Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Bleed Forever » Chapter 45
Bleed Forever
Chapter 45
Chapter 45
Het moment dat ze in het St. Holisto aankwamen, renden er meteen een aantal helers op hen af. De helers vroeger niet wat er was gebeurd maar namen Severus direct over om hem op te lappen en te kijken wat er aan de hand was en hoe ze dat konden verhelpen. Christina en Luthien volgden de helers op de voet en Kyle en Dane bleven achter om hun ouders en Sirius op te wachten. Het duurde echter niet lang voor Remus als eerste naar binnen kwam. Hij werd op de voet gevolgd door Narcissa en Lucius, daarna Draco en achteraan Sirius. Remus vroeg niet waar Severus, Chris en Luthien waren maar sleepte zijn zoons aan hun kraag mee naar een leeg hoekje en keek hen voor een tijd lang zwijgend aan, en een zwijgende Remus was misschien wel gevaarlijker dan een schreeuwende Remus en dat wisten de broers maar al te goed, vandaar ook dat ze beiden ongemakkelijk om zich heen keken om de priemende blik van hun vader te ontwijken, wat nog een behoorlijke opgave bleek te zijn. Kyle was de eerste die zijn hoofd ophief om zijn vader recht aan te kijken. Het bleef nog even stil voor Remus diep adem haalde en toen begon de preek van de eeuw “Wat dachten jullie wel niet? Dit is een serieuze vraag, hoe halen jullie het in je hoofd in jullie eentje zomaar een zelfmoordmissie te ondergaan? Het had jullie dood kunnen worden als Amber niet naar ons toe was gekomen. Jullie hadden zelf gevangen genomen kunnen worden en jullie weten meer van de Orde dan is toegestaan. Ik kan niets over Luthien zeggen, dat is Christina’s afdeling ma-” Kyle snoof luid en keek zijn vader opstandig aan, die Kyle weer verbijsterd terug aanstaarde “Het spijt me pap maar als Dane en ik niet met Luthien waren meegegaan, was het zeker haar dood geworden. Het spijt me dat we jullie niet op de hoogte hebben gebracht maar wat hadden jullie gezegd? Dat het een te groot risico was omdat Oom Severus waarschijnlijk toch niet meer in leven was? Dat we niet nog meer Orde leden gingen riskeren voor 1 persoon die er misschien niet eens zou zijn? Jullie hebben niet bepaald veel moeite gedaan om zelf uit te vinden of oom Severus nog leefde. Je kan boos zijn wat je wilt pap, en ik begrijp dat je boos ben-” “Ik ben niet boos.” zei Remus ineens zacht. Kyle keek verbaasd en Dane’s hoofd schoot omhoog. Remus schudde zijn hoofd en gleed even met z’n hand door zijn haar en leek even niet te weten wat te zeggen. “Hebben jullie enig idee, hoe bang jullie mij en jullie moeder hebben gemaakt?” begon hij langzaam en Kyle voelde een steek van schaamte opkomen, hij keek naast zich naar zijn broer die zo te zien exact hetzelfde voelde. “Wat als Sirius en ik niet op tijd waren geweest? Of als Lucius had besloten jullie te verraden in plaats van jullie je gang te laten gaan en doorlopen?” Remus sloot zijn ogen even en schudde zijn hoofd “Jullie twee en Amber zijn belangrijker voor jullie moeder en mij dan wie dan ook jongens. Ik weet dat jullie willen helpen en jullie zijn goede tovenaars, maar met z’n drieeën het hol van de dooddoeners in rennen.” Kyle wilde zijn mond open doen om hem weer van repliek te dienen maar Remus hield zijn hand omhoog en Kyle deed zijn mond weer dicht en keek gepikeerd omdat hij niet eens de kans kreeg iets te zeggen. Remus zijn blik was nu ernstig en ineens zag hij er 10 jaar ouder uit waardoor Kyle besefte dat door hun actie, zijn vader zichzelf ook in gevaar heeft moeten brengen om hun eruit te halen, vlak voor de volle maan. “Severus zal dit nooit hardop toegeven, maar ik weet zeker dat hij niet zou willen dat jullie en Luthien jullie eigen leven op het spel zetten om hem te redden. Niet nadat hij dat van hem had opgegeven om ons te redden.” “Remus!” Remus keek om naar Melian die hem had geroepen, een van de helers was naar hen toegelopen. Remus, Kyle en Dane voegde zich direct bij Sirius en Melian terwijl de Malfidussen een eindje verdop stonden te smoezen met elkaar, maar niemand maakte zich bijzonder