Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » I've Come To Burn Your Kingdom Down » iii.
I've Come To Burn Your Kingdom Down
iii.
Harry nam een slok van zijn gloeiendhete koffie en sloeg de pagina, zo dun en breekbaar als een Bijbelblad, om. De enige professor die hem in de eerste week al huiswerk had gegeven, was Remus. Daar waren James en Sirius verontwaardigd over geweest en ze hadden Harry gezegd dat hij het niet moest maken, maar dat deed hij toch, op weg naar zijn werk. Hij las het hoofdstuk over Beowulf en maakte aantekeningen in zijn notitieblok, terwijl de bus hem zachtjes heen en weer schommelde.
Al sinds zijn zestiende verjaardag werkte hij in de weekends bij Peter in de winkel. Hij kreeg wel zakgeld, vijftig pond per maand, maar daarmee kon hij niet alle boeken kopen die hij wilde, dus verdiende hij vijfenzeventig pond bij per weekend. Het was hard werk, zeker aan het begin van het academische schooljaar: Klieder & Vlek was meer dan een gewone boekenwinkel. Peter sloeg studieboeken in voor Zweinstein en begin september liep daarom de hele school de deur plat.
Harry was zijn boeken op dinsdag al komen halen, maar uit ervaring wist hij dat de meesten daar pas in het eerste weekend aan dachten. Daar keek hij niet bepaald naar uit.
Met het verzamelwerk onder zijn arm en zijn tas bungelend aan één schouder stapte hij uit de bus en stak de straat over naar de winkel waar hij al heel wat uren van zijn leven in had gespendeerd. Stapels tweedehandsboeken lagen tegen de ruiten en tegen het glas van de deur kleefde een poster met de tekst: “studieboeken hier”, en een lijst aan opleidingen waarvoor Peter het benodigde materiaal had besteld.
Zoals meeste weekends stond Viktor al zijn kassa in orde te maken toen hij binnenkwam en zijn spullen in de achterkamer legde. Van Peter was nog niets te zien.
“Goeiemorgen Harry,” zei Viktor vriendelijk, zonder van de geldlade op te kijken. De munten die hij in de vakjes legde, rinkelden vrolijk. “Peter is pas om elf uur terug.”
Viktor was een negentienjarige schoolverlater, die na een semester aan Zweinstein besloten had dat educatie zijn ding niet was. Zijn droom was om gescout te worden, maar hij kon zich niet enkel op zijn voetbal focussen zonder inkomsten, dus werkte hij zes dagen per week in de winkel. Hij leek best gesteld op Harry en soms maakten hij en Peter er grappen over: dat Harry aardig vinden een vereiste was om het baantje te mogen hebben. Ooit was er een meisje geweest dat hem grotendeels had genegeerd tijdens het werken en ze was na een maand al de laan uitgevlogen.
“Bestellingen?”
Doordringende, donkere ogen fonkelden toen ze zich op Harry richtten. “Nope, hij is blijkbaar gaan ontbijten met Madame Romella.”
“Romella? Écht?” Harry schudde grinnikend zijn hoofd en scande zijn werknemersbadge in, zodat hij zijn kassa ook kon ontgrendelen en vullen met briefjes en munten. “Waar was je dinsdag?” vroeg hij terwijl hij neerkribbelde hoeveel ponden hij net weggestopt had. “Toen kwam ik hier mijn boeken halen.”
“Oh. Dan moet ik je net gemist hebben.”
Harry keek naar zijn handen. Daar liep het gesprek dood, en tien minuten later haalden ze de voordeur weer van het slot en stroomden de mensen binnen. Heel de voormiddag had hij niet eens de tijd om te dénken aan een onderwerp waarover hij met Viktor kon praten, zo druk was hij.
Met verkreukelde lijstjes dook hij de rekken in om stapels boeken te verzamelen en ze af te rekenen tegen absurd hoge prijzen en werd hij de winkelruimte in geroepen om vragen te beantwoorden. Om elf uur kwam Peter terug met een papieren zakje vol croissants en gaf die aan zijn (ondertussen hongerige) werknemers.
Harry verscheurde de zijne en kauwde op de kleine stukjes terwijl hij klanten hielp. Er zou een moment komen dat hij Peter kon ondervragen over zijn spontane ontbijtplannen met de bibliothecaressa van de universiteit, maar voor nu was het te druk.
