Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Lost and damned (Severus Sneep) » Hoofdstuk 11: Als een donderslag
Lost and damned (Severus Sneep)
Hoofdstuk 11: Als een donderslag
Hoofdstuk 11 :
Christina kwam hijgend aan op de ziekenzaal, onderweg was ze uitgebreid aangestaard door leerlingen die grote ogen opzetten toen ze zagen dat ze onder het bloed zat. De reactie van madame Pleister was niet veel anders, met grote ogen keek ze naar Christina. “Wat heb je gedaan?! Ben je gewond?”vroeg madame Pleister bezorgd. Christina hijgde nog steeds ze stond gebogen met haar handen op haar knieën uit te puffen en kon niet echt praten ze schudde vel haar hoofd. “Heb je iemand vermoord?” vroeg madame Pleister nu nog meer geschrokken. “Nee!”Bracht Christina met moeite uit. “Professor! Sneep! Dooddoeners! Gewond!” Tussen ieder woord stopte Christina even om naar adem te happen. “Hierheen!” Voordat Christina nog een ander woord kon zeggen vloog de deur van de ziekenzaal al open. Perkamentus kwam binnen gevolgd door de brancard, hij was echter niet de enige die naar binnen liep, professor Anderling volgde hem op de voet. Christina bedacht zich dat Dwaaloog moest zijn gebleven om te wachten op de dementors. “Poppy, Severus is aangevallen door Bellatrix van Detta. Ik heb werkelijk geen idee welke vervloeking ze heeft gebruikt en ik krijg de wond niet dicht.”zei Perkamentus die typisch zijn kalme zelf was. “Minerva, zou jij de Zwadderaars vandaag voor jou rekening kunnen nemen en een uil naar Ellen kunnen sturen over wat er gebeurt is?”vroeg Perkamentus haar vriendelijk. Minerva knikte maar kwam nog niet in beweging, ze kon alleen maar staren naar Severus. Poppy knikte. “Christina je moet me helpen om hem van de brancard op het bed te krijgen, ik wil niet teveel magie gebruiken omdat dat het bloeden kan vergeren.”Christina knikte en kwam direct naast mamdame Pleister staan. “Goed jij ondersteund zijn hoofd met je borst, en je pakt hem voorzichtig onder ze schouders goed?”vroeg mamdame Pleister, ze was zelf al op leeftijd dat was de rede waarom ze Christina het zwaarste gedeelte liet tillen. Christina knikte en pakte hem voorzichtig vast, madame Pleister pakte hem bij zijn benen en samen tilde ze hem op het bed. Professor Perkamentus pakte de pols vast van Severus om zijn hartslag te voelen. “Hij leeft nog, maar als we het bloeden niet snel stoppen niet lang meer. “zei Perkamentus ernstig.
Christina merkte dat haar handen begonnen te trillen, wat als hij het niet zou overleven? Vroeg ze zich angstig af, en versteend keek ze naar Severus plotseling niet meer wetend wat ze moest doen.
Als versteent bleef ze staan niet wetende wat te doen. “Kind, sta daar niet zo en help me!”Riep Madame Pleister streng. Christina leek weer bij haar positieve te komen en liep snel naar madame Pleister toe. “W-wat moet ik doen?”Stotterde Christina. “Pak een bloed verversend elixer, prikkelsap en wondsap en snel een beetje Christina!” Madame Pleister boog zich over professor Sneep heen en bekeek zijn puppillen. Christina had de drie elixers met trillende handen gepakt. Ze zetten de elixers neer op het kastje dat naast het bed van professor Sneep stond.
“Goed, ik ga nog wat spulletjes pakken, kan jij ondertussen zorgen dat professor Sneep’s zijn gewaad en shirt uit zijn als ik terug kom? Dan kan ik zijn organen controleren.” Christina voelde dat ze langzaam rood werd, de eerste keer dat ze Severus zou uitkleden had ze zich toch wel anders voorgesteld, ze hoopte maar dat hij er niet boos om zou worden als hij weer bij kwam….als…dacht Christina bij zichzelf, snel schudde ze haar hoofd, nee zo mocht ze niet denken! Severus ging het redde, daar zou ze persoonlijk voor zorgen. Even keek ze blozend naar professor Perkamentus, ze had ook niet gedacht dat haar grootvader erbij zou staan als ze voor het eerst een man uit zou kleden. “Christina, ik weet dat het ongepast is om een docent uit te kleden, maar in dit geval weet ik zeker dat professor Sneep het je niet kwalijk zou nemen.”Glimlachte haar grootvader vriendelijk. “De minister zal nu wel gearriveerd zijn en ik ben bang dat ik hem moet inlichten over de gebeurtenissen, als er iets veranderd ben ik meteen weer terug.” “Ja grootvader.”was het enige wat Christina erop zei. “Minerva, zou jij mij willen volgen, dan hoor jij ook gelijk wat er gebeurt is, we hebben hier een aantal belangrijke dingen over te bespreken.” Professor Anderling knikte stijfjes en legde even een troostende hand op Christina haar schouder, Christina verstijfde eventjes, het kon toch niet dat professor Anderling van haar en Severus zou afweten? Vroeg Christina zichzelf af.
