Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » when we were young » iii.

when we were young

28 aug 2015 - 20:15

2613

8

572



iii.

Er gaat een week voorbij zonder al te veel moeilijkheden. Peter steelt weliswaar een aantal kettingen en gaat er vandoor met een toverstok of twee—drie, vier, misschien waren het er zes, maar wat is één toverstok meer of minder—en ze is er vrij zeker van dat hij intelligent genoeg is om ze te gebruiken, want het aantal vreemde gebeurtenissen die zich afspelen over een periode van enkele dagen kan geen toeval zijn.
Niet dat ze dat aan iemand anders vertelt.
Want het is púre toeval.
Dat ze Peter een week heeft.
En dat er in diezelfde week allerlei voorwerpen zoek raken en dat een nog ongeïdentificeerd persoon om het even spreuken uitdeelt alsof het Kerst is. Of die spreuken nou gewild zijn of niet.
Pure toeval.
(Wanneer Professor Anderling op vrijdagochtend vraagt waarom de bladzijden van het lesboek op haar bureau aan elkaar kleven dankzij een paarsig goedje dat verdacht veel op slijm lijkt, kleurt Loena rood en zakt wat dieper weg in haar stoel. Misschien moet ze Peter toch iets meer in de gaten gaan houden.
Heel misschien.)

Behalve school en het babysitten van een Peter die met de dag meer op een pimp begint te lijken—ze kijkt heel streng wanneer ze hem vertelt dat hij alles netjes terug moet brengen, zwaait zelfs met haar vinger—besteedt ze de rest van haar tijd aan het onderzoeken van de ring.
De ring is het enige sieraad dat zijn weg nog niet heeft teruggevonden naar zijn eigenaar. Peter vertikt het om hem terug te brengen, Loena weet niet waar ze moet beginnen met zoeken.
Ze besluit dat het beter is om hulp in te schakelen. Ze probeert te achterhalen naar wie ze het beste kan gaan, maar besluit dat ze uiteindelijk naar de eerste de beste vriend kan toestappen. Ze zullen allemaal prima hulp kunnen geven. Toch?

De eersten die ze tegenkomt zijn Ron, Harry en Hermelien tijdens het ontbijt. Ze haalt de ring tevoorschijn en legt hem tussen hen in op tafel, in het midden van een ravage aan ontbijtgranen die, denkt ze, van Ron komen.
“Heeft één van jullie deze ring ooit gezien?”
De Wemel in kwestie haalt alleen maar zijn schouders op na er een blik op te hebben geworpen en gaat verder met eten. Hij mompelt wel nog iets dat lijkt op ziet er duur uit maar daar is ze niet zeker van door zijn luide gekraak.
Harry en Hermelien doen in ieder geval de moeite om hem wat beter te bekijken, maar het lijkt er niet op dat één van de twee hem herkent.
“Ziet eruit alsof het een erfstuk zou kunnen zijn,” peinst Harry. Hij heeft de ring in zijn handen en houdt hem voor zijn gezicht om de steen wat beter te bekijken.
“Als 'ie groen was zou ik zeggen dat hij van Zwadderich afkomstig is, maar het ziet er niet kwaadaardig genoeg uit om van Dooddoener naar Dooddoener te zijn gegaan.”
Hermelien rolt geërgerd met haar ogen en schudt moeizaam haar hoofd, maar zegt er verder niets van. “Sorry, Loena, ik zou het niet weten. Waar heb je hem vandaan?”
“Peter,” mompelt Loena, een tikkeltje beschaamd.
Rons hoofd schiet met een ruk op bij het horen van de naam. “Mijn toverstok zat ónder het slijm toen dat mormel hem eindelijk terug kwam brengen.”
“Het spijt Peter heel erg,” vertelt ze hem, en ze kijkt heel ernstig om te laten zien dat ze het meent. Dat Péter het meent. “En het spijt hem ook dat je hemelbed in brand stond en toen nat werd. Dat was niet zijn bedoeling.”
Ron kijkt haar met samengeknepen ogen aan. “O, ja? En waarom komt hij me dat zelf dan niet vertellen?”
Loena steekt haar hand in haar zak—Peters zak?—met het idee om het beestje eruit te halen zonder dat andere toevallige ontbijtgangers hem te zien krijgen, maar er klopt iets niet. Ze weet eerst niet wat er precies mis is, todat ze eens goed zoekt en er eindelijk achterkomt. Peter. Peter zit niet in haar zak. Om zeker van haar zaak te zijn voelt ze nog eens goed, maar het enige dat haar vingers tegenkomen is een ketting die ze niet tevoorschijn durft te halen in Rons bijzijn.
“Omdat Peter slaapt,” zegt ze.
“Peter slaapt,” herhaalt Ron. Hij lijkt niet erg overtuigd.
Ze knikt langzaam.
“Hij is weer ontsnapt, hè?”
Ze perst haar lippen op elkaar en besluit heel diplomatisch te antwoorden: met stilte en het ontwijken van Rons blik.
Ze voelt zijn ogen nog heel even prikken, maar hij raakt al snel afgeleid door de worstjes die Loena ter verzoening op zijn bord duwt. Even lijkt het erop dat hij ze niet gaat accepteren, maar zijn maag wint het al snel van zijn uithoudingsvermogen: binnen een aantal momenten zijn zijn ogen weer op het bord gericht en schrokt hij nog meer eten op.
Loena kijkt glimlachend toe.
Hermelien bekijkt hem vol afschuw, tot ze haar blik afwendt en zich op Loena concentreert. “Heb je al geprobeerd om met studenten van andere afdelingen te praten? Misschien heb je daar meer geluk.”
“O! Dat is inderdaad een goed idee,” Loena knikt tevreden.
Ze stopt de ring weer in haar zak en maakt aanstalten om weg te lopen, maar bedenkt zich op het laatste moment en grist nog wat crackers van de schaal die voor Rons neus staat. Voor Peter. Wanneer ze die weer heeft gevonden. En als ze dan toch weer moet zoeken kan ze meteen hulp vragen van studenten van andere afdelingen.

