Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Rebella Potter » Hoofdstuk 17: Easteregg, exams and my final battle
Rebella Potter
Hoofdstuk 17: Easteregg, exams and my final battle
April 1976
Ik zuchtte diep, waarom boeide Geschiedenis van de Toverkunst me nou zo weinig? Het dikke boek daagde me uit om wakker te blijven. Afgelopen nacht had ik nauwelijks geslapen. Mijn gedachten waren de afgelopen maand alsmaar terug gegaan naar die middag in Hogsmeade.
Lily had me verteld dat mijn ouders in gevaar zouden zijn. Het vreemde was dat hoe langer ik erover nadacht hoe logischer het was.
Ze werkten allebei als schouwer op het Ministerie van Toverkunst, daar waarde als een ware epidemie de Imperiusvloek rond. Sinds de kerst deden ze allebei vreemd, de Kerst zelf was het bewijs geweest.
Ik vloekte, ik behoorde me te concentreren op die stomme leerstof.
Maar het boek lag best lekker, een beginnend lentezonnetje verwarmde mijn gezicht.
"Rebella!" Een enthousiaste hyperactieve stem van een bekende wekte me uit mijn droomloze slaap. Slaperig opende ik mijn ogen en trok mijn wang los van het boek.
"Wah?" Ik wreef in mijn ogen.
"We hebben het examen rooster!" Sirius, wie anders? Sprong uitgelaten op en neer.
"En daarvoor moet je hyper zijn?" Remus stem kwam van achter mij.
"Ja! Heb je gezien hoeveel vrije tijd we hebben?" Sirius woelde door mijn haar en ik sloeg hem weg.
"Officieel is die tijd bedoeld om te studeren, Sluipvoet." Remus kwam in beeld, wallen onder zijn ogen, een boek in zijn hand, een flauwe grijns om Sirius zijn gedrag en gekreukelde kleren.
Ik werd langzaam weer wat wakkerder. Middagslaapjes waren geen goed idee als één van je vrienden een stuiterbal was.
"Ja, maar ik ben véél te slim om te hóéven leren." Sirius draaide verwaand met zijn heupen en ik lachte.
"Oké, wat is dan het onmisbare stukje ingrediënt voor een wisseldrank?" Remus leunde zijwaarts tegen de muur naast het open staande raam.
"Weet ik véél, wat maakt het uit?" Sirius nam plaats op de rugleuning van een bank en keek Remus en mij grijnzend aan. Remus rolde met zijn ogen en zuchtte diep.
"Omdat," antwoordde ik Sluipvoets vraag, "ze dát gaan vragen bij het examen toverdranken."
"Dus?"
"Dus, is het slim om die vraag te kunnen beantwoorden met het stukje van de persoon waarin je wilt veranderen."
"Zie? Dan weet ik het nu toch?"
"Ja, maar over drie weken nog?"
"Ja tuurlijk, ik ben eenmaal briljant!"
Ik lachte, ik kon het niet helpen, het bleef hilarisch hoe makkelijk Sirius me aan het lachen kreeg. Ik stond op, sloeg het boek dicht, wat boeide het vak nou eenmaal?
"Kom op, we gaan op zoek naar de anderen." We hadden de leerlingenkamer net verlaten toen James met een noodgang op ons afkwam stormen en ik zette me schrap voor hyperactiviteitsgolf nummer twee.
"Rebella!" James grijnsde van oor tot oor, ik bad in stilte voor iets nuttigs.
"Wat is er Gaffel?" Sirius pakte mijn woorden af.
"De post is er!" James stuiterde om ons heen. Ik lachte, het was elk jaar hetzelfde liedje.
"Oh Merlijns sokken! Kom op, Gaffel, je hoefde écht niet op mij te wachten!" Ik woelde door zijn haren. James dook weg en schudde zijn hoofd met een scheve grijns.
"Jawel, ik ben verslaafd aan chocola, maar jij voelt je er beter door, dus jij mag eerst!" Ik rolde met mijn ogen. James was hopeloos.
"Ik hou niet van chocolade, James, hoe vaak moet ik dat nog zeggen?"
James grijnsde en trok me mee, Sirius en Remus volgden lachend.
Chocolade eieren, mijn advies voor toekomstige chocolade liefhebbers was, eet het niet in bijzijn van mijn broer. Die zaterdagmiddag toen we de smeltende chocolade eieren van onze ouders kregen, was het James die bedacht hoe je ze op de meest ranzige manieren kon eten.
