Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » The Flash » Speed of darkness » • The color of snow •

Speed of darkness

4 jan 2015 - 18:18

2216

3

442



• The color of snow •

Felicity had niet gelogen over de X-15: ik voelde de snelheid waarmee het toestel door de ruimte scheerde. Aan dit tempo zou de trip tussen Starling City en Nanda Parbat iets meer dan 4 uur duren. De piloot had niet eens met zijn ogen geknipperd toen ik in mijn volledige donkerrode uitmonstering van de Flash aan boord klom; hij had me geïnformeerd over onze vluchttijd en zich teruggetrokken in de cockpit zonder nog een woord. Ik nam aan dat Felicity hem op de hoogte had gebracht, of de stand-by piloot van Ray Palmer’s science fiction jet was vreemdere dingen gewend.
Ik staarde door het raampje en maakte de som opnieuw in mijn hoofd. Ik was opgestegen in Starling om iets voor tien uur ’s avonds, op dat moment was het half negen ’s ochtends in de tijdzone waar ik heen ging. De aankomst was gepland om kwart voor één ’s middags plaatselijke tijd.
De piloot had toestemming gekregen om te landen op een kleine privéluchthaven ten noorden van Kathmandu. Hij mocht maar 24 uur ter plekke blijven, daarna zou hij moeten vertrekken of het risico lopen in een Nepalese cel terecht te komen. Morgen om kwart voor één zou de X-15 weer koers zetten naar Starling City, met of zonder mij.
Vierentwintig uur. Dat was alles wat ik had. Ik riep de digitale kaart op die Felicity me had gemaild en checkte mijn vooruitgang. Over een halfuur zouden we landen in Nepal. Oliver’s laatste coördinaten plaatsten hem in het hooggebergte van Tibet, een trip die mij minstens een uur zou kosten. Rekening houdend met de extreme weersomstandigheden en een mogelijke foutenmarge moest ik al drie uur reistijd voorzien. Dat maakte dat ik eenentwintig uur de tijd had om Oliver te vinden.
Wat als ik hem niet kon vinden? Wat als hij ernstig gewond was en ik hem niet kon verplaatsen? Wat als ik hem wel vond, maar hij was...
Neen. Geen tijd voor twijfels en “wat als”. Eerst rennen, en dan zag ik wel verder.