Loena hoeft niet lang te zoeken, want ze loopt Padma Patil al snel tegen het lijf. Haar mede-Ravenklauwer komt net de bibliotheek uitgelopen met Marcel Lubbermans. De twee lijken diep in gesprek. Loena denkt dat het over Kruidenkunde gaat.
Eigenlijk wil ze niet storen, maar aan wie kan ze het beter vragen dan aan Padma en Marcel? Dus ze schraapt haar keel en besluit ze toch maar aan te spreken.
“Herkennen jullie deze ring?” Ze houdt het sieraad omhoog, hun richting uit.
Marcel kijkt erg moeilijk, terwijl hij de ring aanpakt en bestudeert. Loena hupt van de een naar de andere voet, bekijkt hem van links en rechts terwijl hij staart en niets zegt. Padma staat naast hem en doet hetzelfde, al kijkt ze niet moeilijk en hupt op geen enkel been.
“De steen is een alexandriet.” Marcel knikt langzaam.
Dat wist Loena al. Ze knikt dankbaar en glimlacht alsof ze dat nog niet wist.
“De kleur van de steen hangt af van het licht waarin je hem bekijkt,” voegt hij eraan toe. Dat wist ze ook al. Ze knikt nog eens.
“Dus het kan best zijn dat jij, of iemand anders, hem al eens bij iemand hebt gezien, maar dat de steen toen een andere kleur had,” zegt Padma.
Loena's gezicht klaart op. Dat ze dat over het hoofd heeft gezien! Ze zucht eens diep en glimlacht, voordat haar gezicht weer betrekt. Maar dat zou dus betekenen dat haar zoektocht nog lastiger gaat worden. Want hoe kan ze de eigenaar van een ring wiens kleur niet vastgesteld staat vinden? Ze kan geen briefjes gaan ophangen, want dan zorgt ze er alleen maar voor dat er nog meer aandacht wordt geschonken aan de verdwijningen van afgelopen week.
“Hoe kom je eraan?” vraagt Padma.
Loena denkt even na. “Gevonden,” besluit ze uiteindelijk.
Padma kijkt even om zich heen, voordat ze iets dichterbij komt en op fluistertoon verder gaat. “Was het Peter?”
“Hoe weet je van Peter?” Ze weet dat ze bezorgd zou moeten zijn dat haar geheimpje niet zo geheim meer is, maar ze is alleen maar verbaasd dat het nieuws zo snel rond gaat.
Padma haalt haar schouders op. “Parvati hoorde Ron en Hermelien erover praten en ik deed maar alsof ik sliep toen je hem een aantal avonden geleden naar je bed smokkelde.”
Loena bloost.
“Is het waar dat Peter verantwoordelijk is voor het moeras op de derde verdieping? Ik dacht eerst dat het Foppe was, maar ik hoorde van anderen dat hij Vilder aan het teisteren was toen het moeras gecreëerd werd.”
Marcel fronst even, “Sommigen zeggen dat het Fred en George geweest zijn. Dat ze hun moeras van vorig jaar wilden verbeteren.”
Ze weet niet zo goed hoe ze daar antwoord op moet geven. Het is niet eerlijk om Fred en George ervoor op te laten draaien. Al, denkt ze, vinden die dat vast niet zo erg. Maar ze wil Peter niet verlinken, ook al is hij inderdaad verantwoordelijk voor die ravage.
Is het wel helemaal zijn schuld? Was het ook niet een tikkeltje haar schuld, aangezien ze niets had gedaan om hem te stoppen?
Achteraf had ze natuurlijk ook niet kunnen weten dat Peter dat soort magie in zijn mars had. Dat fabelbeesten veel krachten bezaten wist ze al, maar dit had ze onmogelijk kunnen weten.
Ze kiest er, alweer geheel diplomatisch, voor om te zwijgen.
Padma weet genoeg. Ze grinnikt.

