Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Larry Odd Parents » Aflevering achttien - Geluiden in de nacht

Larry Odd Parents

20 maart 2015 - 23:25

2211

2

351



Aflevering achttien - Geluiden in de nacht

Het spijt me enorm dat het zo lang heeft geduurd! Ik ben enorm moe geworden, en heb een tijdje letterlijk niets kunnen doen (zelfs mijn laptop aanzetten was al te veel gevraagd). Ik plan nu om iedere vrijdag het volgende hoofdstuk te posten!

Louis’ verhaal ging over een vreemd bos, dat groeide op vervloekte grond, en de lotgevallen die zich er gedurende de eeuwen hadden voorgedaan. Zo had er ooit een watermolen aan de rand gestaan, maar op een morgen had de molenaar de resten van zijn enige dochter aan de oever gevonden, met uitzondering van haar rechterarm. Die had namelijk vast in de molen gezeten. Vervolgens had de man het gebouw in brand gestoken, maar tot op de dag van vandaag kon het gedraai van het rad waargenomen worden.
Het verhaal liet zowel Harry als Liam achter met kippenvel op hun armen en koude rillingen over hun rug, hoewel het vuur warm genoeg was.
“Nou, tijd om naar bed te gaan, dacht ik zo. Morgen valt er weer genoeg te beleven! Maak jij het vuur uit, Harry? Dan gaan ik en Liam alvast naar bed.”
“Euhm. Kun je niet gewoon blijven? Dan gaan we samen.”
Een grijns verscheen op Louis’ gezicht. “Je bent bang!” concludeerde hij triomfantelijk.
“Wie? Ik? Wat een onzin! Ik… Ik vind het gewoon gezelliger als je nog even blijft.”
“Ja hoor, krielkip. Doof het vuur nou maar.”
“Maar dan is het hier donker, toch?”
“Zou je denken? Wat jammer dat we nog niet in de eenentwintigste eeuw leven waar mensen gewoon zaklampen op batterijen meenemen als ze gaan kamperen.”
“O. O ja, natuurlijk.”
Liam moest het zijn feeënpeetouders wel nageven: de bedden lagen goddelijk. Om heel eerlijk te zijn zou hij er helemaal niets op tegen hebben om voor de rest van zijn leven in de tent te wonen, zo lekker lagen ze. Misschien moesten ze de tent dan wel verplaatsen, want gewend aan de bosgeluiden waren zijn stadse oren niet, waardoor elk brekend takje en elke roep van een uil hem weer terughaalde uit dromenland.
Toen de zonnestralen de tent de volgende ochtend verlichtten stond hij dan ook maar op. Slapen kon hij toch niet meer. Voorzichtig om de anderen niet wakker te maken schuifelde hij door de tent. Hij zag dat Harry en Louis nog diep in slaap waren. Harry lag met zijn hoofd in het kuiltje van Louis’ schouder en hun benen waren met elkaar verstrengeld. Hoewel ze een behoorlijk breed bed hadden, leken ze niet eens van de helft gebruik te maken.
Hongerig zat Liam in zijn pyjama op de stoelen bij de resten van het kampvuur. Hij had de tent doorzocht naar voedsel, maar dat was onvindbaar geweest. Zijn feeënpeetouders wakker maken wilde hij echter ook niet. Ze lagen er immers zo vredig bij en Lux gunde hen lang niet altijd een nachtlange slaap.
Uiteindelijk kwam Harry de tent uit gewandeld. Ook hij had zijn pyjama nog aan en zijn haar was een gigantische zooi. “Goedemorgen, Liam,” zei hij schor. “Goed geslapen?”
“Mwah. De bedden waren heerlijk, maar het bos heeft me de hele nacht wakker gehouden,” zei de jongen naar waarheid.
“Echt? Ik slaap altijd geweldig in het bos. De geluiden zijn zo rustgevend. Een stuk beter dan al die auto’s en weet ik veel in de stad.”
“Hebben we ook ontbijt?” vroeg Liam vervolgens.
“Wel zodra jij erom wenst,” grinnikte Harry.
