Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » The Fairies' Tale » Chapter 31

The Fairies' Tale

14 dec 2014 - 21:37

1139

3

454



Chapter 31

Kayley POV

the start of a new era

Met een theatrale buiging open ik de deur naar een vleugel van de Dekkers Mansion die tot voor kort onontdekt was. Mijn huisgenoten schuifelen één voor één door de deur. Helemaal achteraan loopt Gustav, die voor de gelegenheid een plastieken trommeltje om zijn nek heeft hangen en met een grijns zijn stokjes op het oppervlak ramt. Tromgeroffel is altijd noodzakelijk.
Als laatste stap ik door de deur en drum door de horde nieuwsgierige aagjes heen. Twee maanden geleden was dit deel van het huis nog ontoegankelijk en, belangrijker dan dat, wisten we niet van het bestaan ervan. De ingang was dichtgemetseld in de tijd van de vorige eigenaars – mijn ouders.
Nadat Tessa en Kol door de zolder heen braken, besloot ik de blauwdrukken op te sporen. Vele IKEAtripjes volgden toen ik erachter kwam dat er een heel deel van het domein stond te verstoffen. Dit is de eerste keer dat iedereen een kijkje mag komen nemen. Het is een bouwwerf geweest en alleen mijn trouwe samenzweerder, mecenas en beschermengel mocht af en toe komen toekijken.
Over mijn samenzweerder gesproken… Ik loop naar het hoofd van de optocht, waar Dorien met twinkelende oogjes staat te wachten tot ze het rode lint mag doorknippen. “Nog heeeeeeel even geduld,” verduidelijk ik. Ik duik onder het lint heen en duik de eerste kamer in, waar ik een foeilelijk gordijn en een schaar al heb klaarliggen. Aan alles denken is een talent dat ik tijdens mijn nieuwe project wel heb moeten leren. “Koningin Dorothy, van de leuke-mensen-dynastie, moeder der verdwaalde zielen.” Ik knoop het gordijn om haar schouder heen en druk de schaar in haar hand. “Het doet mij zeer genoegen eindelijk de Neverlandvleugel te onthullen… Gustav, hit it!”
Gustav grinnikt en begint een ingeoefende solo te drummen. Verder is het stil, iedereen een bundel van opgespannen zenuwen. Twee maanden hebben ze me nauwelijks gezien, en als ze dat al deden, had ik een felgele bouwvakkershelm en een beschermbril op. En geen enkel woord hebben ze van me gekregen over wat er nu eigenlijk aan de hand is.
Dorien houdt er de spanning in door drie seconden lang de schaar tegen het lint te houden zonder het te verbreken, en wacht tot een moment van stilte in het gerakketak van Gustav voor ze dat doet. Gejuich, geklap en meer dan één filmreferentie vliegt door de ruimte.
Ik laat eindelijk iedereen rondkijken.
Die allereerste reis naar de IKEA, want we bleven er écht wel lang, werd er een zaadje geplant in dat hoofd van mij, en stiekem ook dat van Nadezhda, die die avond verzuchtte hoe jammer het was dat we ze niet konden uitnodigen bij ons te komen wonen. In deze vleugel van het huis zijn genoeg kamers om ze niet alleen die plaats aan te bieden, maar ook eindelijk de noodzakelijkste dingen te installeren.
Daniëlle is de eerste die de bioscoopzaal ontdekt, Jhonny gaat bijna van zijn stokje van blijdschap om de bar met de hoge krukken en de authentieke jukebox, en Kol zwijmelt bij het zien van het theehuis met de Japanse kersenbomen geschilderd op de muren.
Waar Dorien al dat geld vandaan heeft gehaald… ik denk niet dat ik het wil weten, maar wat ik er mee gedaan heb, lijkt iedereen in de smaak te vallen.

De avond van de grote opening staan Emma, Bodine, Marit, Skylar, Louis en Darren op de stoep. Evenals een bevende pizzabezorger die ons herkent van de ettelijke avonden die we in de zaak hebben doorgebracht. Hij heeft een bolderkar bij om onze verschrikkelijk grote lading te kunnen bezorgen.
Gepakt en gezakt, onze nieuwe huisgenoten denderen door de gang en worden langs alle kanten aangevallen met knuffels, tackels en ander ongein.
Ik leun tegen de muur met een grijns op mijn gezicht en kijk hoe deze hondsdolle bende door de hal heen raast. Deze ruimte is echt te klein voor ons allemaal.
Gelukkig zijn Dorien en River er nog om met oranje kegels en lichtgevende bordjes alles in banen te leiden – en mensen te slaan als ze net iets te uitbundig de verkeerde richting uit beginnen te gaan.
“Wáár heb je die verf gehaald?” brult Tom, die op sokken door de gang heen moet springen, telkens ver genoeg weg van Kol dat de kwast met roze verf hem niet recht in het gezicht slaat. Omdat ik zo hard moet lachen, kan ik hem niet op tijd waarschuwen dat de tegels met was geboend zijn. Hij verliest zijn evenwicht, glijdt een eindje verder en knalt dan tegen de muur aan.
“Is er ook een ziekenhuis hier?” mompelt hij voor hij achterover keilt en blijft liggen.

