Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Lost and damned (Severus Sneep) » Hoofdstuk 9: Ongelukken

Lost and damned (Severus Sneep)

12 feb 2015 - 14:42

6531

0

299



Hoofdstuk 9: Ongelukken

Hoofdstuk 9: Ongelukken
Remus stond met zijn rug naar de deur toe, waardoor hij niet kon zien wat er gebeurde, Melian die met haar gezicht naar de deur stond werd lijk bleek toen ze zag hoe Severus binnen kwam en zijn toverstok trok. Voor Melian ook maar wat kon zeggen of doen zag ze hoe Severus zijn stok ophief, snel duwde ze Remus weg waardoor een blauwe flits Melian raakte. Ze zakte in elkaar en viel op de grond. Severus had non verbale magie gebruikt dus Remus snapte eerst niet hellemaal wat er gebeurt was maar toen hij zich omdraaiden en zag dat Severus daar met getrokken toverstok stond wist hij meteen wat er gebeurd was. Remus voelde hoe zijn rug nat werd van het zweet en bang voelde hij aan Melian haar pols. Remus wist maar al te goed dat de vervloekingen van Severus niet al te soft waren en vreesde dan ook het ergste. Opgelucht haalde hij adem, hij voelde Melian haar hartslag. Remus realiseerde pas toen hij adem haalde dat hij de helle tijd zijn adem in had gehouden. Voor het eerst sinds lange tijd voelde Remus woede in hem op borrelen. Remus wat altijd erg geduldig geweest en niet erg makkelijk boos te krijgen, maar dit ging veel te ver.
Remus wist donders goed dat de vloek voor hem bedoelt was geweest en niet voor Melian, hij moest toegeven Severus zou nooit zijn eigen zusje vervloeken, maar als nog ging dit te ver, er was geen excuus voor dit.

Severus was stom dronken, maar wist donders goed dat hij de verkeerde geraakt had lijk bleek en lichterlijk in paniek - al liet hij dat niet zien- liep hij op Remus af en knielde naast Melian neer. “Mel, Mel word wakker.”Zei hij. Remus draaide zich om.
“Ik denk dat het beter is als je gaat.”zei hij toen boos.
“Vertel niet wat ik moet doen Lupos.”Snauwde Sneep.
“Kijk naar jezelf, je vervloekt je eigen zusje, je bent lazurus!”
“Je hebt niet het recht haar aan te raken.”Sneeps stem werd nijdiger. Remus besloot hem te negeren, Melian had medische hulp nodig en voor hij ook nog maar iets hoefde te zeggen werd Sneep al bij zijn schouders gepakt en naar buiten gegooid.

Het moment dat de deur met een klap achter Severus dichtviel werd het stil in het kleine koffiehuisje, elke aanwezige (wat er overigens niet veel waren) richtte zijn of haar aandacht op Remus die zijn toverstok in zijn hand had en Melian op verdere verwondingen of onzichtbare schade controlleerde. Gezien Severus een non-verbale spreuk had gebruikt kon Remus niet met zekerheid zeggen welke vloek hij had gebruikt en hij wilde Melian niet zomaar wakker schudden zonder te weten of ze helemaal heel was. Z onder op te letten op de aanwezige controleerde Remus, Melian tot hij er zeker van was dat er verder niets aan de hand was behalve dan dat ze knock out op de grond lag en emotioneel zal ze ook wel even wat minder zijn, het was immers haar broer die haar had vervloekt en hoewel de vloek niet voor haar bedoeld was, zou Mel er vast ook niet erg blij mee zijn dat haar broer hem had willen vervloeken. Ze mochten van geluk spreken dat het geen ernstigere vervloeking was. "Enervatio" mompelde Remus en hij tikte zacht met zijn toverstok op de borst van Melian wiens ogen langzaam open gleden. Het duurde even voor Mel zich weer bewust was van haar omgeving en wat er was gebeurd "Remus." Ze schoot overeind en negeerde Remus zijn commentaar dat ze rustig aan moest doen en omhelsde hem fel. "Alles goed met je ? Hij heeft jou toch niet alsnog te pakken gekregen he? Ohh als ik hem zie-" ze stopte met haar tirade toen ze de grijns op Remus zijn gezicht opmerkte die hij net niet had kunnen verbergen "wat ?" Vroeg ze even verward en Remus schudde zijn hoofd "met mij is alles prima. Hij is weg en je bent schattig als je boos bent." De omstanders die eerder hadden staan toekijken hadden zich weer afgewend en gingen verder met hun eigen dingen. Melian knipperde even verward met haar ogen en schudde toen haar hoofd. "Mooi. Ik ben niet verantwoordelijk voor mijn acties als ik hem zie." Meldde ze droogjes. "Heb je nog ergens pijn of voel je je vreemd of iets? Ik weet niet welke vloek je broer heeft Gebruikt" Remus keek haar met een bezorgde blik aan en Melian's boosheid ebde weg. "Ik voel me prima. Niets aan de hand. Zo'n ernstige vloek zal het wel niet geweest zijn." Remus knikte "Mooi. Kom op ik breng je terug naar school. Misschien zelfs even langs de ziekenzaal zodat we er zeker van kunnen zijn dat er echt niets aan de hand is." Melian stond direct op haar strepen "oh nee ik ga niet terug naar school." Verkondigde ze. Remus keek even om zich heen, een paar van de gasten in het koffiehuisje keken nieuwsgierig hun kant op "laten we naar buiten gaan." Melian merkte op dat ze pottenkijkers hadden en knikte waarna ze Remus naar buiten volgde. Severus was weg en na de straat nog eens grondig door te hebben gekeke concludeerde ze dat hij waarschijnlijk terug was gegaan naar Zweinstein. "Ik ga niet terug naar school." Herhaalde Melian zodra ze buiten waren. Remus keek haar lang zwijgend aan "mag ik de reden weten waarom je weigert terug te gaan?" Vroeg hij droogjes. "Omdat Sev daar is en ik geen zin heb om hem tegen te komen of te zien. Zoals ik al zei ik weet niet wat ik doe als ik hem zie. Misschien krab ik zijn ogen uit of iets..." ze zweeg even en staarde voor zich uit, ongetwijfeld nog meer verontrustende manieren om Severus pijn te doen bedenkend. "En hoe zit het met de ziekenzaal?" Melian keek naar hem op en haalde haar schouders op "ik voel me prima en ik neem aan dat jij me wel kan redden als er iets mis gaat." Ze klonk en keek behoorlijk zelfverzekerd en Remus-
Begon door te krijgen dat Melian niet van gedachten zou veranderen en zuchtte dus diep "wat wil je dat we doen dan?" Er brak een grijns door op Melians gezicht wat aangaf dat ze behoorlijk blij was met zijn antwoord "nou ehm-" ineens werd ze rood en keek naar de grond "ik zat te denken aan misschien een kamer voor vanavond huren in de drie bezemstelen?" Mompelde ze terwijl ze naar de grond staarde en Remus trok een wenkbrauw op maar zei niets "niet om..je weet wel... dat te doen maar-" Remus deed zijn best een glimlach te onderdrukken. Melian was nerveus en knalrood terwijl ze de juiste woorden probeerde te vinden "gewoon slapen weet je niet het andere..." ze keek voorzichtig naar hem op en ontspande toen ze zijn gezicht zag. "Alleen slapen huh?" Vroeg hij en schoot toen in de lach waarna hij haar hand vastpakte en richting de drie bezemstelen liep.

