Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Bleed Forever » Chapter 46
Bleed Forever
Chapter 46
”ZE HEBBEN WAT GEDAAN?” Brulde Anna en Selene tegelijk toen Amber hen had gevonden en het hele verhaal had uitgelegd. Revius had zijn arm om Chanelle der schouders geslagen en leek onder de indruk, iets wat de meiden totaal niet waren. Anna en Selene staken de koppen bij elkaar en begonnen te bespreken hoe ze dit het beste met hun vriendjes konden gaan ‘oplossen’ hun roekeloze gedoe zou ooit nog eens uit de hand lopen. Amber keek de twee meiden even aan en richtte zich toen maar tot Revius en Chanelle. Chanelle leek een beetje van slag “Waar dachten ze mee bezig te zijn?” mompelde ze serieus van slag. Revius grinnikte “Ze dachten niet dat is het dus.” Amber snoof luid waardoor een enkeling van de andere leerlingen die ook in de grote zaal zaten te eten verontwaardigd omkeken. “Nee dat deden ze inderdaad niet, het is maar goed dat alles goed is afgelopen voor hun en dat ze Severus hebben weten te redden als dat niet het geval was geweest had ik hen persoonlijk zelf omgelegd.” “Awh. Schattig zusje, we wisten niet dat je, je zoveel zorgen om ons zou maken.” zei ineens een stem achter Amber die zich met een ruk omdraaide en tegen haar broers begon te tieren en schelden. Toen Amber eindelijk was uitgeraasd, was het Anna en Selene’s beurt die hun vriendjes beiden meenamen de grote zaal uit. Maar zelfs buiten de grote zaal staan hielp vrij weinig, ze konden bijna elk woord horen wat Anna en Selene tegen de jongens zeiden en Amber had een tevreden glimlach op haar gezicht. Mooi, die kregen de wind van voren. Revius keek om zich heen “Ik neem aan dat je ouders, Sirius en Luthien nog in het St. Holisto zijn?” vroeg hij even later. Amber knikte “Mam en pap komen vanavond ergens terug. Luthien en Tante Chris blijven daar nog wel even neem ik aan. Lijkt me niet dat ze ineens heel blij terug naar school komen nu oom Sev zich niets meer kan herinneren.” Revius knikte begripvol en Chanelle beet op de binnenkant van haar wang “Ik hoop dat het goed met hem komt. Het is misschien niet mijn favoriete leraar maar dit verdiend niemand toch.” ze huiverde even “Nou....-” “Rev!” “Ik zeg niet dat Professor Sneep het verdiende! Maar ‘niemand’ is zo’n groot woord.” zei hij serieus. “Ik zou best wel eens willen zien hoe Jeweetwel zich red als hij zich niets meer kan herinneren.” ze probeerde het zich alle drie voor te stellen, wat resulteerde in een hysterische lachbui. De slechtste tovenaar aller tijden die niet eens meer wist hoe hij heette of waarom er elke keer mensen hem proberen om te leggen. Amber’s gedachten gleden af naar haar ouders, ze hoopte dat ze snel terug zouden komen naar Zweinstein...