“Nee, niets ervan!” klonk er vanuit de tent. “We zijn aan het kamperen dus we doen het net zoals andere mensen. Geen magie!”
“Maar wat moeten we dan? Ik ben al zeker twee uur op en ik verrek echt van de honger. In de tent valt niets te vinden.”
“Duh, dat moet je zelf gaan zoeken!”
“Wat? Op een lege maag? Dat kan echt niet!” zei Liam verontwaardigd.
“Inderdaad!” viel Harry hem bij. “Nou, wens maar gewoon wat,” zei de fee zachtjes. “Ik durf te wedden dat de bosjesmensen er ook voor zorgden dat ze het ontbijt al een dag van tevoren in huis hadden.”
“Het gebruikelijke dan maar,” bestelde Liam.
“Een uitstekende keus, meneer!” En zodra beiden een groot, dampend bord omelet op hun schoot hadden, vielen ze aan.
“Wat is dit? Ik zei toch: geen magie!” riep Louis meteen toen hij buiten kwam.
“Sorry, schat, maar ik kan écht geen eten zoeken op een lege maag.”
“Ach, oké dan. Maar vanaf nu geen magie meer tot we naar huis gaan, oké?”
Liam en Harry keken elkaar aan en knikten braaf. “Nou ja, als we toch allemaal zondigen mag ik ook wel.” En met een bord pannenkoeken begon ook Louis zijn dag.
Na het ontbijt gingen ze zwemmen in de beek, even verderop, waarbij ze ook meteen hun tanden poetsen. Het water was fris en behoorlijk helder. Om de beurt pasten Louis en Harry op Lux, terwijl de ander met Liam het water in ging.
Op een gegeven moment zag Liam Louis op de oever iets doen. Hij zwom naar zijn peetvader toe en klom uit het water. “Wat doe je?” vroeg hij nieuwsgierig.
“Kom maar, dan laat ik het je zien.” De fee haalde een klein, plat steentje uit zijn broekzak en ging gehurkt staan. Vervolgens gooide hij met een strakke zwaai het steentje de rivier in, waarna het vier keer op het water ketste alvorens het zonk.
“Ik dacht dat je gezegd had: geen magie.”
“Dit is geen magie. Heb je nog nooit van keilen gehoord?” vroeg de feeënpeetvader verbaasd. “Je gooit een plat steentje met een bepaalde hoek op het water en als je het goed doet stuitert het een paar keer. Ik leerde het van een stel Romeinse soldaten.”
“Wat? Maar dat is wat, tweeduizend jaar geleden?”
“Zoiets ja. Hier.” Hij gaf zijn peetzoon een paar steentjes en deed de beweging voor.
De eerste paar keren zonk het steentje meteen, maar al snel kreeg Liam het voor elkaar het steentje twee keer te laten stuiteren. “Goed zo! Als je nog even oefent kunnen we zo een wedstrijdje doen. Misschien wil Harry ook wel meedoen!”
Van het wedstrijdje zag Liam maar af. Nadat Liam een paar keer het steentje twee, drie en één keer zelfs vijf keer had laten stuiteren, gooide Louis een steentje zo goed weg dat het pas na veertien keer in het koele water verdween.
“Als we vanavond nog eten willen zou ik maar iets gaan regelen,” zei Louis toen het gezin even later samen op de oever zat.
“Waarom klinkt dat als een bevel?” vroeg Harry.
“Het is slechts een suggestie, schat. Ik ga straks in ieder geval weer met Lux naar de tent. Dan zal ik ook wat hout zoeken zodat we vanavond niet zonder komen te zitten. Misschien kun je met Liam gaan vissen? Ik heb er zat rond zien zwemmen.”
“Ja. Ja, dat is best wel een goed idee.” Dus zo geschiedde. In de tent bleken twee vishengels en een visdoos met de overige benodigdheden te liggen. Gewapend met de kunststof stokken en wat haakjes vertrokken ze dan ook weer naar de beek.
“Nu hebben we nog wel aas nodig,” merkte Harry op.
“Wormen of zo?”
“Maar die heb ik niet.”
“Die komen toch gewoon naar boven als je stampt of de aarde nat maakt? Volgens mij kun je ze dan zo opgraven.”
