Hoofdcategorieën
Home » A Series of Unfortunate Events » An Unfortunate Fanfiction » Hoofdstuk 2
An Unfortunate Fanfiction
Hoofdstuk 2
---
Als je ooit iemand verloren bent die je dierbaar is, weet je hoe vreselijk het voelt. Als je dat niet hebt, kun je je het onmogelijk voorstellen. Ik kan je vertellen dat ik me niet veel herinner van de dagen die volgden naar het verschrikkelijke nieuws. Voor een aantal dagen was ik.. Te verbaasd, om het maar zo te zeggen, om me te realiseren wat er aan de hand was. Ik was te verbaasd om ook maar na te denken over waarom ik nu plotseling bij Mr. Poe in huis woonde, samen met zijn twee luidruchtige zoons en de drie rustige Baudelaire kinderen.
Het kostte me vier dagen waarop ik alleen maar in een kamer zat en een beetje rond slenterde door Mr. Poe's huis, nadenkend over mijn vernietigde huis en mijn vernietigde familie, voor ik 's avonds doorhad wat er aan de hand was. Ik weet nog goed hoe ik me opeens alles realiseerde: ik zou mijn ouders nooit meer terug zien, ik zou mijn broertje nooit meer terug zien, ik zou het huis nooit meer terug zien, noch de spullen die er in lagen. Nooit zou ik meer thuiskomen van mijn werk, mijn huis binnenlopen en op mijn kamer tussen mijn spullen gaan zitten en boeken lezen in bed. Alles was weg. Ik weet nog dat ik die hele nacht gehuild had onder het gezeur van Mr. Poe's zoons, Edgar en Albert, die zeiden dat ik moest stoppen met janken. Violet, Klaus en Sunny, daarentegen, waren erg vriendelijk en ze waren zelfs in staat me te troosten. Ik was haast vergeten dat zij het net zo vreselijk hadden als ik. Het enige verschil? Ze hadden elkaar. Ik had op het moment niemand, voor mijn gevoel. Ik kon me op dat moment ook niet bedenken dat ik ooit naar Violet, Klaus en Sunny zou kunnen kijken als mijn eigen familie. Die nacht huilden we samen. We huilden tot het dag was, en toen voelde we een kalmte over ons heen komen. Het was toen, toen ik 's ochtends wakker werd bij de Baudelaire kinderen, of zal ik zeggen, de Baudelaire wezen, en me erg op mijn gemak voelde. Alsof het mijn eigen familie was. En geloof me, dit gevoel kreeg ik niet in de buurt van Mr. Poe, noch Edgar en Albert. Eindelijk was ik ontwaakt uit mijn vier dagen 'slaap'.
Het was tijdens een saai diner van gekookte kip, gekookte aardappelen en gekookte bonen dat Mr. Poe ons iets belangrijks vertelde. Iets waarvan wij niet zeker wisten of we er wel blij mee moesten zijn.
"Morgenvroeg zullen jullie dit huis moeten verlaten," zei hij.
De Baudelaires en ik keken verschrikt op. Natuurlijk was het een rampzalige plek om te wonen, hier bij de familie Poe, maar om deze plek plotseling te verlaten was een vreemde gedachte.
"Waar moeten we dan naartoe?" vroeg Violet.
Mr. Poe begon meteen te hoesten. "Ik heb wat regelingen die zeggen dat jullie bij een ver familielid gaan wonen, hij woont aan de andere kant van de stad. Zijn naam is Count Olaf."
"Moet ik dan.. Ook bij een familielid wonen?" vroeg ik toen ik me bedacht dat ik geen familie was van de Baudelaires. Ik was nog steeds een Miseria.
"Jouw familie," begon Mr. Poe, "woont te ver hier vandaan om je er te brengen. Je blijft bij Violet, Klaus en Sunny tot we iemand hebben gevonden die je onderdak kan geven. Tot die tijd woon je met de Baudelaires bij Count Olaf."
Klaus leek even na te denken. "Maar wie is deze Olaf dan? Ik heb nog nooit van hem gehoord."
Mr. Poe zuchtte en hoestte opnieuw. "Hij is misschien niet jullie naaste familielid, hij is wel het dichtste bij als je het hebt over de reisafstand. Hij is een acteur en reist vaak over de wereld met zijn theater."
Ik keek Klaus aan. "Jullie kennen hem dus ook niet?"
Violet schudde haar hoofd. "Nog nooit van hem gehoord. Het is vreemd, je zou verwachten dat als hij echt familie van ons was, onze ouders hem wel eens zouden uitnodigen. Vooral omdat hij zo dichtbij woont."
"Klopt," zei Klaus. "Ik vind het vreemd."
Sunny knikte instemmend en maakte een baby geluid. Ik verstond niet wat ze zei, maar Violet stak haar duim op naar de peuter en zei iets terug tegen haar. Ik keek nog een keer rond door Mr. Poe's keuken en bedacht me dat mijn leven misschien toch beter zou worden nu ik met de Baudelaires meekon naar hun familielid. Het kon in ieder geval niet slechter zijn dan in dit huis, in een stoffige kamer bij twee vervelende jongetjes, dacht ik. Het is erg jammer dat ik dit alleen maar dacht. Want ik had natuurlijk nooit kunnen weten dat mijn volgende huishouden minstens tien keer zo erg zou zijn als dit.