Ik liep ervan weg, Remus en Sirius kwamen niet meer bij. Ik zwoer mezelf nóóit en dan ook nóóit meer chocola te eten. In plaats van het geluk op te zoeken, zocht ik in mijn herinneringen naar tekenen van mijn ouders. Althans die ze behoorden te zijn. Vreemd genoeg kwam er nauwelijks iets bij me op. Ik herinnerde me de afgelopen vijf jaar met kerst, allen waren een regelrechte ramp geweest. Dus hoelang waren ze al... zo? Ik was gedachteloos de marmeren trap op gelopen en botste pardoes tegen een bekende op.
"Pas op, Rebella." Een vriendelijke vrouwelijke stem haalde me uit mijn deprimerende gedachten. Ik keek op en keek in de meest groene ogen ooit.
"Oh, sorry Lily." Ik glimlachte lichtjes.
"Geeft niet, waar zat je met je gedachten?"
"Bij mijn ouders."
Lily trok een wenkbrauw op, iets wat ze blijkbaar kortgeleden geleerd had. Ik zuchtte diep. Ze was betrouwbaar, zolang ik haar zei dat ze haar mond moest houden. Maar toch twijfelde ik, waarom? Geen idee, misschien was het intuïtie. In plaats daarvan haakte ik mijn arm door die van Lily en nam haar mee naar een plek die ik normaal gesproken niet bezocht: De bibliotheek.
"Genoeg daarover, Evers. Leid me alsjeblieft af en help me te leren voor de examens."
Lily haalde haar schouders op en liep met me mee. De chocolade monster in de Grote Zaal achterlatend.
Een paar weken later.
Gekras van veren over perkament, getik van horloges, voetstappen van de examinator, gezucht van medeleerlingen, gefluit van vogels buiten en het kraken van mijn hersenen was alles wat er op deze zonnige dag te horen was in de Grote Zaal.
36. Wat had Goderic Griffindor volgens de kobolden gestolen?
Ik versloeg de vraag met een zwaard. Examen Geschiedenis van de Toverkunst. Eén van de vakken die ik linea recta zou laten vallen.
37. Archibald de Grijze raakte in 1345 in gevecht met twee trollen. Hoe heetten deze trollen?
Ruim een uur later verliet ik samen met de andere vijfdejaars de Grote Zaal. Naar buiten. Ik liep met een kleine last verder, nog twee examens te gaan. Ik keek om me heen, Lily liep met Secretus naar het meer. Roos hobbelde achter hen aan, ongelukkig. Ik keek even of ik mijn broer en aanhang zag, bij dé boom. Natuurlijk. Ik liep rustig op Lily, Sneep en Roos af.
"Hey, allen." Groette ik hen.
"Hoi Reb," Roos leek oprecht blij me te zien. Ik sloeg een vlakke hand tegen die van haar. Lily leek geërgerd over iets, dus negeerde ik haar. De laatste keer dat ik me in haar gezelschap had begeven was toen die middag dat ik pardoes tegen haar was gebotst. Die middag was uitgelopen tot een zwijgende ruzie, alweer, tussen Lily en mij.
"Hoe ging je examen, Roos?" Ik had mijn gewaad uitgedaan en had hem als een kleed uitgespreid.
"Irritant, maar wel goed, denk ik." Ze lachte, we waren geen van beiden fan van het vak.
"Die vraag zevenendertig was een lachertje." Knikte ik, snappend waarom ze het irritant vond. Roos knikte en wierp haar lange haren in haar nek, genietend van de zon.
"Ik wou je wat vertellen, Sev, maar aangezien er ongenodigde gasten zijn stel ik voor dat we ergens anders gaan zitten."
Man, Lily had écht de pest aan me. Ik negeerde haar totaal en keek toe hoe een stel Zwadderaars de tentakels van de reuzeninktvis kietelde. Om hen heen hing een groepje bewonderaars. Ik mocht geen van hen.
"Roos, ik wou het jou ook vertellen, zou je mee willen gaan?" Lily en Secretus waren opgestaan. Roos had een hand opgestoken tegen de zon om Lily aan te kunnen kijken.
"Vertel me later maar, ik blijf liever hier." Roos durfde tegen een klassenoudste in te gaan, dapper. Ik keek haar fronsend aan.
"Je mag best gaan hoor, ik vermaak me wel."
"Ik wil blijven."
"Oké, prima."
Lily snoof en marcheerde weg, met Sneep in haar kielzog.
"Waarom heeft Lily ineens de pest aan jou?" Roos wou dat dus nog liever weten dan wat Lily te vertellen had.
"Omdat ik haar vertelt heb dat James oprecht van haar houdt." Ik trok gras uit de grond en keek haar niet aan.
"Ah, en dat vatte ze niet goed op?"