“Hoe weet je zulke dingen? Ach, we kunnen het in ieder geval proberen, niet?” Liams plan bleek wel degelijk te helpen en al gauw hadden ze ook het aas binnen.
“Dus, wat nu?” vroeg Harry.
“Dat weet jij toch? Ik bedoel, jij bent de vader, die hoort dat soort dingen te weten. Ik heb nog nooit eerder een hengel in m’n handen gehad.”
“O. Nou, ik ook niet, geloof ik.”
“Misschien weet Louis hoe het moet?” vroeg Liam hoopvol.
“Louis? Daar zou ik maar niet op rekenen.”
“Nou, lekker dan. Dus dan verhongeren we vanavond zeker.”
“Nah. Louis laat ons vast gewoon iets tevoorschijn toveren als we niks vangen. Het gaat er meer om dat we het proberen, denk ik. Bovendien, hoe moeilijk kan het zijn?”
Aardig moeilijker dan ze gedacht hadden, bleek al snel. De dobber klapte steeds om, waardoor ze niet konden zien of er iets bij de haak zat. Ze verschoven het plastic dingen meerdere malen, maar zonder succes.
“Misschien kan ik het google’en?” stelde Liam voor.
“Ja, goed plan! Waarom hebben we daar niet eerder aan gedacht?”
Liam doorzocht snel zijn zakken, maar kwam tot de conclusie dat zijn iPod touch daar niet in zat. “In de tent dan?” vroeg Harry, maar Liam schudde zijn hoofd.
“Nee, ik heb hem volgens mij niet meer gehad sinds gisterochtend en ik denk niet dat Louis hem heeft ingepakt.”
“Dat is lekker. Maar wacht, ik kan wel iets voor je toveren, denk ik? Louis is toch niet in de buurt.”
“Ja! Ik wens een laptop!”
“Komt eraan!” Harry zwaaide met zijn stafje, maar de ster lichtte niet op en het stafje maakte het poef-geluid, dat aangaf dat het niet werkte. “Wat? Waarom doet dat stomme ding het niet?” foeterde de fee. Hij probeerde het nogmaals en nogmaals, maar met hetzelfde resultaat.
“Een iPod touch dan?” probeerde Liam, maar ook die wens bleef onbeantwoord. “Probeer dan eens iets totaal anders,” stelde de jongen voor. “Een banaan?” Ze probeerde ook nog een jas, een verrekijker en een worm, maar het stafje gaf bij geen van die dingen thuis. “Kan hij stuk zijn” vroeg Liam bezorgd.
“Nee, er is gewoon iets mis met de magie, denk ik,” zei Harry die het hing van alle kanten bestudeerde. “Een kapot stafje valt meestal uit elkaar, omdat de magie hem grotendeels bijeen houdt. Volgens mij moeten we dit maar niet aan Louis melden. Het is vast zo weer goed.”
“Dan zullen we toch aan eten moeten komen, willen we dat hij er niet achter komt. Na nog even prutsen met de hengels lukte het uiteindelijk toch ze goed ter water te laten en aan het eind van de middag keerden ze terug met vijf forellen.
Die avond was het weer flink griezelen geblazen bij het kampvuur. Het was nu de beurt aan zowel Liam als Harry, maar hoewel hun verhalen zeker spannend waren, konden ze bij lange na niet tippen aan Louis’ vertelling van de dag ervoor. Louis besloot dat hij nog meer dan genoeg van zulke verhalen in petto had, dus als mooie afsluiter vertelde hij een verhaal over een dorpje waar ieder jaar enkele toeristen spoorloos verdwenen, dat mogelijk nog enger was dan die van de avond ervoor.
Die avond was Liam zo moe dat hij ondanks de geluiden meteen in slaap viel.
De volgende ochtend verraste Louis zijn man en petekind met een ontbijt bestaande uit planten en bessen die hij in het bos had gevonden. Er waren heerlijke aardbeien, bramen en bosbessen, maar ook de lichtelijk zoete wortel van één of andere plant waarvan ze de naam vergeten waren en nog vele andere bosschatten. “In de herfst gaan we eens tamme kastanjes zoeken en poffen,” beloofde de fee. “Die zijn ook echt heerlijk.”
