Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Lost in Harry Potter » Found

Lost in Harry Potter

3 juni 2015 - 12:52

2424

1

366



Found

De vloer waar ik op lag was koud, en het duurde even voor er tot me doordrong dat ik mezelf weer eens wakker geschreeuwd had. Ik lag nog steeds in de kelder, en verdomme wat was het koud hierbeneden. Er wordt hard op de deur gedreund, “STOP MET DAT GESCHREEUW!” krijste Bellatrix. Ik had geen slaapdrank bij de hand, dus waren mijn nachtmerries weer teruggekomen. Met een diepe zucht rolde ik me om, en probeerde zo oncomfortabel mogelijk te gaan liggen, in de hoop dat ik niet meer in slaap zou vallen. Hoe lang zouden ze me hier vasthouden? Of zou Voldemort eindelijk besluiten zich van me te ontdoen, zoals hij had gezegd op de avond dat ik mijn familie doodde. Helaas voor mij liet de slaap niet lang op zich wachten. En daarmee de nachtmerries ook niet. Een paar uur nadat ik in slaap gevallen was werd ik ruw overeind getrokken, “kun jij je kop niet houden?” siste de stem van Bellatrix bij mijn oor. Ik gaf geen antwoord, maar ze liet me ook niet los. “Hij wilt je spreken,” zei ze, en sleurde me zo’n beetje mee. Te moe om echt te reageren, liep ik maar met haar mee. “Hier is ze, Meester,” Bellatrix duwde me naar voren, en ik verloor daarbij bijna mijn evenwicht. Voldemoert stond op van zijn stoel, liep naar me toe, en duwde mijn kin omhoog, waardoor ik recht in zijn twee rode ogen keek. “nachtmerries hm?” zei hij, en de rillingen liepen me over de rug. “Waarover?” Ik haalde mijn schouders op, “ik kan ze me niet meer herinneren als ik wakker wordt, Meester,” zei ik nogal braafjes. Hoe laat zou het zijn? Waren ze serieus allemaal wakker alleen maar vanwege mij? Voldemort kneep zijn ogen samen en boog zich wat dichter naar me toe. Automatisch boog ik iets naar achter. Paste hij opnieuw occlumentie toe? Dat was vrij zinloos, want ik had zo goed en zo kwaad als het ging een blokkade opgeworpen op het moment dat ik, hoe slaperig ik ook was, Bellatrix me mee hierheen sleepte. Blijkbaar was Voldemort het zat dat hij niet binnen kon komen in mijn gedachten, want hij keek me woedend aan, “wat deed je in jouw tijd?!”
“Weet ik niet. Ik weet niet hoe ik er terecht ben gek-“
“Je bent verdwijnseld!” snauwde Voldemort. Ja, als je het antwoord al weet, waarom vraag je het dan aan mij? Slome duikelaar. Ik gaf geen antwoord. “Waar was het voor nodig dat te doen?!”
Nu moest ik snel zijn, “Severus had me gevraagd een paar dingen te halen op de Wegisweg, voorraden enzo.” Voldemort deed een stap naar achteren en liet me los, “er is maar één manier om de waarheid uit je te krijgen,” zei hij kil, “Bellatrix.” Bellatrix keek alsof het haar verjaardag was. Voor ik weg kon duiken, voelde ik een arm die zich om mijn nek klemde, Fenrir! “Crucio!” riep Bellatrix. De pijn kwam onmiddellijk, en ging door merg en been. Ik probeerde het niet uit te schreeuwen, maar het lukte me niet. En ik kon niet ontsnappen aan Fenrir’s greep. Hij bleef me vasthouden, en ik hoorde hem vaagjes lachen. “Nou?!” snauwde Voldemort. Maar ik hield voet bij stuk, en zei hem opnieuw dat ik van pan was geweest naar de Wegisweg te gaan voor voorraden. “Opnieuw!” hoorde ik hem zeggen. Bellatrix stak haar plezier in het martelen niet onder stoelen of banken toen ze opnieuw de Cruciatus op me afvuurde. Mijn lijf wilde dubbelklappen van de pijn, wat niet ging doordat ik in de houtgreep gehouden werd door Fenrir. Daardoor kwam alle pijn alleen nog maar meer binnen. “Wil je nu dan misschien gewoon antwoord geven?” vroeg Voldemort, met zijn gezicht vlakbij dat van mij. “Als u me niet geloofd, kunt u het toch aan Sneep zelf vragen?” kreunde ik. Zijn rode ogen knepen zich samen, “prima! Dan halen we hem erbij! Maar in de tussentijd, mag Bellatrix je hebben.”
