Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » you keep blurring in my mind [5/10] » 3. and space is undefined

you keep blurring in my mind [5/10]

9 mei 2016 - 21:47

2291

9

766



3. and space is undefined

Draco Malfidus die me ‘liefje’ noemt, is meer ontwapenend dan ‘Expelliarmus’ ooit zal zijn. Met verstomming kijk ik op hem neer, de punt van mijn toverstok glijdt weg van zijn hals tot het op de grond gericht is, en als hij zou willen dan zou hij me nu gemakkelijk van zich af kunnen werpen.
Zijn bezorgde ogen flitsen naar mijn litteken en dan haken ze weer in die van mij. “Gaat het?”
Hij kruipt onder me vandaan en helpt me overeind. Ik probeer mijn toverstok steviger vast te grijpen, hem weer naar Draco te wijzen, maar een hele golf aan herinneringen dreight weer op me neer te storten, dus focus ik me op die op afstand te houden.
Zachter dan ik van hem mogelijk geacht had, strijkt hij mijn haren uit mijn gezicht nadat hij me op de rand van het bed heeft doen zitten. Dan merkt hij de enveloppe die ik in mijn haast om hem te beheksen moet hebben laten vallen. Het logo van het St Holisto's staat er in het groot op.
De frons op zijn bleke voorhoofd wordt dieper en erger hoe meer hij leest, tot hij met een kreun zijn ogen weer opslaat. “Wat deed je op het Departement van Mystificatie?”
“Mystieke dingen.” Ik ben niet van plan hem een eerlijk antwoord te geven - of hem überhaupt langer in mijn huis te laten blijven om meer vragen te stellen. Maar nog voor ik een spreuk uit kan spreken, wikkelt hij echter zijn vingers om mijn pols en trekt mijn toverstok zachtjes uit mijn grip. “Geef terug, Malfidus!”
“Harry…” Voor zo’n magere jongen heeft hij best wel wat kracht in zijn armen, hij houdt me aan mijn matras genageld. “Hier staat dat je aan geheugenverlies lijdt en dat je steeds pijn krijgt. Én dat Benno je gevonden heeft op zijn departement. Wat deed je—weet je nog wat je waar deed?”
“Laat me met rust, Malfidus. Ga m’n huis uit!”
Dat doet hij niet. In plaats van naar me te luisteren, duwt hij me languit op mijn bed en gaat dan naar mijn keuken, rommelt door mijn kastjes, begint mijn thee te zetten.
Hij moet iets van plan zijn. Kan niet anders. Hij kan het vast niet verkroppen dat ik zijn geliefde Voldemort vermoord heb en de held van de tovergemeenschap werd...
... maar in mijn originele tijdlijn had ik hem sinds de Slag niet meer gezien. Ik had zelfs nauwelijks nog aan hem gedacht. Ik had me voorgenomen vriendelijk te knikken als ik hem ooit weer zag, om te laten blijken dat ik hem vergaf voor wat er op school allemaal tussen ons gebeurd was. We waren alle twee nog zo jong geweest. Zo makkelijk manipuleerbaar, door een vader of een schoolhoofd.
Maar nu zijn de enige gedachten die ik jegens hem kan denken er van twijfel en achterdocht. Het is zo gemakkelijk om hem te verdenken, want dat heb ik altijd gedaan, zelfs als niemand me geloofde.
En ik had het altijd juist, dus waarom zou mijn instinct nu fout zitten?
Ik neem geen enkele slok van het kommetje thee dat hij me toestopt en hou mijn ogen op hem. Eén verdachte beweging, een uithaal naar zijn toverstok, en ik flikker het warme water zijn gezicht in. Ik heb geen magie nodig om me te verdedigen.
Maar hij doet niets. Behalve kijken, met die bezorgde blauwe ogen. En denken, te oordelen aan de lichte frons van zijn wenkbrauwen, de rimpeltjes die het creëert in zijn voorhoofd.
Verder lijkt hij bijna geen dag ouder dan 2 mei 1998, de dag waar ik net nog was. Zijn haar is ietsje uitgegroeid en niet kunstmatig achteruit gehouden en hij heeft geen gewaden of uniform aan, maar verder is hij precies de Draco die ik met zijn familie achterliet in de Grote Zaal, samen in een hoekje.
Al het verschil zit in zijn houding. Zo open en ontspannen heb ik hem nog nooit gezien. De trotse, rechte lijn van zijn schouders is weg. De spanning in zijn lichaam is weg. Als ik hem niet kende, zou ik niet kunnen zeggen dat hij heel zijn jeugd onder de duim van zijn vader had doorgebracht.
Maar dat verandert er niets aan. Schijn bedriegt.
Ik zet mijn thee opzij en leg mijn hand over mijn toverstok.
“Harry-” begint hij, maar mijn non-verbale spreuk is sneller. Hij glijdt nu volledig ontspannen van zijn stoel en slaapt verder op de grond.
Ik weet niet wat ik met hem aan moet vangen. Hem voor de deur leggen, lijkt me tot weinig nut; dan kan hij zo weer binnen. Maar hem slapend door het Haardvuur sturen is dan weer een stap te ver; ik wil hem uit mijn appartement, niet dood.
Doodsverwensingen zijn altijd voor Voldemort geweest. En voor de Duffelingen. Tijdens hun meest oneerlijke, verschrikkelijkste straffen was hun dood inbeelden het enige dat me erdoor hielp. Niet bepaald mooi van me, maar nu ik wat ouder ben, besef ik precies hoe gemeen ze tegen me waren. Ik voel me er dus niet al te erg over.
Maar ik heb Draco nooit dood gewenst. Wou gewoon dat hij van Zweinstein verdween en stopte mijn leven te verzieken. Wou hem stoppen voor hij Perkamentus iets kon aandoen en hem bij Voldemort vandaan halen. Zestien was te jong om Dooddoener te zijn.
Mijn maag draait zich om als ik denk aan zijn kant van het verhaal. Heeft hij dat ooit gewild? Ik laat me op mijn knieën zakken en stroop de linkermouw van zijn sweatshirt omhoog. Het Teken is bijna vervaagd, maar het staat er nog; de doodskop, de slang. Ik knipper verwoed, maar het beweegt inderdaad, dat is geen speling van het licht of de verbeelding van mijn vermoeide brein.
Omdat ik zo in de knoop ben, besluit ik hem gewoon te laten liggen. Maar ik trek wel op onderzoek uit. Het huis is zo anders, voelt alsof er daadwerkelijk in geleefd wordt.
In mijn echte tijdlijn ligt er een laagje stof over alles. Met Ginny in Ierland, waar de Holyhead Harpies wonen en trainen, is er voor mij geen reden om steeds maar alleen hier te zijn, dus verblijf ik meestal in het Nest. Ron en Hermelien wonen ook nog daar tot ze een gepaste woning kunnen vinden – en omdat Ron stiekem nog bij zijn moeder wil blijven – en Teddy woont er ook, zodat Molly me kan helpen hem op te voeden.
Molly zal nooit begrijpen hoe dankbaar ik ben dat ze bestaat. Ze weet niet dat er een tijdlijn bestaat waar ze, ondanks het verlies van één van haar eigen kinderen, me hielp te zorgen voor het kind van een ander, net zoals ze mij onder haar vleugel nam toen ik klein was.
Mijn hart doet evenveel pijn als mijn hoofd.