Ze huurde een kamer met 2 bedden voor de nacht, ze hadden het niet meer over teruggaan naar Zweinstein al was Remus van plan om haar morgen terug naar school te brengen of ze nu wilde of niet. Die avond praatte ze voor uren, het onderwerp Severus zoveel mogelijk ontwijkend en als zijn naam dan al werd genoemd probeerde ze beiden het onderwerp weer zo snel mogelijk te veranderen. Melian was dan boos maar lang niet zo nijdig als Remus. Het was niets dat Severus hem had willen vervloeken dat was al zo geweest sinds hun eerste jaar op Zweinstein. Maar dat hij hem van achteren aanviel in een dronken bui en niet nadacht over dat hij Mogelijk zijn eigen zusje kon raken, wat ook gebeurde, ging tever. Het maakte Remus niet uit wat de reden was dat Severus naar de alcohol had gegrepen, het was nog geen excuus voor zijn gedrag en hier was het laatste woord ook nog niet over gesproken.
Vanavond hadden ze echter besloten het er niet over te hebben en dus deden ze dat ook niet.
Het werd laat en Melian begon uitgebreid te geeuwen "Oke. Tijd om te slapen." Meldde Remus zodra hij het zag. Het leek erop dat Melian hem tegen wilde spreken maar in plaats daarvan stond ze op en begon ze haar bed naar dat van Remus te schuiven zodat ze tegen elkaar aan lagen en een twee persoonsbed vormde. Remus had toegekeken maar had niets gezegd. Melian kroop in bed en schoof toen zijn kant op om vervolgens tegen hem aan te kruipen. Beiden zeiden ze verder geen woord, Remus sloeg enkel nog zijn arm om haar heen en dat was het laatste wat Melian meekreeg voor ze in slaap viel.

