Hoofdcategorieën
Home » De Kronieken van Narnia » A place called Narnia, You Said? » Irritation and being special
A place called Narnia, You Said?
Irritation and being special
Als ik ze weer open doe zie ik zeven vragende gezichten en Caspians wapen veilig en wel zitten waar het hoort. Welke idioot steekt er nu op zo’n manier zijn zwaard terug in de schede?
‘Héhé,’ grinnik ik nerveus op mijn achterhoofd krabbend. Luïwé richt zich tot Caspian: ‘Is het mogelijk, Majesteit, dat ik U en de andere Hoogheden even privé kan spreken.?’ Caspian brengt zijn wenkbrauwen even de hoogte in maar knikt dan. ‘Ed?’ Edmund kijkt op. ‘Ja?’ antwoordt hij. ‘Kan jij Lucy even halen?’ vraagt Caspian nadenkend. ‘En Glenstorm?’ Edmund kijkt hem droog aan. ‘Tuurlijk, ben al weg,’ zegt hij voordat hij zich omdraait en de ruimte uit beent.
‘Vind U het erg dat Rippertjiep, Trompoen,Truffeljager, Nikabrik en Glenstorm meeluisteren?’ vraagt hij aan Luïnwé die hem rustig gade slaat. Ze schudt haar hoofd en kijkt dan naar mij. ‘Aya...’ Ik begrijp wat er van me verlangt wordt maar er is geen haar op mijn hoofd dat er aan denk om er direct aan toe te geven. ‘Ja?’ antwoord ik poeslief met een suikerzoete glimlach om mijn lippen. Luïnwé duwt haar kin in de richting van de uitgang.
Mijn ogen volgen het onzichtbare spoor en kijken dan weer quasi onschuldig naar die van Luïwé alsof ik geen flauw idee heb waar ze heen wil. Langzaam blaast ze de lucht via haar neus weer naar buiten en neem ze een geërgerde houding aan. Bij het zien van de uitdrukking op haar gelaat gaat er bij mij een belletje rinkelen. ‘ Fijn, Ik ga al,’ zeg ik terwijl ik mijn onschuldige masker van mijn gezicht veeg en een gepikeerd gezicht trek. Snel gris ik nog Aaron kleren van de tafel voordat ik met grote passen de ruimte uit marcheer heftig mompelend over oneerlijkheid.
Als het licht van de tombe achter me wegsterft, plak ik mijn lichaam tegen de muur zodat ik me toch nog ergens van gewaar ben. Ik merk een vaag lichtschijnsel op, op het einde van de gang en hoor voetstappen naderen. Opgewekte stemmen komen steeds dichterbij en ik merk dat het niet alleen menselijke voetstappen zijn. Ik krijg gelijk als na enkele seconden een enorm lichaam en twee kleinere mensen gedaantes zichtbaar worden.
Edmund, Lucy en de oudste centaur die me gisteren uit het bos geplukt heeft. Het moment dat ik ze passeer zegt Lucy vriendelijk ‘Hallo’, knikt Edmund me toe en begroet de centaur, die voor zover ik dat uit Caspians gebabbel kan opmaken, Glenstorm heet, me begroet met Aaron.
Ik glimlach om Edmunds verbaasde gezicht en mompel nog ‘hey’ voor ik mijn tocht door de langzaam aan verlichtende gang voortzet. Des te meer ik me in het donker verhul des te verder de voetstappen van Edmund, Lucy en Glenstorm wegsterven en hun gepraat over of ik nou Aaron of Aya heet, verzacht.
Al snel bereik ik het einde van de gang en kom ik in een ruimte die alweer verlicht is door fakkels en enorme vuren. De plaats stikt van de legendarische wezens, van Dwergen tot Centauren en van muizen tot beren. Toch merk ik meteen dat als ze een volwassen leger van een stuk of 1000 hoofden als het niet meer is, niet aan zouden kunnen. Als het aan de getallen ligt tenminste. Ik kan natuurlijk niet meepraten over de kracht die elk van deze krijgers bezit. Het kan best zijn dat ze overstromen van de magie. Hoewel het best fascinerend is om de dwergen die metaal omsmeden tot zwaarden, schilden, pijlpunten, helmen en meer spul waar ik geen namen voor weet,te bekijken wordt ik al snel gewaar dat de verveling voor mijn deur staat.
Blijkbaar gaat de conversatie tussen Luïwé en ‘Hunne Majesteiten’ nog een tijdje duren dus ik besluit om naar buiten te gaan. Als ik buiten vind tenminste. Die ondergrondse gewelf lijkt wel alleen maar uit tunnels en pilaren te bestaan. Gevolg door tientallen nieuwsgierige ogen, loop ik naar de grootste tunnel.
Dankzij mijn leven in de stad, vertelt mijn instinct mij dat de grootste tunnels bijna altijd naar binnen of naar buiten leiden. Met grote passen stap ik gezwind door de gang...
Reacties:
Snel gris ik nog Aaron kleren van de tafel voordat ik met grote passen de ruimte uit marcheer heftig mompelend over oneerlijkheid.Oehhhhh Ik herkennnttttt (verzet tegen het ouderlijk front, wat niet altijd wil lukken )
MOooi!!,, ik kan de films wel huren bij de bieb ,,ik heb toch nog 10 leenstrippen voor dvd's dus die ga ik dan maar huren