Hoofdcategorieën
Home » De Kronieken van Narnia » A place called Narnia, You Said? » The chase and me
A place called Narnia, You Said?
The chase and me
Mijn voetstappen galmen ritmisch door het steegje terwijl mijn adem zich jachtig een weg van mijn longen naar buiten baant. Het straatje is , behalve een paar schrale katten en een waslijn, verlaten. Maar daar denk ik niet aan, het doel nu is ontsnappen. Ik voel me heel laf. Maar ik heb geen keuze als ik niet opnieuw met een paar blauwe ogen ,schrammen en gescheurde kleren thuis wil komen. Ik heb mijn vaders oude stiletto wel bij, en ik kan er goed me om, maar ik heb geen zin om hem te gebruiken. Hun wraak zou alleen maar erger zijn en dat wil ik mezelf niet aan doen. . Mijn spieren voelen ondertussen al aan alsof ze van hout zijn, maar ik trek er me niets van aan en blijf mijn benen uit mijn lijf rennen. Daar ben ik intussen de meester in. Rennen bedoel ik. Mijn verstand staat op nul en ik ben me er nauwelijks van bewust wie ik ben of waar ik me bevindt .Hier en daar trap ik per ongeluk in een plas zodat mijn broers broek nat wordt, maar ook daar sla ik geen acht op. Het belangrijkste nu is aan Bryan en Robbie ontkomen.
‘Adams..!’ klinken hun stemmen plagerig. ‘Heb je weer in je broek geplast, Adams?’ zingt Robbie met een irritant stemmetje. Die stomme grappen van hen ook. Ze denken echt dat ze grappig zijn , dat hoor ik aan dom gegrinnik achter me. Laat ik mezelf eens voorstellen. Ik ben Aya. Ik weet het stomme naam, blame my parents. Zij vinden het blijkbaar leuk om hun dochter ‘zwaard’ te noemen. Dat is dan ook één van de vele redenen waarom ik me meestal aan een vreemd persoon met een jongensnaam voorstel. Meestal Aaron. Dat is de naam van mijn vermiste broer. Mijn broer is vermist door de oorlog een jaar geleden. Ook mijn vader is gesneuveld ten koste van Wereld Oorlog II. Of hoe ze die ook noemen de laatste tijd. Ik sta er dus samen met mijn moeder alleen voor. En dat is ook een van de redenen waarom ik altijd in mijn broers kleren rondloop. Dat legt iets dreigends over mijn gelaat zodat de jongens het niet wagen de baas over me te spelen. Want daar heb ik een hekel aan. Niet dat Bryan en Robbie en hun kornuiten zich daar veel van aan trekken, maar de rest laat me toch met rust. Jongenskleren zitten ook veel beter. Ik kan niet goed bewegen in rokken en suffe kousenbroeken. Moet je niet denken dat ik er geen problemen mee krijg, hoor. Ik word veel in elkaar geslagen door de Monsters. Zo heb ik Bryan en Robbie en hun meelopers genoemd.
Ook mijn moeder bekijkt me vaak scheef als ik weer eens in een wit hemd en broek van mijn broer rond ren. Maar ze laat me doen , omdat ze denkt dat ik zo oorlogstrauma’s verwerk. Ik vind het niet erg, zolang ze dat gelooft kan ik lekker mijn zin doen. Mijn ‘vermomming’ werkt overigens erg goed. Ik lijk zeer sterk op mijn broer en daarom tuinen veel mensen in de smoes dat ik een jongen ben. Als voorbijgangers me dan aanspreken is het altijd met jongen of knul. Want die grote hemden verbergen mijn vrouwelijke vormen en mijn lange, lichtbruine haar doe ik meestal in een paardenstaart alvorens het onder Aarons petjes te proppen. Op school ben ik de rare. Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Ik zie er ook raar uit. En hoeveel keer ze niet geprobeerd hebben me in zijn suf meisjesuniform te wringen. Ontelbaar. Nooit gelukt overigens.
Niet alleen vanwege mijn kleren ben ik de rare. Ik heb het soms wel eens voor dat ik zonder een enkele reden in de gang in een plas water sta. Vandaar Robbie’s broekenplassen dus. Ik heb soms ook dat er bladeren in mijn haar zitten, terwijl ik niet in buurt van planten of bomen ben gekomen. Of dat er veren op mijn kleren liggen, zonder dat er vogels bij me gezeten hebben. Of dat mijn handen onder de brandwonden staan, terwijl ik geen vuur of gewoon iets warm heb aangeraakt. Maar er is geen leraar die er op reageert. Waarom niet? Vrij simpel ! Ondanks dat ik zeer onhandig en soms wel brutaal kan zijn, durf ik wel over mezelf te zeggen dat ik vrij intelligent ben. Ze kunnen me niets weigeren, en daar maak ik zeer graag gebruik van. Snel sla ik weer in een steegje waar Londen zo rijk aan is. Daar woon ik trouwens,in Londen bedoel ik, in een klein rijhuisje, maar meer hebben we ook niet nodig.
Ook deze steeg is verlaten en vrijwel leeg. Een paar uitgebroken kippen zoeken wormen en andere beestjes tussen een stapeltje kratten aan de andere kant van ‘6 o’clock’. Een heel beroemd restaurant. Ik ken Londen echt als mijn broekzak, weet precies waar welk gebouw staat en waar ik kan schooien en waar niet. Ik volg de muren met mijn ogen en staar dan recht voor me uit. Ik hoor Robbie en Bryan de steeg ook in lopen en gemeen gniffelen. Met een schok kom ik tot stilstand. Deze straat loopt dood. Ik ga eraan, denk ik terwijl ik naar de muur loop en me ertegen aan druk alsof ik hem weg zou kunnen duwen. Ik sluit mijn ogen en laat mijn vingers over de ruwe stenen dwalen, terwijl ik luister hoe de Monsters dichterbij komen en hun plannen om me verrot te slaan uitwisselen. Ik hijg van de spanning zonder te weten wat ik nou eigenlijk wil bereiken, druk mijn handpalmen vlak op het gevaarte achter me. Hold on… Muren horen toch niet aan te voelen als hout…? Ik frons mijn wenkbrauwen en open mijn ogen. Er is niets meer. En tegelijk alles nog. Alles, de Monsters, de kippen de huizen, echt í lles is een grote waas van kleur verdwenen..
Reacties:
MOOI!!!
ben het met je eens over dat jongenskleren meestal lekkerder zitten,, Waarom! Waarom! moeten meisjes zoveel meer pijn doormaken dan jongens.
Vind Aya wel een mooie naam (sorry) 'k vind vooral het eerste en het laatste stuk erg mooi. Ga meteen verder lezen
0.0 Nou ik kende deze niet en ik vind het echt heel mooi.
Meid, jij hebt talent!
ik vind het nu al mooi. leuk idee ook.