druk om hen of gaven uberhaupt aan dat ze wisten dat ze er waren. De heler wachtte geduldig tot de drie Lupossen erbij stonden voor hij begon te praten “We hebben uw broer wakker gekregen, het is echter duidelijk dat hij behoorlijk is gemarteld en door die traumatische ervaring heeft zijn brein zichzelf afgesloten. Er is iets gebeurd wat de knop deed omzetten en we weten niet hoelang het duurt voor zijn geheugen terugkeerd. Hij herkend niemand en weet niet wat er is gebeurd, dus ik waarschuw u alvast.” Melian was bleek geworden en kneep krampachtig in Remus zijn hand die een gezicht trok maar niets zei en zijn hand ook niet lostrok al leek het er sterk op dat hij veel moeite moest doen om geen geluid te maken. De Heler knikte even naar hem en Sirius en ging toen verder met een andere patiënt die ook net was binnen gekomen. “Laten we gaan.” zei Remus die voorzichtig zijn hand losmaakte van die van Melian zodat zij voor kon gaan en hij even duidelijk kon laten blijken hoe hard Mel wel niet in zijn hand had staan knijpen. Kyle onderdrukte een grijns en Sirius klopte Remus op zijn rug terwijl ook hij, behoorlijk veel moeite scheen te hebben met het verbergen van een grijns.
Sirius draaide zich nog even om naar de Malfidussen “Ik heb Romeo Wolkenveld en Alastor Dolleman op de hoogte gebracht van jullie bijdrage aan onze ontsnapping en de redding van Sneep. Ze zullen jullie hoogstwaarschijnlijk zometeen contacteren om nog het een en ander te bespreken.” De Malfidussen knikte maar waren wel wat bleker geworden dan eerst en ook Sirius merkte dat op maar gaf hen geen geruststelling. Ze zouden niet naar Azkaban gaan of enig andere gevangenis. Maar hij vond wel dat ze het verdiende om even in de stress te zitten en dus zweeg hij en liep hij achter de rest aan.
Severus was naar een gesloten afdeling gebracht waar ze zowel blijvende patiënten, als patiënten die lang moesten verblijven in de gaten hielden en verzorgden. Remus herkende het meteen, hier waren ook Lies en Frank Lubbermans geplaatst toen Bellatrix hen zolang had gemarteld tot ze krankzinnig werden voor informatie over de Orde 17 jaar geleden. Remus bleef abrupt staan waar hij stond wat ervoor zorgde dat Sirius pontificaal tegen hem aanbotste en zacht vloekte inclusief een paar woorden die je niet in een normaal beschaafd gesprek zou gebruiken. Naast Severus die bij het raam was geplaats, lag iemand waar Remus spontaan koude rillingen van kreeg. Gladianus Smalhart. In het tweede jaar van Dane was Smalhart leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten geweest omdat hij en Melian een jaartje ertussenuit waren gegaan, de brieven die hij van Kyle en Dane had gekregen waaren hilarisch maar ook verontrustend geweest. Perkamentus had de nodige klachten gehad over de manier van lesgeven van de man die naar zeggen een aantal behoorlijke avonturen had beleefd en de vreselijkste wezens tegen was gekomen. Alles was echter gelogen en op een dag waren zijn ‘spreuken’ verkeerd gegaan en had hij zijn eigen geheugen gewist waardoor hij nu hier lag. Smalhart leek zeer geïntresseerd in wat er naast hem gebeurde bij Severus en probeerde Luthien een handtekening aan te smeren. Luthien negeerde hem finaal maar Remus zag dat ze zich met de seconden meer en meer begon te ergeren aan de blonde man. Christina had enkel oog voor Severus die nors voor zich uitkeek en weigerde een woord te zeggen. Melian was al naast Christina gaan staan en praatte tegen Severus die haar een blik toewierp en toen weer voor zich uit keek. Sirius keek over Remus zijn schouder naar het tafereel voor hen en grinnikte “Oh dit word nog wat. Als Severus nog een beetje zichzelf heeft overleefd Smalhart het nog geen dag.” Remus onderdrukte een grijns en liep toen maar door. Kyle en Dane kreunde beiden toen ze eindelijk doorkregen waarom Remus zo abrupt was gestopt. “Oh bij Merlijns roze tangaslip nee toch.” mompelde Dane waardoor Kyle een spontane lachbui kreeg en uit de zaal werd gestuurd om bij te komen. Dane was er maar snel achteraan gegaan.