Anna en Selene kwamen weer de grote zaal ingelopen, Kyle en Dane liepen achter hen en keken naar de grond alsof ze zich zwaar schaamde en niemand aan durfde te kijken. Amber had haar armen over elkaar heen geslagen en keek toe hoe Anna, Dane, Selene en Kyle naar hen toe kwamen. “Wanneer komen pap en mam terug?” vroeg Amber, ze had de kans nog niet gehad om het te vragen gezien Selene en Anna haar broers mee hadden gesleurd. Kyle keek op en haalde zijn schouders op “Geen idee. Pap sowieso vanavond gezien het morgen volle maan is. Mam blijft denk ik nog wel even bij Oom Sev.” Dane plofte neer aan de tafel en begon eten op zijn bord te gooien, gadegeslagen door een nog steeds boze Anna. “Vertel wat er precies is gebeurd in Malfoy Manor.” Revius ging naast Dane zitten en keek van hem naar Kyle die kreunde “Het was een drama.” gromde hij en ook hij plofte neer en begon eten op te scheppen. Tijdens het eten vertelde de broers wat er was gebeurd in het grote landhuis van de Malfidussen. Het viel Kyle op, dat elke keer als Draco’s naam viel, Amber een gezicht trok en overal heen begon te kijken behalve naar hun. Hij dacht er verder niet veel van, niemand van hen mocht de Malfidussen erg graag. Toen Dane en Kyle waren uitgesproken begon Amber “Ik zag de Malfidussen gisteren toen Anderling had gevraagd of ik naar haar kantoor kwam. Draco stond buiten te wachten op zijn ouders die blijkbaar ook een gesprek hadden met Anderling.” Kyle keek even op van zijn ontbijt en haalde onverschilig zijn schouders op “Waarschijnlijk zijn ze bezig met zichzelf inlikken bij de Orde nu. Ze kunnen niet meer terug naar huis gezien Voldemort ze met alle liefde van de wereld wilt helpen nu ze hem hebben verraden.” “Dat dacht ik ook. Dwaaloog en Romeo hebben het van Anderling overgenomen. Gaan ze naar de gevangenis?” Dane schudde zijn hoofd “Wat maakt jou dat uit?” vroeg hij met zijn mond vol toast. Amber trok een wenkbrauw op en richtte zich toen tot Kyle die waarschijnlijk wat meer informatie zou verschaffen dan haar oudste broer. Kyle, schudde ook zijn hoofd “Nee ze gaan niet naar de gevangenis. Volgens Sirius hebben ze niet erg veel gedaan dan alleen onderdak bieden aan de andere dooddoeners en Voldemort en we weten allemaal dat je niet bepaald kan weigeren als het wordt gevraagd als je leven je lief is. Ik denk dat ze gewoon met rust gelaten worden verder, ze worden wel in de gaten gehouden natuurlijk maar verder heeft de Orde niets met ze te maken. Dat is een klusje voor de schouwers die nog steeds actief zijn.” “Hoe kunnen er nog schouwers actief zijn als het ministerie nog steeds in handen is van Voldemort en zijn dooddoeners?” vroeg Chanelle met een diepe frons “Het schouwershoofdkwartier mag dan zijn overgenomen net als de rest van het ministerie, dat betekend nog niet dat de schouwers zich zomaar laten wegjagen. Ze doen nog steeds hun werk. Net als de orde leden hebben schouwers zo hun eigen manieren van communiceren met elkaar en zullen ze wel meedere kantoren hebben dan alleen in het ministerie. Er is altijd een crisis plan geweest volgens Romeo.” “Dwaaloog zal wel balen.” “Wanneer baalt Dwaaloog niet? Ik heb hem nog nooit in een goede bui gezien. Pa zegt dat lachen een onbekend iets is voor hem.” Kyle grijnsde even en Revius snoof luid, iets wat hem een geërgerde blik van Chanelle opleverde. Anna en Selene waren erg stil, waarschijnlijk hadden ze alles wat ze wilde zeggen eruit gegooid. Anna was echter wat bleker geworden. Waarschijnlijk herinnerde dit gesprek haar aan haar vader die door Remus was vermoord. Zo lang geleden was het nog niet. Selene speelde wat verveeld met haar haar “Ik vind dat de Orde een goed plan moet bedenken om het ministerie terug te pakken. Niet zoals de laatste keer met maar een klein groepje binnendringen.” Amber beet op haar onderlip “Ik denk niet dat dat echt een mogelijkheid is. Het ministerie is volledig in handen van Voldemort en zijn volgers. En de Orde is zwaar in de minderheid, zelfs met de schouwers die nog bezig zijn word het riskant en een zelfmoordmissie. We kunnen er niet vanuit gaan dat de mensen die nog op het ministerie werken de Orde zullen helpen. Veel mensen zijn te bang om iets te doen.” Dane en Kyle keken elkaar even aan, een blik die Revius opving “Waar denken jullie aan?” vroeg hij direct, meteen hadden de twee jongens alle aandacht en Dane was degene die het antwoord gaf “We kunnen niets doen. Alleen wachten. Severus ligt in het St. Holisto, Christina gaat niet eerder weg voor Severus zichzelf weer is, Luthien blijft ook, mijn moeder zal ook niet vaak op school zijn, en Sirius en pap kunnen weinig zonder de rest. Romeo en Dwaaloog zijn druk bezig met andere dingen, we kunnen niet bepaald aan op Dedalus en Hecuba hun toverkunsten, Anderling is nog steeds schoolhoofd en moet de school beschermen net als alle andere docenten. We zijn zo dusdanig in de minderheid dat wachten het enige is wat we kunnen doen.” dat bedrukte de stemming behoorlijk, wetende dat ze zo goed als verloren hadden. “Wat weten we van de aankomende aanval?” Chanelle was bleek geworden en had een bezorgde blik op haar gezicht “Alleen dat Voldemort met zijn gehele leger de school wilt aanvallen. Na de laatste zwerkbalwedstrijd.” “Waar bestaat zijn leger uit?” “Ruim 30 dooddoeners, bloedhonden, dementors, reuzen...” Chanelle huiverde “Oh bah...dementors.” “Waarom komen er bloedhonden mee?” vroeg Amber die een gezicht trok “Omdat ze in een goed blaadje willen komen bij Voldemort zodat hij ze misschien ook het duistere teken geeft. Het gerucht gaat dat er ook een weerwolvenleger bij zit die word aangedreven door Vaalhaar. Je had Pa’s hoofd moeten zien toen hij dat hoorde.” ze zwegen voor een lange tijd, nadenkend over wat er kon gebeuren en hoe ze het wellicht konden voorkomen. Het was echter onmogelijk om de naderende aanval te voorkomen, Voldemorts leger was te groot en het enige wat ze konden doen was wachten, voorbereiden en zorgen dat de school zo goed mogelijk beschermd was.
