Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Lost in Harry Potter » The Burrow
Lost in Harry Potter
The Burrow
Ik slaakte een verrukt kreetje bij het zien van Het Nest. Het zag er ook zo gezellig uit, alleen al van buiten. Sirius en ik liepen na mevrouw Wemel naar binnen en ik keek om me heen, het was er behaaglijk warm. ‘Sirius! Robin!’ meneer Wemel kwam ons tegemoet lopen, ‘wat leuk dat jullie er zijn!’ hij glimlachte breed en schudde ons de hand. ‘Het is leuk om eens hier te zijn!’ zei ik glimlachend en ik liep de huiskamer in. Harry, Hermelien en Ron keken op, ‘Robin!’ ‘Hey jongens!’ ik plof op de bank. ‘Harry!’ Sirius liep op Harry af en sloeg zijn armen om hem heen, ‘hoe is het met je?’
‘Goed, goed! Nu ik hier ben,’ murmelde Harry lachend terwijl hij zijn peetvader naast mij op de bank duwde. De drie vrienden namen me nieuwsgierig op, ‘hoe ben je ontsnapt?’ vroeg Ron. Hermelien gaf hem een tik tegen zijn schouder. ‘Ron!’
‘Ja nou!’ zei hij verontwaardigd over de zere plek wrijvend, ‘dat willen we allemaal weten toch?’ Ik keek Sirius even aan, ‘ik eh…weet nog maar amper wie jullie zijn jongens, mevrouw Wemel en Sirius hebben me voor we hierheen kwamen in het kort even verteld wie jullie zijn. Anders zou ik Julie niet herkend hebben.’ ‘Wat is er dan gebeurd?’ Hermelien keek me aan. ‘Ik heb om jullie allemaal te beschermen een groot deel van mijn geheugen gewist. Anders was Voldemort achter alles wat ik met jullie heb meegemaakt zijn gekomen. Dat was niet de bedoeling.’
‘En hij heeft geprobeerd het uit je te krijgen,’ constateerde Harry bitter. Ik knikte, ‘ja.’
‘Hoe?’
Ik keek Harry recht aan, ‘hij heeft me gemarteld.’
Er viel een lange stilte die alleen verbroken werd door geluiden uit de keuken. Er werd op de deur geklopt en we schrokken allemaal op. Lupos en Tops kwamen binnen. Ook van hen was ik op de hoogte. Maar tijd om ze te begroeten kregen we niet echt, want gestommel op de trap maakte duidelijk dat Ginny naar beneden kwam. Vaag zag ik Harry een beweging maken toen ze de kamer in kwam lopen en ons allemaal vrolijk begroette. Sirius en ik wisselden een geamuseerde blik. Ongetwijfeld, we dachten hetzelfde. Toen ook nog de tweeling verschijnselde zou ik zweren dat er niemand meer bij paste, maar zelfs mevrouw Wemel wist, nadat ze de thee en koek had neergezet, nog een plekje te veroveren in de gezellige kamer. In gedachten verzonken nam ik alle kleine details in me op. Ik dacht altijd al wel dat het er gezellig zou zijn, maar dit overtrof al mijn verwachtingen. Toen iedereen min of meer verzadigd was vertrok mevrouw Wemel naar de keuken om aan het avondeten te beginnen. De broertjes Wemel plofte voor me in kleermakerszit op de grond, ‘je hebt in de Profeet gestaan!’ zeiden ze in koor. Het werd stil in de kamer, net of iedereen erop had zitten wachten dat dit onderwerp aangesneden zou gaan worden. Ik trok echter onverschillig een wenkbrauw op, ‘oh?’ ‘Droebel heeft je ontvoert zien worden, hij was heel verrast te horen van Perkamentus dat Sneep je heeft gered.’
‘Aha, dus ze plaatsen niks over Voldemort –de helft van de mensen slaakte een kreetje- en de mensen die hij vermoord, wat eigenlijk nog belangrijker is dan dat iemand levend bij hem vandaan komt, zijn niet het noemen waard? Puh, wat een beleid.’ De broertjes keken me grijnzend aan, ‘we dachten al dat je zo zou reageren, mam was bang dat we-’
‘Fred! George! Keuken, nu!’
Ik moest moeite doen mijn lachen in te houden toen ze zuchtend opstonden om hun moeder te helpen. Ik keek Sirius aan, ‘vertel me niet dat jij er ook van wist,’ zei ik fluisterend. Hij keek me verontschuldigend, ‘laten we gewoon zeggen dat we quitte staan, oke?’ Ik gaf hem een duw en hij moest lachen.
Onder het eten was er de gezellige drukte die ik vaag herkende. Maar ik kon even niet plaatsten waarvan. Ik zat naast Lupos en Sirius en zat Lupos te vertellen hoe het was geweest bij Voldemort. Ik voelde me op mijn gemak bij hem, net alsof ik hem mijn hele levensverhaal kon vertellen. Mevrouw Wemel vroeg me echter even om aandacht, en ik keek haar aan als teken dat ik luisterde. ‘Het spijt me liefje, ik heb geen plek meer om te slapen, dus…dacht ik dat je het niet erg vond om bij Sirius op de kamer te gaan.’ Naast me voelde ik Sirius een beweging maken, en ik kon me zijn gezicht heel makkelijk voor de geest halen. ‘Kan ik niet bij Ginny?’
‘Het spijt me, daar slaapt Hermelien, en die kamer is niet groot.’
