Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » schrijfuitdagingen » boeken, boeken en nog eens boeken

schrijfuitdagingen

21 sep 2014 - 21:10

1329

1

413



boeken, boeken en nog eens boeken

Ik kijk naar de witte muren om me heen. Ik mocht er zelfs geen poster ophangen. Ik snap niet waarom. Een poster kan toch geen kwaad? De dokters waren echter duidelijk. Een poster is ten strengste verboden, net als enig ander vermaak hier. Er staat geen laptop, geen televisie en zelfs mijn telefoon is afgenomen. Nu kan ik alleen nog maar op het bed zitten. Mijn dekbed is lichtblauw. Dat is ook de enige kleur die in de kamer is. Zelfs de kast is wit geschilderd. Wit met een blauw dekbed. Dat is zo ongeveer alles wat ik mijn hele dag zie.
Soms moet ik uit mijn eigen kleine ruimte. Dan verplichten de verpleegsters me in de recreatieruimte te zitten. Niet dat ik daar veel mag doen. Ik mag met mijn handen wroeten in de klei. Ik mag met een penseel op een wit doek kliederen. Ik mag spelen tegen mensen die niet tegen hun verlies kunnen. Ik mag echter geen boek aanraken. Ieder boek wordt zorgvuldig bij me uit de buurt gehouden. Ik verdenk de verpleegsters er zelfs van dat de andere bewoners tijdelijk ook niet mogen beschikken over boeken. Ik kan die andere bewoners dat genot toch niet ontnemen. Daarom heb ik mezelf verbannen naar mijn eigen kleine privé ruimte. In mijn privé ruimte stoor ik niemand.
Buiten de uurtjes in de recreatieruimte verplichten de doctoren me ook nog uren met ze te praten. Ze zullen net zo lang doorgaan tot ik geen woord meer over boeken zeg. Totdat ze denken dat ik helemaal genezen ben. Dus ik heb al een plan gedacht. Ik ga steeds een stukje minder over boeken praten. Ik wil hier weg. Ik wil weer terug naar mijn huis. Ik wil weer naar mijn grote kamer die ruikt naar de heerlijke geur van boeken. Ik wil me weer kunnen verdiepen in de boeken van schrijvers als Elizabeth George, William Golding en Judith Guest. Ik wil kunnen verdrinken in hun verhalen. Me weer helemaal verliezen tot in de kleine uurtjes van de nacht. Toch zal ik hier eerst doorheen moeten komen.
De deur gaat open.
‘Mevrouw Watson, wilt u even met ons meekomen? Het is weer tijd voor uw gesprek met dokter Scheepmans.’ Ik zucht en sta op. Het is Emma, blijf ik in mijn hoofd herhalen. Het is tevergeefs. Ze blijven me bij mijn achternaam aanspreken. Mijn martelgang gaat zo beginnen. De psychiater begint meteen te praten, nog voordat de deur dichtgevallen is.
‘Goedemiddag Mevrouw Watson. Wat gezellig dat u weer eens langskomt. Bent u er al helemaal klaar voor? Dan zullen we maar beginnen.’ De man wacht mijn knikje nog niet eens af. Hij ziet zo veel mensen op een dag. Hij moet naar zoveel mensen luisteren dat hij een standaard riedeltje heeft verzonnen. Waarschijnlijk heeft hij het zelf nog niet eens door. Het zou mij namelijk niets verbazen, als hij vastgeroest zit in zijn patroon. Zijn blik blijft op me rusten. Net zolang totdat ik begin te praten.
‘Waar wilt u het over hebben?’ vraag ik dan maar poeslief.
‘Hoe gaat het nu met je?’
‘Het gaat heel goed met me.’
‘Je zit nog steeds alleen maar in je kamer, waarom is dat?’ Ik zucht. Hij laat me hoe dan ook over boeken beginnen. Niet laten merken hoe erg je die mist. Het stemmetje in mijn hoofd waarschuwt me voor onheil.
‘Ik vind het oneerlijk dat andere mensen geen boek mogen lezen, omdat ik ook in de recreatieruimte zit. Ik heb gezien hoe alle boeken zorgvuldig weggestopt worden, als ik ook aanwezig moet zijn in de recreatieruimte. Sommige bewoners keken me zelfs een keertje vuil aan, omdat ze niet verder mochten lezen in de recreatieruimte. Waarom zou ik ze dat willen ontnemen, door mijn verslaving. Dat vind ik zielig voor ze. Dus besluit ik het wat makkelijker te maken voor de verpleegsters hier. Hoeven ze me ook niet zo nauwlettend in het oog te houden. Of jullie moeten besluiten dat ze gewoon door kunnen lezen, wanneer ik in de buurt kom. Ik kan het wel aan.’ Ik moet het aankunnen, herhaal ik in mijn hoofd. Ik wil hier weg. Ik wil naar huis.
‘Dat zou een enorme stap zijn in je proces. Je moet immers al weer gewend zijn aan boeken, voordat we je naar huis kunnen sturen.’ De psychiater kijkt nadenkend naar het schilderij achter mijn hoofd en neemt een besluit.