Christina kon weer niet slapen, alles wat er gebeurd was spookte nog door haar hoofd heen. Severus, Sirius. Toen Christina uit bed stapte was het haar opgevallen dat Melian ook nog altijd niet op de slaapzaal was. Christina maakte zich zorgen, dit was niets voor Melian. Op haar blote voeten liep ze door Zweinstein heen, ze droeg een rode zijde ochtendjas, met zwart kant bij de hals, over haar zwarte nachtpon. Ze liep naar het raam toe wat uitzicht bood op de binnenplaats van Zweinstein. Christina streek een plukje haar achter haar oor weg, altijd voor het slapen gaan deed ze haar, haar in een vlecht. Ze zag er beeldschoon uit in het maanlicht. Christina keek naar de sterren. Ze hield van de nacht, de sterrenhemel was prachtig om naar te kijken, maar bovenal in de nacht had je geen verplichtingen, niemand die je lastig viel en rust. Rust om goed over alles na te denken. Het enige nadeel was dat de nacht ook het moment was dat Christina het meest piekerde, omdat er niemand was die haar van die gedachtes kon afleiden. Vanuit haar ooghoeken zag ze een zwarte gedaante over de binnen plaats lopen -of beter gezegd strompelen- de gedaante bleef opeens stilstaan en hield zich duidelijk staande aan het beeld op de binnenplaats. Net toen Christina zich afvroeg wie dat in Merlijns naam was en wat hij hier kwam doen, herkende ze de gedaante. Het was Severus, Christina liep snel richting de trap die naar de verdieping onder haar leiden. Ze vroeg zich af wat er mis was, er moest wel iets mis met hem zijn namelijk als hij zo raar liep. Voorzichtig deed ze de deur open die naar de binnenplaats leiden. Bang dat een andere docent haar zou horen.
Christina liep snel naar hem toe –zichzelf verkloekend omdat ze geen sloffen aan had gedaan en nu dus op haar blote voeten buiten moest lopen- ze negeerde de pijn in haar voeten en legde voorzichtig een hand op Severus zijn arm die op het standbeeld rusten. Zijn hoofd voorover gebogen zodat Christina zijn gezicht niet kon zien.“Seve- erhm professor Sneep, is alles goed met u?”fluisterde Christina bezorgt, maar al snel rook ze de verklaring voor zijn gedrag. “Je bent dronken!”siste ze vernijdig naar hem. Wel nog zo zacht dat niemand anders dan Severus haar kon horen. Geen antwoord. Christina vroeg zich af of hij haar wel had gehoord. Voorzichtig legde ze haar andere hand op zijn rug. De hand die op zijn arm lag had ze nu verplaatst naar zijn hand, om hem te laten voelen dat ze naast hem stond. “Severus, hoor je me.” Severus draaide zijn gezicht een stukje naar haar, nu wist ze tenminste zeker dat hij haar had gehoord. “Melian! Ni! Zweinse! Remus! Klap! Boem!” Zei Severus opeens zachtjes. Christina moest eventjes van verbazing met haar ogen knipperen en haar conclusie bijstellen, Severus was niet dronken maar lazarus. “Severus wat?”kon Christina alleen maar uitbrengen met opgetrokken wenkbrauwen. “Ik! Melian! Gaan!” ging Severus veder, hij negeerde compleet de vraag van Christina. “Ho, wacht! Jij gaat hellemaal nergens zelf heen, kom ik breng je naar je kamer.”zei Christina, ze was dan misschien wel boos op Severus maar dat betekende niet dat ze hem terug naar zijn kamer ging laten kruipen –alhoewel…- dacht Christina even bij zichzelf, hij heeft zich wel als een complete zak tegen mij gedragen dus eigenlijk verdiend hij het wel. Meteen voelde Christina hoe een schuldgevoel haar besloop, snel schudde ze die gedachten van zich af. Hoe erg Severus zich ook tegen haar had gedragen ze kon hem niet alleen terug laten gaan, als hem wat zou gebeuren zou ze het zichzelf nooit vergeven. “Nee! Ik! Gaan!”ging Severus in protest. “Severus, je bent zo dronken dat je niet eens zelfstandig kan staan.” Ging Christina er meteen tegen in. “wel!”kon Severus uitbrengen en om te laten zien hoe goed hij wel niet kon staan, veegde hij haar handen van zich af en liet het stambeeld los. Hij deed zijn uiterste best om overeind te gaan staan, waar hij voor wel 5 seconde in slaagde om vervolgens weer terug te vallen op het stambeeld waarbij hij met zijn mond en neus zo op het stambeeld klapte. Geschrokken ondersteunde Christina hem meteen, en pakte ze voorzichtig met haar andere hand zijn gezicht vast om te kijken of zijn neus niet gebroken was. In zijn lip zat een scheur –hij was natuurlijk met zijn tand door zijn lip gegaan- en er kwam wat bloed uit zijn neus maar hij was gelukkig niet gebroken, de rest van zijn gezicht was nog hellemaal intact omdat zijn neus het meeste van de klap had opgevangen.
Opeens totaal onverwachts liet Severus zijn kin op haar schouder zakken. Snel veranderde Christina van houding zodat ze niet samen zouden vallen en het onverwachte gewicht kon houden, helaas moest ze hiervoor haar armen om hem heen slaan. Een warm gevoel bekroop haar en een tinteling ging door haar buik. Ze zuchtte diep, ze haatte het dat ze gevoelens voor hem had.
Severus maakte een raar geluid, het leek wel een soort snik maar toch ook weer niet. Onhandig klopte Christina zachtjes op zijn rug. Ze besefte maar al te goed dat dit een erg raar gezicht moest zijn voor iemand die onverwachts zou komen aanlopen, en dat ze een zeer verkeerde indruk hiermee zouden wekken. Het was maar goed ook dat het nacht was en dat de kans dus erg klein was dat er iemand langs zou lopen. “Severus, kom op. Ik kan je niet dragen, dus ga even een beetje overeind staan. Blijf wel op mij steunen voordat je weer valt. Dan breng ik je naar je kamer.” Severus knikte en ging zo staan dat ze samen konden lopen. Christina hield 1 arm om zijn middel en sloeg zijn arm om haar schouders heen. Samen waggelde ze richting zijn kamer. Opeens leek zijn kamer wel aan de andere kant van het terrein van Zweinstein te zitten in plaast van de kerkers. Normaal deed het ongeveer 10 minuten om van de binnen plaats naar zijn kamer te lopen maar nu deed de wandeling bijna een uur. Omdat Christina de helle tijd moest stoppen om Severus opnieuw overeind te trekken, te zorgen dat hij niet keihard op de grond viel of gewoon pontificaal tegen een deur opliep. Zwetend en hijgend stond Christina met Severus nog steeds tegen haar aanhangend voor de deur van zijn slaapkamer. “Erhm….hoe komen we binnen?”Vroeg Christina toen ze de deur probeerde te openen, maar de deurknop was zo betoverd dat haar hand erdoor heen ging zodra ze hem wou omdraaien.
“Weetnie.”bracht Severus moeizaam uit. Christina rolde met haar ogen en zuchtte geïrriteerd. “Ik weet het ook niet, het is jou kamer!”beet ze hem toe. Severus keek haar even stomverbaasd aan en stak toen zijn hand uit naar de deurknop. “Severus dat wekt niet je hebt- “Christina stopte abrupt met praten. Het was Severus gelukt de deur te openen. Christina rolde met haar ogen, ze had het kunnen weten de deur was gewoon zo betoverd dat alleen hij hem kon openen. Christina haar wangen waren rood, ze veegde het zweet snel van haar voorhoofd voor ze hem naar binnen loosde en hem op zijn bed neer gooiden. Voorzichtig deed ze zijn schoenen uit, Christina hoopte maar niet dat er onverwachts iemand Severus nodig zou hebben. Christina en Severus waren beide bezweet en hijgde een beetje van de lange wandeling en alle inspanningen, iets wat erg raar zou overkomen op een andere docent met name omdat Christina in haar nachtkleding was. Toen ze zijn schoenen uit had deed ze voorzichtig het bovenste gedeelte van zijn gewaad uit zodat hij nog zijn broek en overhemd aan had. Christina besloot hem ook niet veder dan dit uit te kleden en dat hij maar zo moest slapen. “Blijf liggen, ik ga even wat pakken om je gezicht schoon te maken.”Zei Christina. Een paar minuten later kwam Christina terug met een kom warm water en een doek. Ze gebaarde met haar toverstok naar de openhaard, binnen een seconde laaide de vlammen hoog op. Waardoor ze beter zicht had op zijn verwondingen. Severus ging een klein beetje overeind zitten terwijl Christina bij hem op het randje van zijn bed kwam plaats nam. “Jij, mooi”zei Severus plotseling, Christina voelde dat ze rood werd, Severus kraamde dan misschien al de helle tijd wartaal uit, maar dit was behoorlijk duidelijk. “Sshht, niet praten.”zei ze toen. “Anders kan ik je gezicht niet schoonmaken.” In feite had dat er niets mee te maken, Christina kon het gewoon niet horen dat hij wat liefs zei, ze wist dat zodra hij weer nuchter zou zijn. Hij haar weer zou afwijzen en dat deed al genoeg pijn dit maakte het alleen maar erger. Voorzichtig depte ze zijn gezicht schoon, het water in de kom kleurde langzaam rood van het bloed.