Uiteindelijk vergat hij het Peter te vragen, omdat hij die namiddag een meisje leerde kennen dat hij niet snel zou vergeten. Het begon eindelijk iets minder druk te worden, een enkel oud koppel was rustig door de winkel aan het wandelen en nam hier en daar een boek vast, maar toen Harry vroeg of ze hulp nodig hadden, kreeg hij een nogal cryptisch antwoord waaruit hij opmaakte dat ze hem wel zouden roepen moesten ze hem nodig hebben.
Dus had hij zich in een stoel gezet en was hij Beowulf nog eens aan het lezen toen het meisje binnenkwam. Ze had bruin haar op in een paardenstaart en droeg een wijnrode trui met het Zweinsteinlogo op de voorkant. Op de achterkant, dat zag hij toen ze zich omdraaide en zich in de armen van Viktor nestelde, stond echter de Griffoendorleeuw.
Dat was de eerste keer dat hij besefte dat een studentenclub niet alleen dronken worden en stomme stoten uithalen was. Hermelien, Viktor kwam na vijf minuten innig verstrengeld te zijn haar aan hem voorstellen, was een boekenwurm. Dat bleek wel uit de hoeveelheid boeken die ze op de toonbank plaatste, waarvan enkel de helft haar benodigde studieboeken waren. Misschien kon hij wel bij Griffoendor gaan zonder zich volledig te voelen alsof hij uit de toon viel.
“Dusseh, Hermelien,” zei hij en scande haar boeken in. Viktor was zijn spullen bij elkaar aan het rapen en propte ze in zijn tas. “Hoe heb je Viktor leren kennen?”
“School.” Ze haalde haar schouders op alsof het de meest logische zaak van de wereld was. “Hij was de Zoeker van Griffoendor.”
Hij krabde in zijn haar. Zoeker? In alle verhalen van de Marauders had hij nog nooit het woord ‘zoeker’ horen vallen. Haar donkerbruine ogen hielden echter geen greintje gemeenheid, dus voelde hij zich comfortabel genoeg het haar te vragen. “Wat is een Zoeker?”
“Ohja, als eerstejaar ken je dat natuurlijk nog niet. De studentenclubs spelen onderling een sport die ze ‘Zwerkbal’ genoemd hebben, en een ‘Zoeker’ is één van de posities. Mij boeit het eigenlijk helemaal niet, maar als je iemand als Viktor in bloot bovenlijf door je tuin ziet hollen, kan je niet anders dan het merken.” Ze grinnikte en Harry lachte met haar mee.
Viktor had nog nooit over haar verteld, maar dat verbaasde hem niet zo. Hun praatjes waren altijd oppervlakkig. Vriendelijk, maar oppervlakkig.
Op dat moment kwam hun gespreksonderwerp uit de achterkamer met zijn jas en rugzak in de hand. “Peter zei dat de winkel vroeger dichtgaat vandaag. Tot volgende week, Harry!”
“Ik zie je nog wel op de campus,” zei Hermelien en zwaaide naar hem voor ze haar arm in die van Viktor haakte en hem haar de winkel uit liet leiden.
En toen was hij weer alleen.
De twee weken die op dat weekend volgden, zetten zich voort in eenzelfde trend. Hij voelde zich eenzaam de meeste dagen, maar op vrijdag zat Ron naast hem in Filosofie en daarna gingen de twee naar zijn kamer, waar ze Mario Kart of Smash Bros speelden tegen de tweeling die elke keer groffer bekte en smeriger speelde. Op zaterdag en zondag werkte hij, en Hermelien kwam nu elke avond eventjes langs.
Hij mocht haar wel, maar op school had Harry haar nog niet gezien, wat hij jammer vond. Als hij twee mensen kende, kon hij misschien lunch met hen eten. Zeker nu het buiten koeler begon te worden en er steeds meer typisch Britse regenbuien de hemel vol donkere wolken toverden, leek hem dat eerder leuk dan eng.
