Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Lost in Harry Potter » Death

Lost in Harry Potter

28 mei 2015 - 21:48

2000

2

334



Death

Nou vooruit, omdat jullie het zo lief vragen :3

Na die woorden valt er een stilte. Een stilte die uiteindelijk gebroken wordt door Bellatrix die haar zelfbeheersing verliest en begint te grinniken. De knevels worden verwijderd, en daar maakt mijn moeder meteen dankbaar gebruik van, ‘w-wat heeft dit te betekenen, Robin?’ vraagt ze, ‘w-wie zijn dit?’
Oh als ze toch gewoon besloten had Harry Potter te lezen…ze hebben mijn liefde voor de boeken nooit echt helemaal begrepen. ‘Heb je me gehoord?’ dringt de stem van Voldemort tot me door.
Ik knik.
‘Ik versta je niet!’
Nu is niet alleen Bellatrix degene die lacht, ze vinden het geweldig dat ik zo vernederd wordt. ‘Ja meester,’ weet ik eruit te persen. Met lood in mijn schoenen sta ik op, en even voel ik Severus een beweging maken. Hij kan niks voor me doen, en dat ga ik ook niet van hem vragen. Ik heb geen andere keuze, ik moet wel. ‘Lieverd,’ mijn vader pauzeert even, hij heeft me altijd al beter begrepen dan mijn moeder. ‘We houden van je, onthoud dat, oké?’ Godsamme pap, maak het me nog moeilijker. Mijn moeder en zusje zeggen niks. Ik kan zien dat mijn zusje huilt.
‘Ze gaat het niet doen,’ zegt Bellatrix, ‘vijf galjoenen dat ze het niet doet.’ ‘Ik geef je er tien!’ gromt Fenrir zacht. ‘meester, heeft u er iets op tegen als ik haar leidt? Ze heeft dit nog nooit gedaan,’ hoor ik Sneep stijfjes vragen. De kans dat Voldemort “ja” zou zeggen was nul, en toch vroeg hij het. ‘Dat hoeft niet Severus,’ zei ik, ‘ik kan het wel,’ met die woorden hief ik mijn toverstaf op de drie mensen voor me die ik twee jaar lang had moeten missen. Die ik liefhad met meer dan alleen mijn hart. Sneep draaide zich half naar me om en ik knikte even. ‘Als ze het wél doet krijg ik van ieder van jullie tien galjoenen!’ zei Jeegers honend tegen Bellatrix en Fenrir. ‘Als je het nu niet doet, weet je wat je te wachten staat!’ zei Voldemort, en hij kwam schuin achter me staan. Een bizar idee sloop mijn hoofd binnen, het zou nog steeds de dood van mijn familie betekenen. Maar de verlenging van dat van een ander. ‘Ik hou van jullie,’ zei ik zacht, in het Nederlands. Niemand in deze ruimte verstond mijn moederstaal, ‘het spijt me zo…’ ik richtte met meer zekerheid mijn toverstok, en op het moment dat de Vloek des Doods aan mijn mond ontsnapte raakte ik “per ongeluk” met de achterkant van mijn hand Sneeps rug aan. De groene flits schiet recht op mijn ouders af, en raakt mijn moeder. Tijd om te gillen krijgt ze niet, ze zakt gewoon in elkaar. Ik bijt hard op de binnenkant van mijn wangen om mijn tranen terug te dringen. Nog twee keer. Mijn zusje is alleen maar harder gaan huilen. Ik hoor Jeegers even een triomfantelijke kreet slaken, ‘kom maar op met die twintig galjoenen!’ Mijn vader lijkt het al geaccepteerd te hebben, hij heeft zijn ogen gesloten. Mijn zusje, alles in me roept dat ik haar moet helpen, maar de enige manier waarop ik dat kan doen is door haar uit haar lijden te verlossen. ‘Schiet op!’ hoor ik Voldemort snauwen, en ik steek zonder er nog bij na te denken mijn hand in mijn broekzak. Ik voel een armbandje zitten, en met die gedachte komt de Vloek des Doods nog een keer over mijn lippen. Mijn ogen vinden die van mijn vader op het moment dat mijn zusje niet meer huilt. De acceptatie in zijn ogen steekt me, en ik sluit mijn ogen voor ik mezelf voor de derde keer ‘Avada Kedavra!’ hoor roepen. Ik heb niks meer.