Maar Christina had niet lang de tijd om daarbij stil te staan, zodra de deur achter professor Anderling was dicht gevallen begon Christina langzaam de knoopjes van Severus zijn gewaad los te maken.
Christina moest zichzelf inhouden om niet te gaan vloeken, waarom had hij toch zoveel knoopjes! Normale mensen hadden één of twee knoopjes maar Severus moest er zo nodig een stuk of 15 hebben. Toen ze eindelijk klaar was met zijn zwarte gewaad losknopen gilde ze bijna van frustratie, onder het gewaad zat nog een witte blouse waar natuurlijk ook weer een hele rij knoopjes aanvast zat. Al kon je blouse niet echt wit meer noemen aangezien de blouse doorweekt was van het bloed en nu meer rood was dan wit. Heel voorzichtig deed ze zijn blouse ook uit, ze kon het niet laten om naar zijn borstkast te kijken. Het zag er vreselijk uit, ze telde meerdere diepe wonden op zijn borst. Iets wat haar veel zorgen baarde, ook viel het haar op dat Severus enorm gespierd was. Haar ogen vlogen naar de deur waar madame Pleister door was verdwenen en zag dat die nog altijd gesloten was. Even drukte Christina een kus op zijn voorhoofd en zachtjes aaiden ze door zijn haar. “Severus, wordt alsjeblieft wakker.”zei ze smekend tegen hem, ze voelde de tranen in haar ogen branden met pijn en moeite slikte ze deze weg. Niemand mocht zien dat ze zo erg van streek was dan zouden ze misschien vragen gaan stellen. Bezorgt keek ze naar de verwondingen die nog altijd hevig bloeden.
Christina had nog steeds niet door dat ze zelf ook nog steeds met een gebroken neus liep, het kon haar niets schele, het enige waaraan ze kon denken was dat Severus beter moest worden.
“Dus als ik het goed begrijp zijn Severus en Christina aangevallen door een stuk of vijf dooddoeners?”Vroeg professor Anderling verontstelt. “We kunnen niet met zekerheid zeggen of er geen dooddoeners zijn gevlucht toen Alastor en ik eraan kwamen, maar toen wij er waren, waren het er inderdaad vijf. “zei Perkamentus kalm, net zo kalm alsof ze het over het weer hadden. “Het is een wonder dat ze beide nog in leven zijn, Albus.” Professor Anderling kon het niet geloven wat er gebeurt was. “Komt Severus er weer boven op?” voegde ze er bezorgt aan toe. “Ik ben bang dat we daar nog geen uitspraak over kunnen doen.” Antwoordde Perkamentus somber. Beide keken ze om naar de deur toen Dwaaloog binnen kwam lopen. “Dat stel duivelsstrik zijn nu overgeleverd aan de dementors, ze worden naar Azkaban overgebracht in afwachting van hun proces. Maar we weten allemaal maar al te goed wat de uitspraak zal zijn.”deelde Dwaaloog mee. “Het was een gelukkig toeval dat je vandaag hier aanwezig was om mijn in te lichten over de klopjacht op de van Detta’s, Alastor.”zei Perkamentus redelijk vrolijk. “toeval mijn r-“ “Alastor!” onderbrak Anderling hem al voordat hij ook maar het woord kon afmaken waaraan Dwaaloog begon. “Goed, is Ellen ingelicht?”kwam Perkamentus maar snel tussen beide. Hierop knikte Anderling alleen maar en ze keek verslagen voor zich uit. “En Melian Sneep? Zijn zusje?” voegde Albus er nog aan toe. “Ze is onvindbaar dus ze weet nog van niets, waarschijnlijk is ze nog in Zweinsveld. Zodra ze terug keert zal ze worden ingelicht.” Anderling zuchtte diep. “Ik begrijp waarom ze Sneep moesten hebben… Maar wat wilde ze van Zwarts.” Zei Dwaaloog toen. “Ik geloof niet dat ze ook maar iets van Christina wilde, ik denk dat ze gewoon helaas op het verkeerde moment op de verkeerde plaats verkeerde.” Zei Perkamentus toen luchtig. Dwaaloog leek een opmerking te willen maken maar toen hij zag hoe Perkamentus keek besloot hij dit echter niet te doen. Er klonk een klop op de deur en zonder op antwoord te wachten kwam er een magere bleek uitziende vrouw met zwart haar binnen. “Ellen goed dat je er bent, ga zitten.” Perkamentus zijn blik was meteen weer ernstig, de vrouw keek angstig en deed wat haar gezegd werd. Ze nam plaats voor Perkamentus. “Wat is er met Severus?”vroeg ze bezorgt. Perkamentus begon met het verhaal opnieuw te vertellen.
