Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » A-Team » A second chance » A second chance

A second chance

23 juli 2015 - 0:31

1391

0

341



A second chance

In A second chance staan ex-bendeleider Mitch Jones en Ingrid Milano van de Militaire Politie, en inmiddels weduwe van kolonel Decker, 15 jaar later opnieuw oog in oog met elkaar. Wat gaat zegevieren: wraak of hartstocht?

Ingrid zit in de woonkamer te lezen als de bel gaat. Enigszins geïrriteerd, omdat ze gestoord wordt in een spannende passage, legt ze het boek neer en loopt zuchtend naar de voordeur. Ze verwacht geen bezoek en doet ongeïnteresseerd open met het voornemen niemand de kans te geven haar vrije avond te verpesten.
Een man met lang donker maar grijzend haar, een lange zwarte motorjas en een helm in zijn hand staat onder aan de stoep. Zijn trekken komen haar bekend voor. Fronsend vraagt ze zich af waar ze hem dan van kent. De man peilt haar op zijn eigen manier.
“Sergeant Milano?”
Ingrid zet grote ogen op. Zijn stem brengt een schok in haar teweeg.
“Jones?”
Voor haar staat de leider van de Octopusbende die Roderick, Crane en zij jaren geleden, samen met het A-Team, hebben opgepakt. Na haar eerste verbazing zet ze onbewust een stap achteruit, zodat ze de deur kan dichtgooien als hij haar kwaad wil doen. Hoe wist hij haar in hemelsnaam te vinden? Ze had er niet bij stil gestaan dat Jones al vrij zou kunnen zijn. Beelden van de gevangenis, vooral van de vechtpartij tussen Roderick en Jones, komen terug boven. Maar ook van het moment dat zij hem, Jones, naast de cel van Lucy gewond en ziek in haar armen hield. Ingrid voelt hoe ze begint te blozen om haar dwaze acties van toen.
“Hoe is het met je?”
Ingrid kijkt in een paar oprecht belangstellende ogen en dat raakt haar meer dan ze zou willen. Ze slikt een keer en probeert zo neutraal mogelijk te antwoorden.
“Goed.”
Jones zwijgt en kijkt Ingrid rustig aan.
“Wat kom je doen? Wraak nemen op Roderick? Me alsnog versieren?”
Ingrid reageert gepikeerd, omdat ze van slag raakt door de kalmte die hij uitstraalt. De woorden die hij indertijd bij het verlaten van de rechtszaal naar Roderick riep, echoën opeens weer door haar hoofd.
“Of ons trouwboekje controleren op echtheid?”
Jones monstert haar en lijkt daarbij dwars door haar heen te kijken.
“Kun je het aan, alleen?”
Ingrid voelt hoe ze verstrakt.
“Hoe bedoel je?”
Ze beseft dat ook die woorden te vinnig klonken. Jones haalt een stuk krantenpapier uit zijn binnenzak. Eerst leest hij het zelf en reikt het dan aan. Aarzelend pakt Ingrid het aan. Ze schrikt als ze het overlijdensbericht van Roderick ziet. Terwijl ze de overbekende tekst, die ze zelf heeft opgesteld, leest, vullen haar ogen zich met tranen. Met gebogen hoofd vouwt ze het krantenknipsel op en geeft het afgewend en met trillende handen terug.
“Hoe kom je daar aan?” vraagt ze met verstikte stem.
Jones ogen vernauwen zich.
“Ik zie dat je nog steeds in rouw bent en zal je met rust laten. Het spijt me dat ik je heb lastig gevallen.”
Hij knikt geruststellend en draait zich dan om.
Ingrid leest teleurstelling in zijn blik, maar ook nog iets anders. Bezorgdheid? Heeft hij dit bezoek uitgesteld omdat hij haar de tijd wilde geven om te rouwen om Roderick? Hoe lang is Jones dan al uit de gevangenis? In een paar seconden rekent ze uit dat hij vervroegd vrij moet zijn gekomen, want voor een voortvluchtige gedraagt hij zich te rustig.
De ex-bendeleider is al bij het tuinhek en trekt het open.
“Jones?”
Hij loopt de tuin uit en begint zijn motor vertrekklaar te maken. Ingrid daalt de stoep af.
“Jones!”
Nu kijkt hij op en laat zijn motor los. Rustig wacht hij af wat er komen gaat.
“Het spijt me dat ik zo bot reageer. Je overvalt me nogal. Kom even binnen, dan kunnen we een praatje maken. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe het met jou gaat.”
Ingrid houdt het tuinhek open en laat hem binnen. Zwijgend lopen ze naast elkaar naar de voordeur. Ze wijst hem de garderobe, waar hij zijn jas en helm achterlaat. In de woonkamer vraagt ze of hij koffie lust en laat hem daar achter. In de keuken breken de emoties in volle hevigheid los, waardoor ze haar handen door een waas van tranen ziet handelen, routinematig. Ze dacht dat het een beetje beter ging, dat ze aan het gemis van Roderick begon te wennen, maar niets blijkt minder waar. De herinnering aan de eerste missie aan Rodericks zijde, aan het moment dat ze hem bijna kwijtraakte door een kogel van de Octopusbende, roepen haar verdriet weer in volle hevigheid op. Het apparaat voor haar pruttelt zachtjes en de geur van verse koffie vult de ruimte. Ingrid steunt met beide handen op de rand van het aanrecht, heldhaftig probeert ze geluidloos te huilen.
