Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd-stuff » De man met het handtasje
Schrijfwedstrijd-stuff
De man met het handtasje
Snel trek ik mijn jas aan. Ik ben al veel te laat. Misschien wordt dit een aflevering waarin ik pas later voorkom, maar dat lijkt me niet. Ik doe de deur achter me op slot en loop snel richting de studio. Het regent! Ook dat nog! Ik ren weer naar binnen en gris mijn jas van de kapstok. Weer doe ik de deur op slot en weer loop ik weg. Al lopend doe ik mijn jas aan.
‘Aaah!’
Ik schrik me rot. Snuf, mijn kleine witte hondje, hangt aan mijn jas. Ik kijk even op mijn horloge. Geen tijd om nog terug te gaan. Dan moet Snuf maar mee. Dat zal de baas niet leuk vinden, maar het is beter dan te laat komen. Ik til Snuf op en buk voorover tegen de wind in. Mijn handen worden koud en nat en ook mijn haar raakt in de war. Gelukkig maakt het niet uit hoe ik eruit zie bij de opnames. Als ik eindelijk bij het bushokje ben gaat mijn mobieltje. Het is mijn manager. Met mijn verkleumde handen druk ik op het groene knopje.
‘Met Simon.’
‘Mensen willen je interviewen.’
‘Wie?’
‘Mensen uit Nederland. Voor een of ander televisieprogramma.’
‘Gaat het weer over het handtasje?’
‘Ja.’
‘Hoe kom ik er?’
‘Ik heb al een vliegtuig geregeld.’
‘Hoe laat?’
‘Half drie. Morgen.’
‘Oké, dan ben ik er.’
Zonder nog iets te zeggen hang ik op. Al dat gedoe toch. Opeens sta ik in het middelpunt van belangstelling, en dat is juist wat ik niet wil. Ik had deze baan genomen omdat niemand weet dat ik het ben die de rol speelt. En omdat ik goed rare geluidjes kan maken natuurlijk. Voor me stopt een bus. Snel stap ik in. Gelukkig - er is nog een plaatsje vrij. Ik ga naast een oude vrouw met een grote boodschappentas zitten en zet Snuf op mijn schoot. Die snuffelt aan de jas van de vrouw.
‘Hé! Hou op, Snuf, dat mag niet!’ fluister ik in zijn zachte oortje, maar Snuf stopt niet. Integendeel zelfs, hij likt aan de wang van de oude vrouw. Die kijkt plotseling om, en Snuf duikt snel weg in mijn jas.
‘Nou zeg! Waar was dat voor nodig?’
‘W-wat? Ik - ik deed niets - ik -’ stamel ik.
‘O nee? Wie dan wel? Ik vind dit zeer onbeleefd van u meneer! Om zomaar mijn wang te gaan likken!’
Iedereen in de metro keek nu beschuldigend naar mij en er werd veel gemompeld.
‘Maar mevrouw - ik deed niets!’
‘Ja ja! En dat moet ik geloven?’
‘Ja! Snuf deed het!’ zeg ik en ik haal Snuf onder mijn jas vandaan.
‘Nou ja zeg! Geef dat lieve kleine hondje maar de schuld! Wat bent u laf zeg! Geef het dan eerlijk toe!’
‘Maar mevrouw, denk eens na! Waarom zou ik in Gods naam aan uw wang willen likken?’
‘Weet ik veel! U likt aan mijn wang!’
Ik zucht en stap uit de bus zonder nog iets te zeggen. Het is een halte te vroeg, maar ik loop liever in de regen dan dat ik naast een oude vrouw blijf zitten die denkt dat ik aan haar wang heb gelikt.
