Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Harry’s geheim [5-shot] » 1
Harry’s geheim [5-shot]
1
De vijftienjarige Harry Potter had een punt bereikt waarop hij had besloten dat sluipen geen zin meer had. Professor Omber had dusdanig veel bewaking in het hele kasteel geplaatst dat hij toch wel gepakt zou worden; sluipend of niet. Dan kon hij beter de indruk wekken dat hij gewoon een wandelingetje aan het maken was.
Ondanks dit besluit schrok Harry nog steeds van elk geluid dat hij hoorde. Hij was bang dat Malfidus zijn kans zou grijpen en hem zou vervloeken met als excuus dat Harry hem aanviel; hij was bang dat Korzel of Kwast zijn verdediging dusdanig zou verpesten dat ze hem per ongeluk zouden pijnigen; hij was bang dat hij met waarheidsserum geteisterd zou worden en zijn vrienden zou verraden en bovenal was hij bang om professor Sneep tegen te komen, omdat hij er niet aan twijfelde dat die hem direct van school zou trappen en daarmee zou verdoemen tot een leven lang bivakkeren in de bezemkast van de Duffelingen.
Toen hij voetstappen achter zich hoorde, kon hij er dan ook niets aan doen dat de adrenaline razendsnel door zijn lichaam gepompt werd en hij zijn pas versnelde, hopend nog net om de hoek te kunnen verdwijnen voor degene die hem achtervolgde hem bereikt had.
‘Potter!’ werd hem toegeroepen, op de typische snerende manier die alleen Malfidus toe kon behoren. Harry versnelde zijn pas nog een beetje, hoewel slechts een fractie, bang om de Zwadderaar aanleiding te geven hem inderdaad te vervloeken.
‘Potter!’ riep Malfidus opnieuw. Zijn voetstappen kwamen steeds dichterbij en Harry versnelde zijn pas, nog een beetje, nog een beetje… Maar niet genoeg. De jongen haalde hem bij, greep de mouw van Harry’s Zweinsteingewaad en Harry verrekte een spier in zijn schouder toen hij probeerde alsnog door te lopen.
Malfidus grinnikte. ‘Nee, Potter, nu heb ik je.’
Harry draaide zich om zodat de jongen geen kans meer maakte om zijn onbewaakte rug aan te vallen, maar Malfidus bleef de mouw van zijn gewaad vasthouden en toen Harry er een voorzichtige ruk aan gaf, reageerde hij niet.
‘Malfidus, je mag me heus wel loslaten,’ vond Harry, maar de jongen keek alleen maar om zich heen en toen hij had geconstateerd dat er niemand in de buurt was, duwde hij de nietsvermoedende Harry tegen de marmeren muur. Hij verplaatste zijn hand, die zich nog steeds om Harry’s mouw geklemd had, tegen Harry’s borstkas en Harry’s hart begon zo mogelijk nog sneller te kloppen terwijl hij zijn best deed zijn gezichtsuitdrukking kalm te houden.
Malfidus grijnsde en grijns die slechts aan één kant van zijn mond zijn lippen een stukje uit elkaar dwong, waardoor Harry zicht had op drie perfect witte tanden die zich afzetten tegen net iets minder witte huid.
‘Malfidus,’ probeerde hij, nogmaals, zijn stem zo vast mogelijk houdend.
‘Ik wil dat je me naar de Kamer van Hoge Nood brengt, Potter.’
‘Ik was niet op weg naar –’
‘Het maakt me niet uit waar je naar op weg was. Je brengt me naar de Kamer van Hoge Nood, hoor je me?’
Malfidus’ gezicht bevond zich zo dicht bij dat van Harry dat die zijn muntige adem kon ruiken, de poriën in zijn huid kon tellen, het filmpje vocht op zijn hoornvlies kon zien glinsteren… Dichtbij genoeg om in Malfidus’ gezicht te spugen, dichtbij genoeg om hem een knietje tussen zijn benen te geven, dichtbij genoeg misschien zelfs om in zijn neus te bijten en intussen werd hij door de jongen dusdanig in bedwang gehouden dat elk van die acties hem hoogstwaarschijnlijk meer zou kosten dan het hem op zou leveren.
‘Oké,’ mompelde hij dus. Tot zijn grote opluchting deed Malfidus een stap naar achter en schoorvoetend vervolgde Harry zijn weg. Hij probeerde één keer expres de verkeerde kant op te lopen, maar Malfidus gaf een harde ruk aan zijn gewaad: ‘Ik weet waar het is, Potter. Houd me niet voor de gek.’
Het duurde toen niet lang meer voor ze de daadwerkelijke locatie van de Kamer van Hoge Nood gevonden hadden en heel even dacht Harry dat hij ermee weg zou komen, dat Malfidus toch niet helemaal wist waar het was of hoe het werkte, dat hij –
‘Roep haar op,’ beval de jongen toen, waarmee hij Harry’s hoop aan duigen sloeg.