Sirius was in een hoekje gaan staan en had zijn armen over elkaar geslagen terwijl hij tegen de muur aanleunde. Remus had eerst de neiging gehad naast hem te gaan staan maar Melian had hem zo hulpeloos aangekeken dat hij maar braaf naar haar toe was gegaan. “Ohh nog meer handtekeningen! Ik kan tegenwoordig aan elkaar schrijven weet je, echt fantastisch!” riep Smalhart blij. Luthien had haar handen tot vuisten gebald en zag eruit alsof ze hem het liefst een dreun zou verkopen. Ze liep met grote passen naar Sirius en ging met haar rug tegen hem aanstaan zodat, indien nodig, Sirius haar tegen kon houden mocht ze haar zelfbeheersing verliezen. Sirius echter, zou goud geld betalen om te zien hoe Luthien die rot grijns van de kwal zou rammen. “Hallo? Ik ben hier hoor?” Smalhart wuifde met een van de honderden foto’s die verspreid over het bed lagen om hun aandacht te trekken “Ik heb ook nog behoorlijk wat fanmail...geen idee waarom maar het zijn zulke lieve berichten, schatten van mensen.” Severus zijn ogen flitsten naar Smalhart die dat opving en breed grijnsde, overeind kwam, zich tussen Melian en Christina doorwurmde die beiden verontwaardigd begonnen te klagen (en Remus die achter beiden vrouwen hun rug om bijna stikte van het lachen), en een foto inclusief handtekening in het gezicht van Severus begon te wuiven. “Ik wed dat u er wel een wilt, ik ben schijnbaar belachelijk beroemd!” en dat was het. Er trok een spiertje bij de kaak van Severus, zijn handen die eerder tot vuisten waren gebald, kwamen langzaam omhoog alsof hij de foto wilde aanpakken, in plaats daarvan, schoot hij vooruit en viel Smalhart aan die zo dichtbij was geweest dat Severus makkelijk zijn handen om Smalharts nek had weten te vouwen. Christina en Melian waren beiden zo verbijsterd dat ze even niet wisten wat te doen en volledig versteend toe stonden te kijken hoe Severus zijn uiterste best deed om Smalharts hoofd van zijn lijf te rukken. Smalhart die probeerde zichzelf uit de ijzeren greep van Severus los te maken kreeg een paarse kleur, Melian en Christina kwamen toen pas in actie en probeerde Severus weg te trekken van Smalhart. Melian keek fel achterom naar Remus die net op tijd zijn geamusseerde blik wist te verbergen “Je zou ook kunnen helpen in plaats van toe te kijken hoe Severus hem probeerd om te leggen.” zei ze bestraffend terwijl ze nog steeds probeerde Severus weg te krijgen van Smalhart. Remus perste zijn lippen op elkaar en keek naar Smalhart die van paars naar donkerpaars ging, die kleur vond Remus veel beter bij hem passen, het matchde met zijn Lila gewaad.
