Hoofdcategorieën
Home » Overige » 500 woorden » De tocht
500 woorden
De tocht
Met honderden vallen ze naar beneden de kleine witte stipjes. De eerste sneeuw van het jaar, nu was de herfst echt voorbij. Met een bezorgde blik kijkt Hikuna naar de vallende vlokken. Hij had gehoopt dat het nog weken zou duren voor de eerste sneeuw, wanneer ze veilig de bergen hadden bereikt. Wat voor verschrikking zou deze sneeuwval met zich meebrengen.
Een paar van de kinderen staken hun tong uit om de vlokjes op te vangen. Hikuna zag dat somige niet eens hun armen bedenkt hadden. Hun kleren bestonden uit dunne katoenen stoffen, misschien sommige een dubbele laag, als ze geluk hadden.
‘Heerlijk, ik hou van sneeuw’ Hikuna keek achter zich, om te zien wie dat zei. Natuurlijk de prins. Hij wierp hem een vuile blik toe.
‘Hikuna, vanwaar dat boze gezicht.’
‘Hou toch op. Zie je niet wat een ramp het is. Er is nu al sneeuwval en deze toch zal nog dagen duren.’
‘Wat zou dat? De sneeuw is heerlijk. Heb ik altijd al gevonden.’
‘voor jou misschien wel. Voor ons heeft betekent het honger en kou. Niet meer. En nog iets we zijn voor het geval je het niet doorhad in de openlucht zonder uitzicht op een schuilplaats de komende dagen. Sneeuw kan hier rampzalig zijn.’
‘Je overdrijft, we kunnen vuur maken om warm te blijven. Hoogstens valt er een dun laagje. Nog niet genoeg om over uit te glijden.’
‘Wel genoeg om te bevriezen. Zie je die kinderen daar. Ik wed dat ze nog geen hemdje onder hun bovenklederen aanhebben. Als je er echt zou willen zijn voor dit volk, pak dan je mantel en je gewaden en deel ze uit. Er zijn hier zuigelingen en zwangere vrouwen, kleine kinderen en ouderen. Ik maak me zorgen.’
De prins leek over de worden van Hikuna na te denken. Heel even maar en toen pakte hij zijn mantel en de trok hij meerdere lagen van zijn bovenkleren uit. Hikuna kon haast niet geloven dat hij het echt deed, maar voor zijn ogen scheurde de prins zijn kleren en deelde het uit aan de kinderen en aan een moeder en haar baby. Het was misschien nauwelijks meer dan een druppelwater voor een verdorde plant, maar toch betekende het veel.
De prins keerde terug naar Hikuna. ‘Je hebt gelijk. Ik was geen prins voor dit volk. Maar ooit zal ik dat wel worden.’ Hikuna knikte.
‘We moeten iets bedenken om ze warm te houden.’
Hikuna knikte, maar hij dacht niet dat er echt een oplossing voor was. Het zou een verschrikkelijke bare tocht worden.
De prins herhaalde het, alsof hij het voor zichzelf duidelijk moest maken. ‘We moeten iets bedenken, iets.’
De sneeuw vormde een dun laagje op het kale pad naar de bergen. Maar de vele voetstappen maakte het pad eerder modderig dan wit. Maar het was opgehouden met sneeuwen. ‘Alsjeblieft laat het niet vriezen.’ Dacht Hikuna. Deze gedachte herhaalde zich gedurende dat de middag vorderde en was er nog steeds toen ze kamp op zette voor de avond.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.