Het zijn de kleine verschillen die zo luid weergalmen. Dat we de keuken genoeg gebruiken dat een hendel van één van de kastjes losgekomen is en dat er tientallen pakjes thee geopend in de kast staan. Dat de boekenkast afgeladen vol staat, de boeken geordend via een systeem dat ik natuurlijk aan kan voelen, zelfs als mijn verstand er geen logica in kan puzzelen.
Ik trek een boek uit de kast. Een elegant handschrift heeft aantekeningen gemaakt in de kantlijn; ik weet dat het van Draco is. Zijn geur stijgt op van de pagina’s, alsof hij het al meermaals gelezen heeft. Ik leg het op de tafel.
In de badkamer liggen halflege tubes tandpasta en flesjes parfum die allemaal bijna leeg zijn, twee tandenborstels die gekruist in een bekertje staan.
Er staat een bloempot vol Brandstof bovenop de schouw, tussen ingekaderde, bewegende foto’s van Hermelien en Ron en Loena en Marcel, de Lupossen, de voltallige Wemels, Hagrid en Anderling en Slakhoorn, een foto van de Malfidussen, een oude foto van mijn ouders en van Sirius die het koppel lastigvalt, en in het midden—daar is hij dan.
Ik herken het Nest meteen, maar het is niet de achtergrond die me met grote ogen doet staan kijken; Draco ligt met zijn hoofd in mijn schoot, draagt één van Molly’s gebreide truien, glimlacht breed en stralend, bladert door zijn boek—hij lijkt zo op zijn plek daar, alsof iedereen hem daar wil hebben, alsof hij er thuishoort en ik vergeet bijna dat ik ook in de foto sta.
De manier waarop ik naar Draco kijk, dwingt me neer te zitten, om het beven van mijn lichaam onder controle te krijgen. Ik heb nog nooit naar iemand gekeken alsof ze alle sterren in de hemel waard zijn.
Dit kan niet vervalst zijn.

