Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » I've Come To Burn Your Kingdom Down » x.
I've Come To Burn Your Kingdom Down
x.
Om verschillende redenen wou Harry dat het nog lang geen kerstvakantie zou worden en precies daarom vloog de tijd zo snel. De dagen na die ene zaterdag regen zich naadloos aan elkaar tot weken. Eerst was er Halloween, waarvan Harry zo goed als geen herinneringen meer had de dag nadien, en toen werd oktober november: gedaan met de namiddagen dat het nog een beetje zonnig was, nu werden ze steevast met ijzige vlagen wind begroet elke keer ze buiten kwamen. Professoren schroefden de druk op met hun praatjes over de essays die in december klaar moesten zijn of de examens die ze in januari af moesten leggen. Vaker en vaker spendeerden Ron en Harry hun vrije uurtjes in de bibliotheek, zwoegend aan huiswerk.
Dat was reden nummer een: hij stond hopeloos achter met zijn schoolwerk. En nu miste hij ook nog eens frequent lessen omdat hij nog op bed zijn roes lag uit te slapen of met een griepje in zijn kamer moest blijven.
Reden nummer twee: hij voelde zich thuis bij de Griffoendors, had zich nog nooit zo intens gelukkig gevoeld als tijdens de kleine momenten waaruit bleek dat ze hem mochten: Hermelien die soep voor hem maakte toen hij ziek was, Parvati en Belinda die met hem meeliepen naar de vakken die ze samen hadden, Olivier die hem uitnodigde hun trainingen van Zwerkbal bij te wonen omdat hij wel eens mee mocht spelen zodra zijn gips eraf was. Een hele tijd zonder hen doorbrengen leek plots ondraaglijk saai.
Elk weekend bracht hij steeds minder tijd door thuis, met zijn ouders en zijn zusje. En hoewel hij dat zelf niet erg vond, dachten zij daar anders over. Vooral zijn nam hem dat heel erg kwalijk.
Dus, omdat haar verjaardag eraan zat te komen, bedacht hij het allerbeste cadeautje ooit waardoor ze onmogelijk kwaad op hem kon blijven.
Twee dagen voor het verjaardagsfeestje sprak hij af om met zijn moeder de stad in te gaan. Hij haalde haar op aan het ziekenhuis, waar ze een half uur vertraging opliepen door Tops die Harry ook nog eens wou zien, voor ze de bus namen naar een ander deel van Zweinsveld, daar waar de dierenwinkel ook was.
“En je kan hem tot zondagochtend op je kamer houden?”
“Uhuh. Niemand mag het weten, maar van Plank en de Hydra mag het, en Ron is niet allergisch.”
Lily lachte zachtjes. “Begin jij nu ook al met al die namen.”
“Oh. Sorry mam. Plank is Olivier, de president van Griffoendor. Hij heet zo omdat hij écht niet kan dansen. En de Hydra zijn drie meisjes die altijd bij elkaar zijn.”
Ze streek haar donkerrode haren achter haar oor en keek naar haar zoon, schonk hem een glimlach. “Je hebt je plekje gevonden, hè?”
“Ja, ik denk ’t wel.” Het gelukzalige gevoel warmde zijn vingers tegen de kou. “En heb ik je al over Cresh verteld?”
“Cresh?”
“Hermelien. Cresh van crescendo. Ze is namelijk nogal luid, maar ook heel erg tof. Je weet wie Viktor is, toch? Van in Peters winkel? Dat is haar vriend.”
“Die jongen die vorige week vertrokken is naar Manchester?”
“Wat?” Harry stond abrupt stil en keek naar zijn moeder. Was Viktor vertrokken? Daar had niemand hem wat van gezegd – niet Peter, niet Hermelien, en niet Viktor zelf. Hij wist niet wat hij daarvan moest denken, maar het deed hem plots weer onbelangrijk voelen, alsof ze hem niet genoeg mochten om het hem te vertellen.
Hoeveel weekenden had hij wel niet met Viktor gewerkt?
“Kop op, Harry. Hij zal het je vast vergeten vertellen zijn in de drukte die erbij komt kijken, hij mocht je altijd heel graag.”
“Vast.” Hij sloeg de deur van de winkel net iets te hard achter zich dicht, de bel klingelde luid.
De uitdrukking van wantrouwen smolt toen het meisje achter de kassa hem zag. Hij was er in het begin van de week al eens geweest om te informeren naar de status van de honden: waren ze ingeënt, zouden ze geen dingen kapot knagen of in het huis pissen – ze bleken goed getraind te zijn.
En zijn ogen waren gevallen op een pluizige hond, roetzwart met een wit buikje en een bruine vlek over zijn rechteroog. De berner sennenpuppy keek hem met grote ogen aan toen hij naar de kooi liep en het sprong tegen de spijlen op, probeerde zijn vingers te likken. “Is die goed, mam? Ze worden aardig groot.”