Na een tijdje was zijn helle gezicht schoon , Christina had de verwondingen zo dusdanig geheeld dat het gestopt was met bloeden en dat er nog maar een paar kleine wondjes in zijn gezicht zaten. Severus legde zijn hoofd weer op haar schouder en sloot zijn ogen. Voorzichtig ging Christina met een hand door zijn haar, ze wist dat ze dit beter niet kon doen maar ze kon het niet laten. Bezorgd vroeg ze zich af waarom Severus zo ver was gegaan. Ze was dan wel woedend op hem maar ze wist dat dit absoluut niets voor hem was om zo ver heen te zijn. Ze bleef een tijdje zo zitten, toen ze merkte dat Severus zijn lichaam ontspande en hij rustig ademde ging ze er vanuit dat hij sliep. Voorzichtig legde ze zijn hoofd op het kussen en deed ze de dekens over hem heen. Het koste haar ontzettend veel moeite om hem geen kus te geven, maar ze wist haar gevoelens te bedwingen. Snel voordat ze iets echt stoms deed, liep ze naar de deur toe. Ze was bang dat Severus wakker werd dus zo zachtjes als ze kon deed ze de deur open en weer dicht. Ze zuchtte even diep. Wat een nacht! Dacht ze bij zichzelf, morgen zou ze wel even bij Severus gaan kijken hoe het met hem was en uitzoeken waarom hij zich zo gedroeg. Maar eerst was het tijd om te slapen. Een persoon die straalbezopen is naar zijn bed begeleiden was toch een stuk inspannender dan Christina ooit had kunnen bedenken. Ze was in ieder geval goed moe. Snel liep ze naar de slaapzaal van Griffoendorn wat nog een helle opgaven was omdat ze goed moest opletten dat ze niet betrapt zou worden door een docent. Gelukkig ging dat allemaal zonder problemen. Ze wierp nog een snelle blik op Melian haar bed, ze was nog steeds niet terug. Fijn weer een zorg dacht Christina erbij. Maar ondanks haar zorgen viel ze snel in een diepe slaap van uitputting.