• • •


‘Vierentwintig uur!’ riep de piloot me na toen hij de deur opende en ik er als de weerlicht vandoor ging in het sneeuwwitte landschap. De ijskoude, ijle lucht sneed als een mes door mijn longen bij de eerste ademhaling.
‘Barry, rustig aan,’ klonk Felicity’s stem in mijn oor. ‘Je lichaam is misschien gewend aan extreme snelheden en je cellen regenereren letterlijk bliksemsnel, maar het hoogteverschil tussen Starling City en Nepal is zelfs voor jou een aanpassing. De lucht is dunner dan wij gewend zijn en hoe hoger je klimt, hoe erger het zal worden. En jij moet nog een heel stuk klimmen. Gun jezelf de tijd om gewoon te worden aan de mindere zuurstof, haal diep en rustig adem. Forceer niks, want als je hoogteziekte krijgt en flauwvalt is er niemand meer over die we naar jou toe kunnen sturen.’
‘Ik heb geen tijd voor rustig aan,’ zei ik net toen de eerste golf van duizeligheid me bijna van mijn sokken sloeg. Ik hoorde de alarmen van de computer door het microfoontje.
‘Barry!’ zei Felicity scherp.
‘Oké, oké,’ zuchtte ik en vertraagde tot ik een snelheid vond waarbij mijn hoofd niet begon te draaien als een wasmachine. Ik ging nog steeds vele malen sneller dan was toegelaten op de meeste snelwegen, maar het frustreerde me om te moeten inhouden.
Maanden geleden was ik bang geweest om mijn volledige krachten los te laten, had ik zelfs niet geweten hoe ik mezelf verder moest pushen. Mijn team had me stukje bij beetje geleerd hoe ik al die deuren moest openen, hoe ik steeds die volgende klik moest maken wanneer ik dacht dat ik het plafond bereikt had. Het was alsof er een eindeloze versnellingspook in mijn brein zat en telkens wanneer mijn toerental haar limiet raakte, schopten zij me in de volgende versnelling en was er die duizelingwekkende explosie van mogelijkheden.
Maar het was pas toen Farooq Gibran, een meta met elektrische krachten, inbrak in het lab en op het punt stond Dr. Wells te vermoorden, dat ik zelf de klik vond en mijn krachten door alle grenzen braken. Het is niet zo dat ik plots sneller werd of nieuwe krachten kreeg, het potentieel had sinds de blikseminslag altijd in mij gezeten. Het was in dat moment van doodsangst, niet voor mezelf maar voor iemand waar ik om gaf, dat ik mijn sleutel vond.
Een explosie van hitte trok vanuit mijn binnenste naar alle uiteinden van mijn lijf. Mijn longen zetten uit en pompten zich vol, mijn hoofd klaarde op, mijn blikveld werd helder. Ik voelde de koude niet meer, ik was me enkel gewaar van hoe langzaam mijn voeten over de besneeuwde grond strompelden. Als vanzelf gingen ze sneller en sneller. Ik vond mijn gebruikelijke kruissnelheid en duwde het nog een beetje verder.
‘Barry, vertraag.’ Felicity’s stem deed me denken aan Cisco, en dat deed me denken aan Caitlin en Wells en Oliver, en dat deed me nog sneller rennen.
‘Barry!’
‘Het is oké. Ik kan het aan.’ Ik hoorde geen alarmen rinkelen en ik wist dat de sensoren van mijn pak geen signalen oppikten. Ik liet de gedachte aan Oliver mijn hele hoofd vullen. Oliver Queen, mijn vriend die in gevaar was en ik was de enige die hem kon helpen. Mijn voeten vonden een volgend ritme en ik was me er vaag van bewust dat ik zoveel hitte afgaf dat de sneeuw begon te smelten waar ik langskwam. Een idiote grijns kroop over mijn gezicht.
‘Hoe doe je dat?’
‘Ik had je dit misschien eerder moeten vertellen,’ zei ik met een hoorbare lach, ‘maar ik ben een superheld.’