Severus schoot met een ruk overeind, hij had weer een nachtmerrie gehad, groene flitsen, een vrouw voor hem die hem krankzinnig aankeek en lachte. Allemaal beelden waar hij geen touw aan vast kon knopen. Severus haalde even diep adem en merkte toen pas de twee vrouwen op die allebei opgerold op een stoel lagen te slapen. Een lange gedaante in de hoek van de kamer kwam in beweging, de man die hij niet kon uitstaan, hij wist alleen niet waarom hij hem niet kon uitstaan. Hij wist dat zijn naam Sirius was, gezien hij de naam vaak genoeg had gehoord sinds hij hier in het St. Holisto was.
Sirius had zijn hand op zijn toverstok liggen, klaar om te handelen als Severus opeens Christina of Luthien zou aanvallen. Sirius ging er niet van uit dat dat zou gebeuren, maar in de toestand waarin Severus verkeerde kon je niets meer met zekerheid zeggen. Sirius zag dat Severus even naar hem keek, en aan de manier hoe Severus zich gedroeg ging Sirius ervan uit dat Severus een nachtmerrie of iets in die trant had gehad. Sirius hield Severus nog altijd in de gaten maar na een paar minuten viel Severus weer inslaap, hij was waarschijnlijk nog altijd uitgeput van alles wat er was gebeurt. Sirius liet zijn toverstok weer los, nu Severus weer sliep was het gevaar alweer geweken.
Christina werd wakker van het zonlicht dat door de gordijnen heen kwam, ze keek de kamer rond. Severus lag nog steeds waar hij de vorige avond ook had gelegen. Maar Luthien en Sirius waren verdwenen. Niet dat het Christina iets uit maakte, ze vond het niet erg om even alleen met Severus te zijn, het was te lang geleden dat dat was gebeurt. Voorzichtig ging ze op de rand van zijn bed zitten, ze wilde hem niet wakker maken. Helaas mislukte dit, Severus opende geschrokken zijn ogen. “Rustig, ik ben het maar.”Zei Christina sussend tegen hem. Liefdevol glimlachte ze naar hem, ze was dolblij dat hij nog leefde en voelde zich nog steeds schuldig dat ze het zo snel had opgegeven en niet naar hem was blijven zoeken. “Waarom ben je hier Lily? Waarom ben je niet met James?”Vroeg Severus opeens. Christina voelde de tranen weer in haar ogen springen, ze was niet van plan weer weg te lopen van Severus. “Severus, ik ben Lily niet maar Christina….Christina Zwarts je vrouw.”zei ze toen met trillende stem, ze probeerde met al haar kracht tegen haar emoties te vechten maar makkelijk ging het niet. “Lily is er niet meer Severus, al heel lang niet meer. Toen zij er niet meer was ben je op Zweinstein gaan werken als docent, toen werden we verliefd.” Ze probeerde er alles aan te doen om de herinneringen weer bij hem boven te krijgen. Ze zou niet nog een keer weglopen. “Dat kan niet.”Ging Severus er tegen in. “Ik zou nooit zo’n knappe vrouw kunnen krijgen, ik zou überhaupt geen vrouw kunnen krijgen, wie wilt er nou met mij trouwen.” Christina keek hem aan, zo dacht hij ook in het begin van hun relatie en dat was ook een factor wat hun bijna uit elkaar had gedreven net als zijn liefde voor Lily. Ergens moest ze ook glimlachen, zelfs nu hij totaal niet zichzelf was vond hij haar knap. Christina legde voorzichtig haar hand op de zijne omdat ze er niet zeker van was hoe hij zou reageren. “En tóch heb je me, al heel lang.”zei Christina koppig, ze zou niet opgeven, ze hadden al zoveel ellende overwonnen, dit zouden ze ook overwinnen. Christina drukte voorzichtig een kus op zijn wang, wel op haar hoede omdat ze niet zeker wist of hij haar aan zou vallen. Severus bleef als verstijft zitten alsof het heel raar was wat er zojuist gebeurde, maar hij verzetten zich ook niet er tegen en voor Christina was dit een teken dat ergens diep van binnen de oude Severus nog zat, die haar wel kende. Severus zou het nooit toelaten dat een wilt vreemde hem een kus zou geven.
