Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Eyecatcher » \2./

Eyecatcher

3 juni 2009 - 17:36

1209

3

451



\2./

Of hoe Tom denkt dat alles verloopt zoals het in de vorige stations verlopen is en hoe een kudde neushoorns Bill de auto van Clara indrijft

'Bill? Bill! Heee, dromer! Kom je nog?’ Tom stond in het deurgat en grijnsde. Toen ik niet meteen bij hem kwam, ging hij naast me staan en keek in de richting waarnaar mijn ogen ook keken. Maar hij zag niet hetzelfde als ik. Natuurlijk niet, Clara was allang weg, en ik zag alleen nog haar ogen. Groot, donker, mooi. Die ging ik niet vlug vergeten.

‘Euh… Bill? Alles goed?’
‘Mhm…’ antwoordde ik. Voor hem waren deze meisjes voorwerpen, die je dumpt als ze versleten waren en dan vlug een ander nam. Maar ik merkte ook dat het minder werd. Hoeveel keer al was hij deze tour bij mij komen zitten, ’s nachts, als hij niet kon slapen en ik niet kon slapen en we allebei haast stierven van eenzaamheid? Geloof het of niet, dan ontstaan nieuwe liedjes, zo over middernacht, op mijn bed, met het maanlicht als enige verlichting.
‘Bill? Ze wachten, Georg en Gustav. We gaan hallo zeggen.’
‘Ja.’ Nog één enkele blik ging naar de ondertussen allang opgevulde plaats van Clara en haar vriendinnen. Dan draaide ik me om en ging naar ons kleine wereldje daar buiten.
De deuren sisten, de adrenaline stuiterde van mijn kleine teen tot in mijn levensboom en het gegil deed me grijnzen. Ik ademde diep in en stapte het perron op.
‘Hallo Belgien!’ brulde ik en het gegil dat ik ervoor terugkreeg was trommelvliesverpletterend.
Aah… hiervoor leef ik.

Tom

Bill deed raar, dat stond nu wel vast. Wat had hij op het perron gezien dat hij zo stil en in gedachten stond te kijken? Er waren toch alleen maar meisjes? Ja, natuurlijk wist ik wel dat hij en ik een totaal verschillende mening hadden over dat onderdeel van de mensheid, maar Bill had nog nooit zo lang staan kijken. Hij zocht niet echt naar “de ware”¯, zoals hij dat zelf zo graag zegt, maar toch betrapte ik hem erop dat hij in elk station net kort genoeg keek om bij ons geen overdreven reacties uit te lokken, en toch net lang genoeg om de hele omgeving te scannen. Maar nooit was hij zo lang blijven staan als nu… Misschien dat hij nu wel… Misschien dat het onmogelijke toch gebeurd was…
Ach, Tom, wat maak je jezelf wijs? In het vorige station was het ook niets, dat daarvoor nog minder en alle andere daarvoor helemaal niets, waarom zou Bill dan nu opeens wel iets belangrijks gezien hebben?
Waar maak ik trouwens zo’n kabaal van? Ik vraag het hem straks wel, als we hier klaar zijn.

Bill

Waarom gaat alles toch mis? Met ogen groot van paniek zag ik de onderbezette bodyguards tevergeefs armen en benen terug over de hekkens duwen. In een soort van panische reactie draaide ik me om. F*ck! Met al dat handtekeningengedoe was ik te ver van de trein afgedwaald. Naar de trein toe rennen was bijna zelfmoord, de eerste meisjes stonden al op het perron. Maar Tom, Georg en Gustav waren er toch ook geraakt? Geen tijd om achterom te kijken, rende ik op goed geluk de trappen af, waar ik op een tunnel zo ver als ik kon kijken uitkwam. De zakenmensen die met hun koffertje in hun hand een andere trein te halen hadden, keken mij en elkaar vreemd aan. Links of rechts? Links? Rechts. Waar ik zou uitkomen, was een groot vraagteken.

Sofie

Ik droom! Ai, nee, toch niet. Maar het moest wel, want op minder dan 5m stond Bill, dí­é ja, in paniek te zijn en keek voortdurend om. Zonder het te weten liet ik het portier los, en met een luide klap viel het weer in het slot. Met een ruk, zodat zijn haar meezwierde, draaide Bill zijn hoofd in mijn richting. Die ogen… zo anders dan op alle (niet-)gepubliceerde foto’s en posters, groot van angst, een sluier van blijdschap en herkenning, maar nog steeds mooi en bruin en zacht.
Ren niet weg! Alsjeblieft?! dacht ik, terwijl ik zonder zijn ogen los te laten en op de tast het portier weer opentrok. En ik een vlaag van psychische zwakte durfde ik het aan mijn mond te openen.
‘Schuilen?’ Ik kon wel raden wat hij daar deed.