Ik knikte, ‘oke.’ Onder tafel gaf ik Sirius een trap tegen zijn been, ‘haal je maar niks in je hoofd!’ zei ik vanuit min mondhoek tegen hem. ‘Oh? Wat dacht je dat ik wilde doen dan?’ vroeg hij met zijn meest onschuldige gezicht. Ik keek hem aan, van plan hem van repliek te dienen. Maar mijn woorden bleven steken in mijn keel toen zijn ogen die van mij vingen in een greep waaruit ik niet los kon komen. Shit. Als antwoord duwde ik het stuk appeltaart dat hij als toetje had in zijn neus. ‘Aaarg!’ Sirius begon te niesen en iedereen tegenover hem wist nog net op tijd zijn of haar bordje omhoog te houden voor de aankomende snot en taartaanval. Ik schoot onbedaarlijk in de lach en van alle kanten hoorden we: “Sirius! Robin!” We trokken tegelijk ons liefste gezicht voor we moesten bukken voor een taartsaldo.
Voor de spiegel trok ik met een vies gezicht nog een stuk appel uit mijn haar. We hadden de aanval niet helemaal ongeschonden overleefd en mijn haar plakte. Met een zwiep van mijn toverstok zorgde ik voor frisse haren en plofte in kleermakerszit op het tweepersoonsbed. Ik trok mijn Ipod uit mijn broekzak toen Sirius naast me kwam zitten, ‘wat is dat toch voor ding?’ Ik glimlachte, en stak hem een oortje toe, ‘dit moet in je oor.’ Ik zocht een leuk nummer en zette dat op. Met zijn ogen dicht luisterde Sirius naar de muziek die zijn oren vulde, en zich in zijn hart nestelde. Hij keek me aan en trok een wenkbrauw op, ‘wat voor muziek is dit?’ vroeg hij verbaasd. ‘In mijn wereld noemen we dit Wrock,’ zei ik, ‘Wizard Rock,’ voegde ik eraan toe, toen hij me niet-begrijpend aankeek.
‘En dit gaat over…Harry?’
Ik lachte, ‘en nog veel meer.’
‘Dat is kan ik horen ja.’ Hij glimlachte, liet zich op zijn rug vallen en staarde naar het plafond. ‘Eigenlijk is het hier veel fijner dan op het Grimboudplein. Daar word ik alleen maar aan dingen herinnerd die ik liever vergeet.’ Ik keek naar hem, hij zag er zo ontwapenend uit zoals hij daar lag. Dat hij wel even oud leek als ik. ‘Datzelfde moet jij hebben als je nu naar huis zou gaan, of niet?’ vroeg hij met gesloten ogen. ‘Dit is mijn thuis nu, Sirius.’ Zei ik, een tikje mat. Hij deed een oog open en keek me aan, ‘weet je dat zeker? Het is oorlog. Zo veilig zijn we niet.’
‘Misschien niet, maar ik ben hier met mensen die ik vertrouw. En…’
‘En?’ hij kwam omhoog en keek me met een scheef hoofd aan. ‘En…mensen waarvan ik hou,’ zei ik zacht terwijl de betekenis van die woorden langzaam tot me door drong. Sirius glimlachte en ging weer liggen. ‘Ogen dicht, ik ga me omkleden.’ Ik sprong van het bed en pakte mijn tas. ‘En ik zweer je dat ik het merk als je kijkt!’ voegde ik er waarschuwend aan toe toen hij op zijn ellebogen omhoog kwam. Hij schoot in de lach, ‘god, jij hebt alles door.’
‘Ik ken je. Dacht je dat ik die posters op je kamer niet had zien hangen?’ Hij deed zijn ogen weer open toen hij het bed in voelde deuken door mijn gewicht. Ik was op mijn buik naast hem komen liggen. ‘Die kan ik er niet meer afhalen, zitten voor eeuwig aan die muur gekleefd,’ hij stak zijn tong uit. ‘Ja ja, dat zou ik ook zeggen meneer Zwarts! Maar ondertussen!’ zei ik zogenaamd beledigd. Hij moest lachen. Ik kroop onder de dekens en gaapte, ‘zag je Tops naar Lupos kijken? Ik zeg het je, binnenkort…’
‘Zij die twee bij elkaar. En nu mag jij je ogen dichtdoen.’ Ik grijnsde, ‘ja hoor, alsof er iets te zien zal zijn.’ Hij keek me met een ruk aan, ‘oh dat zei je niet!’
Ik schoot in de lach, ‘moet ik het herhalen?’ Vliegensvlug kwam hij overeind en kroop naar me toe, ‘waag het eens!’ zei hij met zijn gezicht vakbij het mijne. Ik voelde dat ik van kleur verschoot, maar liet niks merken. Ongezien greep ik zijn kussen, en voor hij doorhad wat ik van plan was sloeg ik het kussen tegen zijn hoofd. ‘Oh, die ga je zo terugkrijgen!’ Sirius greep mijn kussen achter me vandaan en sloeg me terug. Lachend sloegen we elkaar met de kussens tot we uitgeput bleven liggen. ‘Nu heb ik me door jou actie nog steeds niet om kunnen kleden,’ zegt Sirius dof van de moeheid. Ik grinnik, ‘sorry. Ik vond gewoon dat je die verdiende.’
Sirius maakt een geluidje wat duidelijk maakt dat hij het daar niet mee eens is, ‘en waarom dan wel?’
‘Je hoort een vrouw niet in verlegenheid te brengen.’
Even is het stil, maar dat schiet Sirius onbedaarlijk in de lach. Hij hijst zichzelf overeind en kijkt me aan, ‘dat meen je toch niet echt hé?’ Ik steek mijn tong uit, pak mijn kussen en kruip weer onder de deken. ‘Welterusten Sirius.’ Even nog kijk ik zijn kant uit, maar dan worden mijn oogleden zwaar en val ik in slaap.
Ga alsjeblieft door!! Ik hoop echt dat je inspiratie vindt, het is zo goed!!! Ik ben te nieuwschierig om te blijven wachten, sorry..