Hoofdcategorieën
Home » Overige » 500 little words » #1: Koesteren
500 little words
#1: Koesteren
‘Hé, kom je hier vaker?’ Het meisje tegenover hem begint te lachen.
‘Nee, alleen deze ene speciale keer.’ Nu lacht hij ook.
‘Dan ben ik zeker wel heel speciaal.’
‘Ja, dat ben je zeker.’ Ze geeft hem zachtjes een kus. Hij trekt haar dichter tegen zich aan. Langzaam draait ze zich op haar rug en trekt hem bovenop haar. Ze klemt hem vast met haar armen en benen. Ze sluit haar ogen en voelt hem in elke vezel van haar lichaam. Een intens gelukkig gevoel gaat tot in de puntjes van haar tenen. Was ieder moment van de dag, ieder moment van haar leven maar zo geweldig als dit moment. Kon ze maar altijd in de armen van haar vriend kruipen. Kon ze zich soms maar verstoppen. Even de hele kwade wereld van buiten vergeten en gewoon intens gelukkig zijn. Deze momentjes koestert ze het meest.
Het moment dat hij van haar afrolt gaat haar dan ook veel te snel. Ze wil het niet. Ze wil zo nog uren blijven liggen en trekt hem terug. Met een kleine zucht geeft hij zich gewonnen. Ze weet dat hij speelt dat hij het erg vind. Ze weet dat hij hier net zo van geniet als zij dat doet. Ze ademt eens diep in en snuift zijn overbekende geur op. Langzaam laat ze haar adem weer gaan. Ze voelt zijn ademhaling tegen haar buik komen. Het geeft een prettige druk. Ze sluit haar ogen en voelt een neus over haar neus kietelen. Ze voelt de spanning als zijn lippen de hare weer raken. Zachtjes maken ze een spoor over haar gezicht. Van haar wang naar haar voorhoofd. Een kusje op haar oogleden. Dan via haar andere wang weer naar beneden. Dan weer een kus op haar mond. Ze opent haar ogen en kijkt in zijn lachende gezicht.
‘Hé, kom je hier vaker?’ vraagt hij haar weer. Dit keer schudt ze haar hoofd.
‘Ik denk dat we even kennis moeten maken.’ Hij knikt. Ze legt haar hand achter zijn hoofd en trekt hem naar zich toe. Ze duwt haar lippen op de hare om hem vervolgens weer los te laten.
‘Ik ben Luna en jij?’
‘Begroet je elke persoon die je voor het eerst ontmoet zo?’
‘Nee, alleen personen waarvan ik voel dat ze speciaal voor me zijn. Maar nu weet ik nog je naam niet.’
‘Ik ben Mark.’
‘Leuk je te ontmoeten Mark. Ik denk dat wij nog een leuke tijd met elkaar gaan beleven.’ Hij begint hard te lachen.
‘Jij gekkie.’
‘Scheld je me nu uit? Dat is ook niet aardig.’ Ze kijkt hem verontwaardigt aan. Zachtjes port ze hem in zijn zij. Hij begint te lachen.
‘Ik kan jou nooit uitschelden.’
‘Dat weet ik,’ reageert ze. Hij is de liefste die ze kent. Ze kan zich niet indenken ooit bij een ander te zijn. Hij gaat langzaam van haar af en staat op.
‘Kom schat, we moeten vertrekken.’ Ze zucht een keer en loopt dan achter hem aan de deur uit.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.