Kyle en Dane kwamen net binnen en staarde verbrouwereerd naar het hele gebeuren voor hen. Severus die nog steeds probeerde het leven uit Smalhart te knijpen, Melian en Christina die zich beiden op Severus hadden geworpen en probeerde hem los te krijgen, Remus die Smalhart bij zijn kraag had gegrepen en hem met een krachtige ruk wist los te trekken, Sirius en Luthien die in een hoekje stonden en alles rustig in zich opnamen, ze hadden er nog net geen popcorn bij gehaald. Al met al was het serieus bizar en Kyle vroeg zich af waarom zulke dingen nou net gebeurde als hij even de kamer uit was. Er kwamen ineens helers langs gerend die maar besloten dat het beter was als ze Severus naar een privé kamer brachten waar hij geen andere patiënten zou kunnen vermoorden. “Nou dat was spannend.” meldde Luthien droogjes toen ze achter de helers aanliepen en nog even achterom keek naar Smalhart die nu in een spiegel keek om te controleren of zijn haar nog in model zat. “Luthien!” zei Christina bestraffend en Luthien haalde haar schouders op “Ja wat? Je kan niet zeggen dat hij het niet over zichzelf heeft afgeroepen. Hij verdiende het als je het mij vraagt.” Christina keek nog even streng maar hield dat niet vol en dus besloot ze met Melian te gaan praten over Severus zijn meest recente moordpoging. Luthien keek op naar Sirius zo goed en kwaad als het ging probeerde niet naar haar te kijken anders zou zijn masker breken en zou hij gaan lachen en dat was nu niet bepaald het goede moment. Kyle en Dane echter, kregen een volledig gedetailleerd verslag van Remus over hoe het was gegaan en barste in lachen uit.
In de privé kamer aangekomen besloten Kyle en Dane maar buiten te blijven voor Severus ineens de nijging kreeg een van hen te wurgen en gingen op zoek naar de cafetaria om wat eten te halen, voor Sirius naar binnen ging keek hij naar de twee jongens en grijnsde "Weet je, je had een spreuk kunnen gebruiken om Severus voor jullie uit te laten zweven, dan hadden jullie hem niet hoeven dragen de hele tijd." hij keek hen grijnzend aan en lachte even toen hij hun belazerde gezichten zag. "En dat meldde je niet eerder omdat?" vroeg Dane met een chagrijnig hoofd "Omdat ik het leuk vind om jullie te zien worstelen. Dat is jullie straf geweest." hij knipoogde even voor hij naar binnen liep achter de rest aan. Sirius zocht weer een plekje op in een hoek van de kamer, Remus plofte neer op een stoel, Melian nam plaats op zijn schoot en keek bezorgd toe hoe Severus nog eens keer werd onderzocht. Christina en Luthien stonden naast zijn bed. Zodra de heler was verdwenen vernauwde Sneep zijn ogen en keek naar Sirius die een wenkbrauw optrok “Wat doet hij hier?” vroeg hij op zijn normale ijzige stem waar de haat vanaf droop. Christina keek even naar Sirius en toen weer naar haar man “Herken je hem?” vroeg ze bijna hoopvol “Nee. Maar ik mag hem niet.” Remus maakte een geluid wat op een verstikte lach leeg en wist het te vermommen als een hoest hoewel hij zijn gezicht achter Melian verstopte om zijn grijns te verbergen. Sirius keek echter onbewogen door deze verklaring en bleef op zijn gemakje staan waar hij stond. “Pap, dat is Sirius. Mama’s halfbroer en mijn verloofde.” zei Luthien zachtjes. Severus keek haar lang zwijgend aan en er gleed iets van herkenning over zijn gezicht maar hij scheen nog steeds niet te kunnen plaatsen waarvan hij haar herkende.