Snel ging Christina weer naast het bed van Severus staan toen ze madame Pleister terug hoorde komen. Madame Pleister zei niets en ging aan de slag met Severus ze diende Severus de drankjes toe die ervoor zorgde dat hij niet dood zou bloeden en daarna richten ze zich tot Christina. Geluidloos hief madame Pleister haar staf en heelde zonder er ook maar iets over te zeggen Christina haar neus. “Christina je trilt helemaal en je zal wel doodmoe zijn na alles wat er gebeurt is. Er zijn helers onderweg vanuit het St. Holisto, je kan hier niets meer doen ga rusten.” “Ik wil helpen!”ging Christina er meteen tegen in, maar madame Pleister keek haar toen verbaast aan. “Je kan niets doen kind.” Zei ze toen streng. Christina wist dat ze zich gewonnen moest geven als ze hier heel moeilijk over ging doen zou het alleen maar verdacht zijn en niemand mocht het weten van haar en Severus, dan zou zij misschien van school getrapt worden en hij zijn baan verliezen. Christina knikte en liep de ziekenzaal uit op weg naar de binnenplaats ze zou nu toch niet kunnen rusten, ze ging daar op de trap zitten bij de deur en moest haar best doen niet te huilen. Het kon haar niets schele of andere haar zagen.
“Remus, wat is er?”vroeg Melian verbaast toen Remus opeens stil stond, ze liep achter hem en zag dus niet waar hij naar keek. Remus die al het gevoel had gehad dat er iets mis was kreeg steeds sterker het vermoeden dat hij gelijk had. Zijn gevoel werd bevestigt toen hij naar de trap op de binnenplaats. “Christina! Wat is er gebeurt?” Remus nam niet eens de moeite om te antwoordden op Melian haar vraag en liep meteen op Christina af, al het bloed was uit zijn gezicht weggetrokken. Melian snapte er niets van maar toen ze zijn blik volgde werd ze al net zo bleek als Remus. Christina keek op en begon meteen onverstoorbaar tot aan het hysterische toe te snikken. Doordat ze Remus en Melian nu zag kon ze zich niet langer inhouden. Remus liep meteen op haar af en sloeg zijn armen om haar heen om Christina te troosten. Christina legde haar hoofd in zijn schouder, ze stotterde een paar woorden maar ze kwam er maar niet uit. Remus en Melian verstonden er helemaal geen ene smekie van. “Christina van wie is dat bloed?”vroeg Remus haar, hij probeerde haar aan te kijken wat niet heel erg makkelijk was als iemand haar gezicht zowat in je schouder aan het boren was. “Severus.” Bracht Christina met veel moeite uit. Melian begon te trillen als dit bloed van Severus was, betekende dat dat er iets goed mis met hem was. “Is Severus op de ziekenzaal?”vroeg Remus toen die merkte dat dit beter werkte dan Christina het hele verhaal te laten vertellen. Christina knikte alleen maar en voordat ze ook nog maar iets konden zeggen trok Melian een sprintje naar de ziekenzaal. Ze rende zo hard als ze kon om vervolgens opgehouden te worden bij de deur door professor Anderling. “Merijn zij gedankt! Daar ben je!” zei Anderling meteen. “Melian ik ben bang dat je hier moet wachten, ze zijn nog met hem bezig.” “Ze professor?”vroeg Melian met een stem die veel hoger was dan normaal, ze moest haar best doen niet te gaan huilen, maar voordat Anderling ook maar iets kon zeggen werd Melian al geroepen. “Melian!” Ellen kwam aanlopen samen met Perkamentus en Dwaaloog. Melian rende meteen naar haar moeder en stortte haar snikkend in Ellen’s armen. Als haar moeder hier was betekende dat dat er iets goed mis was. Ze lieten haar niet voor niets komen. “W-wat is er gebeurt? K-k-komt het weer goed?” stotterde ze. “Liefje, hij is aangevallen door dooddoeners, ik weet ook nog niet het hele verhaal. We weten ook nog niet hoe Severus eraan toe is, er zijn helers van het Holisto met hem bezig.”