‘Mag ik vangen?’ Jeegers houdt zijn hand op. Er wordt niet meer gelachen nu. Ik draai me om naar Voldemort, die kijkt met een nogal onaangename grijns naar de drie lichamen op de grond. Hij zegt iets in sisselspraak, en Nagini slingert zich langs mijn voeten naar de plek waar ik weet dat mijn familie ligt. Voldemort kijkt de tafel rond, ‘jullie hebben het gezien, Robin heeft haar loyaliteit weten te bewijzen. En dus zal ik me aan mijn belofte houden, en haar laten leven,’ hij kijkt me met zijn slangenogen even aan, ‘voor nu.’ Sneep staat op, ‘meester, zal ik haar ergens naartoe brengen waar ze u even niet tot last kan zijn?’ vraagt hij. ‘Dank je, Severus,’ zegt Voldemort, ‘voorlopig hoef ik haar even niet meer te zien.’
Sneep pakt me nogal ruw bij mijn bovenarm en trekt me mee naar buiten. Het is donker, en mijn keel is droog. Voor we goed en wel de drempel over zijn, verdwijnselen we in de nacht. We verschijnselen in Zweinsveld en vrijwel meteen zak ik op de grond. Ik voel tranen over mijn wangen glijden, oncontroleerbaar, stil. Ik zie het donkere figuur van Sneep door zijn hurken zakken, en voel hoe zijn hand mijn kin omhoog duwt. Zo kijken we elkaar aan, in zijn ogen staat begrip, en zonder een woord te spreken trekt hij me overeind. Hij neemt me mee naar de Drie Bezemstelen, en Madame Rosmerta kijkt verbaast op bij onze binnenkomst. Het is laat, en ze had vast geen bezoekers meer verwacht. Ik ga op een stoel zitten en Sneep geeft zacht sprekend zijn bestelling door aan Madame Rosmerta. Ik wrijf langs mijn ogen, maar ik maak het eigenlijk alleen maar erger. Ik kan niet stoppen met huilen. Zonder er echt bij na te denken leg ik de armband die in mijn zak zat op tafel. Ineens weet ik niet meer zo goed wat ik er mee moet, en of het überhaupt wel gelukt is… Als Sneep terugkomt komt hij naast me zitten, en pakt de armband van tafel. Hij trekt een wenkbrauw op en houdt het ding bij zijn oor, alsof het een schelp van het strand is. Hoort hij iets? Maar als hij iets hoort, dan- zou dat dan betekenen dat het me gelukt is bij hem? Er word een beker boterbier op tafel gezet, en Sneep geeft hem aan mij. We hebben nog geen woord gewisseld met elkaar. Maar ik heb niet het idee dat dat echt nodig is. Hij weet hoe ik me voel, beter dan wie ook, begrijpt hij hoe ik me voel. ‘Voelde jij je ook zo toen- toen je hoorde van Lily?’ vraag ik schor, en ik ontwijk oogcontact. ‘Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn geweest je eigen familie te moeten vermoorden,’ is zijn discrete antwoord. ‘Ik heb niet zo’n dorst,’ zeg ik ontwijkend, en schuif de beker van me af, ‘ik- ik ga even naar buiten.’
Buiten sla ik mijn armen om me heen tegen de wind, het is koud, maar dat voel ik niet. Ik voel eigenlijk helemaal niks meer op het moment. Had hij mij ook maar vermoord nadat ik mijn familie-
Ik hoor de deur open en weer dichtgaan achter me, voetstappen, en Sneep die voor me komt staan. Op het moment dat ik mijn mond opendoe om tegen hem te zeggen dat het wel gaat, voel ik zijn armen om me heen en trekt hij me tegen zich aan. Even ben ik te verbaasd te reageren, Sneep die in staat is tot compassie? Een omhelzing zelfs? Maar die verwarring is snel vergeten als de tranen hun weg weer naar buiten vinden. Ik laat het gaan, en leun met mijn voorhoofd tegen Sneeps borst, ‘het was beter geweest als hij me vermoord had,’ snik ik, terwijl ik nogal zinloos met mijn mouw langs mijn ogen wrijf, ‘ik heb niks meer. Niks. Mijn familie- mijn vader- zag je hem? Zo begripvol, zo-‘ verder kom ik niet, want een nieuwe snik overstemt mijn woorden. In mijn boosheid en verdriet heb ik mijn haar gepakt, en pas nu voel ik dat Sneep mijn handen lostrekt. Hij pakt me bij mijn schouders en kijkt me aan, ‘Robin! Nu moet je jezelf bijeen rapen!’ zegt hij, en hij houdt het armbandje omhoog, ‘wat heb je gedaan!?’
