Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » No Way » 02.
No Way
02.
De trein maakt een licht gezoem waardoor ik niet slaap kan komen. Ik kan vaker niet in slaap komen, en ik denk ook dat het komt omdat ik mee moet doen met de Hongerspelen, maar ik wil niet toegeven dat ik me zorgen maak. Ik ben snel, klein en behendig. Ik kan messen werpen, dus wie zegt dat ik geen kans heb? Ik ga het winnen hoor.
Het gezoem gaat door. Langzaam laat ik de deken afglijden en zet ik mijn voeten naast mijn bed. De koude grond doet me goed. Met een plof laat ik mijn kont ook op de tegels zakken. Mijn slaapshirt blijft achter haken. Boos trek ik het weg. Mijn ogen prikken. Het is niet eerlijk, ik kan nooit winnen. Ik kan toch nooit winnen, ik kan net zo goed mezelf opblazen in het begin. De tranen stromen nu over mijn wangen en af en toe verlaat een snik mijn mond. Het is niet eerlijk, eerst Dyddin en dan ik. Mama die zou wel… Mama. Ik heb geen idee hoe het met haar gaat. Misschien wil ik het niet weten, want dan zou ik alleen maar verdrietiger worden.
Boos sla ik met mijn vuist op de grond. Auw. Ook dat nog. Ik rol me op en begin te huilen.
Ik wordt wakker als ik een hand op mijn schouder voel.
‘Elysah, wakker worden,’ zegt Anna Redrat. Anna Redrat is mijn coach, zijzelf heeft de Hungergames nog maar een paar jaar geleden gewonnen.
‘We zijn bijna bij het Capitool,’ fluistert ze. Ik draai me om. Auw, dat ook nog, door het op de grond slapen doet mijn nek pijn.
‘Ga weg,’ sis ik. Het Capitool kan stikken van mijn part. Net zoals al die andere Districten waar ik tegen moet vechten. Ze kunnen allemaal stikken, barsten. En dan ga ik naar huis want de rest is dood en dan kan ik naar mama en.. Wacht! Cassidy is in het Capitool. Ik moet naar het Capitool. Ik ga Cassidy bevrijden uit de klauwen van Snow. Ik weet het zeker.
En als ik iets zeker weet weet ik het zeker en gaat het gebeuren. Hoop ik.
‘Elysah, over een half uur zijn we al bij het Capitool. Kleed je aan,’ hoor ik Anna achter mijn rug. Ze is dus nog niet weg.
Mokkend sta ik op. Wat moet ik aan? Ik trek een kast open en een hele garderobe lacht me toe. Een kledingstuk hiervan zou al veel te duur zijn voor ons.
Mijn handen glijden langs de jurken. Een wit met mint jurk laat me stoppen. Ik glij met mijn handen over de stof waarvan ik de naam niet weet. Deze is het. Ik pak hem uit de kast en houd hem voor.
‘Mooi,’ zegt Anna. Laat dat wijf weggaan, ze is nog maar 20. En ik ben 15, dus ze is veel te jong om de baas te zijn over mij.
Toch trek ik hem aan. En ik ben eerlijk, hij staat me prachtig. Het is geen tutjes jurk, het is een casual jurk met een knoop achter in mijn nek. En ik hou er van om naar mezelf te kijken als ik deze jurk aan heb.
‘Auw!’ schreeuw ik nog een keer als ze mijn wenkbrauwen in orde maken. Met ‘ze’ bedoel ik mijn voorbereidingsteam. Een jonge vrouw genaamd Gerdaria en een iets wat oudere man die door zijn ouders Hortels is genoemd trekken aan alle kanten aan mijn lichaam.
‘Stop hier mee! Jullie maken een Capitool Monster van me!’ gil ik richtine Hortels. Ik pak mijn nagel en doorboor daarmee mijn eigen handpalm. Het is vreselijk hier.
‘Liefje, het Capitool is geen monstergrot. We maken een mens van je, zodat je nog op het beeldscherm kan. Nu ben je spuuglelijk, maar zo meteen wordt je bloedmooi, dat beloof ik,’ zegt Gerdaria met een suikerzoete stem met een piep accent. Het Capitool accent deden Cassidy en ik vaak na, tijdens het perziken plukken. Cassidy zat altijd een positie boven mij in de boom. En we kletsten de oren van elkaars hoofd. Nu praat ik alleen als iemand mij aanspreekt of als ik iets wil weten.
Het is grappig hoe erg je kan veranderen door één ding. Eén ding dat alles veranderd. Ik zucht. Ik wil naar huis. Nee, correctie, ik wil naar huis, samen met Cassidy.
‘Je bent klaar!’ zegt Hortels trots. Ik bekijk mijn naakte lichaam. Er is geen haartje meer te zien, behalve mijn bruine haar met slag. De meeste mensen in District 11 zijn donkere mensen met kroeshaar. Mijn vader kwam uit de stad. Hij was zelfs bijna blond. Ik herinner me weinig van hem, toen ik vier was is hij er met een andere griet vandoor gegaan en zag ik hem nooit weer. We komen namelijk alleen voor de Boete in de stad, en dan sta ik bij de meisjes van mijn leeftijd. Ik weet niet eens of ik hem nog wel zou herkennen, in mijn gedachten is hij de grootste lul ever.
Ik sta op en loop naar de spiegel. Ik krijg zwaar de neiging om iets aan te trekken, ik voel me bekeken. Dat is ook zo, mijn voorbereidingsteam bekijkt me van top tot teen.
‘Ik zou graag diamanten in haar wang laten zetten,’ zegt Gerdaria. ‘Helaas mag dat nog niet, maar het komt wel!’
‘Fijn,’ mompel ik. Daar zit ik op te wachten, diamanten in mijn wang.
‘Er komt zo een avox, die brengt je naar Jamey. Jamey is je kledingontwerper,’ kakelt Gerdaria vlak voordat ze weggaat.
Nu ben ik alleen. Maar niet voor lang, want ik hoor de avox al aanlopen.
En ik schrik me dood.
Cassidy komt door de deur.
Reacties:
leuk verhaal! ik ben ook jaloers op hoe je schrijft en echt zo zielig van cassidy
Noo Omykitten dat is gemeen! Ik wil meeeer *pruillip*
Wat horrible voor Cass..
Ik vind je characters echt flawless, ze hebben echt een eigen karakter.
Iets wat niet veel mensen echt kunnen.
Stunning geschreven! Niet zo onzeker zijn sweetiepie!
Love et bisous,
xoxo
En wauw je hebt precies die Capitool mensen goed beschreven. En doet ze zo gemeen tegen haar mentor omdat ze alles haat enzo en omdat ze in de Honger Spelen moet en allenmaal gevoellens heeft enzo? Want haar mentor wil haar toch alleenmar helpen.. Toch welk vet.