Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Na de boeken: De Terugkerende Vloek » Licht
Na de boeken: De Terugkerende Vloek
Licht
Het meisje keek zonder zich iets van de starende blikken aan te trekken het klaslokaal door. Haar donkere haren zaten in een strakke vlecht over haar schouder en hier en daar staken er blaadjes uit. Haar gewaad zat onder de scheuren, alsof ze net een wild gevecht had gehad in het Bos.
Achter haar verscheen professor Warrel, die goedkeurend de klas rondkeek. 'Ah, mooi, iedereen is er al' Hij liep naar zijn bureau en legde zijn koffer neer. Zoals gewoonlijk had hij een soort witte lab-jas aan en zijn grijze haren stonden rechtovereind.
Hij keek op en leek op dat moment pas het meisje te zien. Hij schrok op en schudde haar snel de hand.
'Oh, eh, hallo, sorry juffrouw. Volgens mij ken ik u nog niet?'
Het meisje knikte. 'Inderdaad. Mijn naam is, ehm... Ik ben nieuw hier', verbeterde ze zichzelf.
Albus, Roos en Scorpius keken elkaar aan. Een nieuwe leerling in het midden van het schooljaar? Dat gebeurde bijna nooit.
Professor Warrel was zijn papieren door aan het kijken. 'U, eh, u moet zeker Clairissa Newell zijn'
'Ja! Ik bedoel, ja, inderdaad' Ze kuchtte. 'Ik ben net gesorteerd. Ik zit in Griffoendor. Een of andere vent - professor Lummelmans, of zoiets -'
Een paar kinderen giechelden, maar het meisje-Clairissa leek zich er niks van aan te trekken.
'-zei me dat ik hier mijn eerste les kon volgen, Verweer Tegen de Zwarte Kunsten, en dat ik een hier ene Warrel zou vinden. Wat dat ook inhoudt'
Professor Warrel leek even uit het veld geslagen. Hij bekeek het meisje even heel goed, en zei toen: 'Goed zo. Je kunt eh, ga maar zitten bij Albus daar, achterin'
Albus schrok op bij het horen van zijn naam. Clairissa trok haar schouders op en liep naar hem toe. Ze ging zitten en glimlachte even naar hem. Albus wist niet wat hij moest doen. Teruglachen? Maar ze keek alweer naar voren.
'Goed, eh, pak allemaal jullie boeken op tafel-oh, jullie hebben je boeken al op tafel-en blader naar bladzijde 47'
Albus pakte de goede bladzijde voor zich. Alice, die met Mirte aan de tafel baast hem zat, schoof dichterbij. 'Wat een rare is die meid he?'
'Eh, ja. Tuurlijk' Hij was een beetje verward. Zo vreemd was ze toch niet?
De rest van de les ging heel gewoon voorbij, zonder verder nog rare gebeurtenissen. Clairissa bleek verrassend goed te zijn in het opnoemen van praktische verdedingings-spreuken toen professor Warrel dat vroeg. Na de les liepen ze samen de klas uit en bood hij aan haar naar de leerlingenkamer te brengen.
'Hmmpf' Alice keek hoe Albus en Clairissa samen wegliepen en keerde zich naar Roos, die naast Scorpius de klas uit liep. 'Wat een raar kind zeg. Wat moet hij met haar?'
'Ben je jaloers?', vroeg ze plagerig.
'Ach, natuurlijk niet. Wat denk je zelf?'
'Nou, zo klinkt het in ieder geval wel. Je hebt toch geen probleem met haar, of wel?'
'Hou je mond Scorpius. Ik zeg het je, er is iets vreemds aan haar. Maakt niet uit of jullie me geloven. En ik zal te weten komen wat er is'
Ze draaide zich om en liep weg van hen. Mirte voegde zich bij hen.
'Zou ze weten dat de leerlingenkamer de andere kant op is?'
Later die dag zaten Roos, Scorpius, Mirte, Alice en Albus met Clairissa bij het haardvuur in de leerlingenkamer. Hun huiswerk lag vergeten op de tafel toen Alice haar een beetje wantrouwend vroeg waarom ze pas midden in het jaar kwam.
'Oh. Nou, mijn moeder heeft me altijd thuis les gegeven. Ze wilde me eerst niet laten gaan, maar ik ben toch gekomen. Ik heb eerst de trein gemist, maar het Ministerie heeft alles geregeld en dus kon ik toch nog hier zijn'
'Dus jij hebt thuis les gehad? Ben je niet bang dat je achterloopt met leren?'
'Nee hoor, mijn moeder is een vorig leraar aan Salems Toverschool, maar dat is te ver weg. Ik denk zelfs dat ik een voorsprong heb op jullie'
Albus grinnikte en Alice keek hem even vernietigend aan.
'Salem he? Hoe is het daar?'
Clairissa haalde haar schouders op. 'Geen idee. Ik ben er nooit geweest. Mijn ouders zijn voor mijn geboorte hierheen verhuisd, dus ik ben hier geboren en getogen'
'Is Salem niet beroemd door de jacht op heksen? Het is vast een plek vol interessante geschiedenis!'
'Is het ook', zei Mirte. 'Tante Loena is er een keer geweest tijdens haar reizen. Ze vertelde me over de ontdekkingen die ze daar heeft gedaan met oom Rolf en...'
Albus' gedachten dwaalden langzaam af. Hij keek naar Clairissa terwijl ze glimlachte en knikte om redenen die hij niet wist. Hij keek naast hem en zag Alice naar hem en Clairissa kijken, bijna groen van jaloezie en hij moest blozen, al wist hij niet waarom.
Het vuur in de haard flakkerde zwakjes, tot het opeens uitging. Ze keken op. Alle kaarsen verspreidt door de kamer gingen een voor een uit, zodat het ineens pikdonker was. Albus stond snel op. Er klonk verbaasd gefluister en ze hoorden iemand een gil slaken.