“Eindelijk!” kraaide Bellatrix, en ze liep op me af, met een klein zilveren mesje in haar hand. Was dat het mes waar ze Hermelien later ook mee zou “verminken”? Ik besloot dat ik het niet wilde weten. Alles dat ik wist, was dat ze me nogal ruw tegen de muur duwde, “ik zou maar gewoon braaf antwoord geven op mijn vragen meisje, anders besluit de Meester zich misschien wel van je te ontdoen!” zei ze met haar gezicht vlakbij dat van mij, “dus, waar waarom was je op een plek waar jij helemaal niet hoort te zijn?” Ik schudde mijn hoofd, ten teken dat ik haar toch geen antwoord zou geven, en tergend langzaam, voelde ik het mes over mijn wang schrapen. Net zo lang tot ik een stekende pijn voelde. “Kom kom liefje, je wilt toch zeker niet dat de Heer opnieuw zijn geduld verliest met je?” zei ze. “Ik heb hem de waarheid al verteld!” zei ik, voet bij stuk houdend. Ik kneep mijn ogen samen, en schreeuwde binnensmonds toen ze opnieuw een snee in mijn wang maakte.
“Ik werd geroepen?”
Oh mijn God, wat was ik blij om zijn stem te horen. Maar Bellatrix bleef voor me staan, en draaide zich half om. “Severus,” Voldemort liep naar hem toe, “we hebben een klein probleempje met Robin, en we hopen dat jij ons kunt helpen.”
“Zegt U het maar, Meester,’ hoorde ik hem zeggen. “Ze is gevonden op een plek waar ze niet hoorde te zijn, en vertelde dat ze daar terecht is gekomen toen ze iets voor jouw moest halen?”
Ik wist honderd procent zeker dat Voldemort niet zei wat, of waar, gewoon om te checken of onze verhalen overeen zouden komen. Ik keek paniekerig om Bellatrix heen, die het nu toch niet in de gaten had, en keek hem recht aan. Hopend dat hij door zou hebben dat hij occlumentie moest gebruiken. Even zag ik een wenkbrauw omhoog gaan, maar gelukkig interpreteerde Voldemort dat niet als vreemd. “Ik had haar naar de Wegisweg gestuurd, Meester, voor wat voorraden, ze moet onderweg verdwaald zijn.” Bellatrix’ gezicht zakte in elkaar van woede, toen onze verhalen overeen bleken te komen. Voldemort knikte even kort, “prima, ik stuur haar over een paar uur achter je aan.”
Sneep knikte even kort, draaide zich om, en liep zonder nog om te kijken weg.
De uren die volgden, waren een regelrechte hel. Behalve dat Bellatrix zich nog een keer op me mocht uitleven, werd ik er ook op uit gestuurd om iemand op te pakken die door Voldemort “zijn verdiende loon” zou gaan krijgen. Ik kende de hele man niet, maar toen ik bij hem aankwam, leek hij maar al te goed te weten wie ik was, en waar ik voor kwam. Ik was maar wat blij dat ik nonverbale spreuken onder de knie had gekregen, want in no time kon ik hem verstenen, en mee terug nemen naar de Villa. Het begon al licht te worden toen ik daar weer aankwam, en ik had opnieuw aan Voldemort laten zien dat ik én geen leugenaar was, én trouw was aan hem. Eindelijk, eindelijk kreeg ik mijn spullen terug, en mocht vertrekken. Ik was doodop, had overal pijn, en niet in de allerminste plaats op de plekken waar Bellatrix me gesneden had met haar mes.