‘H-heeft het gewerkt dan?’ ik snik nog na, maar veeg met mijn hand de laatste tranen weg, en eindelijk blijven mijn ogen droog, min of meer. ‘Wat heb je gedaan?’ vraagt Sneep weer. ‘Ik-ik heb geprobeerd een-‘ ik slik. ‘Een gruzielement te maken,’ maakt Sneep mijn zin af, hij klinkt behoorlijk van slag, ‘ik mag je feliciteren, want het is je gelukt!’ Ik kijk hem aan, wat, serieus? Ik- hoe heb ik dat gedaan. Het was maar op goed geluk. ‘Kun je me dan ook uitleggen waarom ik jouw stem hoor in dit ding?’ hij heeft zich een stukje naar me toegebogen en kijkt me doordringend aan. Zo doordringend dat mijn hart ongewild even een sprong maakt. Durf ik de stilte te verbreken? ‘Nou-eh, ik heb zeg maar geprobeerd om-‘ begin ik, maar er gaat een wenkbrauw omhoog. ‘Luister, Severus. Ik weet wat er met je gaat gebeuren! Ik-ik wilde je nog een kans geven! Ik heb de eerste keer dat ik de Vloek des Doods “per ongeluk” je rug aangeraakt,’ ik maak met mijn vingers aanhalingstekens in de lucht bij de woorden “per ongeluk”. Na die woorden valt er opnieuw een stilte tussen ons, maar Sneep wend nog steeds zijn ogen niet af van die van mij. En ik heb niet het gevoel dat ik die van mij nu nog af kan wenden. ‘Snap je wel wat het betekend dat ík jóúw stem kan horen in jóúw armband?’ verbreekt hij uiteindelijk de stilte tussen ons. ‘Dat mijn plan gelukt is?’ zeg ik voorzichtig.
‘Besef je wel dat er nu net zo’n “verbinding” is tussen ons als tussen de Heer van het Duister en Potter?’ zegt Sneep lijzig, ‘en denk je serieus dat ik zit te wachten op beelden van jou en Zwarts samen?’ Wacht, is dat zijn grootste probleem? Ik kijk hem boos aan, ‘ik heb niks met Sirius! Dat ik heb ik je al gezegd!’
‘Nee, je hád iets met hem. En ik weet niet of je blind bent, maar hij is nog steeds geïnteresseerd,’ zegt Sneep. ‘Nou dan heeft hij pech, ik heb nu niet echt tijd voor hem,’ zeg ik, ‘hij zal toch niet begrijpen hoe het is je eigen familie te moeten doden!’
‘Waar wil je dan heen? Het Nest is op dit moment de enige veilige plek voor je!’ snauwt Sneep. ‘Kan ik niet bij jou blijven dan?’ ik sla mijn armen over elkaar en kijk hem aan, ‘bij jouw voel ik me veilig. En dat is net zo belangrijk als ergens veilig zíjn.’ Daar lijkt hij over na te denken. Ik heb eerder een tijdje bij hem ingewoond. Toen we beide nog niet zo goed wisten wat we aan elkaar hadden. Opnieuw kijken we elkaar aan, maar nu heb ik een vragende blik in mijn ogen. ‘Als Albus het daar mee eens is,’ zegt Sneep uiteindelijk.
Ik rol met mijn ogen, ‘dit kun je toch wel zelf beslissen.’
‘Jij vond het nodig om van mij je gruzielement te maken jongedame!’ hij begint zijn oude toon weer terug te krijgen. ‘In plaats van daar boos om te zijn kun je me ook bedanken hoor,’ snuif ik, ‘als Vol-,’ Sneep kijkt me zo vuil aan dat ik zijn naam niet afmaak. ‘Als Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Wordenje wilt vermoorden kan dat niet.’ Hij kijkt me alles behalve geamuseerd aan, ‘ik heb niet het eeuwige leven.’
Ik wijs naar mijn hoofd, ‘hierin wel Severus,’ zeg ik. Even werpt hij me een nogal walgelijke blik toe voor hij met zijn ogen rolt terwijl we naar Zweinstein lopen. Van de Sneep die me een half uur geleden nog in zijn armen had, is niks meer over. Gek genoeg, voelde het niet vervelend, en ik heb het gevoel dat hij het ook niet vervelend vond. Hij is niet makkelijk met mensen, maar dit was ook voor hem een “next level thing”. Er is iets veranderd tussen ons, en ik heb niet het idee dat dat komt omdat ik van hem een gruzielement heb gemaakt. Zou hij hetzelfde voelen? Ik bijt op mijn lip, hopelijk zorgt dit er niet voor dat zijn occlumentie verzwakt.


Reacties:


Rebella
Rebella zei op 11 sep 2015 - 18:31:
Wow...
Gewoon wow, op je hele verhaal, het maakt me enorm nieuwsgierig naar meer.
Ik vindt het knap hoe je alles zo normaal en goed weet neer te leggen.
Knap hoe je de personages zonder probleem op 'papier' zet.
Ik ben heel benieuwd of Vollie erachter gaat komen wat ze gedaan heeft, en wat Sirius nu gaat doen, nu ze zover gegaan is.
En... of Robin en Sev iets gaan krijgen...
Ik hoop dat je snel weer verder gaat!


LauraHoran
LauraHoran zei op 24 mei 2015 - 9:41:
OMG dit is gewoon zooooo saaaad :'(( maar tegelijkertijd zooooo leuuuuk Sneep en Robin? Die passen echt heel goed bij elkaar!!!! Ik kan niet wachten tot een nieuw hoofdstuk