Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » A Stellar Monument to Loneliness [Stand Alones] » Vandaag is de grote dag

A Stellar Monument to Loneliness [Stand Alones]

15 aug 2015 - 11:27

1019

1

502



Vandaag is de grote dag

[FF's Schrijfuitdaging - Februari '15]

In een ruimte vol licht en witte bloemen denk ik terug aan donkere hemels en vuurwerk dat in felle kleuren uit elkaar spat, handen en blikken verstrengeld, glimlachjes die stralen. Omringd door mensen waarvan we houden in hun allermooiste kleren denk ik terug aan water tussen onze tenen en zand op onze huid, het ijsje dat we deelden, de strohoeden op mijn vuurrode en zijn bruine haren. Ondanks de muziek die ons over de dansvloer leidt, denk ik aan de liedjes die we samen zongen, op de bank springend en op bed liggend en genietend van een rustige zondagmiddag.
Mijn vingers trillen een beetje als ik zijn stropdas goed trek en door zijn haren strijk. Zijn ogen fonkelen achter zijn bril en hij glundert onder de aandacht, blij dat het eindelijk zover is, de mooie, grote dag. Mijn armen vouwen om hem heen zoals ze dat gewoon zijn: liefhebbend, beschermend.
“Ik heb altijd van je gehouden,” fluister ik. Zijn ogen zijn een spiegelbeeld van de mijne, want voor ons allebei wellen de tranen op. Voor hij iets kan zeggen, ga ik verder: “Vanaf het allereerste moment dat ik in je ogen keek, wist ik dat ik altijd van je zou houden, en dat heb ik gedaan, dat doe ik nog steeds en dat zal ik voor altijd blijven doen. Ik zal niet ontkennen dat ik soms pijn leed, dat je me soms gek maakte, en dat het soms voelde alsof ik de dieperik in zou vallen. Maar voor elke slechte dag hadden we er wel honderd mooie.”
Hij lacht zo stralend dat ik niet anders kan dan huilen. Zo gelukkig heb ik hem nog nooit gezien, en ik ken hem al zo lang. Nog nooit heeft hij er zo mooi uit gezien, nog nooit heb ik meer van hem gehouden. Zijn handen drukken warmte in mijn rug, helpt me de cocon te betreden die geweven is van onze aanrakingen, omhelzingen en kussen, besprenkeld met dauwdruppels die herinneringen omvatten, fonkelend als bladgoud. Een magische plek warm van liefde, waar het kille koude van onze mindere momenten ons niet kan deren.
“Elke keer ik je in mijn armen hield, was ik bang dat ik niet goed genoeg was. Elke keer je pijn had, wou ik dat ik je meer kon geven dan mijn alles, mijn schouder en ziel en hart.” Zijn hoofd drukt tegen mijn borstbeen en ik hou hem stevig vast, niet langer dansend maar wiegend, en zijn geur kriebelt in mijn neus en transporteert me terug naar de eerste woorden, de eerste “ik hou van jou”.
Hij is mijn leven. Ik beef als een rietje wanneer ik hem zachtjes van me afduw en veeg het nat van mijn wangen, maak plaats voor een glimlach die hem alles moet vertellen dat ik niet onder woorden kan brengen zonder weer tranen te laten: dat ik hoop dat hij me niet vergeet, dat hij weet dat ik hem altijd als mijn kleine jongen zal zien, dat er geen liefde groter is dan die van een ouder voor haar kind maar dat hij dat nu niet zal beseffen, niet nu hij hoort te genieten van de liefde van een echtgenoot, niet tot hij zelf ouder wordt.
Ik overhandig Harry terug aan Draco met pijn in mijn hart, met de bezorgdheid van alle nachten dat ik wakker lag en pas kon slapen toen ik de deur beneden zachtjes dicht hoorde vallen, met het verdriet van de dagen dat ik in de deuropening van zijn kamer stond en de leegte voelde omdat zijn thuis nu bij iemand anders was, maar ook met een warme genegenheid voor Draco Malfidus omdat deze man, deze geweldige lieverik, mijn jongen doet glimlachen en glunderen.
“Ik hield van hem het eerst,” zeg ik, mijn handen nu op mijn buik, waar zijn nog groeiende hart ooit klopte binnenin mijn bescherming, waar ik mijn zwangerschap als een echo tegen mijn huid voel schoppen. “Maar nu weet ik dat er niets anders op zit dan te vertrouwen dat jij voor hem zult zorgen zoals ik altijd hoopte dat iemand voor hem zou doen, jongen of meisje, maakte me niet uit – zolang je maar van hem houdt.” Draco’s glimlach is even waterig als die van Harry.
Na knuffels die mijn botten doen kraken, laat ik de twee achter om een champagneglas en kleverige zoenen te delen. Ze praten met andere mensen: Draco’s ouders, Remus en Tops, Sirius en Marlene, Peter, de Wemels, de Griffels, de Leeflangs, de Lubbersmansen. En hoewel ik James nog heb en hij me tegen zijn borst aantrekt en sussend over mijn rug wrijft met vingers die zacht zijn als vlingervleugels kan ik niet stoppen met naar mijn zoon te kijken.

Samen met James wandel ik een woonkamer in waarin vanuit kadertjes een-, twee-, vier-, acht-, twaalf-, zestien-, achtienjarige Harry me aankijkt en toelacht. Mijn lippen krullen omhoog, geholpen door de vele drankjes en de zoete desserts, en ik trek mijn echtgenoot naar me toe voor een kus tegen zijn wang.
“Gaat het, Lily?” vraagt hij zacht, zijn adem warm tegen mijn oor.
Ik knik. “Ik ga ‘m gewoon missen. En ik kan maar niet geloven”, mijn stem trilt, hij houdt me vast, “dat hij nu mijn jongen niet meer is, maar die van Draco.”
James Potter zou James Potter niet zijn als hij niet precies wist wat hij tegen me moest zeggen. Met zijn handen op mijn heupen kijkt hij me doordringend aan met ogen die zo niet Harry’s zijn dat ik weer naar hem kan kijken alsof hij mijn man is, niet onze zoons vader. “Hij zal altijd je jongen blijven. Hij is nu getrouwd, maar dat verandert er niets aan.”
“En ik ben bang dat hij ons vergeet, en dat we hem nauwelijks nog gaan zien,” ga ik verder, nu ik al mijn zorgen kan luchten bij iemand die ze horen wil. Aan Harry kon ik ze toch niet vertellen, op zijn grote, mooie dag?
“Liefje toch, hij is sinds hij uit huis is hier minstens twee keer per week weer geweest. Maak je geen zorgen.”
Maar ik geloof het pas echt als ik de volgende ochtend een telefoontje krijg: “Hé mam, willen jullie met Draco en mij lunchen? Onze vlucht heeft vertraging.”


Reacties:


Rebella
Rebella zei op 7 maart 2015 - 18:12:
AHW!!!
Dit is sooooo cuuuuute!
Schande dat er nog niet op gereageerd is!
Dit is echt zo 'n warm bad in de winter!
Honingzoet!
I love it!