Oververmoeid, verscheen ik tussen de bomen bij Zweinsveld, en viel eigenlijk meteen neer. “Daar is ze!” hoorde ik iemand roepen, en ik voelde twee stevige armen die me overeind hesen. “Wat is er gebeurd?” dat was de stem van Sirius toch? Maar ik had geen zin om antwoord te geven. “Geef haar wat ruimte!” snauwde een stem. Sneep, die stem herkende ik uit duizenden. De eerste stem was die van Lupos geweest. Nu ik wat beter keek, besefte ik me dat bijna de hele Orde er was, inclusief Perkamentus. “Nou nou, juffrouw Montange, U heeft ons heel wat kopzorgen bezorgd,” zei hij, terwijl hij naar me toe kwam lopen. Ik bleef zitten waar ik zat, en gaf geen antwoord. “wat is er gebeurd?” wilde hij weten, maar ik draaide mijn hoofd weg. Alsof ik zin had daar nu over te praten. In plaats daarvan beet ik op mijn nagel, en duwde de tranen terug.
“Severus, neem haar mee naar mijn kantoor, wil je? En geef haar een kalmeringsdrankje.” Sneep liep op me af, en trok me overeind. Zonder een woord te spreken liep hij naast me, en trok me mee. Ik ging zo een blauwe plek krijgen op die arm, aangezien Bellatrix me daar ook al vastgepakt had. Maar, eerlijk gezegd waren dat wel de minste van mijn zorgen op dit moment. “Waar was je?”
Het duurde even voor ik besefte dat Sneep me zojuist een vraag had gesteld. Maar ik wist niet of hij het antwoord wel zou geloven. “je had in mijn les moeten zitten! Waar was je!?”
“Ik-“
Hij duwde me op een stoel in Perkamentus’ kantoor, en leunde op de armleuningen wel erg dicht naar me toe. Het verschil alleen tussen deze ogen en die van Voldemort waren hóé ze keken. “Je was ineens weg! Niemand kon je nog vinden!”
“Ik ben per ongeluk terecht gekomen in mijn eigen wereld toen ik naar London wilde verschijnselen,’ zei ik dof. Sneep schonk een FlegmaFlip voor me in, en keek me weer aan, “je eigen wereld?”
“Het Nederland van mijn eigen tijd. De mensen in mijn appartementencomplex dachten dat ik dood was. Vermoord door een ex-vriendje,” zei ik vermoeid, en ik wreef even met mijn vingers tussen de brug van mijn ogen. Ik had knallende koppijn, en eigenlijk wilde ik dit helemaal niet vertellen. “Drinken,” zei Sneep streng, en hij leunde tegen het bureau van Perkamentus aan. Zonder protest dronk ik de drank op, en voelde meteen een zekere mate van kalmte over me neerdalen. Maar de hoofdpijn was er niet minder om geworden. “Hoe ben je terug gekomen?” Ja, op die vraag wilde ik nu net geen antwoord geven, daarom keek ik uit het raam. “Robin!” hij klonk gefrustreerd, maar niet boos gefrustreerd. “Ik wil het er niet over hebben, oké!” zei ik, een tikkeltje kribbig. “Hoe ben je bij Jeweetwel terecht gekomen?” hij sloeg zijn armen over elkaar, en deed duidelijk alsof hij me niet gehoord had.
“Hij vond me.”
“Dat snap ik ook wel, ik ben niet achterlijk Robin! Hoe!”
Als antwoord schoof ik mijn linkermouw een stukje omhoog. “Je hebt het Duistere Teken gebruikt?!” hij greep me bij mijn schouders, “ben je gek?! Heb je een doodswens?!” zei hij, nu wel degelijk boos, “vind je het gek dat hij je heeft gemarteld!”
Oh, dus nu verdiende ik het om gemarteld te worden? Fijn. Lekker. Maar ik beet op mijn tong, en gaf geen antwoord. “En, Severus?” Perkamentus kwam binnen, en ging op zijn stoel zitten. “Ze is in haar eigen wereld terecht gekomen toen ze verdwijnselde, ze wilde naar London. Waarom weet ik niet. Ze heeft het Duistere Teken gebruikt en daarmee Jeweetwel opgeroepen,” zei Sneep.
“Wat heeft Voldemort gedaan, Robin?” Perkamentus keek me over zijn halfronde brilletje aan. “Dit- dit heeft Bellatrix gedaan,” zei ik, een beetje schor, en ik wees naar mijn wang. “Heeft hij je gemarteld?’
