Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » The Book of Neya » 007 - Een onverwachte ontmoeting
The Book of Neya
007 - Een onverwachte ontmoeting
Ik ontsnap door te zeggen dat ik naar de wc moet. Ladon kijkt me hierbij peinzend aan. De jongen kent me te goed, maar hij haalt zijn schouders op en laat zijn bedenkingen varen. Immers, wat is een veiligere omgeving dan mijn eigen huis? Voorzichtig slalom ik om feestvierende groepjes tovenaars en heksen heen. Ik voel me nu niet meer zo groot en volwassen eerlijk gezegd. Wat alleen maar logisch is, want ik maar tien jaar oud. Soms vergeet ik hoe oud ik ben. Mijn leeftijd houdt me tegen, dat heb ik altijd al zo gevoeld. Alleen wandel ik door de gangen heen, ondanks mezelf toch op weg naar de toiletten. Bij de toiletten aangekomen is het stil. Te stil. Op mijn tenen loop ik naar binnen. Ons toilettenblok in de oostvleugel beslaat twaalf toiletten om een grote marmeren fontein heen waar men ook de handen kan wassen. In de ruimte hangen veel spiegels en een enorme gouden kroonluchter, die de bedienden elk weekeinde moeten schoonmaken. De kroonluchter is zo groot dat de top van de fontein hem op een paar centimeter na raakt. Tegen de fontein aangeleund staan twee mensen innig in elkaar verstrengeld. Ik verstijf, maar schiet dan het eerste wc-hokje binnen zodat ze me niet zien. Voorzichtig klim ik op de wc-bril en trek me op aan de scheidingswand. Ik móét het zien. Iets in het koppel heeft dingen in me losgemaakt waarvan ik niet wist dat ik ze bezat en ik ben hongerig naar meer. Mijn spieren zeuren, maar ik trek me geluidloos nog wat verder omhoog. Ik kijk nu over de scheidingswand heen en heb perfect zicht op de man en vrouw. Tenminste, op het meisje en de jongen, want ze zijn jonger dan ik dacht. Het meisje staat met haar rug tegen de fontein aan en de jongen houdt haar op zijn plaats met zijn heupen. Ik schat ze een jaar of zeventien, misschien achttien. Het meisje heeft honingblond, lang krullend haar en slaat haar benen om de jongen heen. Ze heeft een kort, rood jurkje aan en de jongen heeft zijn hand op haar dijbeen en streelt haar daar. Rillingen lopen over mijn lichaam heen. Het is een heerlijke sensatie, maar het voelt alsof ik hier geen toeschouwer van mag zijn. Dit is privé. En toch, wat een genot - wat een genot. De jongen heeft inktzwart, warrig haar. Het meisje kreunt verleidelijk en mijn schuldgevoel neemt toe. De jongen is bleek als het marmer van de fontein en draagt een donkerblauw pak van zijde en zwarte lakschoenen. Zijn mouwen zijn slordig opgerold, maar het draagt juist bij aan de onverschillige nonchalance die van hem afstraalt. Het pak is peperduur; maar weinigen zouden het zich kunnen permitteren om zo roekeloos met zoiets moois om te gaan, zelfs onder de aanwezigen op dit feest.. Iets aan hem intrigeert me. Zijn manier van bewegen, de ongetemde lust die hij tentoon stelt. Ik zie scherpe jukbeenderen en pikzwarte, lange wimpers. Er ontsnapt me een zucht. De jongen stopt abrupt en laat het meisje los. Zijn ogen schieten open en ik laat mezelf naar beneden vallen. ‘Hoorde je dat?’ Het meisje maakt wat geluidjes. ‘Ik hoorde niets.’ Het lijkt erop alsof ze hem kusjes geeft. ‘Kom, houd me vast,’ hoor ik haar hees mompelen. ‘Even wachten. Ik wil even iets checken Ariana.’ Ik hoor voetstappen - zíjn voetstappen. De deurtjes van de toilethokjes vliegen open, één voor één. Hij komt steeds dichterbij en het zweet breekt me uit. Nog één hokje. Pauze. ‘Balthazar? Doe niet zo vreemd, kom terug.’ Een zeurderig toontje sluipt Ariana’s stem in. ‘Ik kom al.’ Zijn stem klinkt als een streling. Zijn voetstappen verwijderen zich en ik hoor hen even later weer kussen. ‘Kom, we gaan terug naar het feest. Er is later tijd genoeg voor ons.’ Hij weet het op de een of andere manier te laten klinken als gespin en ik hoor ze seconden later samen het toiletblok uit lopen. Opgelucht adem ik uit en wis het denkbeeldige zweet van mijn voorhoofd.
