Hoofdcategorieën
Home » Overige » A Beautiful Strenght: Ballet » Hoofdstuk 7: Brigitte
A Beautiful Strenght: Ballet
Hoofdstuk 7: Brigitte
Het kleine meisje reikt haar hand naar me uit en ik pak die aan. Het handje voelt verrassend warm aan. Het meisje is dan ook wel veel warmer dan mij gekleed.
‘Hoe heet je?’ vraag ik het meisje beleefd.
‘Brigitte,’ antwoord het meisje. Ik had haar een tikkeltje verlegen ingeschat, maar ze is helemaal niet verlegen. Vrolijk huppelt ze naast me in de sneeuw.
‘De sneeuwelfjes maken er af en toe zo’n feest van. Als ze er zin in hebben zit alles onder de sneeuw.’
‘Heb je vaak contact met de sneeuwelfjes?’
‘Ja, ze zorgen voor de sneeuw in ons dorp. Maar het zou fijn zijn, als ze de straten soms niet zouden ondersneeuwen. Dan kunnen we er wel gewoon blijven lopen.’
‘Ligt er dan altijd sneeuw in het dorp waar jij woont.’
‘Ja,’ knikt ze heftig, ‘er ligt eeuwige sneeuw. Vandaar dat ons dorp ook wel het winterdorp heet.’
‘Is dat dan niet saai als het altijd winter is?’ Ik denk aan thuis. Ik ben altijd zo blij als de lente aanbreekt en ik mijn dikke winterjas eindelijk uit kan gooien en weer mijn topjes aan kan doen. Wanneer we heerlijk met zijn allen door de bossen lopen of naar het strand gaan.
‘Ik vind je winter niet saai,’ vertelt ze me met een heel serieus gezicht. ‘Ik vind de winter fantastisch. Heerlijk iedere dag een sneeuwpop maken. Iedere drie maanden is er een wedstrijd voor de origineelste sneeuwpop. De sneeuwelfjes zorgen dan juist voor extra veel verse plaksneeuw. Regelmatig wordt er een gigantische sneeuwballengevecht gehouden, waarbij bijna het hele dorp meedoet. Ik kan altijd heerlijk schaatsen. De sneeuwelfjes zorgen er namelijk voor dat het meer bevroren blijft. Daarbij kunnen we altijd met het paard en de slee weg. En een slee trekken is veel minder zwaar, dan een wagen trekken. Daarbij hoort bij de winter mijn favoriete drankje. Lekkere warme chocolademelk met slagroom.’ Ik voel dat mijn buik ook wel verlangt naar een lekker beker chocolademelk.
‘Dus de winter is helemaal niet erg. Het is juist leuk. Daarbij komt het wel eens voor dat we sneeuwvrij zijn van school. Als we in een dorp hadden gewoond, waar nooit sneeuw valt, dan had ik dat nog nooit meegemaakt. Het lijkt me vreselijk om niet te weten hoe sneeuw eruit ziet. En wij weten wel hoe bloemen eruit zien. Kijk maar.’ Brigitte wijst me aan de kant van het pad een paar mooie kleine bloemen aan. Ze zijn bevroren, maar ze zien er wel prachtig uit. Ze blinken in het kleine beetje zonlicht. Als ik goed naar de planten van de weg kijk, zie ik winterbloemen en bevroren zomerbloemen. Brigitte heeft gelijk, dat ze hier wel weten hoe bloemen eruit zien. Maar ik kan het me bijna niet voorstellen dat er dan ook dorpen zijn waar nooit sneeuw valt. En als er ook andere dorpen zijn, is dit dan wel het juiste dorp waar ik heen moet. Maar als ik dit aan Brigitte vraag, weet ze dat vast niet. Daarbij waar moet ik anders heen. Misschien dat iemand het in haar dorp het wel kan vertellen. Zo ver kan ik toch niet van de route afwijken.
‘Zien ze er niet prachtig uit?’, haalt een stemmetje me terug naar de werkelijkheid.
‘Ja,’ beaam ik. ‘De bloemen hier zijn prachtig, net als alle natuur die ik hier zie.’
‘heb je die dan niet waar jij vandaan komt Clara?’
‘Ehm, nee,’ beaam ik dan. ‘Ik woon in een gebied met heel veel huizen. Daar is niet zo veel plaats voor bomen en struiken.’
‘Dat zou wel moeten,’ mompelt Brigitte een beetje gepikeerd. ‘Natuur is juist belangrijk. Ik zou me niet kunnen indenken dat ik bijna geen natuur meer zal zien. Dat klinkt gewoon als een gigantische straf. Dat is net zo erg als een keer niet mee mogen doen aan het sneeuwballengevecht. Wacht. Clara doe je ook mee met het sneeuwballengevecht?’ Brigitte zet me al weer met een mond vol tanden. Dat gebeurd wel heel vaak, sinds ik haar tegen ben gekomen. Dat hoort helemaal niet. Waarom blijft ze me dingen vragen.
‘Ik weet het niet,’ zeg ik dan eerlijk. ‘Ik wil ook heel graag naar huis en ik heb nog een lange weg voor de boeg.’
‘Oh,’ komt er heel simpel en een tikkeltje verdrietig uit. Dan haalt ze haar schouders op.
‘Ik hoop dat je snel je huis zult vinden, maar ik weet wel zeker dat je je zult bedenken als je in het dorp bent. Je weet maar nooit. Dus mocht je je bedenken, dan hoor ik het nog wel.’ Ik begin te lachen.
‘Mocht ik me bedenken, dan zal ik het zeker tegen je zeggen.’
‘Kom we gaan hier door de struiken heen. Dit is een kortere route en ik wil je iets laten zien.’ Ik volg haar. Zonder Brigitte weet ik toch niet waar ik heen moet en waar ik uitkom. Ik weet immers niet of als ik dit pad blijf volgen überhaupt bij hun dorp uitkom. Dus nu loop ik door het struikgewas heen. Na een paar struiken komen we op een ander pad uit. Ik wist niet dat er zo dichtbij nog een pad was. Of ben ik te blind bezig geweest met lopen.
‘Je zult het echt mooi vinden,’ fluistert Brigitte zachtjes. Ze heeft nu wel echt mijn aandacht getrokken. Ze duwt wat bladeren aan de kant die over het pad hangen en dan zie ik het. Er is een prachtige waterval met een rivier. De helft van de rivier is bevroren, maar eronderdoor zie je toch duidelijk het water stromen.
‘Dit noem ik een van de mooiste stukjes natuur die hier zijn. Mijn broer is hier een keer per ongeluk gekomen. Hij heeft het toen aan mij laten zien en sindsdien is het ons geheime plekje. Maar ik dacht dat ik het jou wel kan laten zien. Jij zult het toch niet aan iemand doorvertellen. Daarbij wil je dadelijk weer weg. Maar dit moest ik je gewoon even laten zien.’
‘Het is zo mooi. Adembenemend mooi gewoon. Dit is wel een heel speciaal iets wat je me hebt laten zien. Dank je wel Brigitte.’
Als we een tijdje bij de waterval hebben gezeten, staat Brigitte op.
‘Het is tijd om naar het dorp te gaan.’ Ze begint te lopen en ik volg haar vlug. Niet veel later staan we weer op hetzelfde pad als net. We lopen een tijdje zwijgend naast elkaar. Ik ben ergens wel benieuwd waar Brigitte aan denkt. Vragen durf ik echter niet.
Plots staat ze stil.
‘We zijn er,’ zegt ze en ze loopt het bos uit en een verhard pad op.
spannend spannend! snel verder <3