Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Iluna Lavender en het geheim van de maan » 3- 3/4 perron en chokokikkers
Iluna Lavender en het geheim van de maan
3- 3/4 perron en chokokikkers
Om 31 augustus werden Bianca, Paul, Tygo en Iluna opgehaald door Don Schillingen. Er was afgesproken , dat aangezien ze helemaal naar Londen moesten voor de trein ,dat Don ze zou helpen met brandstof te reizen. Professor Argentijn zou druk bezig zijn om zich voor te bereiden op het nieuwe schooljaar en Don die een goede vriend is van Argentijn deed dit om hem een plezier te doen. Tenminste dat is wat Argentijn zei. Don zelf beweerde dat hij dit deed om het weer kiet te komen te staan met Argentijn, omdat hij ooit Argentijns toverdrankketel had laten ontploffen. Don zei het echter met een grijns dus Iluna ging ervan uit dat hij een grapje maakte.
In elk geval kwamen ze veilig aan in de Lekke Ketel en huurde daar een kamer voor de nacht, zodat ze de volgende dag via een Taxi naar het station konden gaan. Bianca vroeg de hele tijd aan Iluna of ze alles had, of ze niets vergeten waren en of ze zeker wist dat ze naar deze school wilde. Dat deed ze sinds ze terug waren gekomen van de wegisweg. Vooral over perron 9 ¾ had ze twijfels. “We moeten tegen het kaartjeshokje aanlopen dat tussen perron 9 en 10 staat, er doorheen, voor perron 9 ¾ . Wel raar zeg. Waarom heet het dan eigenlijk niet 9 ½ dat is toch logischer. En wat als het niet werkt wat dan. Wie vragen we dan om hulp.” Ze begon Iluna flink op haar zenuwen te werken, en Iluna kon zelf bijna niet wachten tot ze op Zweinstein was.
Dit zou haar grootste avontuur ooit worden. Het enige wat haar echt dwarszat was dat ze dit avontuur niet met Frederike kon beleven. Ze waren beste vriendinnen en zouden alles samen doen, dat hadden ze afgesproken, maar nu moest Iluna die belofte breken. Ze had het natuurlijk allemaal aan Frederike verteld. Frederike geloofde haar gewoon gelijk, dat was zo fijn aan Frederike. Ze hadden geen geheimen voor elkaar en als een van hun dus iets ongelofelijks vertelde wist de ander dat het geen grap of leugen was, want dat zouden beste vriendinnen niet doen. Ze had Frederike haar spreukenboeken en staf laten zien. Ze had nog niet gedurfd om een spreuk echt uit te proberen, je wist immers maar nooit, maar ze hadden wel gekeken welke spreuk het handigst zou zijn om uit te voeren.” Ze vonden vooral de opruimspreuken erg handig, dan zouden ze nooit hun kamer meer zelf hoeven op te ruimen. Of de vergrootspreuk dan zouden ze elk cakeje wat groter maken. Iluna zou Frederike echt vreselijk missen, maar ze hadden afgesproken dat ze met elkaar zouden schrijven. Ze hoopte dat ze Frederike in de Kerstvakantie kon zien, maar vanaf nu leek dat nog een oneindige tijd.
De lekke ketel was erg rustig. Ze hadden twee kamers gehuurd, en Iluna deelde met Tygo een kamer. Tygo had sinds alle gebeurtenissen niet veel laten horen. Hij leek simpelweg gewoon niet geïnteresseerd in dat Iluna een heks was. Hij was zich voornamelijk aan het voorbereiden op de studie Psychologie waar hij straks mee zou beginnen. Hij zei bijna niets meer tegen Iluna.
Hij deed zijn schoenen uit en ging in het bed liggen zonder zijn pyjama aan te trekken. Enkele momenten later klonk er iets als luid gesnurk. Iluna trok ook haar pyjama aan en kroop in het andere bed. Maar ze kon niet slapen. Ze staarde naar het plafon en dacht na over alle dingen die morgen zouden gebeuren. Straks was ze geen heks, of gewoon vreselijk slecht in toveren. Zou ze wel vrienden kunnen maken, zouden ze haar wel aardig vinden. En hoe moest dat nou met Frederike, konden die uilen haar wel vinden. Ze hoorde Tygo opstaan, waarschijnlijk om naar de WC te gaan. Ze draaide zich om. Vlak voordat ze in slaap viel, een hele tijd later, bedacht ze nog dat ze Tygo niet had horen terug komen.
