Hoofdcategorieën
Home » De Kronieken van Narnia » A place called Narnia, You Said? » Despair and happiness
A place called Narnia, You Said?
Despair and happiness
Aslan zucht en ik merk dat hij niet veel zin heeft om het hele verhaal te vertellen, maar ik kijk hem strak aan terwijl in mijn hoofd de argumenten voor een eventuele weigering zich verdubbelen. Hij begint bij het moment dat de Pevensie -kinderen door een magische kleerkast per ongelijk Narnia binnenkwamen. Zijn zachte stem maakt me rustig maar heeft tegelijkertijd ook alert. Een waarschuwende ondertoon. Alsof ik wat hij nu allemaal verteld heel stevig in mijn oren moet knopen en niks over het hoofd mag zien.
Naarmate het verhaal vordert en het me meeneemt in zijn eigen wereld, gaat de koude vloer een warmere indruk geven en kietelt de zin naar avontuur aan mijn tenen. Een opgewonden gevoel trekt door mijn lichaam. Er is nu geen haar om mijn hoofd dat er nog aan denkt te weigeren. Wat die opdracht ook is.
Ik sta letterlijk te popelen om dingen te beleven. Met een zacht knorrende glimlach beëindigt de leeuw de geschiedenis. Gemengde gevoelens maken zich meester. Bang om wat moet komen. Nieuwsgierig. Uitbundig. Verlaten. ‘Ik hoop dat je het een beetje begrijpt?’ Ik knik niet goed wetend wat voor gezicht ik moet trekken .Ondanks die vrij negatieve emoties rust er ook een kern van geluk in mijn borst. Die lijkt te wachten op het juiste moment om te ontploffen.
‘Ik zou willen dat je Caspian helpt. Wanneer hij koning is ben je vrij om te gaan of te blijven. Natuurlijk kan je je krachten nog niet goed beheersen en als ik dat zo hoor heb je nog maximum een week om ze ietwat te leren controleren. Luïnwé zal je daarbij helpen. Zij beheerst water. Als het lukt kan ze je ook leren met een pijl en boog om te gaan. De rest laat ik aan Hunne Majesteiten over.’ Meent de Leeuw.
‘Maar… Ik kan niet leren paardrijden, boogschieten, met zwaard vechten en klooien met water, vuur, aarde en lucht in één week,’ stamel ik ontzet. Ik zet grote ogen op en staar de leeuw met mijn mond wagenwijd open aan. ‘Het zal makkelijker gaan dan je denkt,’ fluistert Aslan rustgevend en hij staat op.
Met grote passen wandelt hij naar het beschaduwde gedeelte van de tombe. ‘ Oh ja, voor ik het vergeet. Als het moeilijk wordt, zeg dan dat ze op zoek gaan naar Phebe. Zij zal jullie wel helpen,’ Zijn donkere, oranje ogen lichten nog even fel op in de duisternis en daarna is hij niet meer zichtbaar. Het is plots weer doodstil.
Even vergeet ik dat Luïwé er ook nog is. Een diepe zucht ontsnapt via mijn lippen. Wat een situatie. ‘Het komt wel goed…’ De woorden galmen nog wat na terwijl Luïnwé naast me komt zitten. ‘Dat geloof ik wel,’ antwoord ik stilletjes. 'Dat geloof ik wel..' Weeral een stilte.
Op dat moment komen Caspian, Peter, Susan, Edmund, Rippertjiep en Truffeljager binnen. Het moment dat ze Luïnwé in het oog krijgen halen ze hun wapens weer tevoorschijn. Ik rol met mijn ogen. Wat is dat nou voor een ritueel. Luïwé doet niets en kijkt het groepje alleen maar doordringend aan. Een lange tijd gebeurt er niets. Ik tel de korrels op de grond. Luïwé staart naar het groepje verderop en da anderen kijken elkaar nerveus aan. Behalve Rippertjiep. Die kijkt heldhaftig terug terwijl hij rondjes draait met de punt van zijn zwaardje alsof hij in de lucht verwoed cirkeltjes probeert te tekenen.
Ik kuch zachtjes. Het lijkt dat de wereld ermee tot leven komt. Caspian schrijdt voetje voor voetje naar voren met zijn zwaard nog steeds horizontaal op Luïwé gericht en gevolgd door zeven paar ogen . ‘Wie ben jij?’ vraagt hij scherp. ‘Uw volgeling en uw dienaar, Uwe Majesteiten.’ Spreekt Luïwé kalm maar hard genoeg dat iedereen het kan horen. De vrouw zakt op haar knie en laat haar nek zien ten teken van totale overgave en vertrouwen.
Luïwé kan me niet meer verbazen. Mijn ogen krijgen het formaat van koffieschoteltjes en mijn mond zakt wagenwijd open. Caspian lijkt niet goed te weten wat hij moet doen en kijkt eerst achter zich naar Peter die een beetje glimlacht. Zijn blik glijdt naar mij. Zijn bruine ogen rusten even op mijn gelaatsuitdrukking. Een korte schittering en een onzichtbare glimlach. Dan heft hij zijn zwaard op en één moment denk ik dat hij Luïwé’s hoofd er af gaat hakken. Ik slaak een geluidloos kreetje en knijp mijn ogen toe...
Reacties:
MAAR HET GEBEURT NIEETTTTTTTT!!!!!! (eigenlijk weet ik dat nog niet zo zeker, maar toch )
,, je schrijft echt heel goed!! ben benieuwd of hij het gaat doen ,, vast niet HIIH,, en anders denk ik niet dat het lukt