Tijdens haar zoektocht komt ze nog een aantal studenten tegen aan wie ze de ring laat zien: Cho Chang weet het niet; Alfons Gasthuis haalt zijn schouders op; Ernst Marsman denkt hem ooit gezien te hebben, maar kan zich niet meer herinneren waar; Zacharias Smid heeft het te druk om te kijken; Hannah Albedil weet het ook niet, maar voegt eraan toe dat ze eens rond zal vragen...
Ze stapt nog naar een aantal Griffoendors toe, maar ook die weten er niets van. Als ze aan het einde van de dag met een zucht op een trap gaat zitten, ergens halverwege de tweede en derde verdieping, is ze nog geen steek verder gekomen.
Peter heeft ze ondertussen ook nog steeds niet gevonden. Ze werpt een blik over haar schouder, het moeras is de trap op. Misschien is Peter daar wel?
Maar ook daar is hij niet. Peter is nergens te bekennen. Met een zelfde soort zucht gaat ze op haar plekje op de trap zitten en haalt de ring nog eens tevoorschijn. De enigen aan wie ze het nog niet heeft gevraagd zijn de leerlingen van Zwadderich, maar daar kijkt Loena nogal tegenop. Ze heeft niet zo'n zin in Zwadderaars.
Ze zou het natuurlijk aan Draco kunnen vragen, maar ze denkt niet dat die er zo happig op is om nog een woord met haar te wisselen. Niet na het bibliotheekboek, waar ze zich nog steeds een beetje schuldig over voelt. Dat had ze niet moeten gooien. Draco verdiende dat niet—en het boek al helemaal niet.
Ze besluit nog even te wachten met naar hem toe te stappen, en bedenkt zich dat het ondertussen al best laat is. Zo laat dat ze het avondmaal helemaal vergeten is. Misschien kan ze in de keuken nog wat bietsen als ze de huiselven lief aankijkt.

Op weg naar de keuken komt ze hier een daar wat leerlingen tegen. Loena spreekt ze niet aan om naar de ring te vragen—daar heeft ze vandaag geen zin meer in. Het enige waar ze nu nog zin in heeft is wat eten om haar knorrende maag tot stilte te manen. En misschien Peter, maar die lijkt daar zelf geen zin in te hebben.
Ze voelt zich een tikkeltje in de steek gelaten.

