Hoofdcategorieën
Home » Overige » Wat zij niet weten » Waarom bidden
Wat zij niet weten
Waarom bidden
De druppels vielen van de rand van de brug in het water en creëerden rimpels in het water. Ze deden de reflectie van de maan op het water vervagen net als zijn gevoelens die zijn gezond verstand hadden vervaagd. Het had regende wat normaal was in Roberval voor deze tijd van het jaar, maar toch had het anders geleken. Alsof de wereld met hem meevoelde, alsof God eindelijk met hem meeleefde. De regen had de brug waarop Jean stond glibberig en nat gemaakt en het hout donkerder. Net als zijn tranen die zijn leven donkerder maakten. Jean stond op de leuning van de brug en keek naar het water. Zijn fiets waarmee hij met tranen in zijn ogen naar hier was gereden, lag een paar meter verder, waar hij hem had gegooid toen hij hier aankwam. Het begon harder te regenen. De regen vermengde zich met de tranen op zijn wang terwijl hij nog steeds keek naar het water onder hem. Hier stond hij dan, kletsnat op de rand van een brug, op de rand van de dood. Één beweging was genoeg om van al het lijden af te zijn, één beweging was genoeg om te sterven. Jean keek naar de hemel, het grote blauw dat nu nog zwarter leek dan ooit. Daar zou God moeten zijn, maar Jean had hem nog nooit gezien. "Is dit wat U wil, God?!" Riep hij naar de hemel. "Mij te zien bezwijken onder alle pijn die U mij aandoet?! Waarom doet U mij dit aan?! Wat heb ik ooit gedaan, welke zonde ben ik begaan waarvoor U mij zo straft?!" Het bleef stil. "Waarom antwoord U niet?! Waarom antwoord U nooit?! Luister U zelf naar mij? Wat is een nut van lijden als U niet eens naar mij luistert?! Ik bid elke dag tot U, elke dag smeek ik U om mij te helpen, mij te verlossen uit mijn lijden, maar nooit antwoord U! Heeft het dan nog zin?! Waarom zou ik in godsnaam nog bidden?! Zeg het mij?! Waarom?! Twee jaar geleden heeft U hier een beschermengel op aarde gebracht! Een jongeman, zo mooi, alleen een heilige kan zo mooi zijn, maar het was bedrog! Ik dacht dat U hem had gestuurd, uit Uw hemel om mij te helpen en te beschermen voor de drang om steeds zondiger te zijn, maar door hem bega ik nog meer zonden dan voor zijn aankomst. Hij maakt iets in mij los! Een ontembaar begeerte, een onstuitbare verlangen! Hij laat me dingen voelen die ik niet ken en begrijp en hoe langer ik hem ken, hoe meer ik voel! Hoe minder ik begrijp! Hoe meer ik zondig, maar ik wil niet! Ik wil niet meer zondigen! Ik wil niet meer voelen! Ik wil niet meer lijden! Ik wil niet meer..." Jean zweeg even en veegde de tranen van zijn wangen. "Zeg mij, Vader, waarom bracht u Simon naar mij?! Waarom wilt U mij zien lijden?! Is het een test?! Stelt u mij op de proef?! Wilt U weten of ik altijd voor u kant zal kiezen?! Wel ik beloof u, God! Ik geef U mijn hart en mijn ziel en deze zijn van U, alleen van U voor eeuwig, maar antwoord mij dan! Antwoord mij één keer, laat me zien dat U er nog bent! Dat ik het nog niet moet opgeven! Geef mij een teken!" Jean keek in het rond en zag niks. Alleen regendruppels die als tranen op het landschap vielen. Jean zuchtte triest. "Als dit echt is wat U wil, God, dan zal het zo zijn. Ik ben mijn leven en Uw hulp duidelijk niet waardig. Daarom zal ik een van de grootste zonde begaan om al mijn andere zonden te beëindigen. Ik hoop dat U mij vergeeft en alsnog Uw hemelpoorten voor mij opent en mij binnenlaat in Uw hemel." Jean ademde diep in en veegde voor de laatste keer zijn tranen weg. Hij keek opnieuw naar het water onder zich. Een traan viel uit zijn ooghoek en belande net als alle regendruppels in het water. Jean zou ze niet veel later vergezellen. Hij zou gesprongen zijn en niet meer boven gekomen zijn, hoe hard zijn longen ook om lucht zouden geschreeuwd hebben. Hoeveel pijn het ook gedaan zou hebben. Hij zou gewoon zijn ogen gesloten hebben en zichzelf laten opgeslokt worden door de duisternis en het water. Hij zou het allemaal gedaan hebben als niemand hem met een schreeuw had vastgegrepen bij zijn middel en op de grond had gegooid. Jean had gevochten om los te komen en alsof te kunnen springen en een einde aan alles te maken. Hij had geduwd en getrokken om los te komen uit de bekende greep, maar had het uiteindelijk al huilend opgegeven. "Sh, Jean, het is oke, ik heb je..." Simons stem gaf hem een veilig gevoel. Hij huilde in zijn armen en liet alle tranen die hij had over zijn wangen glijden. "Simon..." Begon hij met een trillende stem, maar Simon liet hem niet uitpraten en gaf hem een kus op zijn hoofd. "Het is oke, Jean, je hoeft niks te zeggen. Ik zal ervoor je zijn, altijd, tot het einde." En zo was het ook geweest voor een lange tijd. Tot op een dag de lelies begonnen te bloeien in Roberval, tot Simon ziek werd en hij hem voor eeuwig kwijt was geraakt, tot Simon verliefd werd op Vallier...
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.