Hoofdcategorieën
Home » Overige » All The Little Lights » Oploscacao op de bank [Tokio Hotel]
All The Little Lights
Oploscacao op de bank [Tokio Hotel]
Vandaag was weer een gewone rotdag geweest.
De bus die hen die ochtend het dorp uit gereden, bracht de gebroeders Kaulitz nu terug naar huis. Altijd weer hetzelfde liedje: ze zaten stilletjes voorin een poging te doen de schreeuwende kinderen achter hen te negeren. In gedachten telden ze de bomen, de huizen, de seconden voor de bus halt zou houden en ze school voor vandaag eindelijk weer achter zich konden laten.
Uitjoelen, uitgestrekte benen, eten en drinken over hun spullen en henzelf: het was voor hen inmiddels de dagelijkse gang van zaken. Bill vanwege zijn zwartgeverfde haar en eyeliner, Tom vanwege zijn onvoorwaardelijke loyaliteit voor zijn broer.
Maar de bus hield halt. Ze waren eindelijk weer thuis. Opgelucht, maar met rechte schouders stapten ze uit en liepen met grote passen van de bushalte terug naar huis.
Het was een typische Duitse novemberdag: koud en grijs. Binnen zetten ze dan ook meteen de waterkoker aan voor een welverdiende kop warme chocolademelk. Terwijl Tom in de kastjes rommelde op zoek naar en beker en de oploscacao, was Bill sip op de bank gaan zitten.
“Trek je toch niet zoveel aan van die complete idioten,” zei Tom toen hij zijn broer de warme mok aanreikte.
Bill zuchtte. Normaal had hij er tegenin kunnen brengen dat de andere persoon makkelijk praten had, maar niet bij Tom. Tom was immers net zo goed lijdend voorwerp als hij. “Probeer ik toch.”
Zo zaten ze een tijdje op de bank, nippend van hun hete chocola. Tom had net gesuggereerd dat ze misschien naar boven konden gaan om wat te repeteren, toen ze de voordeur open en met een knal weer dicht hoorden gaan.
“Bill! Tom!” riep de jongen die naar binnen stormde luid. Het was Andreas, hun buurjongen. Hij ging naar een andere school, en dat was misschien de reden dat hij wel vrienden durfde te zijn met de tweeling.
“Hé, Andi,” zei de tweeling koeltjes. Ze waren oprecht blij Andreas te zien, heus. Het was meer dat school als hun energie en vrolijkheid had opgeslurpt als een dementor.
“Het sneeuwt!” riep de jongen vrolijk uit. “Kijk!” En inderdaad, toen de Kaulitzen naar buiten keken, zag ze dikke witte vlokken langs het raam vallen. Ze hadden al een dun laagje op het gras achtergelaten.
“Oh, wat leuk,” zei Bill, even koeltjes als daarvoor. “We gaan alleen repeteren, geloof ik.”
“Ja, dat gaan we,” viel Tom zijn broer bij.
“Oh,” zei Andreas, duidelijk teleurgesteld. “Maar kunnen jullie je de laatste keer dat het gesneeuwd heeft nog herinneren? Dat was toch bijna weer een jaar geleden! Kom nou toch mee, repeteren kan altijd nog.”
Andreas bedoelde het echt wel goed, dat zagen ze zelf ook in. Hun nare schooldag had hen alleen zo uitgeput, dat ze de energie om met hun buurjongen mee te gaan in de sneeuw echt niet op konden brengen. Het zou ze die avond in bed nog verbazen. Vroeger zouden ze schreeuwend van het enthousiasme naar buiten zijn gestormd.
“Sorry, Andi, misschien de volgende keer.”
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.