‘Ze komt alleen als ik haar echt nodig heb, Malfidus, en aangezien jij mijn gewaad los weigert te laten, weet ze dat ik haar nu liever verborgen houd.’
‘Hmm,’ deed de Zwadderaar. ‘Misschien moet ik dan zelf maar zorgen voor Hoge Nood. Wat dacht je van… ja, wat eigenlijk? Ik Rons bezemsteel te beheksen, of Hermeliens toverstaf in tweeën te breken of – oh! Ik hoorde laatst dat dreuzels een hobby hebben die “verkrachten” heet? Misschien kan ik je lieve kleine Ginny eens vragen of dat haar een leuke hobby lijkt, ik bedoel, haar vader is een halve dreuzel, niet?’ Hij grinnikte in zichzelf, gaf Harry een duw, vervolgde in zijn typische, humorloze toon: ‘Wel, Potter, de mogelijkheden zijn eindeloos. Zeg het maar. Ga je je best nog voor me doen, of…’
Tot zijn grote afschuw zag Harry de contouren van een deurpost ontstaan, langzaam; witte verf versierd door gouden klimop, een witte deur met een gouden deurknop, een deur die steeds massiever werd en massiever en massiever en… Malfidus grijnsde en Harry voelde zich misselijk worden, maar toen de klassenoudste hem aan de stof van zijn gewaad meetrok de deur door, vond hij zijn knieën te week om er iets tegen te doen.
De kamer was een doodnormale huiskamer. Een huiskamer met een lichte laminaatvloer, witte muren, wit meubilair en een simpele lamp aan het plafond. Harry draaide zich nog om richting de deur, hopend dat hij daar nog een laatste ontsnappingskans aan zou hebben, maar Malfidus duwde hem richting de bank en struikelend ging Harry zitten.
‘Goed,’ zei Malfidus, die zelf op tafel ging zitten. ‘Mijn Kamer van Hoge Nood, mijn regels. Je luistert naar me, Potter. Je luistert naar me, begin tot einde en je beantwoordt mijn vragen en je gaat pas weg wanneer ik zeg dat je weg mag.’
Harry slikte een zucht van opluchting in bij het horen dat Malfidus in ieder geval deed alsof er een mogelijkheid bestond dat hij niet voor altijd in de Kamer van Hoge Nood weg zou rotten. Hij besloot dat dat op dat moment voldoende was om de komende vijf minuten rustig te blijven, dus richtte hij zijn blik op de blonde jongen en luisterde hij toen die kalm zei: ‘Jij organiseert een club.’
Toen Harry geen antwoord gaf, kwam er weer een tintje ongeduldigheid naar boven borrelen: ‘Toch?’
‘Nee.’
‘Jawel.’
‘Nee.’
‘Potter, het heeft geen nut om tegen me te liegen. Je organiseert een club, toch?’
‘Ik leid een club.’
‘Ook goed. In de Kamer van Hoge Nood.’
Harry zuchtte, terwijl hij peinsde over een subtiele manier om zijn toverstok uit zijn broekzak te pakken zonder dat Malfidus, die met zijn toverstok in zijn hand zat, hem te snel af zou zijn.
Hij kon niets bedenken.
‘Ja.’
‘Goed. En die club organiseren jullie om Omber te verslaan.’
‘Om Voldemort en zijn vieze dooddoeners te verslaan,’ spuugde Harry en hij waagde de gok om naar zijn toverstok te grijpen.
‘Expelliarmus!’ siste Malfidus, nog voor Harry zijn stok goed en wel in positie had. Het stuk hout vloog door de kamer, ketste tegen de muur en rolde onder de boekenkast, ver buiten Harry’s bereik.
Malfidus schudde zijn hoofd. ‘Je vergist je.’
‘Oh?’
‘Ik ben hier niet om je te straffen. Als dat mijn doel was geweest, had ik je gewoon naar Omber gebracht, die had zich wel raad met je geweten. We mogen dan aan de andere kant van een conflict staan, dat maakt ons nog niet dom. Dat maakt mij niet dom. Ik snap heus dat wij de Kamer van Hoge Nood niet in kunnen komen door jullie te dwingen ons erin te laten – dat is juist niet hoe het werkt. Ik ben hier, Potter, omdat ik…’ Hij staarde naar zijn handen. ‘Omdat ik me gerealiseerd heb dat ik aan de verkeerde kant van het conflict sta. Mijn ouders… mijn ouders zitten erin vast en ik, ik… ik wil dat niet. Ik wil geen Duister Teken op m’n arm, ik wil geen mensen martelen en vermoorden, ik – Potter; Harry, dit is mijn laatste kans. Als ik nu niet doe wat het juiste is, als ik me nu niet afzet tegen waar mijn familie me in probeert mee te sleuren, als ik niet… Ik – je moet me helpen.’