Ergens voelde Christina ook weer een steek van verdriet. Hoe lang zou het duren voordat hij weer zichzelf was? Zou hij ooit weer hellemaal zichzelf worden? Zou hij dan nog steeds net zo veel van haar houden als hiervoor? Of zou hij nooit meer verliefd op haar worden. Christina knipperde snel met haar ogen om de tranen die erin waren verschenen weer weg te krijgen, ze wilde niet dat Severus haar zag huilen. “Je bent verdrietig.”merkte hij toen op, en hij keek moeilijk alsof het hem pijn deed dat ze verdrietig was. Christina glimlachte, zelfs nu voelde hij haar perfect aan. “Maak je geen zorgen, het is niets.”Glimlachte ze wrang. Christina besefte nu pas dat Severus sinds zijn terug keer nog geen één keer zoveel had gezegd, misschien kwam het omdat ze nu met ze tweeën waren en er veder niemand bij was. Dat hij zich prettig genoeg voelde in haar buurt om te praten. “Waar is dat meisje gebleven?”vroeg Severus opeens. Christina hield haar hoofd schuin en keek hem even verbaast aan. “Welk meisje bedoel je?”vroeg ze lief aan hem, ze wou hem aanmoedigen er zelf op te komen. “die met dat zwarte haar, die hier vannacht naast jou op de stoel sliep, ik geloof dat haar naam met een L begint.”zei Severus toen hij dacht hard na, maar kon er maar niet op komen. Christina moest er even aan wennen dat Severus zo vrijuit praten en zonder enig spoortje van sarcasme of bitterheid in zijn stem maar hij was zichzelf dan ook niet. “Dat is onze dochter, Luthien.”Glimlachte Christina en ze streek voorzichtig met haar hand over zijn hand. “Dat kan niet…ik heb geen dochter en jij ook niet, en wij hebben zeker samen geen kinderen, jij bent met James en je hebt een zoon.”Severus schudde zijn hoofd, er klopte niets van. “Severus geloof me nou, ik ben Lily niet, ik ben je vrouw Christina Zwarts, en we hebben samen een dochter Luthien Sneep.”Christina kreeg steeds meer moeite haar tranen in te houden, in de staat hoe hij nu was, was hij inderdaad niet meer verliefd op haar maar nog altijd op Lily. Severus schudde zijn hoofd hij geloofde haar nog steeds niet. Christina sprong op van het bed, ze wilde de kamer niet uitstormen en hem alleen laten, maar ze kon ook niet langer haar tranen in houden. Ze stond bij het raam met haar rug naar hem toegekeerd, de tranen rolde langzaam over haar wangen.
“Het spijt me.”Zei Severus opeens tegen Christina toen hij merkte dat ze huilde. “Ik wil je geen pijn doen.” Severus voelde zich echt ellendig, hij snapte maar niet waarom, maar op de een of andere manier leek alles wat hij deed of zei haar pijn te doen, en hij merkte dat hij zichzelf daar ook rot door begon te voelen. “Dat weet ik Severus.”zei Christina toen tegen hem, die hij nog altijd als Lily zag. Hij snapte ook gewoon echt niet waarom Lily weer tegen hem praatte en zei dat ze samen een dochter hadden, iedereen wist toch dat ze een zoontje had en met James Potter was getrouwd. Waarom wist ze dat zelf niet? Hij snapte er zelf niets meer van, en van die verwarring werd hij onrustig. Severus was het spoor helemaal bijster en hij wilde eigenlijk opstaan om haar te troosten hij wist alleen niet precies waarom hij haar moest troosten.. Hij snapte niet waarom ze zo verdrietig was en waarom ze hem bleef vertellen dat ze niet Lily was. Hij raakte in de war en hij wist niet wat hij moest doen..