Bill

Ik kon wel gillen! Clara!! Liet ze me écht schuilen in haar auto? Het leek bijna te mooi om waar te zijn! Misschien is het wel te mooi om waar zijn… Misschien is ze toch zo’n meisje, zo één als die achter me… Shit! Ze staan écht achter me! Als in een visioen veranderde de massa in een aanstormende kudde neushoorns, die zo meteen, binnen enkele luttele seconden, de hoek zou komen omstormen, klaar om me te verpletteren. Instinctief dook ik al wat in elkaar. Ik voelde de grond al bijna trillen. Net op tijd dook ik de auto in, en toen ik de deur achter me had dichtgetrokken, keek ik samen met Clara naar de voorbijsnellende neushoorns. Ik was gered.

Sofie

Waar haalde ik het lef? Wí í r haalde ik in vredesnaam het lef om hem aan te spreken? Nu ja, Bill leek zich daar niet echt druk om te maken, hij was allang blij dat hij veilig en wel ergens zat waar hij niet zou overspoeld kon worden door hyperactieve meisjes en dat iemand hem gered had van die dolle menigte. Ik stapte ook in, en zag hoe hij een beetje wegdook toen de massa voorbijkwam.
Het werd weer wat stiller, Bill kwam recht, en glimlachte naar me. Ik kon - natuurlijk -niets anders dan teruglachen. ‘Alles goed?’
‘Met mij wel,’ grijnsde Bill, ‘maar met die daar buiten vast heel wat minder!’ Met zijn duim wees hij ergens naar de wereld achter het raampje.
Ik grinnikte. ‘Geen eten vandaag!’
Bill lachte en maakte aanstalten om uit te stappen. ‘Ze zullen nu wel weg zijn… denk ik.’
Voor ik het wist streken zijn lippen vluchtig mijn kaak, mompelde hij ‘Bedankt Clara.’, stapte uit de auto en sloeg het portier dicht. Binnen de minuut was hij verdwenen.

‘Bedankt. Clara.’ Clara. CLA-RA. Claaaara. Hoe kan die nu mijn tweede voornaam weten? Niemand, maar dan ook helemaal niemand uit mijn volledige vriendenkring wist van het bestaan van die lettercombinatie af. Hoe kon dé Bill daar dan maar zomaar opkomen? Ik had hem, alles samen, 3 minuutjes gezien!
Hij wist niets van mij, niet mijn echte voornaam, niet mijn familienaam, niet mijn leeftijd, behí lve mijn tweede naam. De tweede naam, die niet van mijn meter, mama of oma was, maar wel mooi genoeg bevonden werd om “Sofie”¯ te vergezellen op mijn identiteitskaart. De tweede naam, die een wildvreemde - want dat was wat Bill was - zomaar uitsprak, zeker van zijn zaak, misschien met een vleugje trots omdat hij me kon choqueren alsof het niets was. Dit was zo raar.
Toen ik alles had overdacht en nog eens had herdacht, trok iemand het portier weer open, sprong (letterlijk) in de auto, deed als een gek het portier weer dicht, op slot, hijgde en kermde en gilde en schreeuwde diezelfde iemand: ‘Rijd! Alsjeblief, rijd zo vlug mogelijk weg van hier! Ze zijn met DUBBEL zoveel!!’
Ik startte de auto, maakte dat ik wegkwam en terwijl ik niet bijkwam van het lachen keek ik via de achteruitkijkspiegel in Bills angstige ogen, die op hun beurt ook om de haverklap achteromkeken.


Reacties:


YarahartBill
YarahartBill zei op 24 mei 2010 - 0:38:
Oehhh Bill in je autoo,
Ik zou niet meer uit die auto willen komen!!

xxx.


AnotherZero
AnotherZero zei op 9 mei 2010 - 15:27:
*is opnieuw begonnen*
i adore it.


amarantha
amarantha zei op 14 april 2010 - 21:20:
zie het helemaal voor me :p