Ik til Snuf nog wat hoger op en loop vlug door. Ik kan de studio van de BBC al zien. Ik hoop maar dat het een leuke aflevering is. Anders doe ik het allemaal voor niets. Nou ja, niets, ik krijg er natuurlijk voor betaald. En veel ook! Dat moet wel. Het is levensgevaarlijk. Dan hoor je veel betaald te krijgen. Ik zucht nog een keer en trek mijn kraag hoger. Snuf blaft een keer en ik bedek hem met mijn jas. Ik ben er al bijna. Gelukkig nog net op tijd. Ik duw de grote deur naar binnen open en stap de warmte in. Ik haal mijn pasje uit mijn broekzak en laat hem aan de portier zien. Die knikt even en houdt zijn hand op ten teken dat ik door mag lopen. Ik loopt de route die ik zowat elke dag loop. Links, rechts, nog een links en dan kom ik aan in Zaal 4, waar mijn programma wordt opgenomen. Ik loop de deur door en gooi mijn jas op een van de plastic stoelen die opgestapeld achter de deur staan. Dan zet ik Snuf neer. Mijn collega’s staan er al. Rebecca, John en Nikky.
‘Hé, jongens. Waar is Ben?’
Ben is mijn baas.
‘Daar, achter de coulisse,’ zegt John.
Ik loop langzaam naar mijn baas toe.
‘Ben! Waar ben je?’
‘Hier!’ hoor ik hem roepen.
‘Waar is hier?’
‘Hier achter!’
Snel loop ik naar zijn stem toe. Ik zie hem meteen staan, druk bezig met mijn kostuum.
‘Wat is er mis met mijn kostuum?’
‘Gescheurd.’
‘Gescheurd? Waar gescheurd?’
‘Ehm - daar achter.’
‘Bij mijn kont?’ vraag ik ongelovig. Dat was vorige week ook al met Nikky’s kostuum gebeurd.
‘Ja - sorry Simon, je zult zo maar moeten spelen. Onze naaister is op vakantie.’
Mijn mond valt open. Straks zien die arme kindertjes mijn onderbroek nog! Dat mag niet gebeuren!
‘Kun je het zelf niet naaien, Ben?’
‘Nee. Nee, onmogelijk. De opnames beginnen zo meteen al!’
‘O. Nou, dan moet het maar. Ik heb trouwens mijn hond meegenomen.’
‘Je - je hond?’ Ben kijkt me aan met een heel rare uitdrukking die ik absoluut niet van hem gewend ben. Het duurt even voordat ik besef dat hij bang kijkt.
‘Is - is hij groot?’
‘Groot? Nee, absoluut niet,’ zeg ik en ik fluit op mijn vingers. Meteen komt Snuf aangerend. Hij springt tegen mijn benen op, maar komt niet hoger dan halverwege mijn knieën. Ben lacht opgelucht.
‘Ja, hij mag wel blijven, maar alleen voor deze ene keer! Straks vernielt hij de hele set!’
‘Ziet Snuf eruit als of hij dat kan?’
Snuf kwispelt vriendelijk en laat zijn tong uit zijn bekje hangen.
‘Je weet maar nooit!’
Ik glimlach. ‘Nou, geef maar hier dat kostuum! Als de opnames toch zo beginnen.’
Ben lacht ook en geeft me mijn kostuum. Dan komt Nikky eraan lopen, gevolgd door Rebecca en John.