De volgende ochtend was Remus al vroeg wakker. Het eerste wat hem opviel was dat Melian nog diep in slaap was en het tweede was dat ze zich had opgerold als een kat en nog steeds tegen hem aangeplakt lag. Als hij zou bewegen zou hij haar waarschijnlijk wakker maken maar dat moest dan maar. Hij schoof voorzichtig van haar weg wat resulteerde in Melian die geërgerd kreunde en zijn shirt beetgreep. Remus staakte zijn poging geluidloos en voorzichtig uit bed te sluipen en besloot dat Melian dan ook maar gewoon wakker moest worden. Ze zou toch ook terug naar Zweinstein moeten of ze nu wilde of niet. "Mels." Begon hij op redelijke en vriendelijke toon. Hij wist niet hoe Melian wakker werd en of ze het hem in dank afnam als hij haar wakker zou maken... misschien ging ze wel met dingen gooien of iets. Melian gromde iets en opende toen 1 oog waarmee ze hem aanstaarde. "Waarom?" Gromde ze zacht en nog schor van de slaap. Remus keek haar onschuldig aan "je kwijlt" meldde hij en direct zat Melian overeind en checkte of hij gelijk had, wat niet het geval was maar ze was in ieder geval wakker. Melian keek hem bestraffend aan en hij liep snel lachend de badkamer in.

Een uur later waren ze beiden aangekleed en klaar en gingen ze eens kijken of er een ontbijt te regelen viel. Madame Rosmerta had alles al geregeld. Tijdens het ontbijt besloot Remus, Melian maar te vertellen dat ze terug moest naar school "Waarom precies?" Vroeg ze geërgerd "Het heeft geen zin om niet meer terug te gaan Mel.
Je kan je broer niet blijven ontwijken en je kan ook moeilijk de rest van je lessen missen." Melian prikte chagrijnig in haar eten "wat moet ik tegen hem zeggen als ik hem zie? Hij probeerde je te vervloeken Remus." Het was duidelijk dat Melian goed pissig was en Severus zou heel wat moeten doen om het goed te maken met haar. Remus dacht na voor hij antwoord gaf "Dat ligt aan jou wat je tegen hem zegt Melian. Van mij part scheld je hem de huid vol maar het is jouw broer. Jouw keuze." Melian knikte met tegenzin "ik wil bij jou blijven." Vervolgde ze zachtjes. Ze keek hem weer niet aan maar had een diepe frons in haar voorhoofd. Wederom was Remus even stil, hoe graag hij haar ook bij hem wilde hebben ze moest haar school afmaken en hij had ook bepaalde dingen te doen. "Ik wil ook bij jou blijven Mel maar je moet gewoon naar school. Ik ben regelmatig in de buurt. Je zal me vaak genoeg zien" hij glimlachte flauw en Melian zuchte "oke oke. Dan ga ik terug naar school. Maar als ik er vanaf word gegooid omdat ik een moord heb gepleegd verwacht ik wel dat je me verbergt voor het ministerie en de dementors." Remus lachtte even "Ik zal het overwegen." Melian rolde met haar ogen en keek hem grijzend aan. Het was nog steeds een beetje vreemd, zij en Remus hadden nu een relatie en ze gedroegen zich ook als een stel maar ze moesten elkaar nog steeds behoorlijk leren kennen en hoewel ze nog in het prille beginstadium zaten van hun relatie wilde Melian eigenlijk helemaal niet meer van hem-

Gescheiden worden. Ze wist niet of Remus het net zo ervaarde als zij maar dat deed er nu niet toe.
Op de terugweg naar Zweinstein hadden ze het gesprek van de vorige avond voortgezet en zo kwamen ze ook steeds meer van elkaar te weten. Zo kwam Melian erachter wat Remus zijn favoriete boeken waren en zijn lievelingskleur en wat zijn patronus was. Remus wist op zijn beurt diezelfde dingen over Melian. Bij de ingang van het terrein van Zweinstein aangekomen werden ze begroet door Minerva Anderling die Melian een preek gaf over het wegblijven van school en bedankte ze Remus dat hij op haar had gelet en haar had terug gebracht en hoewel Remus ook verantwoording aflegde voor het weghouden van Melian kon Anderling moeilijk punten van hem aftrekken. Het moment dat Anderling was verdwenen om les te gaan geven werden ze beiden bijna gewurgd door een overbezorgde Christina. "Oh auch Chris denk om je wurgneigingen!" Waarschuwde Remus haar. Christina liet hem direct los en keek hen beiden streng aan "doe me dat nooit meer aan oke? Ik had geen idee waar je was. Geen berichtje of wat dan ook helemaal niets! Toen je gisteravond niet terugkeerde naar de leerlingenkamer had ik hem niet meer ik heb de hele school afgezocht niets!" Begon Christina ineens te preken tegen Melian die ineens achter Remus stond en hem als menselijk schild begon te gebruiken. "En jij! Je had me best even kunnen laten weten dat je haar had ontvoerd voor de nacht dan had ik niet zo in de rats gezeten bij Merlijns baard Remus ! Jullie hebben me zo ongeveer een hartverzakking bezorgd!" Remus moest moeite doen om niet te lachen "Het spijt me Chris het is niet bij me opgekomen je op de hoogte te brengen." Zei hij verontschuldigend. Christina koelde al af "wat is er gebeurd ? Ik kwam professor Sneep gisteren tegen hij was straalbezopen en ik kon geen wijs worden uit wat hij zei." Remus en Melian gromde tegelijk geïrriteerd en Christina trok een wenkbrauw op. Remus legde in het kort uit wat er was gebeurd en toen hij klaar was met praten was Christina net zo verbouwereerd en boos als Melian was. "Bij Merlijns harige-" "maak alsjeblieft die zin niet af Christina!" Kwam Remus er snel tussenin. Christina keek hem even aan en schudde toen haar hoofd "bah. Nou dat verklaard zijn vreemde gedoe gisteren in ieder geval...Het woord straalbezopen is nog zwaar onderschat met hoe hij er gister aan toe was."
Na nog even te hebben gepraat was het tijd voor de beiden dames om naar hun les te gaan, Melian kuste Remus snel en eiste dat ze elkaar snel weer moesten zien. Remus beloofde dat zodra het kon hij weer langs kwam en hij verdween Christina en Melian samen achterlatend.