Wanneer Tom weer bij bewustzijn komt, zit ik met hem in het theehuis, mijn vingers om een stenen kommetje gevouwen. Kol heeft haar haren opgestoken met stokjes en een kimono boven gehaald. Op haar knieën zit ze aan ons tafeltje en schenkt ons met een emotieloos gezicht thee in.
“Tom, wareware wa hanashi o shinakereba narana.”
“Naranai,” verbetert Kol me. Haar armen verdwijnen volledig in de grote mouwen van de witte kimono.
Hij kijkt me vragend aan, grinnikt dan, en zegt, “Goeie. Dat was Japans, toch?”
“Uhuh,” ik knik en reik over de tafel om zijn handen in de mijne te nemen. “We moeten praten.”
Er is al heel de tijd onmogelijk veel lawaai iets verder de gang op, zoveel lawaai dat onze buurtjes vast een overwinteringsplan aan het bedenken zijn dat inhoudt dat ze hier wég kunnen, maar nu is het anders. Ze fluiten het muziekje van Rue, wat maar één ding kan betekenen.
“Zoals je vast weet, zijn jouw schlong en ik nooit beste vrienden geweest,” begin ik. Kol smoort een gniffel met een slokje thee, en dan is ze weer volledig sereen, felrode lippen op elkaar geperst, donkere wimpers strijken op haar spierwitte wangen neer. Ik denk dat we Nicole heel lang niet meer uit die kimono krijgen. “Maar nu ben ik klaar met toneelspelen. Jij en je band mogen blijven, je bent nog steeds mijn beste vriend… wel, een goede vriend – maar dit,” ik wijs tussen ons, “is over.”
Hij zucht maar knikt. “Ik begrijp het. Bedankt dat we mogen blijven.”
“’Tuurlijk!” roep ik uit en sla hem tegen zijn schouder. “Wie moeten we anders pesten?”

Er zijn heel wat veranderen aan de gang. Een aantal mensen besloot bij ons te vertrekken, naar zonnigere oorden, naar gezondere huisgenoten, weet ik veel. Ze hebben allemaal hun excuses wel. Suki, Yasmine en Jhonny (die nog verrassend veel rondhangt in onze keuken) voornamelijk. Maar we hebben niet zes maar zeven nieuwe huisgenoten.
Jennifer Lawrence giechelt rond een mond vol cake balls als ze mij ziet gluren. Ik leun over voor een snelle kus voor ik mijn plekje inneem op de bank – staand.
Dorien zwaait met een spatula, die dienst doet als haar scepter. “En nu, mijn lieve vriendjes,” buldert ze, borst vooruit, een tiara van bierdoppen aan elkaar geregen bovenop haar hoofd om bij haar gordijnenmantel te passen, “begint de ontgroening!”


Reacties:


xNadezhda zei op 2 jan 2015 - 15:14:
“Is er ook een ziekenhuis hier?” mompelt hij voor hij achterover keilt en blijft liggen.
Gnagnagna _0_

Ik snap wel het einde een beetje niet, want wíe zijn er nu allemaal verdwenen? Maar daar kom ik vanzelf wel achter, I suppose & overigens heb je Johnny verkeerd gespeld. (:

Dit blijft leuk <3


CosmicPurple
CosmicPurple zei op 18 dec 2014 - 17:23:
CAKE BAAAAAAAAAAAALLS <3
&yesh, vaart in het verhaal n.n En veranderingen. En ontgroening! Dit is exact wat we nodig hadden. You go, gurl.

(en ik wil een tiara van bierdoppen. waarom heb ik geen tiara van bierdoppen?)


xEmma
xEmma zei op 14 dec 2014 - 22:59:
JAAAAAAAAAAA we wonen er!
Ik ben heel benieuwd wie er wat van de ontgroening gaat maken. ^^