Amber was na het gesprek met haar broers en vrienden weggelopen, ze wilde haar hoofd even leegmaken en misschien even met haar vader praten maar die was weer in geen velden of wegen te bekken, net zo min als haar moeder. Ze was zo in gedachten verzonken dat ze niet echt doorhad waar ze liep, wat niet nieuw was voor Amber, ze liep wel vaker ineens tegen iets of iemand op en dan werd ze boos aangestaard. Het gebeurde ook regelmatig dat er ineens een van de spoken van Zweinstein door haar heen vloog zonder dat ze het echt doorhad. “Kijk eens wie we daar hebben. Ik zou het op prijs stellen als je niet weer tegen me aan botst dit keer.” Amber’s hoofd schoot omhoog en ze stopte direct met lopen, Draco Malfidus stond vlak voor haar neus en als hij niets had gezegd was ze inderdaad weer pontificaal tegen hem aangebotst. Ze moesten niet steeds op deze manier elkaar ontmoeten. “Malfidus. Wat doe je hier?” gromde Amber die overal naartoe keek behalve naar hem. Draco trok een wenkbrauw op “Ik zit hier op school.” dit zorgde dat Amber hem dus wel aankeek en haar ogen samenkneep “Pardon?” vroeg ze droogjes. “Ik maak mijn 7e jaar af.” Amber was even verbaasd en trok toen een wenkbrauw op “School is nog maar 4 weken, de examens beginnen volgende week. Hoe denk je dat je het bij Merlijns naam gaat doen tijdens die examens?” vroeg ze half geamusseerd. Er gleed een flauw glimlach over Draco’s gezicht maar hij zei niets, in plaats daarvan liep hij langs Amber waarbij hij per ongeluk haar arm aanraakte en verdween toen de hoek om. Amber rilde even en vloekte zachtjes. Stomme idioot. Stomme Zwadderaar. Ze vertrouwde hem net zo ver als dat ze hem kon gooien en gezien dat niet behoorlijk ver was zat het er ook niet in dat ze hem uberhaupt ooit zou gaan vertouwen. En toch... Toch was er iets aan Malfidus dat ze niet van zich af kon schudden hoe hard ze het ook probeerde. De gehele weg terug naar de leerlingenkamer zat ze daar over in, terwijl ze eigenlijk belangrijkere zaken aan haar hoofd had dan zich druk maken om Draco Malfidus. Haar broers zaten ook in de leerlingenkamer maar die waren beiden met hun neus in de boeken gedoken, voor hun zouden de examens ook heel snel zijn en niemand van hen had heel veel aan huiswerk gedaan of gedacht aan examens of iets in de richting. Niet met alles wat er dit afgelopen jaar was gebeurd, Perkamentus werd vermoord tijdens een dooddoener aanval op school, Sirius die in een coma raakte, haar ouders die bijna uit elkaar gingen, haar moeder die doodziek werd en een miskraam kreeg, de aanval op Zweinsveld, Kyle die een vormveranderaar bleek te zijn, oom Severus die werd gevangengenomen en gemarteld met Merlijn weet welke technieken... Amber schudde haar hoofd en plofte naast Selene neer die ook met haar neus in de boeken zat. Selene keek niet op of om en Amber had ook niet anders verwacht. Al haar vrienden waren druk bezig met studeren en de meiden van haar jaar waar ze normaal mee om ging hadden allemaal afstand genomen van haar door alles. Ze dachten dat als ze bij Amber of iemand van de familie Lupos in de buurt zouden komen ze ook in de problemen zouden komen wat belachelijk was maar Amber had niet bepaald moeite gedaan dat idee uit hun hoofd te praten, niet in de buurt komen van iemand van de Familie Lupos werd toch een behoorlijke uitdaging gezien ze les kregen van 2 Lupossen en een leerlingenkamer deelde met de andere 3...en hoewel zowel Dane als Kyle een vriendin hadden en duidelijk totaal geen interesse hadden in andere meiden werden ze nog steeds aangestaard met die belachelijke bewonderende blik. De meiden zaten nog net niet in een kringetje om haar broers heen. Amber’s ogen gleden door de