Ik knikte, “maar ik heb me bij mijn verhaal gehouden, dat ik erop uit was gestuurd door Severus om voorraden te halen op de Wegisweg,” zei ik. “dat frustreerde hem enorm, deels denk ik ook, omdat hij mijn gedachten niet binnen kon komen.”
“Je hebt een blokkade op kunnen gooien tegen zijn occlumentie?” Perkametus trok zijn wenkbrauwen op. Ik knikte. Perkamentus wisselde even een blik met Sneep, “ik stel voor, dat je naar je feestje gaat van Professor Slakhoorn, morgen hebben we het er verder over.”
“Ik heb niet zo’n zin in dat feestje, Professor,” zei ik dof, “ik heb hoofdpijn, en ze gaan vast allemaal vragen waar die wonden vandaan komen.”
“Daar kan Severus je wel mee helpen,” glimlachte Perkamentus. Ik wist dat het gesprek over was, en ik stond op. Samen met Sneep liep ik naar benden, terug naar de kerkers.
“Ga zitten,” zei Sneep, toen we bij zijn kantoor kwamen. Ik deed wat hij zei, en hij duwde even mijn kin omhoog zodat hij de sneeën beter kon bekijken. “Je blokkade weghalen zodat ik kon zie wat er was gebeurd was een dappere beslissing,” zei hij terloops, terwijl hij tussen zijn potten naar een zalf zocht. “Als Hij ze ook gezien zou hebben had dat je einde betekend.”
Ik knikte alleen even. Sneep kwam terug met een zalf, en pakte het deksel eraf. Opnieuw duwde hij mijn kin omhoog, en smeerde zalf op de eerste snee. Het verbaasde me hoe voorzichtig hij te werk ging terwijl hij de zalf uitsmeerde.
“Hij-hij heeft mijn oude buurvrouw vermoord,” ik voelde een brok in mijn keel toen ik dat zei, en Sneep stopte even waar hij mee bezig was.
“Wat?”
“Ja- mevrouw Kuijpers,” zei ik, “ze was mijn ouder buurvrouw, ze had me binnengelaten nadat ik haar wijsmaakte dat ik Roos heette en het nichtje was van- nou- de dode ik. Niet dat we veel met elkaar op hadden ofzo,” voegde ik er wat zachter aan toe.
“Is dat alles waar je je druk om maakt?” Sneep had een wenkbrauw opgetrokken en duwde mijn hoofd iets naar rechts, zodat hij beter bij de tweede snee kon komen. “Ik heb vannacht meer dan eens nachtmerries gehad, ze hadden me opgesloten in de-‘
“De kelder, ja, dat weet ik,” zegt Sneep, en ik kijk hem verbaasd aan. “Ik sliep, dus mijn occlumentie was niet veel,” zei Sneep, “ik geloof dat ik een moment in jouw hoofd heb doorgebracht.”
“Wat?”
“Wiens schuld denk je dat dat is? Mevrouw ‘kom laat ik een gruzielement maken van Severus’,” hij keek me een tikje droogjes aan.
“Sorry.”
“ja, dat dacht ik ook ja! Je bent klaar,” hij deed het deksel weer op de pot, “laten zitten, want anders kan ik weer helemaal opnieuw beginnen.” Ik voelde sterk de verleiding om de zalf er weer af te halen, maar deed wat hij had gevraagd. “Ga je nog naar Horace’s feestje?” vroeg hij, en keek me even aan.
“Alleen als jij met me meegaat.”
Hij keek me meer dan verbaasd aan, “ik zal maar doen alsof ik dat niet gehoord heb.” Zei hij, na een korte stilte. Ik glimlachte en haalde mijn schouders op, “dan ga ik denk ik een wandeling maken. Ik ben niet zo in feestsfeer. Je bent uitgenodigd.” Waar haalde ik ineens de ballen vandaan hem die dingen te vragen? Weifelend keek hij me aan, maar uiteindelijk zag ik hem langzaam knikken, “prima. Ik ga mee. Wacht bij me bij de deuren.”


Reacties:


LauraHoran
LauraHoran zei op 3 juni 2015 - 20:05:
Ik heb er gewoon geen woorden meer voor het lijkt net alsof ik een gewoon boek lees ga alsjeblieft snel verder want dit is zo verslavend!!!