Hoofdcategorieën
Home » Overige » 500 little words » #2 De wedstrijd
500 little words
#2 De wedstrijd
‘Hier deze kan je wel gebruiken.’ Ze kijkt even op en pakt vervolgens dankbaar het flesje water aan. Ze drinkt hem in een teug leeg.
‘Zo jij hebt dorst.’ De jongen tegenover haar geeft haar nog een flesje. Hiervan neemt ze maar een paar slokjes. Ze draait de dop op de fles. Als ze nu nog meer drinkt, moet ze dadelijk wel heel nodig naar de wc. Al heeft ze een hoop vocht verloren. Het is vierentwintig graden buiten en ze heeft net vijftien kilometer gelopen. Gelopen klinkt zelf een beetje te langzaam. Ze heeft gewoon alle vijftien de kilometers op haar hardst proberen te rennen. Ze heeft het aardig volgehouden en is net over de finish gekomen. Daar werd ze meteen opgevangen door deze aardige jongen met een waterflesje. Oh stom, ze heeft hem helemaal nog niet bedankt.
‘Dank je, voor het water. Dat had ik inderdaad wel even nodig.’
‘Je moet met dit weer wel goed voor jezelf zorgen.’ Ze knikt een keer. Dat hoort ze wel vaker van andere mensen. Ze zorgt goed genoeg voor zichzelf. Kan zij er iets aan doen dat ze zo dun is dat je haar botten kan tellen.
‘Ik meen het,’ dringt hij aan. ‘Als jij het niet doet, doe ik het wel.’
‘Doe je wel wat?’
‘Goed voor jou zorgen.’
‘Dat moet ik dan nog wel eens zien.’ Maar zijn gezicht blijft bloedserieus staan. Hij meent wat hij zegt, bedenkt ze zich.
‘Hoe heet je?’
‘Mark en jij?’
‘Ik ben Luna.’
‘Nou Luna, ik meende wat ik zei.’
‘Dat heb ik door ja. Loop je een stukje mee. Dan kan ik uitlopen, voordat mijn spieren dadelijk stijf worden.’
‘Je hebt vijftien kilometer gerend en nog kan je lopen.’ Hij kijkt haar vol bewondering aan. Ze kijkt om haar heen. De andere gefinishte kandidaten liggen of zitten op de grond. Ze houden een flesje water vast en ademen zwaar. Zelf heeft ze nergens last van. Ze haalt haar schouders op en loopt aan. Mark volgt haar meteen.
‘Hoe weet je dat ik vijftien kilometer heb gerend?’
‘Omdat je heel snel van start ging. Je ging er echt als een speer vandoor en dat viel me op. En je kwam ook als een van de eerste binnen. Misschien niet bij de eerste drie, maar wel als een van de eerste. En vervolgens kwam er niemand naar je toe. Dus besloot ik dat ik wel eens kennis kon komen maken. Is er hier niemand die je aanmoedigt?’
‘Op jou na niet bepaald iemand. Want ik heb zo’n vermoeden dat je me in de gaten hebt gehouden tijdens de wedstrijd.’ Het klinkt lichtelijk verwijtend, maar zo is het niet bedoelt. Mark wendt echter zijn hoofd niet af of heeft de toon niet gehoord.
‘Dat is toch ook zonde. Niemand zou hier alleen moeten staan. Kom we gaan kijken hoeveelste je bent geworden.’ Ze lopen naar het wedstrijdpanel.
‘Wow vijfde. Dat is echt knap van je. Gefeliciteerd.’ Ze lacht even en neemt haar badge in ontvangst.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.