leerlingenkamer, veel van de 5e en 7e jaars zaten te studeren in een hoekje van de leerlingenkamer of waren naar de bieb gegaan waar het een stuk rustiger was dan in de nu overvolle leerlingenkamer. De resr was her en der verspreid door de school of zat hier een potje toverschaak of knalpoker te spelen. Hoe haar broers en Selene zich konden concentreren op studeren was voor haar een godswonder ze kon niet eens zelf normaal nadenken.... Nou ja. Het enige waar ze aan dacht was Draco. Zijn wit blonde haar, zijn felle blauw/grijze ogen die door haar heen leken te kijken, de speelse grijns die hij eerder had gehad toen ze bijna weer tegen hem was opgeknald, en toen ze ietwat verlegen flauwe glimlach die volgde toen ze hem naar de examens vroeg. Ze wist niet wat ze ervan moest maken en ze wist niet wat dat over haar zei. Het gevoel dat hij iets aantrekkelijks had kon ze niet van zich af zetten en ze voelde zich walgelijk daardoor. Hij was een dooddoener... Hij was niet te vertrouwen. Toch kon Amber het niet ontkennen dat ze hem wilde vertrouwen, dat ze wilde dat hij niet was wie iedereen dacht dat hij was... Namelijk een onuitstaanbare verwende kwal die toevallig ook nog eens een dooddoener was. Als hij een normale Zwadderaar was geweest had ze er waarschijnlijk geen problemen mee gehad, haar broer had ook een relatie met de dochter van een nu dooie dooddoener, en Revius was ook een top gozer die met een knappe Ravenklauwer had... Waarom konden niet alle Zwadderaars zo zijn als haar twee vrienden?
Draco was snel weggelopen toen Amber weer bijna tegen hem op was gebotst, hij wilde niet erg lang in het bijzijn van orde leden zijn ook al was dat op de school nogal onmogelijk om te vermijden. Overal liepen orde leden die hem nauwlettend in de gaten hielden en hem nog net niet volgde. Behalve dan Dolleman die op de meest irritante manieren ineens voor zijn neus stond en hem argwanend opnam. Draco wist niet wat het was met de familie Lupos, en al helemaal niet wat het was met hun jongste kind en enigste dochter Amber maar iets in hem zei dat hij beter zijn best moest doen om hun vertrouwen te winnen al begreep hij niet bepaald wat hij nog moest bewijzen gezien hij en zijn ouders hun leven zo ongeveer hadden gered toen ze hun huis binnen waren geslopen om Sneep te redden. Niet dat Amber daar bij was geweest maar dat moest toch punten opleveren? Zijn ouders bleven erop hameren dat vertrouwen niet zo makkelijk te winnen was vooral niet met hun achtergrond en alles wat ze hadden gedaan voor Voldemort. Niet dat zijn ouders de naam Voldemort hadden uitgesproken of iets maar Draco had de laatste tijd de neiging de naam te denken, hardop zeggen nog niet, of dat ooit wel zou gebeuren was nog maar de vraag. Draco liep door, veel van de leerlingen die hij tegen kwam liepen met een grote boog om hem heen of rende keihard weg, iets wat hem een moment van voldoening gaf tot hij door had gekregen dat ze hem allemaal met een dodelijke blik hadden aangekeken of juist bang waren geweest. Hij had nooit echt gewild dat iemand bang voor hem was, nou ja, niet iedereen. Amber was nog jong maar ze had het karakter van iemand die al veel ouder was, ze was pittig, dat kreeg je waarschijnlijk als je opgroeide met twee oudere broers in huis. Hij zou het niet weten hij was enigskind. Amber was ook niet op haar mond gevallen en zei precies wat ze dacht, iets wat hij in haar bewonderde, ze was nog jong maar ze had totaal niet de indruk gegeven dat ze bang van hem was, eerder dat ze hem het liefste van de astronomietoren wilde werpen. Onwillekeurig moest hij glimlachen door dat idee en hij liep met een wat beter humeur door dan dat hij de afgelopen paar maanden had gehad.