Ik word wakker in mijn bed. Omdat ik me stukken beter voel, twijfel ik er niet aan mijn toverstok vast te pakken en meteen overeind te springen. Na mezelf te ontwarren uit de dekens die me mijn bed weer in willen trekken, kijk ik door de kamer heen.
Maar Draco is er niet.
Hij moet me in bed gelegd hebben. Dus moet ik in slaap gevallen zijn op de bank. En toen... ging hij weg? Een tweede speurtocht door mijn appartement levert me niets op; geen briefje, geen aanwijzing. Ik had hem liever in mijn huis gehad dan niet te weten waar hij is, bedenk ik me nu.
Ik was me in een douche waar naast mijn producten ook die van Draco staan; verschillende shampoos en zeepjes, een middel om de ergste bloedvlekken uit je kleren te krijgen... Dat stelt me niet bepaald gerust.
Zodra ik weer voor de dag kan komen, wandel ik resoluut het Haardvuur in en stap er in het St Holisto’s weer uit.

Ik heb Ron en Hermelien echter net gemist, die zijn naar het Nest vertrokken, dus bedank ik het meisje achter de lobby en steel wat van hun Brandsrof om naar het Nest te reizen.
Het is precies zoals het altijd geweest is. Die constatering doet een hele last van mijn schouders zakken, want een veranderd Nest zou ik niet aankunnen.
“Harry!” Molly laat haar keuken voor wat het is, de vliegende pannen die spek bakken en het mes dat brood versnijdt bovenop een plank die zingend door de kamer heen zoeft, en drukt me tegen haar borst. “Wat leuk dat je er weer bent. En wat ben je mager. Ga maar in de woonkamer zitten, ik roep je wel als de zondagsbrunch klaar is.”
Ik voel me heel wat beter nu. Dit is vertrouwd. Molly is de Molly die ik kende voor de Slag; moederlijk, onschuldig, goed van hart.
In de woonkamer vind ik meer mensen dan verwacht. Fred en George grijnzen van oor tot oor (van oor tot gat) als ze me zien en Hermelien veert recht om me ook een knuffel te geven en Ron heeft een baby op schoot.
Wacht, wat? Over Hermeliens schouder heen kijk ik naar Ron, maar die heeft geen ogen voor mij of ook maar iemand om hem heen, alleen het kleine mensje dat hij in zijn armen heen en weer wiegt.
Dan voel ik hoe Hermelien in mijn schouder staat te huilen, haar handen krampachtig in mijn T-shirt gewikkeld, haar hele lichaam bevend. Ik houd haar steviger vast en schuifel achteruit, van plan met haar naar buiten te gaan, te praten.
“Harry, hey!” Het duurt even voor ik besef wie het meisje is dat van de trap de woonkamer in loopt.
Belinda Broom. Het zijn niet alleen de gekortwiekte haren en de bril die haar onherkenbaar maken, haar houding os ook helemaal anders.
Als ik had gedacht dat ze zou wegkwijnen onder het weerwolf-zijn waarmee Fenrir Vaalhaar haar opgezadeld heeft tijdens de Slag, had ik het goed mis. Ze lijkt zelfverzekerder dan ooit.
Ik zeg niets terug, sleur Hermelien alleen maar mee naar buiten.
“Je hebt al door dat de tijdlijn anders is, toch?” vraagt ze zodra we in de koele oktobervoormiddag staan. Een waterig zonnetje verlicht een tuin vol kabouters.
Ik knik.
“En je weet waar de pijn vandaan komt?”
Het verbaast me niet eens dat Hermelien het wel doorheeft. Natuurlijk weet ze dat. Ik kijk haar aan en schud mijn hoofd. “Niet helemaal.”
Ze zucht en leunt tegen het huis aan. Ook al heb ik haar gisteren nog gezien, ze ziet er nu volledig uitgeput uit. Ze is waarschijnlijk heel de nacht opgebleven.
“Onze herinneringen... We hebben er twee voor elk moment van de afgelopen drie jaar. Onze herinneringen worden herschreven.”
Mijn hart valt op de bodem van mijn lege maag. Dat klinkt niet goed. Dat klinkt alsof we dingen gaan vergeten. In mijn paniek kan ik me niet eens meer bedenken wat mijn lievelingskleur is, maar denk dan dat die niet aangepast kan zijn, het is toch gewoon Griffoendorrood?
Nee. IJsblauw, de kleur van—
Mijn hoofd schrijnt. Hermelien trilt en huilt weer tegen me aan. Ik weet niet wanneer we elkaar vastgegrepen hebben, maar ik ben blij dat we dat gedaan hebben, want ze is het enige dat me overeind houdt.
“Toen we hier aankwamen,” fluistert ze tegen mijn hals, haar stem klein en breekbaar, “werd al heel snel duidelijk dat er iets mis was. Molly bleef vreemd naar mij en Ron kijken omdat we elkaars hand vast hadden.” Ik voel haar wangen warm gloeien tegen mijn borst. “En toen kwamen Fred en George aan en- en-“
“Ja?”
“En toen kuste Fred me.”
Ik lach. En dan lach ik niet meer, want is dat niet net wat mij overkomen is? Geen Ginny maar Draco. Geen Ron maar Fred.
“Dus in deze tijdlijn zijn jij en Ron niet-”
“Nee.”
“Fred en jij-”
“Uhuh.”
Ik wrijf over haar rug. Voor we met onze tijdreis begonnen, had ik een gesprek met Hermelien over trouwen. Ik wilde Ginny ten huwelijk vragen en zij had me toevertrouwd dat ze een ring in Rons bureau gevonden had, maar deed alsof ze van niets wist. Ze wilde graag verrast worden en hem de voldoening geven te denken dat de slimste heks die hij kende niets door gehad had.
Dit moet even moeilijk zijn voor haar als het verlies van Ginny is voor mij. En verwarrend. Maar vooral pijnlijk.
“Ron... en Belinda?”
“Ze hebben een kínd, Harry. Ron heeft al gezegd dat hij- dat hij-“ Ze snikt luid en schokschoudert weer tegen me aan. “Hij wil niet meer terug.”