"Nope, integendeel."
"Vertel." Grappig hoe Roos nieuwsgierig en oprecht tegelijkertijd kon zijn. Ik fronste even voordat ik haar vertelde dat ik de paasei middag tegen haar was op gebotst. Hoe we samen naar de bibliotheek waren gegaan, om te leren. Hoe Lily me gevraagd had hoe ik het uithield met de jongens. Ik vertelde Roos dat ik gereageerd had met de woorden: "Ze zijn zo erg niet." Lily was daarop in discussie gegaan. Plus dat het geëindigd was met mijn woorden dat James toch echt wel van haar hield. Ze had niet gereageerd met woorden alleen door woest de bibliotheek uit te rennen. "Sindsdien praten we niet meer met elkaar." Beëindigde ik mijn verhaal. Roos floot zacht.
"Dat is linke soep, Reb, da's echt linke soep." Ik knikte instemmend.
Tijdens Verweer Tegen de Zwarte Kunsten examen S.L.IJ.M.B.A.L.
Voor me zat Sirius in alle rust zijn examen te maken. Vier rijen achter mij zat Remus en drie rijen naar achter, twee naar links zat James. Peter was buiten mijn vizier. Lizzie zat twee rijen naar rechts van mij. Lily zag ik nergens, Sneep echter wel, helemaal vooraan. Roos zat schuin achter hem.
"Nog twintig minuten!" De examinator deed me focussen op de laatste drie vragen.
49. Noem de drie onvergeeflijke vloeken.
Ik zuchtte ze zouden me toch écht meer moeten uitdagen. Het antwoord, met toelichting had ik neergeschreven toen ik merkte dat er iemand naar me keek. Ik keek op en zag Sirius naar me kijken. Ik grijnsde en stak een duim op. Hij lachte geluidloos en stak twee duimen op. Dit vak was voor ons een makkie.
50. Benoem zes kenmerken van een dementor.
Nog zo'n vraag. Ik rolde met mijn ogen en ging door naar de laatste vraag.
51. Mocht je voor de ultieme situatie staan om een keuze te kunnen maken in wat goed is en wat makkelijk is, welke zou je kiezen, en waarom?
Verbaasd dacht ik over die vraag na. Wat had het te maken met Verweer Tegen de Zwarte Kunsten? Ik begon te schrijven.
Ik zou kiezen wat goed is. Omdat makkelijk niet altijd fijn is. Terwijl wat goed is soms lastig kan zijn maar wel het gewenste resultaat geeft.
In tegenstelling tot wat de meesten deden als ze klaar waren, las ik het examen niet terug. Daar werd ik alleen maar nerveus van.
"Nog vijf minuten!" Professor Banning werkte de langzamere leerlingen op de zenuwen. Ik leunde net als Sirius ontspannen achterover in mijn stoel. Ik keek naar rechts en Lizzie grijnsde breed en deed alsof ze in gaapte. Ik hield mijn lach in en knikte. We waren het eens, dit was saai.
"En de tijd is om!" Banning stond weer vooraan.
"Veren weg! Dat geldt ook voor jou, Stalpeert. Als jullie even wachten dan haal ik de examens op. Accio!"
Meer dan honderd rollen perkament vlogen op professor Banning af die hem vloerden. Ik lachte terwijl twee Ravenklauwers hem weer overeind hielpen.
"Bedankt... bedankt. Jullie mogen gaan." Ik stond op en liep met Lizzie de zaal uit. We zwegen totdat we buiten op het gazon stonden.
“Die laatste vraag was écht raar.” Lizzie wreef over haar slapen.
“Ja, dat vond ik ook, welke heb jij gekozen?”
“Dat wat goed is.” Ik lachte, ik vermoedde dat ieder van onze vrienden dat gekozen had.
“Ik ook. Al was hij wel verwarrend.” We liepen richting een pad aan de zijkant van het Grote Meer. De zon scheen, mensen vierden dat we nog maar één examen hadden en die was morgen. Niets kon deze dag teniet doen gaan, dacht ik. Als iemand me dat een half uur later zou vragen dan had ik hem over die tien minuten na die gedachten vertelt.
“Wat is daar aan de hand?” Lizzie die haar hand boven haar ogen hield keek naar de beukenboom waar onze vrienden onder behoorden te zitten. Alleen nu stonden ze, behalve Remus, om Severus Sneep heen.
“Geen idee, maar erg betrouwbaar ziet het er niet uit.”