Ze zaten een tijdje in de kamer en probeerde Severus zoveel mogelijk te vertellen, dingen die ze hadden meegemaakt en gedaan en over zichzelf en over henzelf, alles wat er mogelijk voor zou kunnen zorgen dat hij enige herinneringen terug kreeg en hen misschien ging herkennen. Tot dusver hadden ze weinig succes en Remus had besloten zijn zoons te gaan zoeken en hun eten te stelen gezien hij honger begon te krijgen. Melian was hem achterna gegaan waardoor nu alleen Sirius, Luthien en Christina nog in de kamer waren bij Severus. Severus had niet bepaald onder de indruk geweest van Melian en Remus, hij was grotendeels onverschillig geweest alleen bij Melian had hij net als bij Christina en Luthien enige blijk van herkenning vertoond maar meer ook niet. Hij staarde nu echter Christina aan en fronste even. Chris keek terug en hoopte dat hij haar zou herkennen, dat er iets bij hem begon te dagen maar in plaats daarvan gebeurde het tegenovergestelde, iets wat Christina en Severus vroeger bijna uit elkaar had gedreven en wat altijd een onzekerheids factor zou blijven hoe lang ze ook bij elkaar zouden zijn “Lily?” Chris sperde haar ogen wijd open, trok lijkwit weg en verstijfde “wat? Wie is Lily? Mam?” Luthien keek niet-begrijpend van haar moeder naar haar vader, Sirius was echter in beweging gekomen, een duistere blik op zijn gezicht en hij trok Luthien mee de gang op. “Wat is er aan de hand? Wie is Lily?” vroeg Luthien die haar arm losrukte en verward leek, wat Sirius haar niet kwalijk kon nemen. Remus kwam net teruggelopen met een koffie, hij duwde een beker in Sirius zijn handen en hield er een voor Luthien die het negeerde en Remus trok zijn wenkbrauw op “Wie is Lily , Sirius?” Remus verstijfde ook “Wat?” vroeg hij zacht en hij keek naar Sirius die zuchtte “Hij noemde Chris, Lily.” Remus bleef onbeweegelijk staan “Maar-” ineens begon er iets te dagen en hij trok een gezicht “Oh hemel.” en precies op het moment dat hij dat had gezegd kwam Christina de kamer uit stormen, rende langs hen en verdween uit het zicht. Luthien had willen volgen maar werd tegengehouden door zowel Sirius als Remus. “Ik ga wel achter haar aan.” zei Remus die de koffie neerzette en achter Christina aanschoot. Luthien was nu helemaal het spoor bijster. Sirius zuchtte diep en keek Luthien aan “Lily... Lily is de vrouw van mijn beste vriend James. Ze zijn beiden jaren geleden vermoord door Voldemort samen met hun 1 jarige zoontje Harry... Mijn peetzoon.” begon Sirius langzaam “Oh...oh mijn god die Lily?Sirius...-” Sirius schudde zijn hoofd, over James praten was nog steeds niet makkelijk, en hoewel hij Remus had en hij en Remus beste vrienden waren voelden ze beiden nog elke dag het gemis van Lily en James. “Tijdens onze schooltijd waren jouw vader en Lily heel goed bevriend. Tot ons 5de jaar waar je vader haar uitschold voor modderbloedje.” Luthien keek hem ongelovig aan “Kom op zeg Siriu-” Sirius onderbrak haar alsof ze niet eens had gesproken “Hun vriendschap was vanaf dat moment volledig verbroken en hoewel Lily verder ging met haar leven en een relatie kreeg met James in ons 7de jaar, heeft Severus het zichzelf nooit vergeven wat er is gebeurd. Ik weet de details niet wat er is gebeurd en wat er precies aan de hand was maar ik vermoed dat je vader vroeger gevoelens had voor Lily. De rest zal je aan je moeder moeten vragen al schat ik de kans klein dat je ze enige informatie geeft. Dus je zal je naar de vader toe moeten keren voor meer als hij zijn geheugen weer terug heeft.” Luthien zweeg voor een lange tijd terwijl ze hierover nadacht. Even later keek ze naar Sirius op die haar fronsend in zich opnam en ineens voorover boog en haar zoende. Luthien glimlachte even flauw voor ze terugzoende.
Toen Sirius zich terugtrok keek hij haar streng aan “Ik ben heel boos op je.” gromde hij zacht en Luthien snoof “Oh echt joh? Ik merk het.” zei ze sarcastisch en Sirius schudde zijn hoofd “Ik ben boos op je. Maar ik ben ook opgelucht dat je niets heb. Dat je uberhaupt nog leeft.” Luthien zuchtte, hier kwam het dan “Je gaat me nu zeker vertellen dat ik je de schrik van je leven heb bezorgd en dat ik mijn belofte heb verbroken en alles?” “Nee.” “Nee?” Sirius schudde zijn hoofd “Ik ga je nu vertellen dat ik nog nooit, in mijn hele leven, zelfs niet toen ik in Azkaban zat, zo bang ben geweest. Als er iets met je was gebeurd Luth-” Luthien omhelsde hem “Ik weet het. Het spijt me, maar jullie deden niets en ik moest het proberen. We hebben hem terug en dat is het belangrijkste toch?” Sirius keek haar aan “Doe me dat nooit meer aan oké?” Luthien grijnsde “Ik zal het proberen.”