Christina en Remus waren er nu ook bij komen staan. Remus had Christina nog steeds tegen zich aangedrukt die nog stond te snikken en bleef op de achtergrond staan hij kon zich heel goed voorstellen dat Melian het nu nog even niet zag zitten om hem voor te stellen aan Ellen. “Ben jij Christina Zwarts?”vroeg Ellen toen vriendelijk aan Christina. Christina knikte alleen maar, ze besefte nu pas echt wat er allemaal aan de hand was en begon nu dan ook in shock te raken. “Zou je mij alsjeblieft willen vertellen wat er met mijn zoon gebeurt is? Ik heb vernomen dat jij erbij was.”vroeg Ellen vriendelijk. Christina keek paniekerig naar Perkamentus, Remus en vervolgens Anderling. Anderling kwam al moederlijk naast haar staan. “Het lijkt me het beste als mevrouw Zwarts eerst iets krijgt om te kalmeren en daarna ons het verhaal in zijn geheel uit te leggen.” Anderling doelde erop dat Perkamentus hun wel wat had vertelt maar helaas niet het gehele verhaal wat ook niet kon omdat hij Christina nog niet had gesproken. Melian stond nog steeds tegen haar moeder aan te snikken, maar haar moeder liet haar voorzichtig los, op hetzelfde moment als Remus, Christina had los gelaten. Melian liep nu naar Remus en pakte hem vast, het kon haar niets schele dat haar moeder erbij was en zo zou weten dat ze een vriend had. Ze had Remus gewoon nodig nu. Ellen knikte en professor Anderling ging met Christina de ziekenzaal binnen, de rest nog steeds op de gang laten wachten. Na 10 minuten kwamen ze de ziekenzaal weer uit en was Christina gekalmeerd, ze had een drankje gehad van madame Pleister. Helaas wist ze nog niet hoe Severus eraan toe was. Ze keek naar Ellen en alle mensen die om hun heen stonden. Ze was nerveus omdat ze tegen zoveel mensen het verhaal moest vertellen. Ze keek nog even naar Ellen die bemoedigend naar haar knikte. Als het wat met Severus zou worden zou Ellen haar schoonmoeder worden bedacht Christina zich. Ze haalde nog even diep adem en begon het hele verhaal te vertellen, echter liet ze het gedeelte weg dat zij en Severus eerder gezoend hadden en samen op weg naar zijn kantoor waren geweest om de relatie te bespreken over hoe en wat. Ze deed alsof ze Severus gewoon toevallig tegen was gekomen en dat ze samen een praatje hadden staan maken en dat ze toen plots werden overvallen. “Ik snap alleen niet wat Bellatrix bedoelde met wraak nemen.”voegde Christina er als laatste aan toe. Ze was eindelijk klaar met praten, ze had het gevoel of ze uren bezig was geweest met het verhaal te vertellen terwijl het in de werkelijkheid misschien maar 10 minuten waren geweest. Intussen stond Melian naast Christina die er al net zo min van leek te snappen. Melian had nog steeds Remus zijn hand vastgeklemd. “Iets waar we alleen maar naar kunnen raden.” Antwoordde Perkamentus toen raadselachtig. Net toen Melian ook door wilde vragen gingen de deuren van de ziekenzaal opeens open. Madame Pleister kwam met een ernstig gezicht naar buiten en iedereen viel doodstil. “Voor nu is hij stabiel.”Net toen Melian opgelucht wilde uitademde vervolgde madame Pleister. “Ik ben bang dat hij in een coma ligt en we niet weten of professor Sneep nog wel wakker wordt.”
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.