Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Stand Alones » 26~De bloemenkrans {Schrijfuitdaging Februari}
Stand Alones
26~De bloemenkrans {Schrijfuitdaging Februari}
Het is warm die dag. De zon schijnt volop en geen enkel plukje wit is aan de hemel te zien. Het water kabbelt rustig over de stenen in de rivier en zijn vingers jeuken om te tekenen. De jongen glimlacht en ritst het kleine etuitje open. De kleine, gouden lettertjes op de potloden glinsteren in het zonlicht, lijken wel licht te geven. De jongen laat zijn vingers voorzichtig over het gladde hout glijden, waarna hij ze rond het groengekleurde potlood klemt. Zodra de punt het papier raakt, lijkt het alsof zijn handen een eigen wil hebben. Streep voor streep bouwt hij de kleur op, totdat het een vorm heeft, iets representeert. Het oog staart hem aan en hij glimlacht licht. Zo bouwt hij ook het andere oog op, mengt er nog wat blauw, zwart en wit bij en dan staren twee ogen hem aan. De ogen die hij maar al te goed kent, de ogen die hij elke dag heeft bestudeert en nu zijn schetsboek vullen. Soms zijn de getekende ogen vergezeld door bruine strepen, krullend aan het eind. Al deze strepen vormen samen een volle haarbos, een haarbos waar de jongen ongelofelijk graag zijn handen doorheen zou willen halen. Met de rug van zijn hand schuift hij zijn bril omhoog en knippert dan tegen het zonlicht.
‘Wat doe jeeee?’ klinkt er dan. Van schrik laat de jongen zijn potlood vallen. Hij kijkt toe hoe het potlood de heuvel af begint te rollen, maar dan wordt gestopt door een kleine hand.
‘Hier.’ Diezelfde hand overhandigt hem het potlood weer terug en de jongen glimlacht dankbaar.
‘Zayn, toch?’ vraagt de ander. Zayn knikt en kijkt dan eindelijk op. Twee groene ogen staren terug.
‘En jij bent?’ Zayn weet allang wie het is, maar wilt de naam van zijn tong horen rollen.
‘Harry.’
‘Hallo, Harry.’ Harry glimlacht en steekt zeven vingers op.
‘Ik ben al zeven. Hoe oud ben jij?’ Vervolgens zakt hij in kleermakerszit naast Zayn op de grond. Zayn steekt trots zijn borst vooruit.
‘Ik ben negen. Dat is ouder.’ Harry knikt en Zayn kijkt toe hoe een bruine krul voor de ogen van de jongen valt. Hij strekt zijn hand uit en veegt de pluk weg. Harry kijkt op en glimlacht.
‘Wat doe je?’ vraagt hij dan nogmaals. Zayn knippert even, kijkt dan naar zijn schetsboek en klapt het dicht.
‘Niks. Mag ik je haar aanraken?’ Harry grinnikt en Zayn glimlacht.
‘Waarom?’ Zayn haalt alleen maar zijn schouders op en Harry schuift dichterbij. Zayn neemt dit als zijn teken dat hij toestemming heeft en steekt beide handen uit.
Voorzichtig geeft hij een klopje op het hoofd van de jongen.
‘Het voelt zacht.’ Dan beweegt hij zijn hand rustig naar beneden, strijkt over het bruine, krullende haar. Harry giechelt.
‘Dat kietelt.’ Zayn trekt zijn handen weg.
‘Sorry.’ De jongere jongen pakt zijn handen weer en Zayn ziet hoe Harry’s huidskleur fel afsteekt bij zijn eigen, getinte kleur. Vervolgens brengt Harry Zayns handen weer naar zijn haar.
‘Je mag doorgaan hoor.’ Zayn glimlacht en draait een lok rond zijn vinger. Harry plukt ondertussen wat bloemetjes die rond de jongens groeien. Zayn laat de pluk voorzichtig los, kijkt toe hoe het terugspringt zodat het weer tussen de andere haren valt. Hij lacht, doet het nogmaals. Dan trekt hij zijn handen weer terug en friemelt wat met zijn shirt.
‘Wat doe je?’ vraagt hij dan aan Harry. Hij kijkt toe hoe de jongen de bloemetjes met elkaar verweeft.
‘Ik maak een bloemenkrans. Dat heeft mijn zus me geleerd. Ze is dertien.’
‘Dat is oud,’ zegt Zayn. Harry knikt en zijn wenkbrauwen trekken samen als hij er nog een bloemetje aan toe voegt.
‘Harry!’ klinkt er later. De jongens kijken elkaar aan.
‘Je moeder roept je.’ Harry knikt en houdt de bloemenkrans op.
‘Net op tijd klaar.’ Dan brengt hij de krans richting Zayns hoofd.
‘Wat doe je?’ vraagt de getinte jongen. Hij schuift wat naar achteren en Harry pruilt.
‘Ik wilde je deze krans geven.’
‘Oh.’ Het is even stil tussen de twee en Zayn schuift weer terug. Harry glimlacht breed en plaatst de krans op het hoofd van Zayn.
‘Mooi,’ zegt hij dan.
‘Harry!’ De jongen kijkt op, knijpt zijn ogen samen tegen de zon en kijkt naar het westen.
‘Ik moet gaan.’ Hij krabbelt overeind en schuifelt wat met zijn voeten. Dan buigt hij zich snel naar voren en plaatst een kus op Zayns wang.
‘Dag, Zayn,’ zegt hij, ‘tot de volgende keer.’ Vervolgens kijkt Zayn toe hoe de jongen zich omdraait en weghuppelt. Zodra de jongen uit het zich is verdwenen, pakt Zayn weer een potlood op en zet enkele strepen op het papier. Een bloemenkrans siert nu de getekende krullen.
Ahw!!!
Dit is zo lief geschreven!
Heel beeldend!
Oh het doet me helemaal verlangen naar het voorjaar!!
Prachtig gedaan!