De volgende dag ging alles razend snel, aankleden, ontbijten, haar hutkoffer nog maal checken. Om 10 uur waren ze met de taxi op weg naar het station en om half 11 kwamen ze daar aan. Paul zette Iluna ’s koffer op een karretje en samen liepen ze richting perron 9 en 10. Toen kwam het enge gedeelte, ze moeten recht op het hek tussen perron 9 en 10 aflopen om op perron 9 ¾ te komen. Maar dat was best eng. Toen ze bij het hek aankwamen staarde ze er eerst even naar, eigenlijk geloofde ze al niet meer dat je erdoorheen kon. Maar toen ze een tijdje hadden rondgekeken en geen andere mogelijkheid zagen. Besloot Iluna toch maar een poging te wagen. Ze pakte het karretje en begon het richting het hek te duwen. Ze sloot haar ogen en wenste dat ze er niet tegen op zou botsen. En …. er kwam geen botsing en toen ze haar ogen opendeed was keek ze vol verbazing naar het perron waar ze zich nu op bevond. Het was overvol en op de rails stond een vuurrode stoomtrein met zweinsteinexpres erop. Achter haar kwamen haar kwamen Bianca, Paul en Tygo verbaast door een smeedijzeren boog gelopen op de plek waar het hek van de kaartjescontroleur had gestaan. Op de boog stond in sierlijke letters perron 9 ¾ .
Overal op het station waren leerlingen, ouders, uilen, katten, grote koffers en rare pakjes. Sommige leerlingen hadden hun zweinstein gewaden al aangetrokken, andere liepen nog in normale kleren rond. Veel volwassenen op het station hadden lange mantels aan in bizarre kleuren. Sommige kinderen waren afscheid aan nemen van hun ouders. “Als ik dit jaar, ook maar een uil van zweinstein krijg met dat jullie een wc hebben laten ontploffen.. of … “ Zei een Vrouw in een Lila gewaad dreigend tegen een Jongen en een Meisje die even oud leken te zijn. “Nou, nou, je blaast een keer een toilet op en…” Hoorde Iluna de Jongen klagen. “gewoon niet te geloven, alsof wij ieder jaar hetzelfde zouden opblazen..” zei het meisje terwijl ze haar hoofd schudde. “Je doet toch wel voorzichtig” Riep een bezorgd kijkende vrouw een Jongen na. Iluna hoorde haar tegen haar echtgenoot zeggen: “Het zit me echt niet lekker, zolang hij nog niet gepakt is.” Een jongen met een gezicht vol sproeten riep : “Mam, Dylan heeft mevrouw Dollehopjes alweer behekst, ze heeft allemaal haren nu” Een vrouw kwam haastig aanrennen.
Er waren zoveel indrukken dat Bianca, Paul en Iluna gewoon de eerste paar minuten vol verbazing rond keken. Uiteindelijk hielp Paul Iluna met haar koffer in de trein te tillen. Bianca gaf Iluna nog een dikke knuffel en er klonk een fluitje dat aangaf dat de trein ieder moment kon vertrekken. Iluna haastte zich in de trein. Ze ging in de coupe zitten waar haar hutkoffer lag en keek uit het raam om Bianca, Paul en misschien ook Tygo uitzwaaien. Bianca had een uitdrukking gemengd van trots en erge bezorgdheid, Paul keek oppervlakkig ongeïnteresseerd zoals altijd en Tygo keek… Iluna kon het niet helemaal plaatsen, maar zijn blik had iets akeligs vlaks, alsof hij er niet helemaal bij was. De trein begon te rijden en al snel verdwenen ze alle drie uit beeld.
Een moment later ging de coupedeur open en stapte een meisje naar binnen met een enorme bos rode krullen. “Sorry, maar overal is het vol, kan ik hier zitten.” “natuurlijk” Antwoorde Iluna. Het meisje ging tegenover Iluna zitten en gaf haar een hand. “Tessa Roodstruik, ik ga dit jaar voor het eerst naar zweinstein” “Aangenaam, ik ben Iluna Lavender, dit is ook mijn eerste keer, een paar maanden geleden wist ik zelfs niet dat Zweinstein bestond” Tessa’s mond valt even open. “echt niet, nou ja, dat hoor je wel vaker…” Herstelde ze zich. “Mijn ouders zijn allebei zelf naar zweinstein gegaan, en mijn zus is klassenoudste, ze zit in het vijfde leerjaar. Ik heb ook nog een neef en een nicht, tweeling zitten allebei in het derde jaar, kunnen echt strontvervelend zijn..” Ze pauzeerde even. “Bij jou in de familie zijn dan zeker geen andere tovenaars of heksen?” Iluna dacht even na, en besefte dat ze idee had of haar ouders tovenaars of heksen waren geweest. “Dat weet ik eigenlijk niet, ik heb mijn ouders nooit gekend. Ik ben te vondeling gelegd, niemand weet wie mijn ouders zijn” Tessa keek even heel onzeker, alsof ze niet wist hoe ze hierop moest reageren, uiteindelijk zei ze: “dat spijt me, het is vast niet leuk om daar aan herinnert te worden op je eerste dag.”