Die avond pakten wij allemaal onze spullen in. Het waren niet zo veel spullen, alles wat we hadden was immers vergaan in de brand. We gingen voor de laatste keer naar bed in de kamer van Edgar en Albert, die de hele nacht aan het snurken waren. Toen de zon op was gekomen, klopte Mr. Poe op de deur.
"Opstaan," zei hij. "Het is tijd om naar Count Olaf te gaan."
Ik wreef in mijn ogen en ging overeind zitten. "Moeten we nu gaan? Nu meteen?"
Mr. Poe knikte. "Ik zet jullie af als ik naar de bank ga. Maak jullie klaar, we moeten zo snel mogelijk vertrekken."
Zo gezegd, zo gedaan. Ik was opgelucht dat we eindelijk weg mochten uit dat vervelende huishouden van Mr. Poe, maar ik was ook nerveus. De rit met de auto duurde niet zo heel lang, al snel stopte we bij een erg mooi huis met bloemen in de tuin. We stapten uit de auto en zagen een vrouw uit de voordeur komen.
"Hallo!" riep de vrouw. "Jullie zijn vast de kinderen die Count Olaf geadopteerd heeft."
Ik keek naar het mooie huis van de vrouw. Ik zou er geen moeite mee hebben gehad om daar te wonen, het zag er verzorgd uit, en de vrouw leek ook erg aardig te zijn. Ik kreeg het gevoel dat mijn leven dan toch iets beter zou worden, maar ik kan je natuurlijk geen valse hoop geven. Waarschijnlijk weet je namelijk al dat dit niet het geval was.
"Ik ben Justice Strauss," zei de vrouw.
"Dat is een aparte voornaam," merkte Klaus op.
"Het is mijn titel, ik ben rechter," legde ze uit.
"Fascinerend," vond Violet.
"Woont Count Olaf bij u?" vroeg ik toen.
Justice Strauss leek even verbaasd op te kijken. "Ik? Nee. Ik ken hem eigenlijk niet zo goed. Hij is mijn buurman, meer niet."
Langzaam draaiden we allemaal naar het huis dat naast dat van Justice Strauss stond. In tegenstelling tot haar huis, was het niet verzorgd. Het was een duister, vreemd huis met twee kleine, dichte ramen ondanks dat het best een mooie dag was. Op de voordeur was een oog geschilderd.
Sunny reageerde met "oh!" en dit keer wist ik wel wat ze daarmee bedoelde. Dat was werkelijk een vreselijk huis. Ik besefte me op dat moment met wegkwijnende hoop dat mijn ongeluk nog niet voorbij was.
"Nou," zei Mr. Poe toen, "laten we maar gaan."
Ik keek even naar Violet en Klaus, wie allemaal een teleurgestelde blik op hun gezicht hadden. Blijkbaar hadden zij, net als ik, verwacht dat we bij Justice Strauss gingen wonen. Voorzichtig liepen we achter Mr. Poe aan naar het huis van Count Olaf. Ik staarde naar het oog dat geschilderd was op de voordeur en slikte een keer. Ik kon me inmiddels wel voorstellen wat voor soort persoon hier zou kunnen wonen.. Ik haalde diep adem.
Mr. Poe klopte recht op het geschilderde oog, aangezien er geen deurbel was om aan te bellen.
Het duurde een paar seconden, maar toen ging de deur krakend open.
"Maar, hallo hallo hallo," fluisterde Count Olaf.
We staarden allemaal in verbazing naar hoe deze man ons goed bekeek en een vreemde grijns op zijn gezicht kreeg. Count Olaf was lang en mager. Zijn gezicht zag er niet verzorgd uit, en hij had maar één wenkbrauw, in plaats van twee. Hij droeg een vreemd, grijs pak.. En zijn ogen schitterden alsof hij zojuist iets enorm grappigs had gehoord, en hij keek alsof hij elk moment in lachen kon uitbarsten. Ik begreep meteen dat mijn verwachtingen correct waren. Count Olaf was geen aardige gast.
"Kom binnen, mijn kinderen," zei hij terwijl hij de deur iets verder open deed.
Voorzichtig stapten we het duistere huis binnen. Het rook niet echt smakelijk, en de binnenkant van het huis was nog vreselijker dan de buitenkant. Ik keek verbaasd om me heen. Dit huis leek een hel gelijk te zijn!
Mr. Poe liep ook het huis binnen en begon te hoesten. Misschien door de stank, misschien door de stoffigheid.. Of misschien gewoon omdat hij altijd moest hoesten.
"Mijn naam is Count Olaf, en ik vind het een eer jullie nieuwe vader te zijn," zei Count Olaf terwijl hij Violet, Klaus en Sunny aankeek.