Ik leg mijn hand op de deurklink en wil net het toilethokje uitlopen wanneer de deur open vliegt en ik naar buiten val. Balthazar grijnst me toe. ‘Ik wist het wel.’ Zijn stem is lijzig, één en al aristocraat. Hij grijpt me bij mijn pols en trekt me charmant overeind. ‘En wie hebben we hier?’ Ik geneer me zo dat ik weiger omhoog te kijken en koppig naar mijn schoenen blijf kijken. Een warme hand pakt mijn kin beet en heft mijn hoofd op. Boos sla ik mijn ogen op en.. houd sissend mijn adem in. Zijn ogen. Zijn linkeroog is zilver. Zijn rechter oog is als vloeibaar goud. Even zie ik daar pure, naakte shock, maar daarna herstelt hij zich. Hij buigt van me weg. ‘Zo… ‘ Vorsend kijkt hij me aan. Zijn mondhoek krult omhoog en hij lacht een helderwitte lach bloot. Zijn ogen twinkelen. Ik heb moeite zijn stemming bij te houden. ‘Hoe heet je jongedame?’ ‘Hoe heet jíj?’ ‘Ik denk dat je dat al wel weet,’ glimlacht hij toegefelijk. ‘Balthazar.’ Zijn naam klinkt vreemd op mijn tong. Ik wil hem vaker uitspreken. ‘Ik heet Neya.’ Ik zie de verrassing in zijn ogen. ‘Wat een mooie naam.’ Te neutraal, ik wil weten wat hij echt denkt. Zijn ogen hebben weer die schaduw in zich en ik weet dat hij zijn gedachten voor me afschermt. Een kleine glimlach. ‘Wie zijn je ouders?’ ‘Evan en Evelyn.’ Ik steek mijn kin vooruit. Op wiens feest je je nu bevindt. ‘Onze charmante gastheer en lieflijke gastvrouw.’ Bedachtzaam strijkt hij over zijn kin. Zijn ogen vonken. ‘Weet je dat wel zeker trouwens?’ Hij buigt zich naar me toe en ik voel zijn hete adem op mijn kaak. ‘Want die ogen komen me bekend voor...’ Ontdaan kijk ik hem aan. Mijn stem trilt. ‘Ik wil er niets over weten.’ Even zie ik iets van medelijden in zijn ogen, maar het verdwijnt zo snel dat ik me afvraag of ik het wel goed gezien heb. Hij steekt zijn hand uit en en streelt zacht over mijn haar. ‘Nachtblauw.’ Het klinkt haast als een vraag. ‘Ja.’ ‘Hoe oud ben je?’ Ik denk erover te liegen, maar ik houd me in. Hij zou me nooit geloven. ‘Tien.’ Hij grinnikt ondeugend en zakt dan door zijn knieën. Hij is zo lang. Balthazar pakt mijn hand vast en aait de rug van mijn hand. ‘Kom me opzoeken over een paar jaar, oké?’ Ik bloos ongewild en hij staat op en salueert kort. ‘Neya.’ En weg is hij. Het enige wat hij achterlaat is een vage muskusgeur, vermengd met iets.. zonnigs. ‘Balthazar,’ fluister ik zachtjes.
Terug op het feest is het alsof Balthazar en Ariana er nooit zijn geweest. Ze zijn weg. Die avond zie ik zijn gezicht voor me wanneer ik mijn ogen sluit.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.