Lily glimlachte en kroelde het beestje achter de oren. “Hij is zo schattig. En we hebben er de tuin voor. Ik vind het goed.”
Een uur later zat Harry op zijn bed en lag het hondje in zijn schoot te slapen.
Hij had moeten weten dat hij het niet geheim had kunnen houden. Hij stond om zes uur op om de puppy uit te laten voor al te veel mensen wakker werden en het zouden kunnen zien, maar het was máár zes uur op een zaterdag, dus natuurlijk waren er nog mensen wakker toen hij met het hondje in zijn arm de hal instapte, pal in Freds blikveld.
Fred, George en Leo zaten nog in de woonkamer.
“Wat een beest ben je toch,” grinnikte George voor hij het dier uit Harry’s greep plukte en het in zijn armen wiegde als een kind. “Mogen we je hond trucjes leren?”
“Die is niet voor mij. Morgen gaat hij naar m’n zusje.” Zelfs als hij niet één arm in het gips had gehad, had hij de tweeling en hun ‘broeder van een andere moeder’ nooit te slim af kunnen zijn. De puppy leek het allemaal leuk te vinden. Zijn staart en poten wiebelden vrolijk heen en weer en—oh ja.
De hond was al een hele tijd niet meer buiten geweest en het rondzwieren deed hem geen goed: de geur van urine rees heel plots maar sterk op en Leo, die hem op dat moment vast had gehad, hield het beest plots van zich af, zodat de straal ook de tweeling raakte.
“Gadverdamme!” riepen ze uit en Harry grinnikte.
“Ik zal ‘m maar even uitlaten, wat denken jullie?”
Met leiband om en een strik om zijn buik gaf hij Grace haar cadeautje de volgende dag. Ze sprong haast een gat door het plafond toen ze hem zag en had prompt geen aandacht meer voor alles om haar heen, inclusief de ijstaart die stond te smelten onder de kaarsjes.
“Zijn naam is Ninja!” zei ze en knuffelde hem tegen haar borst, streelde zijn kopje en haalde haar vingers door zijn zachte vacht. “Is hij echt helemaal van mij, Harry?”
“Helemaal van jou. Dus je moet hem elke dag eten geven en met hem gaan wandelen, oké?”
“Hij wordt de allercoolste hond van de hele wijde wereld! Maaaam, mag hij mee naar school met mij?”
“Nee, dat mag hij niet, liefje. Maar wanneer jij op school bent, kan papa op hem letten. Is dat ook goed?”
James grinnikte. “Ik heb een hele boel ervaring met honden,” en daarbij keek hij zo uitdrukkelijk naar Sirius dat ze allemaal in lachen uitbarstten.
Sirius verjaardag was vier dagen later. Waar Grace’s feestje heel begrijpelijk alcoholvrij was geweest, was die van Sirius heel begrijpelijk níet alcoholvrij. Harry had Ron mee mogen nemen en de twee jongens zaten dus op donderdagavond bij Sirius aan tafel drankspelletjes te spelen tegen James en Sirius. Peter hield de score bij en Remus deed alsof het hem niet uitmaakte dat twee achttienjarigen een stel volwassenen probeerde bij te houden.
“Hé Sluipvoet, wat zit je scheef te mikken, jongen,” brulde James, die een ping pong bal perfect in een beker wist te krijgen. Elke keer zijn vader scoorde, moest Harry drinken en andersom. Ron en Sirius waren ook zo gepaard, maar Sirius miste nogal vaak, waardoor Ron nog het helderste was van allemaal, iets waaraan hij niet gewoon was.
Harry had al zoveel op dat alles een beetje draaide.
“Ik heb jou nog nooit zo goed zien spelen, Gaffel,” bromde Sirius, al zag hij er verder opperst vrolijk uit. “Jij wilt gewoon die jongen van jou dronken krijgen.”
“En wat dan nog? ‘k Heb jaren op dit moment gewacht.”
Daarbij werd Harry in een knuffel getrokken. Zijn heup stootte tegen de tafel en de bekers bier kieperden om, Sirius knielde om het drankje op te slurpen voor het over de rand kon druipen, en knokkels raspten over zijn hoofd toen hij met zijn wang tegen het shirt van zijn vader kleefde. “Je bent steeds meer op mij te lijken. Ik vind het echt… echt heel tof, Harry.”
“Pap, doe niet zo sentimenteel,” grapte Harry, want als hij er geen grappen over zou maken, zou er iets van paniek in zijn maag borrelen bij de gedachte dat hij een even arrogante, regel overtredende student als James Potter zou worden.
