Hoofdcategorieën
Home » Overige » 500 woorden » Hart van inkt
500 woorden
Hart van inkt
Het hield maar niet op met regenen. Voor zijn gevoel stond hij er al uren, in de regen, te staren naar het raam. Hij had kunnen aanbellen, maar in plaats daarvan bleef hij naar het raam staren. Gwen was op jacht, zijn spullen had hij een stukje verderop weggelegd. De nacht in deze wereld deed hem denken aan zijn thuis. Overdag was deze wereld veel te snel.
Roxanne. Hij miste haar meer dan wat dan ook. Meer dan het vuur, meer dan het speelvolk, meer dan alles. Het was al negen jaar.
Er flikkerde een lichtje bij het raam waar hij naar keek. Een tel keek hij een meisje richt in de ogen. Daarna verdween ze. Stofvinger kon er voor een seconden niet opkomen wie ze was. Ze deed hem aan iemand denken.
Dan minuten later, ging de voordeur van de boerderij open. Een stem in de nacht. Tovertong. ‘Stofvinger. Ben jij dat?”
Hij wachtte een moment en bewoog zich toen naar het huis. In de deurpost stond tovertong, daarnaast stond het meisje wat hij eerder had gezien. Tovertongs dochter, natuurlijk. Hij wist het nu weer. Stofvinger veegde met zijn mouw de regen van zijn gezicht. ‘Hoe gaat het met je, Tovertong? Dat is langgeleden.’
‘Heel lang. Kom binnen, je haalt je nog een longontsteking op je lijf. Meggie zegt dat je al een hele tijd buiten staat.’
‘Meggie?’Stofvinger wist even niet wie hij bedoelde, maar toen zag hij het meisje weer. ‘O ja, nauurlijk.’ Hij bekeek haar uitvoerig. Gelijk moest hij aan zijn dochters denken. De jongste zou nu even oud moeten zijn. Daarom moest hij dit doen. Voor Roxanne, voor Rosanna en voor Brianna. De dochter van Tovertong staarde terug.
‘Ze is groot geworden?’ Het deed pijn, zijn dochters waren ook groot geworden, waarschijnlijk. Zonder hem.
‘Herinner je haar dan nog?’
‘Tuurlijk. Hoe oud is ze nu?’ Hij glimlachte naar het meisje. Ze keek hem aan alsof hij een bruut monster was, die alles zo in flarden kon scheuren.
‘Twaalf’ Antwoorde Tovertong.
‘Twaalf, tjonge’ Hij veegde zijn natte haar van zijn voorhoofd. ‘Twaalf, natuurlijk. Ze was toen… drie, niet waar?’
Tovertong knikte. ‘Ik zal je droge kleren geven.’ Tegen zijn dochter zei hij. ‘En jij, jij gaat naar bed, Meggie.’ Ze keek hem vol ongeloof aan.
Tovertong liet Stofvinger een ruimte binnen. Aan de materialen en boeken te zien, zijn werkplaats. En sloot de deur achter zich.
‘Ga zitten, ik kom zo.’ Zei Tovertong. Stofvinger vroeg zich af of hij ook zo vriendelijk zou doen als hij wist wat de echte rede van zijn bezoek was. Tovertong loopt de kamer weer uit. Stofvinger hoort hem iets tegen zijn dochter zeggen, maar hij kan niet verstaan wat. Hij loopt de kamer rond. Er ligt op een werkblad linnen en Leer. Een paar oude boeken liggen op een stapel te wachten, om te worden gerepareerd. Veel boeken. Zou wat hij zoekt er daar ergens tussen liggen. Maar Stofvinger krijgt geen kans om rond te kijken, want Tovertong was terug gekomen.
Hart van Inkt is ook nog steeds één van mijn favoriete boeken. En Stofvinger was altijd één van mijn favoriete personages. ^^
Pas op dat je niet van verleden naar tegenwoordige tijd wisselt. Verder vind ik het superleuk dat je dit hebt gekozen bij de prompt!