Hoofdcategorieën
Home » Kingdom Hearts » Nobody's Life » 14: Hades
Nobody's Life
14: Hades
"Ugh..."
Mijn hoofd deed enorm veel pijn. Wacht even.. Wat was er gebeurd? Ik was in de Onderwereld en..
Marluxia.
Ik opende mijn ogen en zag meteen dat ik in de zogenaamde troonkamer lag van de Onderwereld. Snel ging ik rechtop zitten en keek om me heen. Marluxia was nergens te zien.
"Eindelijk is ze wakker!"
Ik draaide me verschrikt om. Op de troon tegen de muur zat een vreemd uitziend persoon. Hij had een blauwe huidskleur en droeg een zwart gewaad. Het haar op zijn hoofd leek blauw vuur te zijn... En hij zat op die troon alsof hij thuis was.
Ik sprong overeind en zette een stap achteruit.
"Ben jij... De Koning van de Onderwereld?" vroeg ik langzaam.
De persoon lachte gestoord en knikte. "Jazeker, jazeker. Koning, God, Lord of the Dead, hoe je me ook wil noemen. Allemaal enorm leuke titels waar ik zeer tevreden mee ben, laat ik je dat zeggen. Maar de vraag is niet: wie ben IK? De vraag is: wie ben JIJ?!"
Het duurde even voordat ik had verwerkt wat hij zojuist zei, aangezien hij zo snel praatte dat ik het amper bij kon houden.
"Oh," zei ik toen ik realiseerde dat hij me om mijn naam vroeg. "Ik ben Altix."
"ALTIX!" riep de persoon uitbundig, en plotseling stond hij recht voor me en stak zijn hand uit. "Mijn naam is Hades!"
Ik schrok ervan en sprong een stukje achteruit.
"Oh, uh, aangenaam," mompelde ik terwijl ik zijn hand schudde. "Sorry dat ik... Hier zomaar ben gekomen, maar ik ben bewusteloos geslagen door een gast met roze haar. Heb jij hem toevallig gezien?"
"Een gast met roze haar?" Hij lachte. "En ik vond MIJN haar vreemd! Maar eh, waar komen jij en de roze-harige gast dan vandaan?"
"Nou--"
Ik had bijna te veel gezegd. 'Laat bewoners van andere werelden nooit weten dat er andere werelden zijn..' Dat was immers de regel bij ons. En zoals Vexen dat altijd erg mooi kon zeggen: 'Het is onze taak om nieuwe werelden en hun bewoners te onderzoeken. Maar word je gezien, dan word JIJ het hoogtepunt van onderzoek!' Snel bedacht ik me dat we in de Onderwereld waren, en dus was er maar één mogelijkheid.
"Nou... De bloemetjeskoning en ik komen uit....."
Ik probeerde een eng gezicht op te zetten.
"DE DOOD!"
Dat laatste zei ik met zoveel emotie dat het wel enorm geloofwaardig over moest komen.
Hades staarde me even aan zonder enige gezichtsuitdrukking te vertonen. Toen begon het blauwe vuur op zijn hoofd groter te worden en feller te branden. Hij barstte in lachen uit.
"DE DOOD!" herhaalde hij lachend. "Jij en de bloemetjeskoning! Uit de dood!"
Hij lachte zo hard dat hij begon te janken. Ik keek hem een beetje beledigd aan.
"Wat nou? Wat is zo grappig?"
"Oh Altix," zei Hades huilend van het lachen. "Ik ken iedereen uit het dodenrijk en ik vergeet nooit een gezicht. De enige wezens die hier rondlopen zijn demonen of geesten. Ten eerste heb ik jou hier nog nooit eerder gezien, en ten tweede ben je een mens en niet eens doorzichtig. Je bent dus geen geest! Er is dus maar één mogelijkheid: je komt uit een andere wereld."
Ik keek hem verbaasd aan. Hoe wist hij dat er meerdere werelden waren? Volgens iedereen uit de organisatie wist geen enkele bewoner van andere werelden iets over het bestaan van leven buiten hun eigen wereld. Maar Hades wist het gewoon!
Ik kon maar beter TNK gaan.
"Oké oké, ik geef het toe," mompelde ik. "Maar eh.. Ik kan maar beter weer gaan."
Ik draaide me om en stak mijn hand uit om een portaal te maken, maar voordat ik de kans kreeg werd ik besprongen door twee vreemde, kleine wezentjes.
"We hebben 'r! We hebben 'r!"
Ik viel verschrikt op de grond en probeerde de wezentjes van me af te trappen.
"Pijn, Paniek, rustig aan," grinnikte Hades. "We hebben haar nog nodig!"
"Wat?!" riep ik verschrikt uit.
De wezentjes pakten mijn armen vast en probeerde ze vast te binden. Ik zag het net op tijd en pakte mijn zwaard tevoorschijn. Meteen deinsden de monstertjes een stukje terug en ik stond zo snel mogelijk op, mijn zwaard op hen gericht houdend.
"Probeer dat niet nog eens," zei ik kwaad. "Want ik zal dit gebruiken."
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.