‘Goeie,’ zei Harry. ‘Ik zou je bijna geloven, man, die “Harry” deed het hem. Verwacht je nu echt dat ik je nu toelaat tot de club zodat je ons kunt naaien bij Omber? Ik mag dan aan de andere kant van het conflict staan, maar ik ben niet dom, Malfidus.’
‘Draco,’ piepte de jongen. ‘Alsjeblieft. De achternamen zijn zo… zo’n rivaliteit. Ik wil niet, ik – ik hoef niet bij je club, Harry. Ik hoef niet, ik hoef niks. Ik wil alleen dat, nou ja, alleen – ik wil vooral dat je me helpt als ze me bijna komen halen. Je moet me helpen met onderduiken wanneer ze het Duister Teken op m’n arm willen zetten, je moet zorgen dat ik geen dooddoener wordt.’
‘En hoe, precies? Wil je dat ik je onder m’n bed verstop?’
‘Nee!’ riep Malfidus wanhopig uit, met overslaande stem. ‘Ik… jij…’ Zijn lip trilde, zijn ogen vulden zich met tranen en toch ging hij dapper verder: ‘Jij bent de enige die dúrft, Harry. Jij bent de enige die überhaupt zijn naam uit durft te spreken. Ik ben doodsbang voor hem en ik kan niet in mijn eentje tegen hem opstaan. Ik kan niet… en ik weet ook niet hoe, ik heb geen flauw idee, maar we moeten iets kunnen verzinnen, we moeten, je moet…’ De tranen rolden nu echt over zijn wangen. ‘Alsjeblieft, Harry.’
En wat moest Harry daarmee? Wat kon Harry daarmee? Er was geen gevaar in toegeven; Malfidus zou het spelletje mee moeten spelen, zou hem met toverstok en al de Kamer uit moeten laten lopen en dan kon hij altijd met Ron en Hermelien overleggen wat hij ermee moest doen, met Sirius desnoods…
‘Oké,’ besloot Harry dus. ‘Oké, ik help je.’
Het vleugje hoop dat door Malfidus’ ogen schoot, was bijna genoeg om Harry echt te doen geloven dat hij de waarheid sprak. Bijna.
 
Dit shot was mijn laatste lootje voor NaNo en ook nog eens direct op de computer geschreven, maar ik hoop dat het toch nog een beetje ergens op slaat.
Reacties:
Ik weet nog niet zo heel goed wat ik hiervan moet vinden. Het voelt wat minder polished dan ik van je gewend ben, idk. Misschien denk ik dat alleen omdat je héél anders schrijft dan Rowling, veel barokker.
De premisse is wel spannend en intrigerend, en ik denk wel dat Malfidus het eerlijk kán menen, dat geloof ik wel van canon-Draco, dus ik hoop gewoon dat dat zo is. Ik vind alleen de verkrachten-opmerking héél grof en een beetje OOC. Like. Draco is een pestkop? maar hij is niet nodeloos gemeen en agressief. Dat zie ik niet zo in hem.
Eh. Ja. Ik ben benieuwd waar dit heengaat (:
Dit is echt cool. Ik dacht zo van ja Harry bijt hem in zijn neus!. Toch is wel vreemd hoor Draco die Harry om hulp vraagt!!. Maar dit is wel top
En ik kan niet typen als ik in mijn bed lig op de boot. Haha
witte verf versierd door gouden klimop, een witte deur met een gouden deurknop
Was dit expres? Dit was expres. Het is mooi, maar ik haat rijm nog steeds.
‘En hoe, precies? Wil je dat ik je onder m’n bed verstop?’
Het plan was eigenlijk in je bed.
Wat ik ervan moet vinden... ik weet het nog niet helemaal mate. We gaan het wel zien. Harry Potter fic is in ieder geval altijd welkom, en Drarry al helemaal.
-if Draco did seek help-
Wacht nu zit ik bij het verkeerde boek XD
Ik houd van Draco. Vooral omdat hij zo'n iemand is die er tussen de twee kanten staat en ook niet heel dapper is, wat mij doet denken aan hoe veel mensen zijn.
(Daarbij lijkt hij me, zoals ik hem in mijn hoofd voorstel, verrekte cute)
En Harry is gewoon een schattepoepje.
Ik ben nu al helemaal opgewonden over dit verhaal Het verhaal leest daarbij fijn en vlot en niet met belachelijk veel omschrijvingen over hoe Harry een pluisje in een hoekje zag liggen of zo.
I bid you to post the next chapter soon
Het is even wennen om Harry Potter te lezen in jouw stijl, maar het is echt leuk en ik ben blij dat je dit weer eens doet!
As for your story; ik had dit niet zien aankomen. Sure, ik ben een Drarry fan, maar dat hij zich tegen Jeweetwel en zijn volgelingen wil keren (if he's telling nothing but the truth). Nee, unexpected. And i like thaaaat. <3
Ik ga snel verder.