omdat hij hen begreep. Ja, in haar kleine neefje schuilde een ware koning.
Toch, terwijl ze zich dit realiseerde, raakte ze de beelden van haar nachtmerrie niet kwijt.
Waar had de slag plaats gevonden, en vooral Waarom? Was het echt een droom geweest? Of een gespleten visioen, deels toekomst en deels nachtmerrie?
Morgana sloot haar ogen een ogenblik en luisterde naar de nachtelijke stilte, naar de wind die met een zacht briesje de donderslagen van ervoor verjoeg uit Brittania.
Ze opende ze weer en liep terug naar het kasteel. Ze zou morgenvroeg uitrijden en Merlijn in het bos bezoeken. Het werd tijd dat ze haar trots opzij zette en haar kleine neefje ging helpen.
En daar hoorde haar herhalende dromen voor zich houden niet bij. Arthur zou hoe dan ook koning worden. Morgana wist dat ze haar leven zou geven om dat gedaan te krijgen. Uther zou niet langer dan zes jaar te leven hebben en zijn zoon moest voor die tijd waardig genoeg zijn om de troon te bestijgen.
Morgana Pendragon had een doel voor ogen. Een doel dat haar band met Arthur wellicht op de proef zou stellen. Maar ook zou versterken. Hij zou na Uther de troon bestijgen!
Reacties:
Hermelien zei op 23 sep 2014 - 10:03:
Geweldig geschreven!
Ik vind het echt prachtig dat je dit genre zo goed weet te brengen,
het licht je helemaal!
Jij hebt talent, my lovelie!
xoxo
Geweldig geschreven!
Ik vind het echt prachtig dat je dit genre zo goed weet te brengen,
het licht je helemaal!
Jij hebt talent, my lovelie!
xoxo
narcissa zei op 22 sep 2014 - 20:03:
Yeah, Arthur!!!
En Morgana natuurlijk. Echt heel erg mooi geschreven.
leuk, tien keer beter dan de mijne.
Yeah, Arthur!!!
En Morgana natuurlijk. Echt heel erg mooi geschreven.
leuk, tien keer beter dan de mijne.
oké, ik ben hier dus echt veel te lang niet geweest, dit is gewoon zalig om te lezen