Hoofdcategorieën
Home » Overige » All The Little Lights » Gevonden voorwerp [Harry Potter]
All The Little Lights
Gevonden voorwerp [Harry Potter]
“Leg het terug! Nee echt, Harry, je moet het terugbrengen!” zei Hermelien zodra hij zijn verhaal had afgerond. Ze keek met grote ogen naar het voorwerp in zijn hand.
“Verpest het nou niet meteen, Hermelien!” zei Ron geïrriteerd. “Moet je die inscripties zien! Je zou toch zeggen dat jij daar meteen lyrisch over zou worden.”
“Maar het zou wel vervloekt kunnen zijn! Ik heb me bedacht Harry: ga ermee naar Anderling, misschien zelfs wel naar Perkamentus. Maar je moet het echt niet houden.”
Het voorwerp in kwestie was een diadeem. Verveeld door zijn huiswerk en aangespoord door de haantjeshormonen in zijn bloedbaan had Harry de leerlingenkamer ’s avonds met de onzichtbaarheidsmantel verlaten om op onderzoek uit te gaan. Dat had hem bij een vreemde kamer gebracht, vanbinnen helemaal gevuld met grote ijsblokken. Verwonderd had hij staan kijken. Maar warempel! Daar, in het ijs, zat wat. Hij had zijn nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen en met een simpele spreuk had hij (tot zijn eigen verbazing) het ijsblok genoeg kunnen smelten om het te pakken.
Dat was gisteravond geweest. Meteen na hun lessen had hij Ron en Hermelien mee naar hun slaapzaal getrokken om het wonderlijke voorwerp te laten zien.
“Nee,” zei Harry resoluut. “Als ik ermee naar hen ga, gaan ze vragen hoe ik eraan kom.”
“Maar het kan vervloekt zijn!” zei Hermelien opnieuw, haar stem verheffend.
“Kom op, waarom zou het vervloekt zijn?” vroeg Ron.
“Het is niet logisch!” brieste Hermelien. “Waarom zou je zoiets in een kamer vol ijs stoppen, maar dan wel ijs dat met een basisspreuk weg te smelten is? Natuurlijk was Harry nieuwsgierig, dat was ongetwijfeld ook de bedoeling!”
“Foppe kan hem daar ook verstopt hebben,” kaatste Ron terug.
“In het ijs? Hoe dan? Het is mei, Ron. Normaal ijs zou al maanden geleden weggesmolten zijn en Foppe kan geen magie.”
“Misschien waren het Fred en George?” suggereerde Ron.
Hermelien slaakte een geërgerde zucht. “Dan had Harry nu waarschijnlijk op de ziekenzaal gelegen. Een vervloeking zo subtiel als deze, daartoe zijn ze niet in staat.”
“Wie zegt dat ik vervloekt ben!” riep Harry. “Ik voel me kiplekker.”
“Precies!” viel Ron hem bij. “Hij ziet er niet vervloekt uit!”
“Jullie twee zijn hopeloos!” riep Hermelien. Ze liep de slaapzaal uit.
Terwijl ze zich tegoed deden aan de chocoladepudding die net op de Griffoendortafel verschenen was, tikte iemand op hun rug. Ron en Harry draaiden zich om, en keken recht in het strenge gezicht van professor Anderling. “Wemel, Potter, mijn kantoor, nu.”
De jongens wierpen elkaar een verontwaardigde blik toe. Hermelien! Ze hadden het kunnen weten. Zwijgend volgden ze de professor naar boven.
Het diadeem lag al klaar op haar bureau. “Zo. Het kasteel neemt en het kasteel geeft, zo lijkt het. Dit diadeem is één van de twee die spontaan zijn verdwenen in haar geschiedenis. Voor altijd, leek het tot gisteren.” Ze wierp de twee jongens een ondoorgrondelijke blik toe. “Bedankt daarvoor, Potter. Toch moet ik je vragen voortaan keurig in bed te blijven, onzichtbaarheidsmantel of geen onzichtbaarheidsmantel.”
Nog een diadeem? Misschien van Helga, of Helena.