Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Lost in Harry Potter » Doubt

Lost in Harry Potter

22 mei 2015 - 22:24

1661

1

379



Doubt

De volgende ochtend stond ik gapend in de keuken te wachten op Perkamentus. Het was weer veel te vroeg naar mijn zin, en ik was veel liever nog even blijven liggen. ‘Goedemorgen schoonheid.’ Ik draaide me om, ‘heb ik je wakker gemaakt?’ vroeg ik aan Sirius. Hij glimlachte en schudde zijn hoofd, hij kwam naast me staan en keek naar buiten, ‘waar denk je aan?’ Ik haalde mijn schouders op, ‘het gesprek, waar Perkamentus het over wilt hebben. Misschien over mijn-over wat ik gedaan heb.’ Sirius sloeg een arm om mijn schouder, ‘maak je geen zorgen, Albus weet wat hij doet.’ ‘Oh ja? Jij vond het anders ook niet leuk dat je binnen moest blijven van hem, een paar maanden geleden.’ Protesteerde ik. Hij moest lachen, ‘juist, een paar maanden geleden. Nu ben ik vrij!’
Ik gromde. Hij pakte mijn hand, ‘Robin, het komt goed. Misschien is het iets compleet anders. En als hij het er wel over gaat hebben vertel je hem alles gewoon eerlijk.’ Hij volgde met zijn vinger de lijntjes in mijn handpalm. Het kippenvel kroop via mijn armen omhoog, maar niet omdat ik het vervelend vond. ‘Je vertelt me toch wel alles als je terug komt?’
Het duurde even voor ik doorhad dat hij iets gevraagd had, ik werd te zeer in beslag genomen van zijn aanraking. Ik keek hem een tikje verward aan, ‘ja natuurlijk.’ Hij glimlachte en boog zich naar me toe.
Oh god. Oh god. Oh god.
‘Robin, ga je mee?’
Weg was de aanraking en weg was zijn nabijheid toen Perkamentus binnenkwam. Ik draaide me om en kreeg het voor elkaar te glimlachen, ‘ja, ik ga mee.’ Ik keek nog even achterom voor ik en Perkamentus in het niets verdwenen.
Tijdens onze wandeling van Zweinsveld naar zijn kantoor spraken we geen woord. Ik vroeg me af of Sneep alles al aan Perkamentus verteld had. Zo ja, dan zou ik opnieuw alle pijn en verdriet op moeten halen vanuit het zwartste gat in mijn geheugen. Ik staarde naar de grond terwijl we omhoog gingen op de trap. Toen ik opkeek zag in zijn kantoor de Hersenpan staan. ‘Die hebben we nodig vandaag.’ Blijkbaar had Perkamentus mijn blik gevolgd. Ik keek hem aan terwijl hij een flesje pakte, ‘er is iets belangrijks dat ik je moet laten zien.’
‘Belangrijker dan wat Severus je over mij heeft verteld?’ het was eruit voor ik er erg in had. Perkamentus leunde met zijn handen op zijn bureau, ‘luister, Robin. Ik praat niet goed wat je in jouw wereld gedaan hebt. Maar in deze zal en kan ik je daar niet om veroordelen.’ Ik knipperde met mijn ogen, ‘wat? Maar- dit is de reden! Dit is waarom Voldemort me naar deze wereld heeft gehaald!’ riep ik verbaasd, ‘hij weet wat ik heb gedaan! Hoe kun je dat-’
Perkamentus stak zijn hand op en ik hield abrupt op met praten, ‘kijk eerst naar wat ik je wil laten zien. Daarna praten we verder.’ Hij goot de zilverwitte gedachte in de Hersenpan en gebaarde dat ik als eerste moest gaan. Voorzichtig keek ik in de kom, dichter en dichterbij. Tot ik naar beneden werd gezogen en naast de Perkamentus uit de gedachte stond. Ik keek om me heen en besefte dat we op het Ministerie van Toverkunst waren. Maar waarom? Perkamentus begon naar de liften te drentelen en ik liep snel achter hem aan. Tot mijn verbazing gingen we naar het departement van Mystifycatie. Hij liep snel door, blijkbaar wilde hij me iets belangrijks laten zien en geen onzinnige gesprekken voeren met de mensen die hier rondliepen. Van wie had hij toestemming gekregen hier te komen? Schobbejak was een stuk stugger dan Droebel was geweest in dit soort dingen. Ik merkte dat we richting de hal de Proftiën liepen, wilde ik hier wel heen? De dienstdoende schouwer ziet hem aankomen, geeft even een klein knikje, kijkt om zich heen en doet de deur voorzichtig een stukje open. Vlug glip ik achter Perkamentus aan de hal binnen. Hij lijkt te weten waar hij naartoe moet. We lopen langs hoge lange rijen vol met voorspellingen. Voorspellingen van duizenden mensen. Langzaam begon ik een bang vermoeden te krijgen waarom ik hier was…
Bij rij 105 blijft Perkamentus staan en kijkt naar een bol die daar ligt, zacht glanzend in het doffe licht van zijn toverstaf. Mijn hart zinkt in mijn schoenen als ik de naam eronder lees; Robin Montange. Dit kan toch niet waar zijn? Ik slik, maar het koude gevoel dat zich door mijn botten verspreidt gaat niet weg. Het beeld vervaagt en ik zit weer in Perkamentus’ kantoor. Hij kijkt me aan maar zegt niks. Ik weet niks te zeggen, dus houd mijn mond. Ik kan maar nauwelijks bevatten wat ik daarnet heb gezien. Perkamentus zucht, ‘ik vermoed, dat je komst al voorspeld is Robin.’
‘Door wie?’ vraag ik met en droge mond. ‘Wie weet kan Severus ons daar meer over vertellen.’ Perkamentus heeft het nog niet gezegd of er wordt op de deur geklopt. ‘Binnen.’
Ik kijk Sneep niet aan als hij naast me komt zitten, ik weet eigenlijk niet of ik boos of blij moet zijn dat hij Perkamentus heeft verteld wat ik allemaal op mijn kerfstok heb. ‘Misschien kun jij ons vertellen of Voldemort ooit een waarzegster geraadpleegd heeft?’ vraagt Perkamentus. Sneep kijkt van Perkamentus naar mij en weer terug, ‘meerdere,’ zegt hij uiteindelijk, ‘hoezo?’
‘Robin’s komst is voorspeld,’ legt Perkamentus uit. ‘De kans is groot dat Voldemort van deze voorspelling weet. En dat zou dan verklaren waarom ze hier is.’
Sneep kijkt me even aan, ‘hij heeft mij nooit iets verteld over een voorspelling die gedaan is,’ zegt hij. Perkamentus staat op, ‘weet je dat zeker?’ zijn stem klinkt streng. ‘Als dat zo was had ik het je toch allang verteld!’ zegt Sneep. ‘Hij vertrouwt je, toch?’ vraagt Perkamentus.
‘Ja.’
‘Vraag hem ernaar.’
‘Wil je me dood hebben, Albus?’ Sneep staat op en leunt met zijn handen iets voorover op het bureau. Glimlachend draait Perkamentus zich om, ‘Severus, we weten beide dat onze tijd zo voorbij kan zijn. Die van mij sneller dan die van jou.’
Oke, dit gesprek gaat een kant op die me niet bevalt. Ik doe mijn mond open om iets te zeggen, maar Sneep is me voor. ‘Wat heeft dat nou weer te betekenen. Als je iets van me wilt zeg het dan gewoon!’ Nu keek Perkamentus hem met een verbeten blik aan, eentje die ons beide vertelde dat hij geen tegenspraak duld, ‘Severus, ik wil dat jij me vermoord als de tijd daar is. Je hebt me verteld van Malfidus’ opdracht, maar we weten beide dat hij dat niet zal kunnen. Bovendien-“ hij houdt zijn zwartgeblakerde hand omhoog, “weten we allebei ook dat het gif er toch wel voor zal zorgen dat ik dood zal gaan.”