“Dus je hebt Severus gisteren gezien?” viel Melian maar gelijk met de deur in huis. “Jep, en hij was nogal ver heen, maar nu ik jou kant van het verhaal heb gehoord is het wel iets duidelijker wat hij nou bedoelde met ze gebrabbel gister.”Zei Christina toen, snel vertelde ze aan Melian het helle verhaal. Het enige wat ze even weg liet was het punt waarop Severus haar mooi had genoemd. Melian hoefde niets te weten van de gevoelens die Christina wel of niet voor Severus had en dat ze hadden gezoend. “Aah..” was het enige wat Melian kon zeggen, ze vond het vreselijk om te horen hoe erg Severus eraan toe was geweest. Ook al was ze nog zo kwaad op hem, en ze wist maar al te goed dat er een rede moest zijn geweest waarom hij zo dronken was. Toch bleef ze boos op hem, momenteel kon ze hem niet luchten of zien. “Misschien moet je aan hem vragen waarom hij zo dronken was? Hij was al dronken voordat hij Remus en mij zag, en dat zal niet zonder rede zijn geweest.” Zei Melian toen. “Ik wil hem even niet zien.” Christina zuchtte ergens had ze het idee dat de zoen tussen haar en Severus er wat mee te maken moest hebben gehad, maar dat kon ze niet tegen Melian zeggen. “Best…”Zei Christina toen met een grom. “Kan ik gelijk zien of die niet uit bed gevallen is en ze nek gebroken heeft…”
“Christina!”Zei Melian geschokt. “Wat? Met hoe lazarus hij was is dat best een mogelijkheid.” Ging ze onschuldig veder. Melian schudde haar hoofd. “Echt….Chris….Hoe?” begon Melian. “Weet je wat, laat maar hier zijn niet eens woorden voor. Laat je even weten hoe het met hem is?” “Ja, alleen dat moet wel wachten tot vanavond, ik ga nu even snel bij hem langs. Daarna ga ik naar zweinsveld op date met Kelso.” “Chris…echt?...Wat? Met hem?” Weer was Melian zo verbaasd dat een goede zin vormen haar teveel moeite kosten. “Ja, met hem. Mijn leven, mijn keuze.”zei Christina toen die geïrriteerd begon te raken van de reacties die ze erop kreeg. Severus had nou ook niet bepaald positief geweest. “Sorry, ik vind gewoon dat je beter verdiend!”zei Melian toen ze hief haar handen op bewijzen van overgaven. “Ik zie je straks.”Zei Christina die er niet meer over wilde praten. Ze gaf Melian een knuffel en ging toen op weg naar Severus.

Christina was eerst even langs de ziekenzaal gelopen, het was nog ochtend dus er waren maar weinig leerlingen op pad. “Wat kan ik voor je doen.”Zei madame Pleister die duidelijk druk in de weer was andere leerlingen te verzorgen. “Erhm….ik heb last van me hoofd en wil daar graag een drankje voor. Ik kan het ook wel zelf pakken ik zie dat u erg druk bent.”Loog Christina. “Ja, pak het zelf maar je weet waar het staat.”zei madame Pleister die opgelucht was dat ze niet nog meer werk had. Christina had hellemaal geen hoofdpijn, maar ze wist wel zeker dat Severus die wel zou hebben en niet zo een beetje ook. Ze stak het drankje in haar zak en liep toen weer terug naar madame Pleister. “Oh, ik had nog een klein vraagje aan uw en ik hoop niet dat u dat erg vind, maar mag ik misschien stage bij u lopen?” madame Pleister keek even verbaast dit had ze niet echt verwacht. “Erhm, ja natuurlijk Christina. Kan je vanavond al beginnen?”Vroeg madame Pleister toen. “Altijd om de een of andere rede is het druk op de ziekenzaal als het dagje zweinsveld geweest is.”Verklaarde ze toen als rede waarom ze wou dat Christina vanavond begon. “Natuurlijk.”Antwoordde Christina die blij was dat ze aan stage had, heelkunde interesseerde Christina altijd erg. “Je grootvader heeft je geloof ik al het een en ander geleerd op heelkundig gebied, toch?” vroeg madame Pleister. “Ja mevrouw, dat klopt.”glimlachte Christina. “Goed dan zie ik je vanavond na het eten, veel plezier in Zweinsveld.” Madame pleister ging snel veder met haar werk en Christina vervolgde haar weg naar Severus.