‘Ja, geef maar hier dat ding!’ zegt Nikky vrolijk en ze strijkt met haar hand door haar roze haar. Ben geeft haar haar kostuum en ik loop weg, naar mijn kleedkamer. Snel trek ik het kostuum aan en leg ik mijn kleren netjes op een stapeltje. Het zit niet echt lekker en het word heel benauwd als ik het deel bij mijn hoofd opzet. Daarom is het ook zo gevaarlijk. Rebecca is al eens flauwgevallen, maar dat was vroeger, toen we het nog niet gewend waren. Ik loop met grote stappen uit mijn kleedkamer. Ik schuif mijn masker nog een beetje naar beneden, zodat ik net door de ogen van mijn personage heen kan kijken. Door die bolle ogen zie ik Nikky, John en Rebecca al staan. Met z’n drieën lopen we naar de set. Niet alles hoeven we te spelen. Sommige dingen die we niet kunnen doen, zoals omhoog springen uit een gat, worden met de computer in elkaar gezet. Het enige wat er echt is aan de set is het kunstgras, de nepbloemen, het molentje en de rare mircrofoon-achtige dingen die uit de grond steken. Naast de set waar we nu heen lopen is er nog een; de binnenkant van ons ‘huis’. Met het gebruikelijke gevoel alsof ik stik ga ik op mijn plek staan. Ik sta, als langste van het stel, helemaal rechts. Na mij komt John, dan Rebecca en als laatste Nikky, die het kleinst is. Het bekentje melodietje begint te spelen. Het melodietje dat ik dag en nacht in mijn hoofd heb. Nu komt Ben’s stem…
‘Het zonnetje lacht, de lucht is blauw, Teletubbies, kom maar gauw! Een…’
Ik steek mijn armen in de lucht en roep: ‘één!’
‘…Twee…’
Ook John roept ‘twee’.
‘…Drie…’
Rebecca spring in haar gele kostuum de lucht in en roept Ben na.
‘…Vier!’
Nu is Nikky aan de beurt. Zij doet hetzelfde.
‘Tinky Winky!’ roept Ben en snel zeg ik hem na met mijn teletubbie-stem. Ja, want ik ben een teletubbie. Tinky Winky, de man met de handtas.
‘Dipsy…’
‘Dipsy!’
‘…LaLa…’
‘LaLa!’
‘…Po!’
‘Pooo!’
‘Teletubbies, Teletubbies, hé hallo!’ zingen we met z’n allen. En nog een keer…
‘Tinky Winky…’
‘Tinky Winky!’
‘…Dipsy…’
‘Dipsy!’
‘…LaLa…’
‘LaLa!’
‘…Po!’
‘Pooo!’
‘Teletubbies, Teletubbies, hé hallo!’
‘Hallo!’ roept en ik zwaai met Tinky Winky’s arm. De banden om mijn schouders snijden even in mijn nek, maar dat gaat wel weer over als ik mijn arm omlaag doe. Achter John aan loop ik rondjes over de set heen, nog steeds vrolijk zwaaien. We komen langs de microfoons, en ook het magische molentje is even in zicht. We lopen weer omhoog, een grote heuvel op. Nu springen we naar beneden door het gat waar we uitgekomen zijn. Dat is ons huis. Natuurlijk kunnen we niet echt springen, maar dat doet de computer wel voor ons.
‘Cut! Oké, dat ging super, jongens!’
Opgelucht zet ik Tinky Winky’s hoofd weer af. Dankbaar adem ik de frisse lucht in. Het voelt alsof mijn longen opeens veel groter zijn. In mijn grote kostuum loop ik naar het andere decor, ons huis. Daar staat Noo-Noo, de stofzuiger, al klaar. Natuurlijk zit er niemand in hem, want hij is op afstand bestuurbaar. Tim, een slungelige jongen met een grote bril komt met de afstandsbediening aanlopen. Hij is hier speciaal voor Noo-Noo. Tim maakt ook de geluidjes voor hem. Met het grote zware hoofd nog steeds in mijn handen ga ik aan de eettafel van de Teletubbies zitten.
‘Simon, je zit op mijn stoel,’ zegt Nikky als ook zij bij de eettafel komt. Haar felroze haar vloekt enorm met haar rode kostuum.
‘Ja, weet ik. Dat moet. Heb je het script wel goed gelezen?’
‘Wat? O, ja tuurlijk. En eh - er zit een gat in je -’
‘Weet ik, dank je.’
‘Oké!’ Nikky loopt weer van de set af. Ik hoop echt heel erg dat ik deze aflevering niet achteruit hoef te lopen. Ben komt weer uit zijn kleedkamer lopen en we gaan op onze plaatsen staan. Nog één keer adem ik diep in en dan zet ik het hoofd weer op.
‘En Actie!’