Remus vond Christina ergens in een aparte lege kamer op een bed. Ze had haar benen opgetrokken en haar armen eromheen geslagen terwijl haar kin op haar knieeën rustte. Ze keek snel op toen Remus binnenkwam maar ging daarna weer verder met staren naar de muur, haar gezicht was nog nat van de tranen. Remus nam voorzichtig naast haar plaats en keek haar aan “Sirius vertelde me wat er is gebeurd.” zei hij langzaam. Christina snikte even en keek hem aan “Wat als dit altijd tussen ons in zal blijven staan? Ik weet dat Lily een goede vriendin van je was maar zij is mijn ergste nachtmerrie.” Remus glimlachte triest “Lily is er niet meer Chris... Ze staat niet tussen jullie in, Severus is zijn geheugen kwijt en god weet wat er nog meer is gebeurd daar in Malfoy Manor. Wat er vroeger is gebeurd tussen jullie is in het verleden, misschien focused hij zich nu daarop.” “Hij noemde me Lily...Remus...” Remus knikte “Hij houd van je Chris. Al weet hij dat nu misschien niet meer het is wel zo. Als dat niet zo was geweest hadden jullie allang niet meer bij elkaar geweest. Hij is niet al jaren bij je omdat hij dat zo leuk vind neem ik aan. Kijk naar wat jullie twee hebben bereikt samen. Kijk naar Luthien.” Christina was een tijdje stil terwijl ze over Remus zijn woorden nadacht en leunde toen tegen hem aan terwijl ze haar hoofd op zijn schouder legde. “Ik weet dat dit misschien een overdreven reactie is-” “Dat is het niet. Ik weet niet wat er is gebeurd waardoor je Lily als je ergste nachtmerrie ziet Chris en ik hoef het niet te weten ook-” “Hij was verliefd op haar. Zelfs na haar dood was hij nog volledig op haar geconcentreerd. Het koste ons bijna onze relatie, als hij niet bij zinnen was gekomen hadden we nooit iets gehad.” begon Christina ineens te vertellen. Remus was een lange tijd stil, nadenkend over wat hij nu moest zeggen maar wat hij ook zou zeggen, het maakte weing verschil. “Ik weet dat hij nu niet zichzelf is en dat er echt iets vreselijks gebeurd moet zijn daar waardoor dit is gekomen. Severus is veel te sterk en veel te koppig om zich zomaar klein te laten krijgen, al is het tegenover Bellatrix.” Remus knikte instemmend “Het enige wat je nu kan doen is bij hem blijven en proberen hem terug te halen.” Christina knikte en keek op naar Remus met een flauwe glimlach “Wat zou ik toch zonder je doen Remus.” zei ze lachend. Remus grijnsde “Waarschijnlijk voor eeuwig in deze kamer zitten mokken over iets waar je geen controle over heb.” Christina gniffelde “Niet alleen vandaag Remus. Je weet best wat ik bedoel.” Remus gaf haar een klein duwtje met zijn schouder “Je kan het prima zonder me af Chris.” Christina keek hem bestraffend aan “En dan durf jij me een preek te geven over Mijn onzekerheid. Schaam je Lupos.” Remus lachte toen Christina hem terugduwde en toen van het bed af sprong “Laten we terug gaan voor hij ineens zijn geheugen terug krijgt zonder dat ik erbij ben, dat vergeefd hij me nooit.” ze haakte haar arm door die van Remus en samen liepen ze terug naar de kamer van Severus. Kyle, Dane en Melian waren ondertussen ook terug en Luthien en Sirius stonden nog met elkaar te praten zo te zien volledig in hun eigen wereld.