Severus had de hele dag na liggen denken, gezien hij nog niet het bed uit mocht van de helers had hij toch niets beters te doen gehad. Hij had ondertussen door dat de vrouw die hij voor Lily aanzag Lily niet was, niet omdat hij dat zelf inzag maar omdat het zo’n miljoen keer per dag werd herhaald en hij er niet meer onderuit kwam dat er iets niet geheel klopte. De vrouw die hij voor Lily aanzag, heette dus Christina. Hij kon zich echter niet herinneren waar hij haar van kende en ze bleef herhalen dat ze zijn vrouw was, wat hij een absurde gedachte vond, en ze samen een dochter hadden genaamd Luthien die terug was naar school maar later weer terug zou komen om hem te bezoeken. De man die hij om de een of andere reden niet kon uitstaan was ook weg wat voor Severus een enorme opluchting was gezien zijn aanwezigheid hem irriteerde en hij het liefste de man zou wurgen. Het moest iets te maken hebben met zijn eigen schooltijd, Sirius, zoals hij zichzelf had voorgesteld, was Christina’s halfbroer. Al die informatie die door zijn hoofd spookte was verwarrend en hij kon er nog steeds geen touw aan vast knopen, het enige wat hij wel begreep was dat hij de vrouw genaamd Christina pijn had gedaan, dat het meisje Luthien ook altijd somber om hem heen was ook al probeerde ze dat zo goed en kwaad als dat het ging te verbergen, ze slaagde er alleen niet in. Sirius was op zijn hoede en had telkens zijn toverstok vast, waardoor hij ging afvragen waar in Merlijns naam zijn eigen toverstok was gebleven, volgens Christina was die afgepakt toen ze hem hadden gevangen genomen al kon hij zich ook daar niets van herinneren. Het enige wat hem prikkelde waren de nachtmerries die hij had, het voelde als meer dan nachtmerries, verre herinneringen of iets. Hij kon ook dat niet precies plaatsen hij wist alleen wel dat ze hem een slechte nachtrust bezorgde en hem de stuipen op het lijf joegen. Iedereen om hem heen was in een sombere bui en hij wist dat het door hem kwam. Hij wilde er iets aan doen maar alles wat hij zei leek verkeerd te zijn en hij wist niet meer wat hij anders kon doen. Of hoe hij zich moest gedragen.
Diezelfde avond nam hij een besluit. Christina was misschien wel bijna continue bij hem maar ze moest toch op een gegeven moment ook slapen, en eten, en drinken en naar de wc. Wanneer Christina even weg zou zijn en er niemand was om hem in de gaten te houden en te proberen hem dingen te laten herinneren zou hij ertussenuit knijpen. Hij mocht het bed dan welllicht niet uit maar wie zei dat hij daarnaar zou luisteren? Die helers konden hem niet helpen, Christina kon hem niet helpen. Het leek erop dat niemand hem kon helpen dus zat er maar 1 ding op. Verdwijnen.
Melian was die avond toch maar samen met Remus terug gegaan naar Zweinstein. Het zou morgen volle maan zijn en hoewel ze ook heel graag bij Severus had willen blijven kon ze er niet omheen dat ze er ook voor Remus moest zijn en dat ze ook slaap nodig had. Zodra ze op Zweinstein aankwamen merkte Melian ook hoe moe ze wel niet was en ze wilde eigenlijk direct door gaan naar hun slaapkamer om neer te storten op haar bed en de eerkomende 8 uur niet meer overeind te komen. Maar Remus had andere plannen en sleurde haar mee naar het kantoor van Anderling, waar verrassend genoeg zo ongeveer alle Orde leden waren. Niet dat dat er bijzonder veel waren natuurlijk, als ze een goed aantal hadden gehad hadden ze misschien nog een kans gehad tegen Voldemort zijn leger nu was het meer vechten voor je leven en hopen dat je zoveel mogelijk dooddoeners mee nam als ze het eenmaal voor elkaar kregen je om te leggen. Niet echt een regenboog vooruitzicht. Remus knikte kort naar Anderling ten teken dat ze kon beginnen, het was duidelijk dat ze dus op hen hadden zitten wachten. Anderling stond op van haar stoel achter het bureau en keek de groep rond, iedereen was gespannen en er hing dan ook een doodse sfeer in de lucht. “Goed, we weten wat er is gebeurd met Severus en dat Luthien, Dane, Kyle, Remus en Sirius het voor elkaar hebben gekregen hem te redden van de dooddoeners. Er zijn complicaties opgetreden waardoor het er niet naar uit ziet dat Severus zich snel weer bij ons zal voegen net zo min