Hoofdcategorieën
Home » De Kronieken van Narnia » A place called Narnia, You Said? » Horses and Eagles
A place called Narnia, You Said?
Horses and Eagles
Als ik een minuutje of drie gelopen heb, zie ik dat het fakkellicht zich vermengt met een lichter, blauwer licht. De lucht. Ik haast me naar de uitgang waar ik uitzicht krijg op een enorm grasveld en daarachter een woud and zich zo blijkt nog enkele hectaren over het land geslingerd heeft. Het geeft een bijna spookachtig zicht met een arend die grote cirkels rondvliegt in de donkergrijze lucht en af en toe ontstemde kreten slaakt.
Ik voel dat er spanning in de lucht hangt. Iedereen is zo alert dat je er bijna een stukje uit kan snijden. Hoewel de vogels en de wind hun normale geluiden maken lijkt alles extreem stil. Alsof de vogels fluiten, maar ze geen vrolijke liederen zingen, zoals normaal, maar een stille klaagzang. Alsof de wind niet voor zichzelf spreekt maar de verontwaardiging van de overledenen met zich meedraagt en aan mijn haren trekt om mijn attentie.
Mijn hart slaat sneller dan normaal en mijn adem lijkt in mijn longen te bevriezen ondanks het niet eens zo koud is. Het bos wil me iets duidelijk maken maar ik begrijp het niet. De angst maakt me doof en blind en mijn hersenen zijn als verlamd. Bijna ren ik terug naar binnen, tot iets zich op de bosrand voortbeweegt mijn aandacht naar zich toe trekt.
Ik knijp mijn ogen tot spleetjes in de hoop het ding te kunnen identificeren. IJdele hoop, het is te ver weg. Mijn nieuwsgierigheid is wel gewekt en kriebelt meer dan de drang om de berg weer binnen te crossen. Ik aarzel even maar besluit dan toch om een kijkje te gaan nemen.
Voorzichtig en uit reflex lichtelijk gebogen sluip ik over het veld. Het duurt een tijdje eer ik de bosrand bereikt heb, mede doordat ik het gevoel heb dat ik niet gezien mag worden. Hoe dichter ik bij het wezen kom, hoe trager ik vooruit ga en hoe meer ik let op waar ik mijn voeten zet op geen argwaan te wekken. Het is intussen zachtjes beginnen regenen en de vogels zijn opgehouden met zingen.
Ik ben nu dicht genoeg om te zien dat de figuur een paard is. Een enorm paard, om precies te zijn. Het dier is minstens twintig centimeter groter dat het grootste paard dat ik ooit gezien heb. Zijn vacht is zo donkerbruin dat het bijna zwart lijkt, maar dat zal ook liggen aan de donkere lucht en het feit dat we in een bos staan met een zeer dicht bladerdek. Ik bemerk een maanvormig plekje ik zijn hals en een litteken er naast, alsof iemand daar ooit met een mes gesneden een rondje heeft uitgesneden, de wonde geheeld is maar dat er nooit terug haar op gegroeid is.
Even voel ik medelijden maar dat gevoel maakt snel plaats voor andere. Langs de ene kant ben ik opgelucht dat het niks gevaarlijker is en langs de andere kant nieuwsgierig, hoe een paard hier vrij rond kan lopen. Voorzichtig sluip ik dichter bij.
‘ Je kan gewoon lopen, hoor, ik ben niet bang voor je,’ zegt iemand op een droge manier. Ik slaak een hoog kreetje en duik de struiken in. ‘Mensen,’ mompelt de stem geïrriteerd. ‘Kom er maar uit,’ hoor ik en iets dat zich verplaatst. Ik reageer niet en blijf tussen de struiken zitten,hoewel diens venijnige stekels kleine gaatjes in mijn huid boren. Langzaam begint er iets bij me te dagen. De stem zij ‘mensen’ op een vrij sarcastische manier. Dus de eigenaar zal waarschijnlijk geen mens zijn. Zou dat paard…?
Nou ja, ik ben al sprekende dassen en muizen tegen gekomen dus waarom geen paarden? ‘Paard?’ piep ik zachtjes. ‘Ja,’ hinnikt het dier. Snel kruip ik van onder de struiken vandaan. Het is intussen zo hard beginnen regenen dat ik de Aslanberg niet meer kan zien en ook niks meer kan horen, doordat regeldruppels zo groot als kogels tegen de bladeren van de bomen roffelen.
‘Wat regent het hard, hé’ zeg ik na een korte stilte. Hoewel ik het paard nog geen minuut ken, voel ik me erg op mijn gemak in zijn buurt. ‘Ja,’ zegt het paard stilletjes zodat ik hem bijna niet versta, terwijl hij in de verte tuurt. ‘Wat is je naam?’
Reacties:
Alsof de wind niet voor zichzelf spreekt maar de verontwaardiging van de overledenen met zich meedraagt en aan mijn haren trekt om mijn attentie.WHAA die vind ik goed!!
Mwwwhaaa,, ik wil dan mijn paard kan praten ,, hiih,, hoewel het me dan wel af en toe zou uitschelden omdat ik haar uit de wei haal