‘Hij is gek! Compleet doorgeslagen!’ woest beende Sneep voor me uit naar Zweinsveld om me terug te brengen naar Het Nest. Al de hele weg liep hij boos te zijn. Hij had er min of meer mee ingestemd Perkamentus te vermoorden. ‘Loop door!’ snauwde hij achterom. Ik bleef staan,
‘Sneep-’
‘WAT!?’
Nu begon ik ook opgefokt te raken ik gaf hem een tik tegen zijn arm, ‘haal adem! Ik kan je vertellen waarom Perkamentus wil dat jij het doet! Maar als je zo doet ga ik dat niet doen!’ Sneep keek me weinig overtuigd aan, ‘ik waarschuw je, als het een of ander dom sprookje-’
‘Je hebt me nog niet eens laten beginnen.’
Sneep sloeg zijn armen over elkaar en keek me cynisch aan, ‘ga je gang.’
‘Ooit van de Zegevlier gehoord?’
‘Dat is dus wat we een sprookje noemen,’ zei Sneep en hij draaide zich om. ‘Hij bestaat echt, en Voldemort wil hem in handen krijgen,’ zei ik tegen zijn rug. Sneep liep door, ‘jij moet Perkamentus vermoorden, omdat je dan de eigenaar van de stok zult zijn,’ ging ik door. Nu bleef Sneep wel degelijk staan. Ik glimlachte. Hij liep naar me toe, ‘dat kan niet.’ ‘Oh nee? En waarom zou het niet kunnen? Heb je de onzichbaarheidsmantel van Harry ooit in kracht af zien nemen?’
Daar leek hij over na te denken. Maar zo snel als de denkrimpel in zijn hoofd verscheen, zo snel was die ook weer verdwenen. Hij greep me bij mijn pols en we verdwenen in de onzichtbaarheid.
‘Oh god niet weer!’ Ik kwam met een klap op de grond en rende naar de bosjes omdat mijn ontbijt retour kwam. Sneep stond met zin voet ongeduldig op de grond te tikken, ‘Robin, leer er nou eens mee om te gaan, het is maar verschijnselen.’ Bleekjes kwam ik weer naar hem toelopen, ‘luister eens, meneer de ervaringsdeskundige, in mijn eigen wereld verdwijnen en verschijnen we niet gewoon uit het niets. Dus ik vind dat ik het recht heb er misselijk van te worden!’ Ik stak hooghartig mijn tong uit, ‘evengoed bedankt voor het terugbrengen.’ Hij wierp me even een blik toe en verdween in het niets. Ik liep naar de voordeur en duwde die voorzichtig open. De avond was gevallen en ik wist niet of er al mensen sliepen. ‘Liefje! Je bent terug!’ mevrouw Wemel kwam glimlachend naar me toe, ‘je zult wel moe zijn als je de hele dag druk in touw bent geweest. Ik heb wat te eten voor je bewaard.’
Ze ging me voor, duwde me op een stoel en zette wat eten voor me neer. Eigenlijk was ik moe en had ik niet heel veel honger. Ik had dingen te verwerken, en ik had Sirius beloofd hem alles te vertellen. Nouja, mijn alles. Dat van Sneep kon ik beter achterwege laten. Snel at ik wat en snelde toen naar boven. Zachtjes deed ik de deur open. Het licht was uit en een baan maanlicht scheen op de slapende persoon in het bed. Ik glimlachte en deed zachtjes mijn pyjama aan. Iets deed me twijfelen meteen te gaan slapen, ik keek naar hem met opgetrokken knieën. Voorzichtig boog ik me over hem heen, en gaf hem voorzichtig een zoen op zijn wang. Het was hem niet gelukt wakker te blijven.


Reacties:


LunaLovegood zei op 23 mei 2015 - 9:55:
Jij kan zooo goed schrijven! Snel verder please