Noo-Noo rijdt even een rondje om me heen terwijl hij allemaal grappige geluidjes maakt en gaat dan weer verder met schoonmaken.
Nikky, oftewel Po, komt ook ons huis binnen wandelen. Als ze bij mij aankomt kijkt ze een tijdje naar me en houdt dan haar handen heel kinderlijk in haar zij. Nikky loopt nog een rondje om me heen.
‘Tinky Winky zitten Po stoel,’ zegt ze dan terwijl ze doet alsof ze nadenkt.
‘Tinky Winky zitten Po stoel!’ zegt Nikky, nu beschuldigend. En ik moet doen alsof ik niets hoor.
‘Tinky Winky zitten Po stoel!’ zegt ze weer, alsof het nu pas tot haar doordringt. Po’s reusachtige hoofd draait mijn richting in en kijkt dan weer in de camera.
‘Tinky Winky zitten Po stoel!’
‘O! Tinky Winky zitten Po stoel!’ zegt ik. Ik moet net doen alsof ik dat daarvoor niet heb gehoord. Nikky knikt.
‘Tinky Winky zitten Po stoel!’
‘O-oh! Tinky Winky zitten Po stoel!’
Nikky knikt nog een keer en we kijken met z’n tweeën de camera in. Hoe dom kun je zijn? denk ik bij mezelf. Dan komt John, Dipsy dus, ook de kamer binnen. Hij kijkt eerst naar Nikky en dan naar mij.
‘Tinky Winky zitten Po stoel!’ zegt John dan. Goh, dat had ik nog niet door, denk ik chagrijnig, maar ik zeg niets.
‘Po wil zitten Po stoel!’
‘Po wil zitten Po stoel? O-oh!’ zeg ik. Alweer knikt Nikky met haar hoofd.
‘Tinky Winky zitten Po stoel. Po wil zitten Po stoel!’
‘Tinky Winky opstaan!’ zegt John dan en hij kijkt van de camera naar ons en weer terug.
‘Tinky Winky opstaan?’ vraag ik.
‘Tinky Winky opstaan!’ zegt John nog een keer, terwijl ook hij met zijn hoofd knikt.
‘Oooh! Tinky Winky opstaan!’ zeg ik, alsof ik nu pas begrijp wat John net zei. Dan sta ik snel op. ‘Zo! Tinky Winky opstaan!’ Even is het stil. Dan zegt John: ‘Nikky zit - shit! Sorry jongens…’
‘Geeft niet, geeft niet, doe maar opnieuw!’ zegt Ben meteen.
‘Vanaf waar?’
‘Vanaf waar het misging.’
‘Oké.’
‘En actie!’
‘Po zitten!’
‘Po zitten?’
‘Po zitten!’
‘Po zitten Po stoel?’
John knikt iets te enthousiast en het grote hoofd valt met een zware bonk op de grond.
‘Hé! Dipsy is onthoofd!’ roept Nikky vrolijk en Ben zucht. John zet snel Dipsy’s hoofd weer op en gaat weer goed staan.
‘Oké. En actie!’
‘Po zitten Po stoel?’ vraagt Nikky nog eens en John knikt weer, dit keer iets voorzichtiger. Nikky gaat voorzichtig op de stoel zitten. We juichen allemaal en knuffelen elkaar - Nikky nog steeds zittend.
Bonk!
John zucht. ‘Stom ding! Het zit gewoon niet goed!’
John raapt zijn hoofd op.
‘O, geeft niet, jullie moeten alleen nog even knuffelen,’ zegt Ben.
‘Knuffelen?’
‘Ja, op het einde.’
‘Oké!’
John zet zijn hoofd op zijn hoofd en draait het een beetje, zodat het goed vast zit.
‘Oké, kunnen we weer? Ja? En actie!’
‘Knuffel!’
Weer knuffelen we elkaar, dit keer goed - zonder dat John’s hoofd eraf valt. Dan lopen we van de set af en trek ik snel Tinky Winky’s hoofd van de mijne af. Ik begin het al aardig warm te krijgen in mijn kostuum.