“Waarom heeft niemand mij verteld dat Viktor weg is?” Harry zat in Sirius’ achtertuin ondanks de kou, samen met Peter en Remus. De eerste had een sigaret opgestoken en de tweede wilde even wat ademruimte, weg van zijn twee uitbundigste vrienden. Die leken weer twintig jaar oud en haalden stunten uit onder invloed van de drank.
Peter zuchtte de rook uit. “Hij wist niet hoe hij het jullie moest zeggen.”
“Jullie? Wat bedoel- nee.” Zijn ogen werden groot. “Nee, je kan me niet vertellen dat hij het haar niet verteld heeft!”
“Jammer genoeg wel. Ik keur het niet goed, maar het was mijn plaats niet hem te dwingen.”
“Dus Hermelien weet niet dat hij weg is? Serieus?”
Peter drukte een hand tegen zijn voorhoofd en masseerde zijn frons weg. De peuk bleef tussen zijn vingers branden. “Ondertussen wel. Ze is in de winkel geweest om me te vragen of het waar is. Ze was trots op hem dat hij het tot de reserveploeg van Manchester geschopt heeft, maar verder was ze heel teleurgesteld, wat te verwachten is.”
Arme Hermelien. Hij haalde zijn gsm boven met vingers die trilden van de kou en probeerde een sms samen te stellen. Maar wat moest hij haar vertellen? Dat hij wel een idee had hoe hij zich voelde, dat hij ook geen afscheid had kunnen nemen, dat hij hem ook zou missen maar dat hij eveneens kwaad was om hoe laf hij was? Zou zij zich daar beter door voelen?
Hij was niet in een relatie met hem geweest voor wie weet hoe lang. Zij wel. Kon hij zijn gevoelens überhaupt vergelijken met die van haar?
Na veel verschillende versies getypt en verwijderd te hebben, besloot hij het kort te houden:
[Aan: Cresh – 01:43]
[Ik ben er voor je als je een luisterend oor nodig hebt.]
Pas de volgende ochtend kreeg hij daar een antwoord op:
[Van: Cresh – 09:15]
[Dobby @10?]
En hoewel het ondertussen een haast heilige traditie was om op vrijdag na Filosofie op de kamer spelletjes te spelen, vertelde hij die vrijdag aan Ron dat er iets tussengekomen was.
Was breien een slecht teken? Toen hij de theezaak inwandelde, was Hermelien heftig met breinaalden in de weer, een bol rode wol in haar schoot en een lap van breisteken over haar polsen. Na zijn thee besteld te hebben, ging hij tegenover haar zitten en tikte voorzichtig tegen haar knie.
Haar ogen stonden helder maar afgesloten, geen enkele emotie viel erin te lezen. Daar was hij sowieso al niet goed in geweest, maar het meisje voor hem was altijd heel expressief geweest. Wanneer ze blij was, straalde haar hele gezicht het uit. En de paar keren dat hij haar woedend had gezien, had de aanblik van haar donkerbruine ogen hem in elkaar doen krimpen.
“Tegen mij heeft hij ook niets gezegd.”
Tegen alle verwachtingen in glimlachte ze plots. “Ik ben blij dat te horen.”
“Huh?”
Ze legde haar breinaalden weg en leunde voorover om haar vingers om die van hem te leggen. “Wij zijn vrienden, toch?”
“Ja. Ja, dat dacht- dat denk ik wel.”
“Ik dacht dat je het wist en dat je het mij niet had verteld. Er zijn niet veel jongens zoals jij op deze school, Harry, mocht je het nog niet gemerkt hebben. Ik dacht even dat je je eerlijkheid verloren was.”
Harry voelde de bevestiging van hun vriendschap als een warmte in zijn buik.
Er gebeurde tenminste nog een goed ding toen het, tegen al zijn hoop en verwensingen in, toch december werd: zijn gips mocht eraf.
Reacties:
Harry is zo een schatje. Haha.
Hij denkt zelf dat hij op James lijkt, maar ik bem het niet met hem eens. Nope. He is way more sweet.
Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar de "slechterikken"
dus ik hoop dat dat snel komt. Als het komt ^^
AWW, Harry! Dat is zo cute. En wat een leuke naam.
En gosh, arme Cresh. Ik vind hun vriendschap echt geweldig, though. En ik vind de bijnamen allemaal zo leuk, haha.
<3
Harry is wel een hele lieve broer. Zo maar een hond geven aan je kleine zusje toe maar. Ninja is overigens wel een toffe naam.
Ik hoop maar dat Harry zich door de december maand weet te slaan. En dat zijn gips er af mag is een mooi vooruitzicht.
Oké what the actual fuck. Maar nu is er wel ruimte voor Ron/Hermelien. :3