“Laten we gaan kijken.” We liepen in snelle tred naar de jongens toe, die eveneens meer toeschouwers kregen dan normaal was. Opeens bleven we staan, James was weer eens cru. Sneep hing aan zijn enkels in de lucht. Ik vloekte en rende in een noodgang ernaar toe, halverwege liepen er drie meiden mee, Roos, Lizzie en wonder boven wonder Lily.
“Dit is ziek.” Mompelde de laatste. Ik knikte en voelde woede opborrelen. De mensen duwden we ruw opzij.
“LAAT HEM MET RUST!” Lily schreeuwde naar James. Die direct met zijn vrije hand naar zijn haren ging. Ik keek naar Sirius die moeite deed om niet te lachen. Peter die van James naar Lily keek alsof het een tenniswedstrijd was. Ik keek naar James en zuchtte diep.
“Weetje, James waarom ik de afgelopen drie weken zo min mogelijk met jullie ben omgegaan?”
“Omdat we onweerstaanbaar zijn?” James knipoogde schalks. Ik rolde met mijn ogen.
“Nee, omdat je dooddoeners nadoet.” De stilte die viel was oorverdovend. Ik had de spijker op zijn kop geslagen. Ik trok mijn toverstok.
“Dus, broertje lief laat Secretus nú naar beneden of ik vervloek je. En je wéét dat ik daar in beter ben dan jullie vieren bij elkaar.” Ik bleef ijzig kalm. Ik wist dat ik geen seconde zou aarzelen om het nog uit te voeren ook. Lily keek me van opzij aan, boos kende ze me, maar zo koud als nu niet.
“Dát ga je niet menen, Rebella!” James was bleek geworden.
“O, jazeker wel! Het is tijd dat je eindelijk eens gaat inzien dat jouw 'plagerijen' niet door de beugel kunnen.” Ik speelde nonchalant met mijn toverstok en hield de jongens in de gaten. James besloot blijkbaar een risico te nemen. Want het volgende moment grijnsde hij breed.
“Oké, onder één voorwaarde.” Ik trok mijn wenkbrauwen op, bij mijn weten was hij niet echt in de positie om voorwaarden te stellen. Tot mijn verbijstering waagde hij het zich tot Lily te wenden.
“Ik laat Secretus met rust, als jij met me uitgaat Evers.” Lily slikte vol afschuw.
“Weet je Potter, ik ga nu liever met de Reuzenintvis uit dan met jóú!”
“Pech gehad Gaffel, volgende keer beter.” Sirius grijnsde.
“Ah, kom op Evers!”
“Echt niet, je denkt indruk te maken met je hand door je haren te gaan zodat het lijkt alsof je van de bezem bent gestapt. Spelen met de snaai en denken dat het indruk op me maakt. Ik wordt zíék van je Potter. Zíék!” James zuchtte diep.
“Dat is pech voor jou, Secretus! Wie wil er zien hoe ik Secreetjes onderbroek uittrek?!” Er lag bijna een soort krankzinnige triomf in mijn broers ogen.
“Ik dácht het niet!” Lily en ik hadden het tegelijkertijd geroepen. Op dat moment opende Severus Sneep zijn mond, en achteraf gezien had ik gewild dat hij zijn mond had gehouden.
“Ik hoef geen hulp van een modderbloedje!” De mensen om ons heen snakten verschrikt of opgetogen naar adem. Lily trok haar wenkbrauwen op.
“Prima, dan zoek je het zelf maar uit, Secretus. Lily keek hem venijnig aan.
“Spoel je mond, goorlap!” James hief zijn toverstok en Sneeps mond vulde zich met zeepbellen.
“Ik hoef geen hulp van jou, Potter! Je bent geen haar beter dan hij!” Lily keek James woedend aan.
“Wat!?” James keek ongelovig aan.
“Ik zou je nooit een… een je weet wel noemen!” Lily snoof.
“Dat is dan een pluspunt, maar voor de rest ben je net zo erg als al die anderen! En Secretus, ik zou je onderbroek maar eens wassen!” Met die woorden stormde ze weg, Lizzie en Roos volgden haar. Ik bleef staan, ijzig. Ik hief mijn toverstok richtte hem eerst op Sneep zodat die niet zou stikken. En vervolgens wende ik me tot James.
“Een fijne avond in de ziekenzaal!” En zonder de spreuk te zeggen vervloekte ik mijn broer. Ik zei niet wat voor spreuk, dat was mijn geheim. Ik stak mijn middelvinger op naar Sirius en Peter en marcheerde de meiden achterna. Ik wist dat ik straf zou krijgen, en het kon me geen klap schelen.
Die avond, lokaal gedaanteveranderingen.