‘Ben, mag ik wat water?’ vraag ik.
Er komt een hand vanachter de deur vandaan die blindelings een flesje water naar me gooit. Snel vang ik het en schroef ik het dopje eraf. Heerlijk!
‘Oké, we gaan weer beginnen. Op set één!’
Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd en loop naar set één toe, het grasveld buiten ons huis.
‘Nee, jij niet, Simon. Jij moet zo meteen, op het einde pas.’
‘Oké!’ Dit zijn een van de leukste delen - lekker zitten en toekijken hoe de rest speel - of hoe John’s hoofd er weer af valt.
‘Hij blijft gewoon niet zitten, Ben!’ roep die boos.
Ben zucht. Hij fluistert iets in Tim’s oor en Tim lacht. Hij loopt weg en komt terug met een grote tube.
‘Is - is dat lijm?’
‘Ja.’
‘M-maar straks komt het niet meer los! Dan moet ik de rest van mijn leven rondlopen met zo’n pak aan! Wat zullen mijn vrienden wel niet zeggen? En - en -’
‘Rustig nou maar, we krijgen het heus wel weer los.’
‘Ja?’
‘Ja. Geloof me nou maar!’
John haalt zijn schouders op en laat zijn hoofd vastplakken aan de rest van zijn pak.
‘Oké, kunnen we weer? En actie!’
Het komt erop neer dat LaLa, Po en Dipsy aan het spelen zijn en dat er - door toe doen van het magische molentje achteraan de set - plotseling een trein verschijnt. LaLa gaat erin zitten en trekt aan de hendel. Het geluid heeft wel wat van iemand die op zijn vingers fluit - op zijn vinger fluit… En ik weet dat dit niet goed gaat aflopen…
Snuf komt de set op rennen en Rebecca, die bang is voor honden rent gillend weg. Helaas ziet ze niet waar ze heen gaat en rent ze tegen het molentje aan - dat omvalt. Snuf schrikt daar zo van dat hij weer wegrent. Niet alleen het molentje, maar ook Rebecca ligt op de grond. Ben rent de set op.
‘Gaat het?’
‘Ja, ja het gaat wel,’ zegt Rebecca geruststellend en ze staat meteen weer op. Er komen ook twee mensen in zwarte kleren de set op rennen en snel zetten ze molen weer recht.
‘Ik zei toch dat dat hondje van jou de set weleens zou kunnen vernielen?’ vraagt Ben kwaad aan mij.
‘Eh - ja, nou - eigenlijk was het Rebecca die de set vernielde…’
Het is maar goed dat Rebecca haar hoofd nog op heeft, want ik wil niet zien hoe ze naar me kijkt.
‘Ghhm… Nou, die scène doen we dus over. Ga allemaal maar weer goed staan.’
De volgende scènes lopen allemaal goed - ook die waarin ik speel. Ik vraag nog even wanneer het wordt uitgezonden - vandaag nog, om één uur. Volgens mij heeft niemand mijn onderbroek gezien. Op het eind lopen we samen weer naar onze kleedkamer. Zwijgend trek ik het warme kostuum weer uit en wrijf ik over mijn schouders en mijn benen. Er zitten rode strepen op waar mijn kostuum tegen mijn lijf aan kwam. Snel trek ik mijn kleren weer aan en net als ik voorover buk om mijn schoenen te pakken klopt er iemand op mijn deur. Ik doe open en zei John staan - in zijn kostuum.
‘Ja?’
‘Ik krijg het niet van mijn hoofd af.’
Het is moeilijk om niet te lachen.
‘O, kom hier.’
Ik pak John’s hoofd met twee handen vast en trek - maar het zit muurvast. Ik trek nog eens, maar het komt niet los.
‘Eh - John?’
‘Ja?’
‘Het zit echt vast.’
‘Je meent het?’
‘Ja.’
‘Shit.’
‘Ga naar Ben!’