• • •


De steile klim in het doodstille berglandschap nam een stevige hap uit mijn energiereserves, maar ik voelde me nog steeds relatief fris toen ik Nanda Parbat naderde. In de verte kon ik de stad zien liggen, hoog op de bergkam als een roofvogel in zijn nest. Het was een onneembare vesting met één toegangsweg, 360 graden uitzicht, wachttorens, massieve muren en bewoond door een clan van de meest dodelijke en best getrainde moordenaars in de moderne geschiedenis.
Ik was opgelucht dat mijn route me ver van de stad wegleidde en dat ik daar niet hoefde aan te kloppen om te vragen of een zekere mijnheer Queen hier een taxi had besteld. In de plaats daarvan stuurde de digitale kaart in mijn polscomputer me hoger de bergen in, langs een bijna onzichtbaar pad dat me uit het zicht van de stad hield. Mijn rode outfit was niet bepaald geschikt als camouflage en ik vervloekte in stilte mijn “flashy” bliksemspoor. Bij daglicht kon ik er misschien nog mee wegkomen, maar indien ik zou moeten proberen om ’s nachts de berg af te dalen kon ik net zo goed een paar vuurpijlen afschieten en “INDRINGER” in de sneeuw schrijven.
Het pad dat ik moest volgen was een nauwelijks te onderscheiden spoor tussen de dunne begroeiing van de boomgrens. Ik zag het enkel omdat de verse voetsporen erop duidden dat iemand hier recent voorbij was gekomen. Met hun reputatie betwijfelde ik het of de League of Shadows zo’n opvallend spoor naar hun gewijde grond zou achterlaten, dus ik vermoedde dat het Oliver’s voetafdrukken waren. Ik bleef staan om de sporen beter te bekijken. De afmetingen en diepte waren in overeenstemming met iemand van Oliver’s lengte en gewicht, maar bovendien liep het spoor maar in één richting. Wiens voetafdrukken het ook waren, hij of zij was niet langs deze weg teruggekeerd.
Ik begon weer te rennen en de polscomputer piepte; ik naderde mijn eindbestemming. De laatste klim was de steilste, ik liep op een gegeven moment omhoog langs een bijna verticale bergwand. Een tweede pieptoon, en toen bereikte ik de top.
‘Barry, ben je daar?’ Ik kon Felicity nauwelijks horen boven het gekraak van de radio en het ruisen van de wind. Dit voelde echt als het einde van de wereld. De bergtop was stil en verlaten en ondanks de ijle lucht hing er een drukkende sfeer. Geen dreiging, eerder een leegte, alsof er iets ontbrak.
‘Ik ben er. Voorlopig zie ik niks maar blijf stand-by. Ik ga op onderzoek.’
De berg was nu verlaten, maar er waren recent mensen geweest. Het zuiver witte sneeuwdeken was verstoord, open geschopt, tot ijs getrappeld, hier en daar scheen de aarde door. Ik zag meerdere voetsporen, maar slechts twee paar die me echt interesseerden. Hier hadden twee mannen gevochten, hun stappen kruisten elkaar over het hele oppervlak. Zwaarden, was mijn gok.
Ik volgde het spoor van wat ik vermoedde dat Oliver’s stappen waren, probeerde zijn bewegingen te ontcijferen. Hij was hier geweest, zoveel was zeker. Dus waar was hij-
Bloed. Een paar donkere druppels in de sneeuw. Het gevecht werd sneller, Oliver’s passen minder standvastig, minder zeker. Hij werd steeds vaker achteruit gedwongen, tot bij de rand van de klif.
Mijn hartslag versnelde, mijn handen werden klam in mijn handschoenen. Hier was hij op zijn knieën gevallen. Donkere spatten kleurden de sneeuw. Voorzichtig leunde ik voorover en keek naar beneden.
Ik wist wat ik zou zien zodra ik de eerste bloedsporen gevonden had, maar toch was ik niet voorbereid voor het beeld van zoveel bloed, de enorme donkerrode plas in de witte diepte. Beelden van het lab flikkerden voor mijn ogen, het bloed van mijn vrienden als nachtmerrieachtige vlekken uitgesmeerd over een eindeloze wereld van wit. Cisco, Caitlin, Dr. Wells, Oliver...
Mijn knieën begaven het onder het gewicht van het besef. Oliver was dood. Zoveel bloedverlies kon geen mens overleven. We hadden gefaald, ik had gefaald. Tranen sijpelden onder het masker vandaan. Oliver, dood. Mijn team, vermist en gewond en mogelijk ook al dood. En waar was ik? Aan de andere kant van de wereld. In de sneeuw. Verslagen.