Amber was onderweg naar het kantoor van Anderling, ze had te horen gekregen dat iedereen veilig en ongedeerd was en dat ze het voor elkaar hadden gekregen Oom Severus te redden, ze was dus behoorlijk vrolijk en opgelucht. Ze ging de hoek om en botste bijna tegen iemand op, nog voor Amber haar mond open kon doen om diegene eens te vertellen dat hij uit zijn doppen moest kijken, want wie ging er nou precies om de hoek staan treuzelen, tot ze zag tegen wie ze was opgebotst. Hij had witblond haar, een spits gezicht en grijs/blauwe doordringende ogen. Hij keek haar even nijdig aan maar zijn blik veranderde toen hij Amber zag. “Lupos.” zei hij bij wijze van een begroeting. “Malfidus.” Amber’s stem was een stuk minder ijzig en zelfverzekerd als dat ze had gehoopt, ze had Draco Malfidus nog nooit gesproken, ze had hem wel een paar keer gezien in de grote zaal of op de gang en ze had haar broers regelmatig over hem horen praten maar ze was nog nooit echt face to face met hem gekomen en ze vroeg zich af waarom niet gezien hij, in haar ogen, behoorlijk aantrekkelijk was. “Wat doe je hier?” vroeg ze maar snel om het niet op te laten vallen dat ze aan het staren was. Draco trok een wenkbrauw op “Ik wacht op mijn ouders.” hij knikte naar de Griffiers die de doorgang vormde naar het kantoor van het schoolhoofd. “Ah...” Amber was even kwijt wat ze ook alweer had willen zeggen en vernauwde haar ogen even “En wat doen jij en je ouders hier?” Draco kreeg ineens een grijns op zijn gezicht, waardoor hij nog knapper werd en ze slikte even ‘waar ben je mee bezig Am? Hij is een dooddoener!’ riep een stemmetje in haar hoofd die ze negeerde. Draco scheen na te denken over wat hij nu moest zeggen “Je hebt dus duidelijk niet alles gehoord.” mompelde hij langzaam “Wat gehoord?” “Mijn ouders en ik hebben jouw familie geholpen te ontsnappen uit ons huis.” vertelde hij droogjes alsof het oh zo’n geweldige prestatie was. Amber snoof luid “Ja hoor. Tuurlijk. Waarom zouden jullie mijn familie helpen?” gromde ze boos. Draco’s grijns werd echter breder en Amber had moeite met zich te concentreren op het boos blijven. “Vraag dat maar aan professor Anderling, ik neem aan dat je onderweg was naar haar ?” waarom bleef die knul zo rustig? Nou ja...waarom eigenlijk niet. Wat kon zij nou aanrichten tegenover hem? Een zwadderaar, ouder dan zij, en een dooddoener. Ze maakte geen schijn van kans als hij besloot dat hij zin had in een duel. “Dat heb je goed aangenomen. Dus als je me wilt excuseren, dan ga ik naar boven.” Ze wilde langs Draco heen lopen maar hij verperde haar de weg “Ik denk dat je beter even kan wachten voor mijn ouders terug zijn. Het is namelijk onbeleefd om iemands gesprek te verstoren weet je. Of hebben je ouders je dat niet geleerd?” Amber siste nijdig “Waag het niet om over mijn ouders te praten Malfidus.” Draco snoof even “Brutaal nog ook.” Dat was het. Amber trok boos haar toverstok en richtte die op Malfidus, tegelijkertijd probeerde ze een passende vloek te bedenken die, die rot grijns van zijn gezicht zou vegen. Nog voor ze een spreuk uit had gekozen gingen de griffieren uit elkaar en kwamen Lucius en Narcissa Malfidus naar buiten gelopen gevolgd door Anderling en stopte Amber snel haar toverstok weg voor ze een preek zou krijgen van Anderling. Ze keek Draco nog een keer nijdig aan voor ze zich een weg langs hem heen baande met daarbij het nodige geduw. Lucius en Narcissa gingen opzij voor Amber die achter Anderling ging staan en Draco in de gaten hield die nu geen schampere grijns op zijn gezicht meer had. Mooi. Maar toen ze zijn blik zag ebde haar woede snel weg, hij leek wel bang. Bang voor wat Anderling zou zeggen misschien? Ze schudde haar hoofd even. Wat maakte het ook uit ? Van haar part konden ze rotten in Azkaban. Maar ergens zei een stemmetje in haar hoofd dat ze dat helemaal niet wilde en dat ze Draco knap vond en dat hij ergens een kwetsbaarheid en onzekerheid uitstraalde die bij haar medelijden opwekte. “Bedankt Minerva.” zei Narcissa die een hand op Draco’s schouder legde. “Alastor en Romeo staan buiten te wachten. Ze zullen jullie naar een onderdakshuis brengen waar jullie veilig zijn voor nu. We bespreken later wat er verder gaat gebeuren.” zei Anderling kalm. Ze was even beheersd als altijd alleen waren haar lippen samengeperst tot een dunne streep, iets wat ze altijd deed als ze het ergens niet mee eens was of haar echte gedachtes niet uit wilde spreken en moeite moest doen om haar mond te houden. Lucius knikte en hij, zijn vrouw en zoon vertrokken. Amber keek op naar Anderling die zich had omgedraaid en ook haar aankeek “Waar ging dat allemaal over?” vroeg Amber nieuwsgierig. Anderling glimlachte enkel wrang en wenkte dat Amber haar moest volgen.