'Iedereen oke?', vroeg hij bezorgd. Hij hoorde gestommel en geruststellend gemompel.
'Albus!'
'Roos! Wat is er, waar ben je?'
Ineens was er een ontzettend fel licht en hij kneep snel zijn ogen dicht.
'Wat gebeurt er toch?', hoorde hij iemand schreeuwen.
Voorzichtig opende hij zijn ogen. Voor hem zweefde een soort grote, gloeiende lichtbal. Door halfgesloten ogen keek hij ernaar, en zag hoe het ding zich leek te ontvouwen en een vorm aannam. Het sloeg zijn vleugels uit en rees omhoog, als een lichtgevende feniks. Hij hoorde weer een gil en iemand lachte hees... en zo snel als het gekomen was, was het weer weg.
Alle kaarsen waren weer aangestoken en in de haard knisperde weer een vrolijk vuurtje. Alle andere Griffoendors waren weer teruggegaan naar waar ze mee bezig waren; het was haast alsof er niks gebeurd was.
Albus keek geschrokken naar zijn vrienden, die allemaal even geschokt leken.
'Wat was dat?', vroeg hij, wetend dat zij ook geen antwoord hadden.
'Wat het ook was, het was zeker heel... Merkwaardig', stamelde Alice.
'Maar ook prachtig' Mirte staarde naar de plek waar de lichtbal had gezweefd.
Roos had haar benen opgetrokken en trilde in haar stoel. Ze mompelde zachtjes voor zich uit en Scorpius probeerde haar te kalmeren.
'Kamer... Ketting...', leek Albus te verstaan. Hij werd een beetje bezorgd en vroeg zich af of ze gek was geworden.
'G-gaat het, Rozie?', vroeg hij terwijl hij naast haar ging zitten.
'J-ja' Ze liet haar benen zakken en leunde met haar hoofd tegen zijn schouder. 'H-het gaat p-p-prima'
'Nee, dat gaat het overduidelijk niet', stateerde Alice. 'We moeten naar professor Anderling gaan. Er is zojuist iets ontzettend raars gebeurd en niemand lijkt zich er iets van te herinneren! We moeten het wel vertellen, stel je voor wat...'
'Nee! We gaan het niet vertellen, oke? E-er is zojuist n-niets gebeurd!'
Roos ging rechtop zitten om te bewijzen dat ze zich goed voelde, maar kromp in elkaar. Scorpius en Albus hielden haar snel overeind.
'Je moet in elk geval naar Madame Plijster toe, zij stelt nooit veel vragen'
'Ik zei nee! Ik voel me goed, en niemand vertelt er iets! Er is hier niks gebeurd, oke?'
Ze knikten en Roos ontspande. Albus betrapte Alice terwijl ze hatelijk naar Clairissa keek, alsof ze had geprobeerd iemand te vermoorden. Hij stond op en hielp ook Roos omhoog.
'Kom- Het is al laat. We moeten maar eens naar bed. Kom, ik help wel'
Ze raapten hun spullen bijeen en liepen richting de trappen naar de slaapzalen.
'Vanaf hier kan ik het zelf wel' Roos duwde Albus weg en pakte net op tijd de trapleuning vast.
Clairissa passeerde hen en wierp een blik op Roos. 'Mooie ketting', zei ze glimlachend voordat ze naar boven liep.
Albus keek even naar de ketting om Roos' nek. Hij had er nog niet echt goed naar gekeken, maar nu hij dat wel deed zag hij dat ze gelijk had. Aan het zilveren koordje hing een bedeltje van een rode feniks die vlammend zijn vleugels spreidde.
Pas toen hij in bed lag besefte hij dat het precies dezelfde feniks was die uit de lichtbal was ontstaan.
Reacties:
Je schrijft echt spannende hoofdstukken en het ik vind het goed dat je in ieder hoofdstuk een beetje nieuwe informatie geeft. Misschien een klein beetje oppassen dat je niet te veel gaat weg geven van het plot. Maar ik heb geen idee waar dit naar toe gaat dus, dat is een goed ding.
Een puntje van kritiek:
Na de les liepen ze samen de klas uit en bood hij aan haar naar de leerlingenkamer te brengen.
'Hmmpf' Alice keek hoe Albus en Clairissa samen wegliepen en keerde zich naar Roos. 'Wat een raar kind zeg. Wat moet hij met haar?'
'Ben je jaloers?', vroeg ze plagerig.
'Ach, natuurlijk niet. Wat denk je zelf?'
'Nou, zo klinkt het in ieder geval wel. Je hebt toch geen probleem met haar, of wel?'
'Hou je mond Scorpius. Ik zeg het je, er is iets vreemds aan haar. Maakt niet uit of jullie me geloven. En ik zal te weten komen wat er is'
Ze draaide zich om en liep weg van hen. Mirte voegde zich bij hen.
'Zou ze weten dat de leerlingenkamer de andere kant op is?'
Ik had moeite met het lezen van dit stukje, omdat ik telkens niet goed er uit kon halen wie wat zei. Pas toen ik het een tweede keer las wist ik dat 'ze' verwees naar Roos en wat Scorpius zei. Dus naar mijn idee loopt dat dan niet zo lekker. Inhoud is goed, maar misschien iets duidelijker zijn met verwijzingen en wie wat ze. Of van te voren er bij zeggen wie bij het gesprek aanwezig zijn. Nu staat er dat Alice zich tot Roos keerde en plotseling is Scorpius er ook bij.
Verder super hoofdstuk,
Ik ben benieuwd naar het volgende, dus graag weer een berichtje als hij af is,
Misty
wow... Wat super cool en interessant!