Reacties:

1 2

xjeszell
xjeszell zei op 28 aug 2015 - 14:29:
Hallo Kay wat dénk je. waarom moet je ons zo'n pijn doen?? ik dacht ook dat Drarry het enige was, maar, maar, daaaaamn. i'm kinda torn tho want ja geen Ron/Hermelien maar Fred/Hermelien tho. kaaaaaay.


narcissa
narcissa zei op 28 aug 2015 - 13:33:
Pijnlijk! !
Maar Fred en Hermelien is stiekem wel leuk!


Eliros
Eliros zei op 28 aug 2015 - 13:22:
brb fREAKING THE FUCK OUT
OKÉ. KAYLEY. KAYLEY WHAT THE FUCK. I DON'T KNOW WHAT TO DO OR WHAT TO THINK ASDJKHKJH KAYLEY

DAT HAD IK ZO NIET VERWACHT HÈ. LIKE IK WIST VAN DRARRY DUS IK DACHT OKÉ DAT IS HET ENIGE MAAR NU IS DAT DUS NIET HET ENIGE. OH MY GOD. OH MY GOD.

oké. oké. dus. drarry. ik ben al lang verkocht want het is zo domestic dat het pijn doet. dus. <3
maar. FRED EN HERMELIEN EN RON EN BELINDA? KAYLEY
IK VIND HET ZO ZIELIG VOOR HERMELIEN MAAR FRED/HERMELIEN THO. EN EEN MINI-RON ASKDJH
i don't know what to think want. WAT EEN PLOT TWIST HOT FUCKING DAMN
IK HOOP VOOR JE DAT HERMELIEN GELUKKIG IS MET FRED WANT ANDERS WORD IK BOOS AF HOE DURF JE WEL NIET THAT POOR GIRL.
nee, ja. als Hermelien zei dat hun herinneringen worden herschreven dan neem ik aan dat ze hun vorige tijdlijnen vergeten, no? dus dan zal Hermelien ook niet meer sad af zijn? ja? Kayley pls. anders ga ik slaan

(</3 en <3)


Nynlufx
Nynlufx zei op 28 aug 2015 - 10:42:
I'm crying.