Hoofdcategorieën
Home » Overige » make me feel alive (shatter me) » [03.09.2015][Harry Potter] Niet zíjn
make me feel alive (shatter me)
[03.09.2015][Harry Potter] Niet zíjn
Ron loopt met hangend hoofd en schouders het bordes af en schopt tegen de sneeuw, die zo hard aangestampt is door honderden paar voeten dat het niet meegeeft en hij zelfs bijna uitglijdt.
Meteen eigent de kou hem zich toe; zijn vingers en het puntje van zijn neus bevriezen, de rillingen doen hem nog erger beven dan Marcel deed tijdens zijn eerste lessen van Sneep, en zijn gedachten veranderen van waarom ben ik steeds zo kwaad? naar als ik doodvries, ga ik balen als een fluimsteen.
Niet dat hij niet meer kwaad is. Soms lijkt het alsof dat alles is dat hij ooit nog gaat zijn. Niet langer constante jaloezie of een schertsend gevoel van oneerlijkheid; gewoon woede. Steeds weer slaat alles, álles, om naar woede.
Maar zijn bloed kookt niet meer. De wind dunkt zijn temperatuur en zijn temperament in een zee van ijswater. Daarom is hij ook buiten; uiteindelijk dwingt de kou zijn hoofd altijd tot stilte.
Hij wandelt zijn gewoonlijke ronde—over het geplaveide koertje, over het bruggetje, via Hagrids huisje, naar het meer. Zijn voeten doen pijn en zijn sjaal is niet stevig genoeg vastgeknoopt, wind kietelt zijn hals op de meest onaangename manier.
Hij vindt het prima zo.
Soms staat hij op het punt hierover met iemand te praten. Niet Harry; want die zou er niets van snappen. Zeker niet één van zijn broers of Ginny, want dat zou te vreemd zijn. Niet Hermelien, want hoewel zij zo goed is in zich in de schoenen van iemand anders zetten, zal ze het waarschijnlijk niet begrijpen.
Maar iemand. Hij moet iemand kunnen vinden. Dat hij dat nog niet gedaan heeft, maakt hem alleen maar kwader.
Maar niet nu. Nu is hij één opgespannen ijspegel.
Een klein stootje wind en hij breekt uit elkaar.
Hij komt abrupt tot stilstand wanneer hij een schaduw ziet bewegen. Het is nog niet helemaal donker en hij beseft heus wel dat het terrein niet voor hem alleen is, maar deze silhouet zou hij uit duizenden herkennen.
"Viktor?”
De Bulgaar kijkt op van waar hij gehurkt aan de rand van het bevroren meer zit. De norse frons op zijn voorhoofd verdwijnt bijna, maakt bijna plaats voor een glimlach—het is enkel een lichte krulling omhoog van zijn rechtermondhoek, maar Ron herinnert zich de glimlach waarvan hij alleen de hint te zien krijgt vandaag.
“Jullie meer kent vreemde beschermingen,” mompelt hij, met zijn toverstok tikkend op het bijna zwarte ijs. “Daar zit iets.”
Ron, ondanks het kraken van zijn van ijs gemaakte ledematen, knielt naast de jongen—de mán, zijn idool, zijn… niet zíjn—en kijkt. Er zit inderdaad iets, maar in het meer zitten wel meerdere dingen. Dingen die gevaarlijk zijn. Dingen die bijten en knijpen en wurgen. “Je wilt niet weten wat er allemaal in het water zit.”
Daar komt niet eens een grap op terug, het kleinste lachje. De stilte is ijziger dan het winterweer.
Ron staat op om te vertrekken. Zoals hij had verwacht, houdt Viktor hem niet tegen.
Reacties:
Ron <3 Victor?
Awh. En awh. En grmbl.
Weet je, ik ben fan van jouw 500. Je leest er gewoon zo doorheen en dan whoesh en dan yay en het is fijn en oké on to the next.
Viktor/Ron? Awe, fuck. I ship it. :v
Ik ging zinnen die ik mooi vond klinken quoten, maar ik kom er net achter dat ik dan alles moet gaan quoten, dus laat ik dat maar niet doen.
Dit is een duo dat ik niet had verwacht! Ik vind het jammer dat het telkens zulke korte stukjes zijn (ook al begrijp ik dat dat juist de uitdaging is) want ik ben zo zo zo benieuwd wat er zou gebeuren als ze meer woorden zouden hebben.