De volgende dag als ik in de recreatieruimte kom, zie ik overal boeken liggen. Ik zie The women in black van Susan Hill en The color purple van Alice Walker. Iets verderop zie ik een stapel boeken van Ira Levin liggen. Ik voel de drang om ze te pakken. Om ze in mijn handen te houden. Om de bladzijden door mijn vingers te voelen glijden. Ik vermand me. Ik loop naar de schilders hoek en pak wat verf. Ik doop mijn kwast in de groene verf en zet een paar lijnen op het doek. De lijnen vormen de steel en een blad van een bloem. Met rood en roze teken ik de bloem er groot boven. Met wat lichtblauwe verf schilder ik op het blad een klein elfje. Onder het blad komt een ander elfje. Daarna begin ik met de rest van het schilderij in te kleuren. Althans een hele lichte kleur op de achtergrond eromheen te zetten. Het doek is veels te wit om niet heel licht te kleuren. De verpleegsters in de recreatieruimte kijken tevreden. Ik krijg zelfs het schilderij mee naar mijn kamer als het klaar is. Meestal worden de schilderijen opgeslagen en sommige zelfs vernietigd. Mijn eerste schilderij is opgeborgen. Dat weet ik heel zeker. Ik had een prachtig boek geschilderd en uit het boek kwam Alice met de rups en de gekke hoedenmaker. Ook stonden er allemaal koekjes om het boek heen. Als ik het meekrijg naar huis, dan hang ik het op in mijn bibliotheek. Ik heb al besloten dat al mijn boeken naar de bibliotheek moeten. Ik snap dat mijn obsessie met boeken niet goed was voor mijn sociale leven. Me naar een inrichting sturen, vind ik echter wel overdreven. Ik moet toch gewoon een boek kunnen lezen. Maar ik mag niet meer heel mijn huis vol hebben liggen en niet in die droomwereld blijven hangen. Ik snap het allemaal. Mag ik dan nu eindelijk naar huis? Ik zucht en besluit nog even vol te houden. Hoe beter ik het doe, hoe sneller ik naar huis kan. Ik droom van het moment dat ik Sense and sensibility van de plank kan pakken en weer kan lezen. Dat wordt het eerste boek dat ik lees, zodra ik thuis kom.

Mijn theorie blijkt te kloppen. Een maand later mag ik mijn koffers pakken. De verpleegsters zwaaien me uit en ik adem eindelijk de frisse lucht weer in. De lucht die ruikt naar vrijheid. Ik heb al mijn schilderijen mee naar huis gekregen. Nou ja, een vrachtwagen komt ze morgen brengen. Nu ga ik op eigen houtje naar mijn huisje. Ik zet er een flinke pas in. Pas in de bus neem ik de rust om even te gaan zitten. Maar zodra de bus is gestopt bij mijn halte begin ik te rennen. In mijn haast heb ik moeite om mijn sleutel in het slot te krijgen. De deur vliegt open en ik ruik de heerlijke geur van mijn huisje. Ik besluit meteen maar de schade te beperken, voordat ze morgen de schilderijen komen brengen. Ik pak een stapel boeken op en loop naar mijn bibliotheek. De grootste ruimte van mijn kleine huisje. Overal staan kasten helemaal vol met boeken. Allemaal netjes gesorteerd op schrijver en vervolgens op titel. Jane, Austen, Charlottte Bronte, Emily Bronte. Mijn hand gaat langs elk boek. Ieder boek krijgt even aandacht. Ik laat me niet veel later gelukkig op mijn bed vallen. Eindelijk ben ik weer thuis. Eindelijk ben ik weer herenigd met mijn boeken. Eindelijk kan mijn leven weer doorgaan. Ik pak Sense and sensibility van mijn nachtkastje en begin te lezen.


Reacties:


Roselin
Roselin zei op 29 sep 2014 - 11:30:
Geweldig!
Dit is inderdaad helemaal Obsessie!
Emma lijkt een beetje op mij geloof ik!

Prachtig gedaan!