Hoofdcategorieën
Home » Blof » Kopie [7-shot] » en jij in zilver baadt
Kopie [7-shot]
en jij in zilver baadt
en jij in zilver baadt
beschijnt haar licht het licht op straat
Uiteindelijk verplaatste ze zich dan toch naar de stad. Zelfs op de schaarse, heldere avonden als deze, kon ze aan de hemel slechts de maan herkennen. Maar in de stad was het makkelijker om werk te vinden en om, in geval van nood, enigszins beschut te slapen.
Ze stond op straat en keek omhoog naar de maan die langzaam omhoog klom, nog net boven de stadsverlichting uit wist te komen.
Ze had geen zin om te werken. Het was een relatief warme avond en ze was van de maan gaan houden, veel meer dan ze van haar werk hield. Ze besloot het stadspark te zoeken, waar de kunstmatige verlichting schaarser was en ze op zijn minst een paar sterren kon zien. Ze stelde zich altijd voor dat zij die sterren zag omdat Kopie daar woonde; dat andere mensen andere sterren zagen, waar hun kopieën woonden.
De maan baadde haar in zilver licht en ondanks haar ongewassen haar en huid, voelde ze zich mooi. Ze voelde zich een prinses in haar eigen paleis van zilveren maanlicht, in haar eigen wereld van sterren en kopieën. Ze voelde zich alsof het maanlicht het licht was van het ruimteschip dat haar kwam oppikken om haar naar Kopie te brengen.
Er kwam geen ruimteschip.
Haar rust werd verstoord door iemand die naast haar kwam staan en zijn keel schraapte. Ze keek hem aan, overwoog of ze er wel of niet op in moest gaan.
‘Wel,’ sprak Opa’s stem en dus glimlachte ze.
‘Hoe veel?’ vroeg de man.
‘Honderd,’ sprak Opa’s stem en dus stak ze tien vingers op. Tot haar grote verbazing knikte de man, begeleidde haar naar zijn warme huis, waar hij haar liet douchen, haar haar liet wassen en haar vroeg de kleding van zijn ex aan te trekken.
Ze gehoorzaamde gewillig; het gordijn van het schuine dakraam stond open en hoewel ze wegens tegenlicht niets kon zien dan haar eigen reflectie, wist ze dat de sterren waakten over de rode schaduw die ze geworden was.
‘Doe het licht uit,’ zei de man toen ze zich eenmaal geheel in rode zijde had gegoten. ‘Je bent mooier in het maanlicht.’
Ze glimlachte en deed wat hij van haar vroeg, genoot van het zilveren schijnsel van de maan op haar bleke, schone huid.
De klant was een makkelijke. Hij verlangde niets wat ze niet al honderden keren had gedaan en na afloop betaalde hij haar netjes alle beloofde briefjes.
Op straat concurreerde de maan nog steeds met de lantaarnpalen en schoon voelde ze zich nog mooier dan eerder op de avond; mooier dan binnen ook, omdat ze nu alleen was. Glimlachend zocht ze een plekje om te overnachten.
‘Slaap lekker, Kopie,’ fluisterde ze tegen de sterren achter de maan.
Reacties:
Ja, wat carrot zegt.
het gordijn van het schuine dakraam stond open en hoewel ze wegens tegenlicht niets kon zien dan haar eigen reflectie, wist ze dat de sterren waakten over de rode schaduw die ze geworden was.Deze vond ik vooral heel mooi, heel beeldend en poëtisch. En het maakt me heel nieuwsgierig naar de laatste twee stukken. Ik kan me niet voorstellen wat voor einde je hieraan gaat breien. 't Wordt vast mooi, though.
Dit is gewoon heel goed geschreven en ik vind het echt leuk om te lezen.
Alles wat gezegd is plus dat ik het mooi vind dat Opa steeds terugkeerd als een soort element. Ja, i like this.