Het kraken van de boogpees die gespannen werd was mijn redding. Hoe gebroken ik me ook voelde, mijn reflexen waren nog steeds die van de snelste man ter wereld. De pijl sneed door de lucht op de plek waar een tel geleden mijn hart was geweest maar ik stond inmiddels aan de andere kant van de bergtop. Mijn aanvaller vuurde nog twee pijlen op me af, die ik met evenveel gemak ontweek, de derde graaide ik uit de lucht.
‘Je bent snel.’ Een vrouwenstem klonk van onder een zwarte kap, ze sprak Engels met een zwaar accent.
‘En jij bent een lid van de League of Shadows.’ Ik gooide de pijl op de grond voor mijn voeten en hield mijn lege handen op. ‘Ik zoek geen moeilijkheden.’
‘Als je weet wat de League of Shadows is, weet je ook dat die keuze niet aan jou is.’
Barry? Wat is er aan de-‘
‘Felicity, ik bel je meteen terug,’ zei ik zo kalm mogelijk en schakelde de microfoon uit. Als dit slecht afliep, hoefde ze het niet te horen, en ik had mijn volle aandacht nodig.
De vrouw legde een nieuwe pijl op de pees en spande hem op, maar voorlopig hield ze de punt naar de grond gericht. ‘Je bevindt je op heilige grond van de League. Buitenstaanders die onze heiligdommen ongevraagd betreden vertellen het niet na. Maar ik ben nieuwsgierig wat jou hier brengt. En in die...’ Ze bekeek me van kop tot teen, ‘...ongebruikelijke uitmonstering.’
‘De pot verwijt de ketel,’ zei ik met een knik naar haar lange zwarte en rode gewaden en de mantel met de kap die haar gezicht verborgen hield. ‘Jij bent Nyssa. De dochter van Ra’s al Ghul.’
De pijl kwam recht op mijn gezicht af en ik dook net op tijd naar de grond en rolde uit de weg. Toen ik weer op mijn voeten stond en me omdraaide verwachtte ik een volgend salvo, maar Nyssa hief haar rechterhand op en duwde haar kap achteruit. Even was ik met stomheid geslagen. Hadden Felicity of Roy of Diggle me niet even kunnen waarschuwen dat de dochter van Ra’s al Ghul even mooi als dodelijk was? Pas toen ze de volgende pijl op de pees legde stopte ik met staren.
‘Dus je weet mijn naam. En wie heb ik de eer te doden vandaag?’
‘Mensen noemen mij de Flash.’ Ik overwoog even om bij wijze van demonstratie over de bergtop heen en weer te flitsen, maar dat zou waarschijnlijk iets teveel van het goede zijn. Bovendien was Nyssa iets te vrijgevig met haar pijlen en stak ze Oliver naar de kroon wat betreft trefzekerheid. Beter niet nog meer risico’s nemen.
‘Je echte naam, jongen.’
‘Barry Allen,’ zei ik na een korte aarzeling. Het was tijd voor de grootste gok van mijn leven. ‘Ik weet dat ik hier niet had moeten komen, maar ik ben op zoek naar een vriend van mij. Oliver Queen.’
Nyssa liet haar boog zakken. ‘Jij bent hier voor Oliver Queen?’
‘Ja.’ Ik ademde diep in, bereidde me voor om te gaan rennen als ze haar boog nogmaals in stelling bracht. ‘Ik zoek geen moeilijkheden, ik wil gewoon weten wat er met mijn vriend gebeurd is. Is hij dood?’
‘Ja,’ knikte Nyssa. Het was geen verrassing, maar de bevestiging dreunde alsnog tegen mijn borst als een sloophamer. ‘Maar dat betekent niet wat jij denkt.’
Ik schudde verbijsterd mijn hoofd. ‘Hoe bedoel je? Wanneer betekent dood iets anders dan dood?’
‘Als je me volgt, zal ik het je laten zien.’ Nyssa schoof de pijl terug in haar koker en gebaarde met haar boog naar de zijkant van de berg. Ze liep naar de duizelingwekkend steile klif waar Oliver's bloed in de diepte de sneeuw rood kleurde, liet zich zonder verpinken over de afgrond zakken en begon aan de afdaling. Ik had geen andere keuze dan haar te volgen.


Reacties:


Kayley
Kayley zei op 7 jan 2015 - 13:58:
Ik was vergeten dat ik hier nog een reactie op moest geven en nu weet ik niet meer wat ik wou zeggen, dus heb deze betekenislose reactie op een verhaal waar ik dingen over denk en emoties voor voel die in een volgende reactie waarschijnlijk uitgeklaard gaan worden.

[Idk, okay? I loved it like I always do.]


Pline
Pline zei op 6 jan 2015 - 19:22:
Okay, 'k weet niet of ik blij moet zijn of niet dat hij misschien toch niet dood is maar toch wel dood is en stuff en ik wil gewoon asap een volgend hoofdstuk want dit is echt super tijdens de blok!! You keep me motivated!
Btw, ik wil ook weten wat er met de rest aan het gebeuren is!!!


Krewella
Krewella zei op 5 jan 2015 - 7:57:
Dood maar niet dood. Zijn we gewend bij Oliver, noh?
Nee, grapje, ik ben heel nieuwsgierig en feels en dat na 2 afleveringen
Je schrijfg gewoon geweldig, that's it!