Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » The Book of Neya » 008 - Liefde bij een zonsopgang
The Book of Neya
008 - Liefde bij een zonsopgang
Later die zomer vieren we mijn verjaardag. We weten mijn echte geboortedatum natuurlijk niet, dus daarom heeft mijn moeder 8 augustus uitgekozen; een datum die volgens haar geluk brengt. Het belooft een buitengewoon zonnige dag te worden en we ontbijten op het terras buiten met verse aardbeien in geklopte room, geroosterd brood met bananenschijfjes, sinaasappelsap en gesuikerde stukken grapefruit. Gewikkeld in warme, kasjmieren dekentjes zitten we in onze stoelen en kijken naar de zonsopgang. Ik zit met Fergus in een houten loveseat en Ladon ligt languit op een andere bank met zijn lange benen over de leuning heen gedrapeerd. Iedereen is nog wat slaperig, maar dit is onze traditie als het aankomt op verjaardagen. Het zijn zeer speciale dagen voor ons en we maken dan ook graag gebruik van de hele dag, van zonsopgang tot zonsondergang. Mary and Jack, onze twee Deens dogs, liggen trouw op de grond voor mijn moeder. Ze zit op een krukje zit en aait met haar blote voeten de grond. Mama heeft iets met dieren en dieren hebben iets met haar. Ze zijn haar zeer loyaal en gehoorzamen haar blindelings. Zoals altijd ziet moeder er fantastisch uit, ditmaal in een lange, zware, dieprode jurk die inspeelt op het contrast tussen haar bleke huid en vurige haren. Ze draagt er een crèmekleurig wikkelvestje overheen en haar haren zijn opgestoken, met enkele losse krullen die overgeleverd zijn aan de wind. Papa ziet er even casual uit, met een donkerblauw overhemd en een linnen, lichtbruine pantalon. Hij heeft blote voeten en zijn gouden horloge vangt de opkomende zonnestralen wanneer hij opstaat en om stilte gebaart. Jack gromt ter aankondiging van papa’s toast. Langzaam wordt iedereen stil. De bedienden trekken zich stilletjes terug en verzamelen zich aan de rand van de tafel. ‘Mijn - onze - lieve dochter Neya viert vandaag haar elfde verjaardag. En,’ hij wendt zich tot mij terwijl hij zijn glas heft, ‘voor dat wil ik je bedanken. Je hebt Evelyn en mij tot de gelukkigste ouders gemaakt met je komst. Op ons gezin zijn wij bijzonder trots, mét reden. We hebben twee fantastische zonen en een uitzonderlijke dochter mogen opvoeden, waarbij je de onbetwiste kroon op ons werk bent. De nooit-eindigende stroom aan vragen die je met je meebracht, resultaat van een enorme nieuwsgierigheid en passie voor het leven, hebben ons leven verrijkt op manieren waarvan we het bestaan niet wisten.’ Hij schraapt zijn keel. Voor het eerst vallen zijn verdacht vochtige ogen me op. ‘Jij hebt ons uitgekozen als je ouders en niets had ons gelukkiger kunnen maken. Ik ben een man compleet; ik heb alles. Een prachtige, sterke vrouw, twee intelligente en zorgzame zonen en een dochter met een gezicht als een rozenknop en het hart van een engel.’ Hij pauzeert. ‘We zijn ons ervan bewust dat je weinig wensen over hebt, maar mama en ik hebben geprobeerd je een zo goed mogelijke start te geven op je toekomstige school, denkend dat je dit misschien wel meer zou waarderen dan een tweede pony.’ Hij knipoogt. Mam staat op. Haar heldere stem voegt zich bij die van Evan terwijl ze zijn hand vastpakt. ‘Om die reden hebben we voor een eigen kamer gezorgd op Blac Morar, zodat je deze niet hoeft te delen met vreemden.’ Ik slaak een opgewonden kreetje. Mijn eigen kamer! Zelfs Fergus en Ladon hebben dit voorrecht niet. Mama lacht. ‘Ik dacht al wel dat je dat fijn zou vinden. Maar, er is meer.’ Ze gebaart naar een van de bedienden en deze komt aanlopen met een klein doosje. ‘Kom maar.’ Ik glijd uit de stoel en loop naar mijn ouders toe. Dat is wanneer ik het hoor - gemiauw. Ik vlieg haast de laatste paar meters naar het doosje toe. De doos is open en er steken twee pootjes over de rand. In de doos bevindt zich een kitten. Het is een pikzwart beestje met groene oogjes dat klagelijk miauwt en naar me lijkt te reiken. Voorzichtig til ik de kitten op en druk het bolletje tegen me aan. ‘Is het een meisje?’ ‘Nee,’ grinnikt mijn vader. ‘Het is een mannetje. Ik hoop dat het voor een hele lange tijd je enige mannelijke compagnon blijft.’ Hij grijnst plagerig en ik hoor mijn beide broers lachen. Even schiet Balthazars lach door mijn hoofd en mijn hart begint pijnlijk hard te kloppen. Het is nu maanden geleden dat ik hem heb ontmoet en ik ben niet in staat gebleken hem te vergeten. ‘Hoe noem je hem?’ Mijn moeder komt dichterbij en zucht zachtjes als ze het katje hoort piepen. ‘James,’ zeg ik, en er klikt iets in mijn hoofd. De naam klopt, geen twijfel mogelijk. Het zijn dit soort momenten, momenten waarop alles op zijn plek lijkt te vallen, dat het bestaan van een lot aannemelijk lijkt. Zo is het dat James en Don in mijn leven komen. Mijn ouders maakten geen grapje toen ze zeiden dat ze me geen tweede pony zouden geven. Een echt paard daarentegen had ik nog niet, enter Don. Don is een jonge ruin met een voskleurige vacht. Hij is ongedurig en hij trilt zacht als ik hem aanraak. Zijn ogen zijn groot en zijn wimpers zijn lang, en hij zet me klem achter in de stal de eerste keer dat ik hem op kom zoeken - het kleine kreng. Mijn hart zwelt op als ik naar hem kijk en hij maakt me aan het lachen met de gekke sprongen die hij maakt als hij me in de ochtend de weide op ziet komen. Ik ben dol op het paard, stapelverliefd bijna. De verantwoordelijkheid die ik voel jegens die twee wezens die aan mijn zorg zijn overgelaten is... soms overweldigend, want ik wil het goed doen. Ik wil een goede baas en verzorger zijn en ik ben zo bang dat ik dat niet zal zijn. Maar ik zal altijd mijn best blijven doen, want dat is wat men behoort te doen. Ik ben niet mijn biologische ouders.
Mijn verjaardag is het startsein voor drie geweldige weken vakantie waarin we als familie optimaal van elkaar genieten. Daarna is het tijd voor een nieuw hoofdstuk in mijn leven. Het is de tijd waarin ik samen met Fergus en Ladon vertrek naar Blac Morar, de toverschool waar ik de komende zes jaar van mijn leven door zal brengen. Nooit ben ik zo nerveus geweest.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.