Hij zag haar pas in de eerste week van oktober, zijn vierde week aan de nieuwe school, en het moment dat alles drastisch veranderde. Zoals elke vrijdag om acht uur zaten hij en Ron in het lokaal van professor Zwamdrift. Dat was behoorlijk warm nu de verwarmingen aanstonden en de dampen van haar thermoskan vol thee verspreidden een zoete geur door de ruimte. Harry steunde zijn hoofd op zijn arm en maakte zich mentaal klaar om al het vage gepraat over filosofieën neer te schrijven zo goed hij kon, toen Fred Wemel het lokaal kwam binnenwandelen met een trommel aan zijn nek en stokjes in zijn handen. Op het ritme stapten zijn evenbeeld en Hermelien achter hem door de deur, gevolgd door driekoppige groepjes van, wat hij vermoedde, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich. Ze waren allemaal uitgedost in lakens met hun clubkleuren en de Griffoendors hadden zelfs pluchen leeuwen aan hun hoofd vastgemaakt met ducttape.
“Goedemorgen gespuis, ongedierte, hooggeachte kleuters!” riep George en kreeg een duw van Hermelien. “Ja ja, Cresh, moei je nou maar niet. Dit is jouw forte niet.”
Eén van de Zwadderaars, een jongen die een groen met zilveren das over een bandshirt droeg, nam de microfoon over. “Vanaf maandag gaan wij recruteren. Als je tegen vrijdag nog geen uitnodiging hebt gekregen om schacht te worden, laat je hoop dan maar varen.”
“Precies,” ging het meisje met donkerbruine krullen van Ravenklauw verder. “De vier studentenclubs staan los van welke opleiding je doet en aan welke faculteit je behoort – het gaat dus om je persoonlijkheid.”
“En als we je niet cool vinden, kom je er niet in,” zei Fred, die met zijn wenbrauwen wiebelde. “Een uitnodiging betekent niet dat je sowieso binnen bent. Waaaant… als we onze schachten hebben, komt er eerst nog…”
George lachte maniakaal en riep: “Ontgroening.”
Hermelien nam eindelijk de microfoon af en elleboogde de tweeling opzij. “Ontgroening is inderdaad een deel van jullie toetrede tot de studentenclub, maar wees er niet te bang voor, het valt heus wel mee. Eens jullie geaccepteerd worden, krijgen jullie een kamer toegewezen in het clubhuis, waar jullie per direct in gaan moeten verhuizen. Als je liever in de slaapzalen blijft, moet je niet opgaan voor lidmaatschap.”
Een ander meisje uit Ravenklauw nam het van Hermelien over. "Volgende week gaan er heel wat dingen gebeuren op de campus, dus houd je ogen en oren open.”
Toen de studenten eindelijk weg waren, had Zwamdrift heel wat moeilijkheden haar publiek weer tot stilte te krijgen. Overal klonk opgewonden geroezemoes en Harry ving zelfs het gesprek van Dirk en zijn vrienden op, die twee rijen achter hem zaten. Zo te horen gingen zij allemaal op voor Zwadderich.
“Ga je mee voor Griffoendor op?” vroeg Ron.
Voor het eerst leek hem dat geen slecht idee. Er waren dan misschien gigantische voetsporen waarin hij moest treden, maar hij vond de Wemels en Hermelien aardig, en waar was hij veiliger voor Dirk dan bij de aartsrivalen van de Zwadderaars?
Harry knikte.
Reacties:
Ik wil ooook in een boekenwinkel werken ;(
Anyway ik ben eindelijk begonnen aan bijlezen en yes!
Harry komt vast wel in Griffoendor, net als Ron. Cool trouwebs dat je Viktor erin gestoot hebt
Dit is echt zo gaaf geschreven, maar dat had ik geloof ik al gezegd. En erg leuk dat je Harry's werk beschreven hebt. Ik vond het erg leuk om te lezen dat Peter op date ging met madame Rommella.
Ooooooh wat geweldig bedacht met het werk van Harry hihi. En Viktoooor.<3 Maar wat leuk dat je hem en Hermelien een stel hebt gemaakt (:
En yay, ontgroening! Ik ben heel benieuwd, het zou wel cool zijn als Harry en Ron erbij komen & als Dirk met zn groepje bij Zwadderig komt. Want ik hoop nog steeds dat die blonde jongen Draco is <3
Dit is echt super leuk, snel verder!
Werkt dat zou bij jullie? Dat ze pas in oktober beginnen? Bij ons moet je je al in augustus ingeschreven hebben, anders ben je te laat. Of heb je 't zo gedaan voor de sake van je verhaal? ^^
Oh, & is Zwadderich een soort van 't Corps en zo, of hebben de clubs nog wel... soort van, wat ze in de boeken hebben? Die karakteristieken? How should I look at it?