Iluna kwam er al snel achter dat Tessa graag kwebbelde en dat ze dat in een supersnel tempo deed. Iluna was echt sprakeloos, toen Tessa het had over verschillende bekende heksen en tovenaars en wat ze van hen vond. Iluna had nooit gerealiseerd tot nu toe hoe groot de tovenaarswereld was en hoe weinig ze daarvan wist. Plotseling begon ze zich enorme zorgen te maken over hoe het zou gaan op deze vreemde school. “ik denk dat ik de domste van de klas ben” Zei ze. “wel nee” Antwoorde Tessa. “er komen massa’s kinderen uit dreuzelgezinnen, die zijn niet slechter dan een ander. Ieder moet bij het begin beginnen. Sterker nog sommige van de slimste heksen en tovenaars komen uit dreuzel gezinnen. Zelfs Harry Potter was opgegroeid bij dreuzels… en hij versloeg jeweetwel” “Wie?” Vroeg Iluna. Tessa was eerst heel verbaast te horen dat Iluna zelfs niet van Harry Potter en Voldemort had gehoord. Maar was daarna erg enthousiast om Iluna alles uitteleggen.
Ze was net aan vertellen hoe de vloek van ‘jeweetwel’ (Tessa weigerde de naam uit te spreken en had hem voor Iluna opgeschreven en daarna snel weer doorgekrast) was terug gekaatst en een einde had gemaakt aan de meest duistere periode in de afgelopen decennia ’s , toen een dik vrouwtje achter een karretje de deur opende. “Willen jullie iets van het karretje?” Iluna besefte hoe haar maag knaagde en liep naar het karretje toe om te kijken wat het vrouwtje verkocht. De kar bevatte soorten snoep en cakejes die Iluna nog nooit had gezien. Tessa was haar gevolgd en begon aan te wijzen wat echt de moeite waard was om te proberen. Uiteindelijk kochten ze samen een beetje van alles wat. Iluna mompelde dat ze eigenlijk niet genoeg geld hiervoor had, maar Tessa was van mening dat Iluna echt niet naar zweinstein kon zonder van alles geproefd te hebben en betaalde het grootste deel van de rekening.
Ze aten pompoentaartjes, ketelkoeken, chokokikkers (die Iluna lieten schrikken toen ze echt sprongen) en knetterchips ( een vuurwerksensatie op je tong). Tessa liet Iluna de plaatjes bij de chokokikkers zien, ze was helemaal gek van bekende heksen en tovenaars en wou dit graag met Iluna delen. “kijk dit is Harry Potter, zie je dat litteken, dat is waar de vloek van jeweetwel hem het eerst raakte.” Op het plaatje stond een Jonge Lachende man met inderdaad een bliksemvormig litteken op zijn voorhoofd. Het plaatje bewoog. Iluna draaide het plaatje om en las op de achterkant. “Wat bedoelen ze met jongste zwerkbalspeler?” Vroeg Iluna. “O, dat is een sport. Het is nogal populair bij tovenaars, Ik heb er niet zo heel veel mee, maar het is leuk om naar te kijken. Mijn vader heeft in zijn afdelingsteam gezeten.” “Afdelingsteam?” Vroeg Iluna. Hoe meer ze meer Tessa vertelde, hoe onzekerder ze werd. Ondanks Tessa’s verzekering dat ‘dreuzel’- kinderen het ook goed deden op Zweinstein, had Iluna toch het gevoel dat ze enorm dom zou overkomen straks op school. Iluna had zich nooit echt druk gevonden om wat andere over haar dachten, maar deze nieuwe wereld was zo onvoorspelbaar en vreemd.