Ze liep eerst langs het kantoor van Severus, toen daar niemand aanwezig bleek te zijn liep ze naar zijn slaapkamer. Ze klopte luidruchtig op de deur. “Wie is daar?” hoorde ze boos vanaf de andere kant. “Christina.” “Ga weg.” Zei Severus ijzig. Christina negeerde hem en ging gewoon naar binnen. “Fijn Christina, bedankt dat je me hebt geholpen om terug naar me kamer te komen wat nodig was omdat ik te lazarus dat zelf te doen, wat fijn dat je me wonden hebt verzorgt.”Zei Christina sarcastisch. “Bedankt, graag gedaan.”beet ze hem toe. Severus lag nog in bed en zag er zwaar verrot uit. Een ander woord ervoor kon Christina gewoon niet bedenken. Hij had grote wallen onder zijn ogen, zag er nog bleker uit dan normaal en had allemaal kleine korstjes in zijn gezicht. Het was Christina niet gelukt alles te helen. Even overwoog ze hem het drankje tegen de hoofdpijn niet te geven, maar ja nu ze bezig was een goede daad te verdichtten kon ze die maar beter voltooien. “Hier.”zei ze terwijl ze het flesje voor Severus hield. “Tegen de hoofdpijn.” Severus keek haar even wantrouwig aan. “Nee, ik heb het niet zelf gemaakt het komt van de ziekenzaal.”zei ze met een zucht. “Mooi…jou brouwsels worden me dood namelijk….” Zei Severus die het drankje aanpakte en snel achterover klokte.
Christina keek hem quasi beledigt aan, al wist ze maar al te goed dat ze een regel rechte toverdrank ramp was. “Misschien als jij me beter les zou geven dat ik dan niet zo’n ramp zou zijn!” daagde Christina hem uit. Severus keek haar even vernietigend aan. “Er is niets mis met hoe ik les geef.”Beet hij haar toe.

Severus voelde hoe zijn hoofdpijn weg trok nu hij het drankje op had. Hij was Christina dankbaar voor alles wat ze deed , maar hij schaamde zich ervoor dat Christina hem zo had moeten zien. “Severus, weet je alles nog van gisteren?”Vroeg Christina hem toen. Hij keek Christina aan en wist nog hoe mooi ze er gister had uitgezien in der ochtendjas, met haar haar los en zonder make-up. “Ja.”zei Severus kortaf, hij moest zichzelf in de hand houden om haar niet aan te raken. Ook wist hij nog maar al te goed dat hij inslaap was gevallen terwijl hij met haar hoofd tegen haar aan lag, en zij door zijn haar aaiden. Severus zuchtte even gefrustreerd, hij kon niets met Christina beginnen omdat zij zijn leerling was en omdat ze zo jong was. Echter was dat niet zijn grootste probleem, hij was nog verliefd op Lily en Christina was het knapste meisjes dat hij ooit was tegen gekomen. Christina zou genoeg van hem krijgen, net als Lily deed. Uiteindelijk zou ze hem gaan haten en hem verlaten. Severus wilde nooit meer die pijn voelen en dat was de echte reden dat hij nooit meer een relatie aan wou gaan. Hij zag hoe Christina weer plaats nam op de rand van zijn bed. Dat was ook het moment waarop Severus besloot dat zijn handen erg interessant waren. “Severus…..je kan me na gisteren niet meer wijsmaken dat je niets voor mij voelt.”Zei Christina toen streng maar ook lief, Severus voelde hoe zij haar hand op de zijne legde. Hij voelde zijn hart een sprongetje maken toen zij hem aanraakte, de plek waar haar hand lag begon te tintelen. Hij wist dat hij haar hand weg moest duwen, moest zeggen dat ze moest gaan maar hij kon het niet. “Christina, je bent een student…ik ben een leraar dit kan niet.”Zei Severus ter verdediging alsof dat zijn enige beweeg rede was. “Niemand hoeft het te weten.”opperde Christina, haar stem klonk hoopvol en Severus wist dat hij een fout begaan had door haar niet van zich weg te duwen maar dit te zeggen. “Uiteindelijk komen ze het te weten Christina…dat gebeurt altijd.” Ging Severus veder. “Je kan me mijn baan kosten en ik jou je opleiding.”