De rest van de dag was beregezellig. Er werd weer in de beek gezwommen en met z’n drieën bouwden ze een vlot, dat eenmaal in de beek al snel weer uit elkaar viel. Louis vermaakte zich met name met zijn fotocamera, waarmee hij ontelbare kiekjes van het gezin nam.
Maar aan alle mooie dingen komt een eind, zo ook aan hun korte vakantie. De tent werd weer afgebroken en de overige sporen van het kamp werden ook gewist. Met door Harry gemaakte bloemenkransen op hun hoofden en de kampeeruitrusting op hun rug liepen ze naar de beek, om nog één keer van het adembenemende uitzicht te kunnen genieten.
“Kunnen we dit vaker doen?” vroeg Liam. “Ik vond het echt heerlijk!”
“Laat jouw ouders maar vaker op vakantie gaan!” zei Harry meteen lachend.
“Bleh. Ik wil helemaal nog niet naar huis!” klaagde Liam.
“Aan alle dagen komen een eind. Maar hé, de zon komt vanzelf weer op en dan is er een nieuwe dag. Dit gaan we zeker nog eens overdoen,” zei Louis.
“Rustig aan, meneer de filosoof,” grapje Harry.
De stafjes werden gepakt en de ogen waren op Liam gericht. “Nou, het moet dan maar. Ik wens dat ik weer thuis was!”
De muffe lucht van zijn slaapkamer sloeg hem vol in zijn gezicht na een weekend lang in de ongerepte natuur. Meteen liep hij naar zijn raam om het te openen, maar de lucht die van buiten kwam was niet veel beter. In plaats van naar naaldbomen en wilde bloemen rook het naar uitlaatgassen en nog tientallen andere onbenoembare componenten.
“Pas op dat Caroline je niet ziet als je naar de kloon gaat,” waarschuwde Louis.
“O ja, de kloon, dat is waar ook. Kan ik hem niet gewoon weg wensen?” vroeg het petekind.
Louis schudde zijn hoofd. “Nee, jullie moeten bij elkaar in de buurt zijn, want hij is een heel van jou en moet terug.”
“O. Nou, dan wens ik dat ik onzichtbaar ben!”
Louis lachte trots. “Och, jeetje. Waar ben je nu?” vroeg hij nadat de wens in vervulling was gegaan.
“Hier. Gaan jullie maar naar de kloon, dan kom ik daar wel.”
“Komt dat goed?” vroeg Harry, maar de deur opende en sloot zich weer, dus Liam had duidelijk de kamer al verlaten.
Het plan verliep vlekkeloos. De kloon was buiten het laatste stukje tuin aan het schoffelen. Caroline zat binnen televisie te kijken, dus ze zou de feeën niet zien. Net toen de kloon klaar was met het werk en de spullen naar het schuurtje wilde brengen hield de onzichtbare Liam hem tegen. “Ik wens dat de kloon weg is!” zei hij voor de kloon moeilijk kon gaan doen. “Maak me nu maar weer zichtbaar, jongens.”
Tevreden zette hij de schoffel terug in het schuurtje. Teruggaan naar Caroline stond niet bepaald bovenaan zijn to do-lijstje, zolang hij het kon vermijden tenminste. Dat bleek niet nodig: hij hoorde het geluid van een auto op de oprit en zag tot zijn grote vreugde dat het die van zijn ouders was.
Hij had het weekend met Caroline officieel overleefd.


Reacties:


Krewella
Krewella zei op 31 maart 2015 - 12:55:
Mwiiiii zooo leuk ik heb dit gemist. Fluffy love it.
maar ja, wat Iv zegt, ik had eigenlijk gehoopt op een Louis die het had gesaboteerd hihi.

En lieverd, als je niet kan posten dan kan het niet. Wij wachten wel. Natuurlijk zou het leuk zijn als het vaker kwam, maar je moet jezelf op nummer 1 zetten en niet je story. Dus. *hugs*

gauw verder!


1Dzayn
1Dzayn zei op 21 maart 2015 - 8:19:
Haha wat schattig! Wel raar dat Haz zijn stokje het opeens weer doet, maar Louis zal wel iets hebben gedaan ofzo