“Dus nu verteld hij iedere familiegelegenheid het hele verhaal opnieuw hoe hij die beuker tegen de zoeker van zwadderich had geknuppeld.” Besloot Tessa haar verhaal. “Huh, sorry, wat?” Iluna was zo druk bezig geweest met hoe ze straks zou meekomen op zweinstein, dat ze totaal niet had geluisterd naar Tessa. Tessa leek een moment geërgerd hierdoor. “Laat maar” Bromde ze. “Was toch niet belangrijk.” Maar het klonk niet overtuigend. “Wat is zwadderich?” Vroeg Iluna, aangezien dat het enige woord was wat ze had opgevangen. Direct nadat ze het had gevraagd begon ze zich af te vragen of ze het wel goed had gehoord. Maar Tessa antwoorde direct: “Dat is een van de afdelingen…. Op zweinstein… Je weet wel..” Zei ze toen ze Iluna’s vragende blik zag. “Op zweinstein zijn vier afdelingen, waarin je gesorteerd wordt. Je hebt Huffelpuf, Ravenklauw, Griffoendor en Zwadderich..” Zei Tessa op haar vingers meetellend.
“In welke afdeling zit je zus?” Vroeg Iluna. “Jessica zit in ravenklauw, mijn moeder zat daar ook, maar mijn vader zat in Huffelpuf. Maar mijn neef en nicht zitten ook allebei in Ravenklauw. Mijn vader hoopt heel erg dat ik ook in Huffelpuf kom.” Ze haalde haar schouders op. “Zolang ik niet in Zwadderich kom is het goed denk ik.” “wat is er dan met zwadderich?” Vroeg Iluna nieuwsgierig. “Nou, ja… Ze zeggen dat alle tovenaars en heksen die het ‘slechte’ pad op zijn gegaan in zwadderich zaten, zelfs jeweetwel zat daar” “Jeweetwel zat op Zweinstein?” Nu viel Iluna’s mond bijna open. “Heel lang geleden” Antwoorde Tessa terwijl ze een nieuwe chokokikker in haar mond stak.
Het was in de tussentijd donker geworden en Tessa stel de voor om hun Zweinsteingewaden aan te trekken. Ze was weer heel druk aan het kwebbelen. “Ojee, volgens mij zitten hier overal kattenharen op, van Jessica’s kat, dat beest slaapt altijd in de wasmand. Om gek van te worden. Ik ben echt zenuwachtig, Jessica weigerde om ook maar iets te zeggen hoe de sorteerseremonie gaat. Roy en Anna (mijn neef en nicht) beweren dat ze met een trol hebben moeten vechten, maar dat geloof ik niet, denk ik.” Zo ging Tessa door tot dat trein stilstond. Iluna keek uit het raam en zag een klein station. Een stem klonk door de trein “Bagage alstublieft laten staan, deze wordt apart vervoert naar het kasteel” “Zweinstein is een kasteel” Vroeg Iluna, maar Tessa hoorde haar niet.
Op het station was het druk en vol met leerlingen. “Eerstejaars, hierheen, eerstejaars” Klonk een stem aan de andere kant van het station. Een soort reus of enorm grote man stond aan de zijkant van het station te wachten. “Volg mij maar, nog meer eerstejaars? Pas op het afstappie! Eerstejaars met mij mee!” Uitglijdend en struikelend volgde ze de reus over een smal stijl pad. Aan weerszijden van het pad was het ontzettend donker. Er werd niet veel gezegd, er waren alleen een paar leerlingen achteraan die iets fluisterde tegen elkaar. “Zo, dadelijk zien jullie Zweinstein voor ’t eerst” Zei de Reus, “zo om het hoekie” Verschillende verbaasde kreetjes klonken er. “oooh” Iluna zag een inktzwart meer met aan de overkant hoog op een berg een reusachtig kasteel met honderden torens en torentjes, en wel duizend ramen.
“maximaal vier per boot” Zei de reus. Aan de oever van het meer lag een vloot kleine bootjes. Iluna en Tessa deelden een bootje met een wat mollige jongen en klein meisje met twee knotjes. “Is iedereen ingestapt? Mooi zo. VAREN” riep de reus. En alle bootjes voerde tegelijk over het meer. Het kasteel werd steeds indrukwekkender naarmate ze dichterbij kwamen. Ze moesten bukken voor een klif en dreven een ondergrondse tunnel door, die blijkboor onder het kasteel voer. Ze kwamen uit in een ondergronds haventje en ze stapten uit op een strand van stenen en kiezels. De reus controleerde de bootjes en leidde de kinderen vervolgens door een nauwe gang die tussen de rotsen door uitkwam op een vochtig grasveld, uiteindelijk stonden ze allemaal stil voor een grote houten deur. “Is iedereen er?” en toen iedereen ja knikte bonkte de reus op de deur.
Jij schrijft lange, maar leuke hoofdstukken! En dat is knap, want ik, die zo snel afgeleid ben, he mijn aandacht erbij gehouden, je schrijft erg goed!