Jones verbaast zich erover dat zijn gastvrouw lang wegblijft en besluit haar te gaan zoeken. Zijn neus wijst hem de weg naar de keuken, waar hij Ingrid heftig snikkend aantreft. In de deuropening blijft hij een moment staan kijken. Wat moet hij doen? Hij wil haar troosten, maar is in feite een vreemde voor haar! Het is duidelijk dat Ingrid gelukkig is geweest met kolonel Decker, ondanks zijn jaloerse aard en vreemde acties. Het is lang geleden, maar in gedachte ziet hij Ingrid weer huilen op het plein van de gevangenis. Decker en zij maakten ruzie over hem.
Om haar niet te laten schrikken klopt hij zacht op de keukendeur.
“Ingrid?”
“Ik dacht…dat het nu wel…minder zou worden… maar… nu ik jou zie…ik mis hem… weer zo erg, ” brengt Ingrid hakkelend uit.
Ze praat tegen hem alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat hij daar staat. Jones komt stapje voor stapje dichterbij. Zal hij haar durven aanraken? Hij wil haar niet bang maken of boos. Hij besluit naast haar te gaan staan. Heel voorzichtig legt hij een hand op haar arm.
“Jullie zijn echt gelukkig geweest met elkaar, hè?!”
Ingrid knikt en zucht een keer diep. Met haar mouwen droogt ze haar tranen. Jones reikt haar een stuk keukenrol aan. Met een flauwe glimlach pakt ze het aan.
“Ben je daarvoor gekomen? Om me dat te vragen?”
Pas als ze hem aankijkt antwoordt hij.
“Min of meer.”
Er valt een korte stilte.
“Zoals ik vroeger Lucy in gedachten hield om houvast te hebben bij het herstellen van mijn operaties, zo ben ik jou, jullie, nooit vergeten toen ik in de gevangenis zat.”
Ingrid realiseert zich dat ze hier heen ging voor koffie en vraagt hoe Jones hem wil drinken. Hij gaat aan de keukentafel zitten en even later volgt Ingrid zijn voorbeeld. Een poosje drinken ze zwijgend hun hete koffie, waarna Ingrid wil weten hoe lang hij al vrij is.
“Een dik jaar. Ik kreeg strafvermindering wegens goed werk leveren in de fabriek. Ik heb het één en ander ontwikkeld tijdens een project.”
“Lukte het werken met je rug? En met je been?”
Jones knikt en zet zijn beker op tafel.
“Ze hebben me van alles en nog wat laten uitproberen. Net zo lang tot ik een paar soorten werk had die ik afwisselend kon doen. Als m’n rug niet wou, kon ik het één doen, als m’n been niet wou, het ander.”
“En wat doe je nu?”
Jones grijnst en trekt een wenkbrauw op.
“Dat geloof je nooit.”
Ingrid kijkt hem onderzoekend aan terwijl ze in haar koffie roert. Hij zal toch niet weer met papier aan de slag zijn gegaan? De ex-meester-vervalser? Er groeit een glimlach op haar gezicht bij de herinnering.
“Ik heb een vermoeden. Zeg het maar.”
“Bij een grafisch bedrijf.”
“Dan zat ik in de goede richting,” zegt Ingrid met oplichtende ogen.
Samen maken ze de pot koffie leeg en praten ze oppervlakkig over de jaren die achter hen liggen. Als de schemering valt staat Jones op. Ingrid loopt mee naar zijn motor.
“Als jij veilig binnen bent, vertrek ik,” zegt Jones.
Ingrid trekt haar vest dicht om zich heen en voelt dat, ondanks haar kippenvel van de buiten-lucht, een warme golf door haar stroomt na zijn woorden. Wat met een schokkend ogenblik begon, werd toch nog een prettige avond. Als Jones zijn motor heeft gestart kijken ze elkaar een moment zwijgend aan.
“Tot ziens? Of heb je liever dat ik je met rust laat?”
Ingrid schudt haar hoofd.
“Kom gerust nog eens langs. Je hebt trouwens niet eens verteld waar je woont. Heb je een fatsoenlijk onderkomen kunnen vinden?”
Jones laat zijn motor wat zachter draaien om zich verstaanbaar te maken.
“We wonen in een stacaravan.”
“We?”
Ingrid voelt een steek door zich heen gaan. Zou hij Lucy dan toch weer…
“Ik heb een hond.”
“O…”
Ze slikt het woord ‘gelukkig’ in.
Jones geeft een keer gas.
“Ik ga.” Jones knikt naar de voordeur, “als jij veilig binnen bent.”
“Tot ziens.”
Ingrid legt even een hand op zijn arm en draait zich dan om. Als de deur in het slot valt hoort ze Jones wegrijden.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.