“Maar dat interesseert me niet!” schoot Christina in de verdediging, ze had nu eindelijk een beetje hoop het was duidelijk dat Severus ook op haar viel, en ze was vastbesloten hem te overtuigen. Ze voelde hoe haar hart tekeer ging en hoe warm ze van binnen werd nu Severus het eindelijk niet meer ontkende. Ze was verliefd op hem en hij op haar en dat was iets wat haar erg blij maakte. “Maar mij wel.”ging Severus door. Hij keek haar aan. “Christina…dit kan niet werken, dit gaat fout. Je bent jong, je denkt alleen maar dat je verliefd op me bent maar dat ben je niet. Binnen een week zou je dat al beseffen binnen een week zou je er alweer een einde aanmaken. Je bent jong en weet niet wat je wilt.” “Ik ben misschien iets jonger dan jou, maar ik ben niet achterlijk. Ik weet precies wat ik wil en dat ben jij!”riep Christina toen boos, maar ze was niet echt boos ze was verdrietig. De hoop die ze had gehad zakte langzaam weg, ze was blij om niets. Als Severus haar echt, echt wilde zou hij meer moeite willen doen en haar niet afwimpelen dat het niet kon omdat hij een leraar was, of omdat ze te jong was. De tranen branden in haar ogen. Ze deed haar best die te verbergen, helaas slaagde ze daar niet in een traan ontsnapte aan haar oog en rolde over haar wang. “Dit zeg je alleen maar omdat je me niet echt wilt…”zei Christina toen gekwetst.

Severus vond dit al moeilijk genoeg om te doen. Hij moest zich inhouden Christina niet vast te pakken of wat dan ook. Het was moeilijk voor hem om haar van zich af te blijven duwen, maar hij moest wel het kon niet anders. Het laatste wat Christina zei sneed als een mes door hem. Hij wilde haar wel, maar kon haar niet de echte rede vertellen waarom het niet kon. Ook als een dooddoener er lucht van zou krijgen dat hij verliefd was op Christina zou ze niet langer veilig zijn, hij zou een gevaar voor haar zijn en dat kon hij zichzelf nooit vergeven. Ook had hij gezworen Lily altijd trouw te blijven haar dood veranderde daar niets van. “Chris…Je bent mooi, je bent lief je vind zo iemand anders die je wel eer aan doet.”Zei Severus toen voorzichtig nam hij haar gezicht in zijn handen zodat ze hem nu wel aan moest kijken. “Je denkt dat dit nu pijn doet, maar over een paar dagen ben je het alweer vergeten.” Probeerde hij, dit werkte averechts, Christina ging nu alleen maar nog harder snikken en ze schudde heftig haar hoofd als protest. “Waarom zeg je die lieve dingen als je me toch niet wilt?”zei ze toen boos. “Omdat ik je wel wil, maar het kan niet…ik ben je docent.”ging hij toen door. Nog steeds ging hij haar niet de echte rede vertellen, maar hij wilde ook niet dat ze zich zo rot voelde. “Je liegt…je bent een lafaard”zei Christina toen boos, nu voelde Severus dat hij boos werd, maar voor hij erop kon reageren voelde hij hoe Christina haar lippen op de zijne drukte, Severus sloot zijn ogen een warm en blij gevoel ging door zijn lichaam, en even kuste hij haar terug. Voor een moment verloor hij zijn zelfbeheersing. Hij genoot van de kus, maar zodra hij weer bij zijn positieve kwam duwden hij haar weg. “Christina…het kan niet.” “Je wilt het wel, anders zou je me niet terug hebben gekust!”ging Christina veder, ze begon nu in paniek te raken omdat ze door kreeg dat Severus niet zou toegeven. “Je bent gewoon een lafaard en niets meer dan dat!” Christina stond op van het bed, duidelijk boos en gekwetst. “En daarvoor haat ik je…je bent laf en daarom zal je nooit gelukkig worden en daarvoor ontzeg je mij ook mijn geluk. We horen bij elkaar Severus of je het nu wilt zien of niet!” “Genoeg…ik ben en blijf je docent ik wens niet zo toe te worden gesproken.” Zei Severus met op elkaar geklemde kaken. Hij was geen lafaard nooit geweest ook. Het deed hem pijn wat ze zei. “Ik wil dat je nu gaat.” Voegde hij er kil aan toe. “Want? Kan je er niet tegen wat ik zeg? Dat je laf bent?” Christina was super boos nu en niet van plan zich zomaar weg te laten sturen, een andere leerling was al lang ergens onder een tafel gekropen als Severus zo boos werd, maar zij trok zich er vrij weinig van aan. Severus voelde dat hij nog bozer werd, ze moest eens weten hoe vaak hij zijn eigen leven in gevaar had gebracht omdat van een ander te redden. Severus stond nu ook op. “Je gaat nu of ik sta niet voor mezelf in. Ik wil dat je gaat en ik wil je de komende dagen absoluut niet zien.”Schreeuwde Severus,Severus zag lijkwit van woede het glazen flesje wat op het nachtkastje stond ontplofte. Hier schrok Christina wel van Severus had nog nooit zo hard tegen iemand geschreeuwd, meestal werd zijn stem zacht en stekelig en verloor hij nooit zijn zelfbeheersing, dus ze wist nu wel dat ze echt te ver was gegaan. De tranen stroomde over haar gezicht ze pakte haar tas op, keek hem nog één keer hoofdschuddend aan en rende toen weg, naar de meisjes wc toe om daar veder uit te huilen en zich op te knappen. Ze wou eerst de date met Kelso afzeggen omdat ze verliefd was op Severus, maar waarom zou ze als hij toch te laf was. Ze sloot zichzelf op in een wc hokje.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.