Anderling zat achter haar bureau en keek hoe Lily en ik in stille verbondenheid de woorden van het bord overschreven. Lily had me vertelt dat Sirius naar Anderling was gestapt en het verhaal zo verdraait had dat het leek dat door onze komst Severus Sneep op zijn kop was komen te hangen. Anderling had niet eens naar ons verhaal willen luisteren. Het was nu tegen een uur of elf en er leek voorlopig geen einde te komen aan onze straf.
Vreemd genoeg voelde ik me niet eens boos om de straf, ik droeg de consequentie met woedende trots. Lily had me toegeknikt en daarmee was het tussen ons weer goed.
Een uur later stuurde Anderling ons weg. We liepen de eerste drie verdiepingen omhoog, in stilte.
“Ik ga zo Sirius een klap voor zijn bek geven en bedanken.” Deelde ik mee op de zevende verdieping. Lily keek me van terzijde aan.
“Hoezo?”
“Die klap om het verhaal zo schijnheilig te verdraaien. En bedanken omdat we nu eindelijk een reden hebben om definitief een scheiding te zetten tussen jongens en meisjes.”
Lily lachte en zo liepen we in alle rust terug naar onze toren. Mijn laatste strijd om James nog aan zijn verstand te peuteren dat hij krankzinnig was had ik gestreden. Voortaan was hij geen vriend meer.
“Mortem Facere.” Het portretgat ging open. Op wat zevende en vijfdejaars na was de leerlingenkamer leeg. Lily en ik namen in stilte plaats bij Lizzie en Roos. Remus die bij het raam zat met Sirius en Peter wenkte me. Maar ik negeerde hem.
Dacht hij nou echt dat ik nu nog zijn vriendinnetje was?
Ik staarde in het haardvuur, mijn gedachten gingen naar morgen. Leren had ik niet meer nodig. Ik werd uit mijn gedachten verstoord toen Roos op mijn schouder tikte en gebaarde dat Black naar me toekwam. Ik glimlachte en Lily smoorde haar lach achter haar hand. Roos en Lizzie keken ons vreemd aan. Ik knipoogde.
“Rebella?” Ik keek op en trok een verbijsterd gezicht.
“Dapper, Black, dapper.” Knikte ik hem toe.
“Wat?” Hij keek verbaasd. Ik stond op en liep naar hem toe.
“Dat je a, hier nog durft te vertonen b, mijn naam nog durft te zeggen en c, nog tegen me durft te praten alsof er niks gebeurd is.” Ik stond nu tegenover hem, hij was ruim een halve kop groter dan mij, maar ik liet er niet door weerhouden.
“Eh...” Hij was sprakeloos, voor het eerst in vijf jaar tijd had ik de kletsmajoor Sirius Black sprakeloos gekregen.
'Bespaar me je excuses, Black. Ik wou je als eerste bedanken. Want dankzij jou ben ik weer vrienden met Lily. En gezien de afgelopen dag, of laat ik zeggen jaar, ben ik daar maar wat blij om.” Hij keek verbaasd en zocht duidelijk naar woorden.
“Maar aan de andere kant wou ik dit ook nog doen.” Ik sloeg recht in het gezicht. Mijn vuist gebald en knalde hard tegen zijn linkerkaak aan. Direct vond hij zijn tong weer en vloekte de leerlingenkamer door. Ik grijnsde, het voelde goed.
“Oh shit, doet het pijn Black? God, wat ben ik dáár blij om! Na wat jij en James Potter mij en mijn vriendinnen geflikt hebben. Misschien leren jullie nu eens eindelijk de grens van plagen en mishandeling!”
Ik draaide me om en plofte terug op de bank. Met een tevreden gezicht keek ik hoe Sirius de leerlingenkamer uitliep. Naar de ziekenzaal. Remus en Peter hielden zich de rest van de tijd koest, al leken ze af en toe heimelijke blikken om te richten. Kennelijk had ik ze verrast.
Reacties:
Aha, arme arme Sev. Hoe vaak je het ook leest dat Potter en zijn maatjes hem zo pesten het blijft hartverscheurend. Dit was echt een goed hoofdstuk. Wat Merula ook al zegt: waarom wil ze Remus' zijn vriendin niet meer zijnm hij deef toch niet mee? Wel fijn dat zij en Lily weer vriendinnen zijn en Sirius krijgt echt zijn verdiende loon.
Snel verder.
*Klapt voor Rebella* Eindelijk!
Allthough ik het wel overdreven vind om meteen een relatie ervoor op te geven... Remus deed niets!
Ze gaat het nu toch niet uitmaken met Remus,die arme jongen is ook altijd het slachtoffer van die andere twee.maar dat laatste gedeelte was echt goed.in your face