als Christina dus we komen twee van de meest bedreven tovenaars tekort. Het gevecht wat is voorspeld dat gaat komen staat voor de deur en we hebben niet alle details, we tasten in het donker.” dat was zacht uitgedrukt, ze waren compleet blind in dit geval. Melian keek op naar Remus die met een strak gezicht naar Anderling keek, ze zag geen spoortje angst of paniek of ook maar enige emotie in zijn ogen en dat kon ook niet veel goeds betekenen. Melian pakte zijn hand vast en voor een moment keek Remus naar haar, glimlachte heel even flauw en richtte toen zijn aandacht weer op Anderling die verder ging met praten. Dwaaloog stond in de hoek van het kantoor en hield alles in de gaten. “De Malfidussen-” er klonken een paar zachte geïrriteerde grommen en Molly was er niet omheen gedraaid en trok een nijdig gezicht en wilde haar mond open doen maar Anderling was haar voor “De Malfidussen hebben Kyle, Dane en Luthien geholpen en later ook Sirius en Remus. Ik zeg niet dat we ze direct moeten vertrouwen en alle informatie die we hebben en wat we doen aan hun moeten doorspelen, maar ze hebben gevraagd of ze mee konden vechten namens de Orde.” Remus had zijn kaken strak op elkaar geklemd en iedereen draaide zijn of haar gezicht zijn kant op. Melian keek ook weer naar Remus op die er een goede minuut over deed om zijn mond open te doen “Als ze willen meevechten moeten ze dat geheel zelf weten.” begon hij langzaam, er steeg een hoop commentaar op van de andere leden van de Orde en Dwaaloog was degene die zijn mond open trok “Koppen dicht!” “Dankje Alastor.” mompelde Remus met een flauwe glimlach “De Malfidussen hebben meegeholpen aan de redding van Severus en hoewel we ze niet hoeven te vertrouwen kunnen ze ons misschien wel helpen. Hun hebben meer informatie over deze hele aanval dan wij. Zoals Minerva net al zei, we tasten in het donker.” “Wat wil je doen Remus?” vroeg Melian zachtjes aan hem, al wist ze het antwoord toch al “Ik zeg dat we ze gewoon vragen wat voor informatie ze hebben en ze laten meevechten. Mochten ze ons toch verradden hebben ze geen informatie van de orde en kunnen we ze alsnog of doden, of naar de gevangenis sturen. We komen te veel mensen tekort om dit niet te overwegen.” het was voor een lange tijd stil terwijl iedereen dit tot zich door liet dringen. Melian wist dat Remus gelijk had, ze waren in de minderheid, zelfs als de schouwers hen zouden helpen, en de meerderjarige leerlingen hier op Zweinstein, en misschien mensen van Zweinsveld die op de hoogte waren gebracht van de naderende aanval, dan nog zouden ze een groot tekort hebben, de weerwolven waren genadeloos, de bloedhonden hadden iets te bewijzen, de dementors boeide het geen zier wie ze zouden pakken als ze maar lekkere zielen op konden slurpen, de dooddoeners kende ook geen genade behalve voor puurbloed studenten en ze hadden al besloten dat ze de Zwadderaars uit de buurt zouden houden van ook maar enige dooddoener of uberhaupt iemand die in verband stond met dooddoeners, dat was ook de reden dat Draco Malfidus niet naar de leerlingenkamer mocht en continue onder toezicht stond van iemand van de Orde. Ze wisten niet of Voldemort de reuzen zover had gekregen mee te vechten, volgens Hagrid zouden ze de Orde in elk geval niet helpen, niet nu Perkamentus er niet meer was. Wie wist welke duistere wezens Voldemort nog meer had weten te strikken voor de aanval?
Romeo was degene die de lange aanhoudende stilte verbrak “Ik ben het met Remus eens. We hebben geen andere keuze op het moment als we uberhaupt enige kans willen maken om het leger van Voldemort tegen te houden.” en als Romeo het eens was met Remus, was iedereen het eens met Remus. Niet dat ze veel keuze hadden zoals al was gezegd. Niemand was er erg enthousaist over, ook Remus en Melian niet maar wat moesten ze dan doen?
Na de vergadering keek Melian Remus aan “Kunnen we nu alsjeblieft naar bed gaan?” Remus glimlachte vaag “Ga maar alvast. Ik kom er zo aan.” Melian keek hem vragend aan maar hij schudde enkel zijn hoofd en Melian liep met de rest het kantoor van Anderling uit niet wetende wat Remus nog met Anderling zou gaan bespreken.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.