Ze liepen zwijgend naar het kantoor toe waar Anderling plaats nam op de stoel van het schoolhoofd achter haar bureau, Amber nam aan de andere kant plaats en begon nerveus te worden van de stilte en ernst die Anderling uitstraalde. Toen ze zaten begon Anderling te vertellen wat er precies was gebeurd in Malfoy Manor en hoe Severus er echt aan toe was en Amber jammerde even zacht. “Wat hebben ze met hem gedaan?” vroeg ze langzaam. Anderling zuchtte even diep “Dat weten we niet. Lucius en Narcissa konden ons niet veel vertellen. Bellatrix heeft verschillende vervloekingen gebruikt en verschillende manieren geprobeerd om informatie uit Severus te krijgen. Hij heeft echter niets losgelaten. We weten alleen dat ze regelmatig de Cruciatus vloek heeft gebruikt en halucinatie bezweringen en zelfs boemannen heeft gebruikt.” Amber trok wit weg, wie weet wat Severus had gezien tijdens die halucinaties en de boeman aanvallen. “Je vader heeft aan mij gevraagd of ik je naar het St. Holisto kon sturen mocht je dat willen. Ze zullen in elk geval vanavond nog bij Severus blijven. Kies je ervoor om hier op Zweinstein te blijven dan zullen je broers terug komen.” Amber dacht even snel aan Chanelle, Anna, Selene en Revius die nog van niets wisten en ze voelde zich meteen schuldig dat ze hun vrienden en de vriendinnen van haar broers niet op de hoogte had gebracht. “Ik blijf wel op Zweinstein. Kyle en Dane kunnen dan mooi even vertellen waar ze mee bezig dachten te zijn en dan kunnen Selene en Anna hun mooi even een preek geven.” Anderling glimlachte “Ik denk dat je vader daar al voor heeft gezorgd.” Amber kon zich niet voorstellen dat haar vader echt boos was geworden op haar broers maar aan de andere kant... Hij had wel behoorlijk in de stress gezeten en hij en Sirius waren zonder veel omhaal verdwenen om ze te redden. Amber keek naar Anderling “Ik blijf hier.” Anderling knikte “Goed. Ga op zoek naar je vrienden, je broers zullen je wel vinden neem ik aan.” ja als ze dat niet zouden doen zouden ze nogal stom zijn. Kyle heeft de sluipwegwijzer. Niet dat ze dat hardop zei, Remus had nooit iets over de kaart verteld aan de andere docenten en Amber zou dat ook niet doen, de kans dat Anderling hem in zou nemen om te voorkomen dat nachtelijke wandelingen zouden gaan maken was natuurlijk groot en ze wilde hun uitstapjes niet verliezen. Vooral Kyle en Dane niet die beiden nog wel eens s’nachts verdwenen uit de leerlingenkamer en hun vriendinnen waren dan op mysterieuze wijze ook spoorloos. Amber wilde daar absoluut niet aan denken en dacht aan andere dingen zoals Severus die getraumatiseerd en volledig in de kreukels in het St. Holisto lag, aan haar vader die doodsangsten uit had moeten staan net als haar moeder en aan Luthien die nu waarschijnlijk ook bezorgd en gestresst was en haar vrienden nodig zou hebben. Ze kwam overeind , nam afscheid van Anderling en ging op zoek naar de groep. Het was tegen het middag uur, haar broers en ouders waren het grootste gedeelte van de nacht weg geweest terwijl zij op de ziekenzaal onder streng toezicht van Madame Plijster af had zitten wachten. Haar eerste stop was de grote zaal, misschien waren ze daar wel voor een vroege lunch.
Geniaal hoofdstuk Vooral dat stukje met Smalhart/Snape. Benieuwd naar het volgende hoofdstuk ^^