Gelukkig doen een stapel cakejes al een hoop om haar wat beter te laten voelen. De huiselven blijven maar dingen aanbieden: thee, tosti's, soep, water, pompoensap... Als ze de keuken eindelijk verlaat—met een hoop extra cakejes die haar toe worden gestopt voor vrienden en voor zichzelf—weet ze niet of ze de trappen nog wel kan beklimmen, zo vol zit ze.
Ze begint aan haar langzame klim naar haar bed, komt deze keer niemand tegen, totdat ze aan de voet van de Ravenklauwtoren niet meer verder kan omdat iemand haar de weg verspert.
De figuur, een jongen denkt ze, gehuld in zwart, zit op een van de onderste treden. Ze kan niet zien wie het is, maar dat maakt niet zoveel uit. Wat—of wie—wel belangrijk is zit ernaast. Peter. Hij zit een halve meter van de figuur verwijderd. Zijn beentjes bungelen over de rand van de traptrede, zijn handjes liggen netjes opgevouwen op zijn schoot. Hij schommelt zachtjes heen en weer, op de maat van muziek die alleen hij lijkt te horen.
“Peter!”
Peter kraait bevestigend. Loena laat in haar blijdschap haast de zoetigheden vallen. Ze geeft hem er eentje van de stapel en kijkt dan naar de degene naast hem.
“Je hebt Peter gevonden,” zegt ze, dankbaar. “Wil je er ook een als vergoeding?” Ze houdt een cakeje op.
De persoon schudt zijn hoofd en kijkt eindelijk op. Door de capuchon van zijn zwarte trui had ze zijn gezicht niet kunnen zien, maar nu wel, en ze slikt alle andere woorden die ze nog had willen zeggen in.
“Nee, maar ik weet wel iets anders als vergoeding.” Draco kijkt haar strak aan.
Loena zegt nog steeds niets. Ze weet niet zo goed wat ze moet zeggen. Of wat hij hier doet.
“Mijn ring lijkt me wel een goede, vind je niet?” gaat hij verder.
“Jouw... ring?” Ze kijkt hem niet-begrijpend aan, weet even niet waar hij het over heeft. Uiteindelijk begint het haar te dagen. “O.” Dus de ring is van Draco. Maar hoe kan hij weten dat ze die heeft?
“Ik hoorde een Huffelpuf in de gangen wat rondvragen,” verduidelijkt hij, alsof hij haar gedachten kan lezen. Hannah, denkt Loena, dankbaar.
In plaats van naar de ring in haar zak te zoeken, valt haar blik op Peter. Ze snapt nog steeds niet wat de twee samen doen. “Hoe heb je Peter gevonden?”
Draco haalt zijn schouders op. “Peter vond mij.”
Dat maakt het nog steeds niet erg duidelijk, maar het lijkt er niet op alsof hij bereid is om een duidelijker antwoord te geven. Ze vist naar de ring en overhandigt hem aan de jongen, die hem aanpakt en aan zijn vinger schuift. Hij bekijkt hem even en wrijft met een vinger over de steen. Dan staat hij op. Het gesprek lijkt daarmee over.
Op het allerlaatste moment bedenkt hij zich nog. Hij draait zich half om. “Hoe kwam je eraan, trouwens?”
“Aan wat?”
“De ring.”
“Ah.” Ze knikt richting het wezentje op de trap. “Peter vond hem.”
Maar dat is niet genoeg voor Draco. Hij kijkt haar nog steeds met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ze schraapt haar keel, ongemakkelijk. “Misschien zat de ring in je zak toen Peter erin kroop?” oppert ze.
Draco's hand schiet naar zijn heup, voordat hij zich herinnert dat hij andere kleding aanheeft. “Heeft hij nog iets anders ‘gevonden’ in mijn gewaad?”
Loena denkt eens na, maar er zijn verder geen sieraden die nog zonder eigenaar zitten. Ze schudt haar hoofd. “Nee, ik denk van niet. Hoezo? Mis je iets?” Ze is even beledigt dat Peter daar meteen de schuld van krijgt, maar beseft al snel dat het misschien best logisch is.
Hij schudt snel zijn hoofd. “Nee. Niets.” En daarmee lijkt het gesprek alweer over te zijn. Deze keer is het Loena die hem doet stoppen met lopen.
“Draco,” zegt ze. En hij komt tot stilstand en kijkt haar nieuwsgierig aan. “Sorry. Van het boek. Het was niet de bedoeling om een boek naar je te gooien.” Ze kijkt beschaamd.
Draco lijkt alleen maar geamuseerd en grinnikt. “O, dat was niet de bedoeling? Daar leek het anders toch heel erg op.”
Loena lijkt zo nodig nog beschaamder dan voorheen. “Sorry.”
Hij haalt zijn schouders op. “Het was een goeie worp.”
Ze bloost, maar deze keer niet van schaamte.
Hij lijkt nog wat te willen zeggen, maar verandert uiteindelijk van gedachte en houdt zich stil. Zij zelf wil hem ook nog wat vragen. Meende je wat je zei? Zijn we echt geen vrienden meer? Maar ze zegt niets. Ze kan de juiste woorden niet vinden, en degene die ze wel kan vinden blijven in haar keel steken. Dus ze blijft stil en krijgt niet eens een welterusten over haar lippen als de jongen haar dan toch achterlaat.
Draco zegt haar ook geen gedag, en ze denkt dat zijn stilte antwoord op haar vraag is: ja, hij meent het. Nee, we zijn geen vrienden meer.
Vrienden wensen elkaar een goeie nacht, of glimlachen in ieder geval. Jongens met spierwitte haren en een bleke huid en lippen die nooit glimlachen zijn Loena's vrienden niet. Niet meer, in ieder geval.


