Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » when we were young » schelpen.
when we were young
schelpen.
“Loena!”
De stem klonk ver weg, maar ze wist instinctief dat het die van Draco was. Ze keek op van haar prentenboek, zag de jongen aan komen rennen, en klapte het dicht. Ze stond op en liep langzaam de trap naar haar huis toe af, glimlachte ondertussen zo hard dat ze haar wangen bijna voelde barsten.
Hij was toch nog gekomen!
“Draco!”
“Laten we naar het strand gaan!” De jongen had de trap bereikt en stak zijn hand naar haar uit. Ze pakte hem aan en werd zo snel van de trap gerukt dat het even leek alsof ze vloog.
Een moment later holde ze achter hem aan. Ze had zijn hand nog steeds vast, en dat was misschien maar beter, want anders was ze al lang en breed gevallen, zo snel gingen ze.
Draco plofte neer in het zand, lachend. Zijn haren werden net iets te lang, ze hingen voor zijn gezicht en in zijn ogen.
Loena onderging hetzelfde lot. Haar haren, dezelfde kleur als die van hem, waren langer en warriger, maar gedroegen zich net zoals die van Draco. Ze klemde een aantal plukken achter haar oren en ging naast hem in het zand zitten.
“Wat een grote schelpen,” mompelde Loena. Ze pakte er eentje op, hield hem tegen haar oor. De zee ruiste rechtstreeks in haar hoofd. Ze trok de schelp geschrokken weg, ogen zo groot als schoteltjes. “Ik hoor de zee!” Ze stak de schelp naar hem uit. “Luister eens.”
Maar Draco lachte alleen maar en schudde zijn hoofd. “We zitten aan het strand, gekkie. Natuurlijk hoor je de zee.”
Na Loena's beteuterde blik pakte hij hem toch maar aan. Hij volgde haar voorbeeld. Knikte langzaam. Loena had toch gelijk. Loena had altijd gelijk.
Hij gaf hem terug.
Draco vond nog zo'n zelfde schelp en hield hem naast die van haar. “Het is net een tweeling, zo.”
“Ja.” Ze knikte.
“Hier,” Draco stak de schelp naar haar uit, “Jij mag hem hebben.”
“Wil jij 'm niet dan?”
Hij schudde zijn hoofd. “Mama gooit ze altijd weg als ze ze vindt.”
“Oh.”
Ze liet beide schelpen in de zak van haar rok glijden en zuchtte eens diep. Het was niet eerlijk. Draco vond altijd zulke mooie schelpen en gaf die aan haar. Wanneer Loena er eentje vond, nam hij ze nooit aan. Ze wilde hem ook een schelp geven.
“Maar wat nou als je een héle mooie vindt?” probeerde ze nog.
Draco glimlachte en schudde zijn hoofd. “Brengt teveel zand naar binnen, of zoiets...”
Loena's mondhoeken trokken naar beneden. Ze beet op haar lip. “Dat is niet eerlijk.”
Hij haalde zijn schouders op en was even stil.
“Zullen we naar de grot gaan?” vroeg hij uiteindelijk.
Voordat ze antwoord kon geven was hij al opgestaan. Hij pakte haar hand weer en trok haar overeind. Gezamenlijk renden ze naar de grot toe, ondanks het moeilijke rennen op het zand, dat hun voeten gulzig naar beneden trok
“Mama! Mama!” Loena kwam de woonkamer binnenstormen. Ze bracht een spoor aan zand en modder met zich mee, liet voetstappen achter in het kleed waar Mama Leeflang nu alwéér haar toverstok op uit moest oefenen.
Pandora Leeflang stak haar hoofd eventjes uit de keuken, glimlachte verstrooid, en verdween weer. “Ik kom er zo aan, lieverd!”
Loena besloot om dan maar de trap op te klimmen naar haar kamer. Ze sprong op haar bed—modderschoenen nog aan—en strekte haar hand uit naar de plank die aan de muur hing. Ze moest een plekje voor de twee nieuwe schelpen vinden, maar dat bleek vies tegen te vallen: de plank had geen plaats voor haar nieuwe aanwinst, tenzij ze ze stapelde. Dat wilde ze niet. De plank zag er juist zo mooi uit omdat haar schelpjes de ruimte hadden.
Ze ging op haar bed zitten en keek haar kamer rond. Ze wist niet zo goed waar ze ze anders kwijt kon.
“Loena?” Haar moeders voetstappen klonken op de traptreden. Even later kwam Pandora de kamer binnen.
“Ik heb twee nieuwe schelpen,” vertelde Loena. Ze haalde ze tevoorschijn en stak ze naar haar moeder uit. “Maar er is geen plek meer.”
Pandora ging naast haar dochter op bed zitten en nam de schelpen aan. Ze bekeek ze even. “We kunnen er een ketting van maken,” opperde ze.
Loena veerde op. “Een ketting?”
Haar moeder knikte.
Het meisje keek weer naar de twee schelpen. “Kunnen we er twee maken? Dan kan ik er één aan Draco geven.”
Pandora woelde een hand door haar dochters ontembare haar. “Natuurlijk.” Ze stond op, stak haar hand uit naar die van Loena. “Ik kan ze zelfs betoveren,” fluisterde ze geheimzinnig.
Toen Pandora en Loena Leeflang eindelijk twee kettingen in elkaar hadden geflanst, pakte de vrouw haar toverstok. Ze zwiepte eens, mompelde wat woorden, en tikte beide schelpen aan. En dat was het. Ze stopte haar stok weer in de riem van haar spijkerbroek.
“Wat heb je ermee gedaan?” vroeg Loena vol bewondering.
“Kijk maar.”
Ze ging dichterbij de tafel staan, tuurde eens goed naar de kettingen, maar zag niet wat er nieuw was. Ze keek vragend op naar haar moeder.
“Draai ze eens om.”
Dus dat deed ze. Ze draaide ze allebei om en bekeek ze nog eens. Ze snakte naar adem. “Ik kan mezelf zien! Heb je er spiegels van gemaakt?”
Pandora schudde haar hoofd en nam een ketting van haar over. Ze tuurde in de schelp die ze vasthield. “Kijk nog eens.”
Loena keek. “Mama! Ik kan je zien!” Ze rende de kamer uit. Keek nog eens. Mama was nog steeds te zien. Ze liep naar buiten, de heide in, en bleef kijken. Haar moeder was nog altijd te zien, alsof ze door een groot sleutelgat keek.
Terwijl ze keek, gebaarde haar moeder dat ze de schelp aan haar oor moest houden. Loena deed wat er van haar gevraagd werd. Waar ze eerder de zee had horen ruisen, hoorde ze nu haar moeders stem. Ze zong zachtjes. Loena zong mee.
Nu kon ze eindelijk een schelp aan Draco geven. En wat voor een schelp.
Awww, dit is zo schattig <3 net zoals de toverspiegels van James en Sirius.
Fun fact: blijkbaar hoor je, als je zo'n schelp tegen je oor houdt, niet het ruisen van de zee, maar het ruisen van je eigen bloed.