Toen keken zijn glimmende ogen mijn kant op, en zijn wenkbrauw trok even.
"En jij bent vast.. Qeta Miseria." Hij zei dit op een toon van lichtelijke afschuw. "Over jou weet ik niet veel. Vertel eens wat over je ouders. Hun werk, hun afkomst, hun erfenis..."
Nu keken we allemaal verbijsterd naar Olaf. Normaal gesproken, als iemands familie net overleden is, vraag je hoe het is met de persoon die zijn familie kwijt is. Je vraagt dan níet of je overleden familielid een goede baan had.
"Oh.. Mijn.. Ouders hadden best een goede baan.. Ze verdienden best goed, als dat is wat je wil weten.." zei ik. Ik kreeg niet echt de neiging om hem met 'u' aan te spreken. Count Olaf was gewoonweg geen 'u'.
Count Olaf keek me aan alsof hij niet onder de indruk was. "Maar jullie woonden in een oud pand. Als jullie echt zoveel geld hadden, waarom dan niet een wat.. Chiquer huis?"
Ik dacht na over wat mijn ouders me vertelden voordat ze stierven. Ze zeiden dat we bijna genoeg geld hadden om te verhuizen; mijn ouders hielden niet zo van deze drukke stad. Ik kreeg een knoop in mijn maag toen ik me bedacht dat we nu nooit met z'n allen zouden verhuizen.. En dat, als we het iets eerder gedaan zouden hebben, ze niet omgekomen zouden zijn in die brand.
"Mijn ouders bewaarden hun geld voor een nieuw huis buiten deze stad," zei ik toen. "Ze hadden ongeveer al genoeg geld en moesten alleen nog een mooi huis uitkiezen. Maar toen gingen ze dood." Ik keek even een andere kant op. "En nu hebben ze dat geld jarenlang voor niets apart gehouden en gespaard."
Toen ik Count Olaf weer aankeek, zag ik dat zijn afstotelijke blik compleet verdwenen was. Zijn ogen waren erg glanzend en ik had verwacht dat hij in giechelen uit zou barsten.
"Ik zou niet zeggen dat ze het voor níets gespaard hebben.." zei hij toen.
"Hoe bedoelt u dat, Count Olaf?" vroeg Mr. Poe opeens.
Count Olafs opgewekte gezicht veranderde snel in een sippe, en hij glimlachte zogenaamd vriendelijk. "Ik bedoel dat Qeta dit geld nu zelf kan besteden aan.. Prachtige.. Dingen.."
"Ik ben blij dat u er zo over denkt," zei Mr. Poe en hij glimlachte. "Maar ik moet helaas zeggen dat Qeta haar geld pas zal kunnen gebruiken zodra ze achttien wordt. Dit geldt ook voor het fortuin van de Baudelaires. Hun fortuin zal niet gebruikt worden voordat Violet achttien jaar oud is."
"Achttien jaar?!"
We keken allemaal verschrikt naar Olaf, wie plots een agressieve blik had gekregen. Hij leek zich te realiseren dat deze uitbarsting vreemd overkwam.
"Ik bedoel.. Achttien jaar?" herhaalde hij, met een zachtere stem. "Maar wat moeten deze kinderen dan? Hoe kunnen ze nou dingen kopen?"
"Ik neem aan dat u nu al hun dagelijkse behoeften regelt," zei Mr. Poe, een beetje verbaasd. "Nu u hun vader bent, is dat uw taak."
"Maar natuurlijk!" zei Count Olaf. "Natuurlijk, natuurlijk. Ik houd zielsveel van deze kinderen, meneer. En ik zal voor ze zorgen alsof het mijn eigen kinderen zijn.."
Ik verbaasde me opnieuw over zijn plotselinge verandering van stemming.
Mr. Poe knikte. "Dat is goed. Nou, dan ga ik maar naar de bank. Onthoud: als jullie vragen hebben kunnen jullie altijd naar de bank komen."
"Natuurlijk, dat is duidelijk, Mr. Poe," zei Olaf, en hij gooide de deur dicht toen de bankier zijn huis verlaten had.
We staarden allemaal in verbijstering naar de grond. Zouden wij met deze psycho in dit smerige huis moeten wonen? Hoe lang zouden we dat volhouden?
Ik zag dat Count Olaf geen sokken droeg in zijn schoenen, en dat zijn broek niet tot aan zijn voeten kwam. Op zijn zichtbare enkel zag ik een tatoeage van een oog.. En ik begon me af te vragen hoeveel meer griezelige schilderingen van ogen er in dit huis waren.
Want het zou lijken alsof Count Olaf ons altijd in de gaten hield, zelfs wanneer hij niet eens aanwezig was.
---
Twee kleine dingetjes; in de Nederlandse boeken wordt Count vertaald met Graaf, daarom zou je kunnen overwegen dat woord te vervangen. En 'deze psycho' is - gezien de setting van het verhaal (met kinderarbeid, dus van even geleden) - een ietsje te moderne term (ik zou voor engerd gaan omdat je verderop het woord griezelig gebruikt).
Verder; ga door! Want more!