‘Ja, goed plan, ik krijg het heet.’
Plotseling schiet me iets te binnen. Het is helemaal niet zo grappig - misschien zou John wel stikken van de hitte of zo! Met een schoen aan loop ik John achterna.
‘Wacht! Ik maak je wel los!’
‘Hoe?’
‘Ik heb een zakmes mee.’
‘Kijk je wel uit?’
‘Ja.’
Ik pak mijn zakmes en snij precies langs de rand met lijm. Opgelucht trekt John het hoofd van zich af.
‘Lucht! Dank je, Siem!’
‘Graag gedaan. Alleen moeten we Ben nu gaan vertellen dat je pak stuk is.’
‘Welnee! Komt hij vanzelf wel achter!’
Ik haal mijn schouders op. Ook goed. Ik loop weer terug naar mijn kleedkamer waar mijn schoen staat - stond. Hij is weg.
‘John? Heb jij mijn schoen gezien?’
‘Misschien aan je voet?’
‘Nee. Niet aan mijn voet, hij is weg.’
‘Je voet is weg? Wat een pech! Hé, dat rijmt!’
‘Ja, maar ondertussen ben ik wel mijn schoen kwijt!’
‘Ga hem zoeken dan!’
‘Wat denk je dat ik aan het doen ben?’
Stilte.
‘Ademen?’
Ik zucht. John ook altijd. Ik kijk onder de bank - daar ligt mijn schoen. Wat stom toch ook van me. Snel trek ik hem aan en loop ik mijn kleedkamer uit. Ik wacht in de gang op de rest. Nu gaan we samen naar de fysiotherapeut. Dat moet. Anders kunnen we straks niet meer lopen van die pakken. Nikky en Rebecca komen al aan lopen - en daar is John.
‘Hé! Heb je je schoen weer?’
‘Ja.’
‘En je voet ook, zie ik.’
‘Ha ha, lach me rot,’ zeg ik sarcastisch.
Samen lopen we naar fysio. Daar laten we ons pasje zien en kunnen we naar boven. Er staat een hele rij bedden klaar, op sommige liggen al mensen. We gaan op een rijtje liggen en wachten tot iemand ons komt ‘masseren’. Ik vind dat massages leuk en ontspannend moeten zijn, maar dit is alles behalve leuk en ontspannend. Snuf gaat naast me liggen en eindelijk komen er mensen. Halverwege mijn geweldige massage (maar niet heus) hoor ik opeens een stem naast me.
‘Wat komt u hier doen? Me weer likken zeker?’
Ik kijk naast me. Het is de vrouw uit de bus.
‘Nee, mevrouw - dat - dat heeft Snuf gedaan -’
‘Simon? Heb jij die vrouw gelikt?’ vraagt Nikky opeens.
‘Ja, op mijn wang!’ zegt de vrouw voordat ik mijn mond open kan doen.
‘Nee - nee, dat was Snuf - ik heb niet - niets - ’
Nikky proest het uit van het het lachen en John trekt zijn wenkbrauwen omhoog. Ik voel mijn gezicht rood worden en draai mijn hoofd om. Wat een rotdag. Als we eindelijk klaar zijn loop ik snel weg. Het regent weer. Snuf huppelt vrolijk langs me heen en kwispelt. Ik grom wat en loopt snel door. Eenmaal thuis plof ik op de bank en zet ik de TV aan. Het nieuws.
‘…en vandaag waren er schokkende beelden te zien tijdens het kinderprogramma ‘Teletubbies’. Hier een filmpje… Zoals u misschien heeft gezien is de onderbroek van de acteur die Tinky Winky speelt duidelijk zichtbaar…’
‘Neeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee!!!’
The End
Reacties:
uw teletubbiesong klopt niet! da is normaal inplaatst van hé hallo is het : eo knuffel
super leuk, om sommige stukjes lag ik echt dubbel van het lachen. Echt waar!
hihi, :'D
xx
Ha lol!!!! ^-^ Is erg leuk.