Reacties:

1 2

Samblaze2001
Samblaze2001 zei op 15 nov 2015 - 15:06:
Loena zit in de vijfde en Draco in de zesde, klopt dat? (Omdat Sneep de verweer tegen de zwarte kunsten leraar is, en dat is in de half-bloed prins, als Draco in de zesde zit. Loena is een jaar jonger dus die zou dus in de vijfde moeten zitten.)


Bodine
Bodine zei op 23 aug 2015 - 12:56:
Draco verdiende dat niet—en het boek al helemaal niet.
<3
Jongens met spierwitte haren en een bleke huid en lippen die nooit glimlachen zijn Loena's vrienden niet.
pretty but fuck you

Maar IS DRACO ZIJN KETTING KWIJT? IS HE IS HE IS HE?


Kayley
Kayley zei op 19 aug 2015 - 15:26:
en gaat er vandoor met een toverstok of twee—drie, vier, misschien waren het er zes, maar wat is één toverstok meer of minder

Hoezo ga jij grappig zitten doen, Elise. Mag niet. Nu kan ik niet doen alsof ik dingen voor school aan het lezen ben, want ik lach echt nooit om m'n schoolstuff. Fuck you. |:

Achteraf had ze natuurlijk ook niet kunnen weten dat Peter dat soort magie in zijn mars had. Dat fabelbeesten veel krachten bezaten wist ze al, maar dit had ze onmogelijk kunnen weten.

Dit voelde als een onheilspellende vooruitblik op wat er nog gaat komen. Als Peter uiteindelijk gevaarlijk wordt, ga ik echt... idk wat ik ga doen. Waarschijnlijk stiekem heel cool vinden, maar ook wel sneu voor Loena. Idk. I'm brain farting/word vomiting in this reaction.

Draco verdiende dat niet—en het boek al helemaal niet.

Juiste prioriteiten zijn juist. Draco verdiende 't best wel, hoor.

Dit hoofdstuk had alles dat we ondertussen gewoon zijn van dit verhaal, en nog een beetje meer, dus ik vond 'm helemaal leuk. Én nog wat meer vragen, want we vroegen ons nog niet genoeg af, right? ( -.- )
Dus dat bouw je mooi op naar wat ik weet dat een goed verhaal gaat worden.

En nu ga 'k weer aan Frans.


Cynthia
Cynthia zei op 19 aug 2015 - 13:40:
1) Draco voert wat in zijn schild. Ik durf te wedden dat er wat in zijn gewaad zat wat geheim is, omdat hij er zo expliciet naar vroeg.

2) ik vind Peter en Loena zo leuk en het is echt fijn om eens vanuit haar te lezen. <3

3) Draco/Loena maakt me zo nieuwsgierig. Met de schelpen herinnering in mijn achterhoofd en hoe ze nu doen... waarom? Why why whyyyy - het is zo spannend.

4) Super tof dat je al die personages erin betrekt. Ook Harry en zo, maar niet zo dat het om hen gaat draaien.

5) Klopt het dan we niet weten in welk jaar ze zitten? En hoe oud ze dus zijn? Of heb ik dat over het hoofd gezien.

6) IK HOU VAN DIT VERHAAL DUS SNEL VERDER


realMe
realMe zei op 19 aug 2015 - 12:33:
Draco is best gemeen hier ja. En dat is zielig voor Loena. Echter waarom zou peter naar draco gaan, maar is hij niet bereid on de ring terug te geven?
Je maakt me nieuwsgierig naar meer