Hoofdcategorieën
Home » Percy Jackson » Het levende wapen » Als een komeet naar beneden vallen
Het levende wapen
Als een komeet naar beneden vallen
Lyra
Ik ben Lyra 15 jaar en ik ben een halfbloed, niemand geloofd wie mijn goddelijke ouder is. Om het duidelijk te maken zou ik terug gaan naar het verleden. Lang geleden heeft Hera een poging gedaan om zelf een kind te krijgen zonder haar man, zonder een man. Ze kreeg een kind, genaamd ‘Hepheastus’. Maar het kind was niet mooi voor het oog dus daarom gooide ze hem van de berg Olympus. Eeuwen daarna heeft ze nog een poging gedaan, ze kreeg een meisje. De baby was bleek, had zwart haar en paarse ogen en was sterfelijk, Hera was er niet tevreden mee. Net als ze bij Hepheastus heeft gedaan gooide ze haar van de berg. De baby werd gevonden door haar broer, Hepheastus. Hij geneste haar botten door ze met goddelijkbrons aan elkaar vast te maken.
Hij zorgde goed voor haar, toen het meisje een tiener was besloot Hepheastus om een wapen voor het haar te maken, om haarzelf te kunnen beschermen tegen haar babare moeder Hera. Of eerder, een wapen VAN haar te maken. Hepheastus maakte een metalen pak voor haar in vorm van een wolf, de WH1 (Wolf Hepheastus 1.0).
Toen Hera ontdekte dat het meisje nog leefde en opgevoed werd door Hepheastus werd ze kwaad en ik bedoel HEEL kwaad, ze gooide de tiener naar de aarde.
En ja ik ben het bleke, zwart harige meisje met paarse ogen. Hoe ik die val heb overleefd? Toen ik viel ben ik getranformeerd in WH1.
___________________________________________________________
Lyra
Ik open mijn ogen, mijn hoofd doet pijn als hel. Ik lig in een groot gat, ik ben net als een komeet naar beneden gevallen. Op mijn vier metalen rokende poten kruip ik uit het gat naar een rivier, in het stille water zie ik mijn spiegelbeeld. Een donkergrijze metalen wolf, ‘Deactiveer WH1’ denk ik en het metalen pak verdwijnt op de ijzeren lijn in mijn ruggengraat.
Ik ga op twee benen staan en leun met mijn hand tegen een boom, ik scan de omgeving. Ik ben geland in een bos. Schuivend loop ik door het bos, ik heb eten nodig. Een paar meter van mij vandaan staat een grote bessen struik. Ik scheur een stuk van mijn jurk af, ‘die zat toch al in de weg’ denk ik en gebruik het als tasje voor de bessen. Een stop een bes in mijn mond en bijt op het zachte velletje kapot, ik merk nu pas hoeveel honger ik heb. De laatste licht stralen strelen mijn gezicht, de zon gaat onder. Ik besluit om een schuilplaats te zoeken om daar te slapen, uit de lucht vallen in vermoeiend.
Ik zie een ingang van een grot verstopt achter de bessen struik, voorzichtig druk ik de struik aan de kant en loop naar binnen. Het ziet er stil en veilig uit. Ik leg wat bladeren op de grond en ga daarop liggen, voordat ik het weet slaap ik.
Nico
Ik was eindelijk klaar met één van mijn vaders klusjes toen ik op de tussenstop naar camp half blood werd aangevallen door één of ander monster in één of ander bos. Zijn lichaam is van een mens, zijn kop is een haai en hij heeft een schorpioen staart. Met zijn grote leeuwen klauwen probeert hij mij aan stukken te scheuren. ‘Kom hier klein halfbloedje’ komt er uit zijn grote haaien kop, ‘Een zoon van Hades, hmm dat zie ik niet vaak’ zegt hij. Ik trek mijn stygian iron zwaard en richt het op het monster. ‘Geef je over en het zou bijna een pijnloze dood worden’ zegt hij. ‘Nooit’ zeg ik terug, ‘dan niet’ antwoord hij. Een kleine paarse pijl schiet uit zijn schorpioen staart en komt in mijn schouder, ‘Aarrgghhh!’ schreeuw ik. Ik voel mijn lichaam langzaam slap worden, ‘verlammingsgif’ denk ik. Ik stort in op de grond met mijn hersens nog actief en ogen open. Zijn klauwen tillen mij op, ik probeer mij te verzetten tegen het gif maar het heeft geen zin.
Uit mijn ooghoek zie ik een grijze metalen wolf op ons afrennen, het beest springt op het monster en krabt met zijn metalen klauwen op het mensen lichaam, verward kijk ik toe. Het monster schreeuwt het uit, en laat mij vallen. Als ik de grond raak gaat er een harde klap door mijn lichaam en het paarse gif stokje valt uit mijn schouder. Ik zie het monster en de wolf vechten, de wolf staat aan de winnende kant. Ik kan langzamerhand mijn vingers en tenen weer bewegen. Het metalen dier lokt het monster naar een grote scherpe rots, als het monster ervoor staat springt de wolf springt tegen hem aan, maar het wordt vastgepakt, het monster gooit met zijn klauwen het metalen dier tegen een boom, als de wolf de boom raakt komt er een jong meisjes geschreeuw uit. Het monster verliest zijn evenwicht en spiest zichzelf aan de steen.
Als ik mij weer kan bewegen draai ik mijn hoofd naar de plek waar de wolf gelegen had, maar er lag geen wolf of een ander metaal dier. Er lag een jong, bewusteloos meisje met kort zwart haar.
ik naar het meisje toe, ‘ze moet naar Chiron’ denk ik, dit kan niet anders dan een halfbloed zijn. Voorzichtig leg ik mijn rechterhand onder haar nek en mijn linkerhand onder haar knieën en til haar op, ik loop met het meisje naar een schaduw en verdwijn.
Ik sta een paar meter voor de ingang van camp half blood, Percy staat daar. Hij zwaait vriendelijk totdat hij ziet dat ik een bewusteloos iemand vast heb. Haastig komt hij naar mij toe lopen, ‘wie is dit? Is ze…’ hij maakt zijn zin niet af. ‘Ze leeft nog, ze heeft mijn leven gered’ antwoord ik. ‘Ik waarschuw Chiron’ zegt hij en rent naar het kamp.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.